Regeling vervallen per 31-12-2017

Regeling bestuurlijke boete Basisregistratie personen gemeente Molenwaard 2016

Geldend van 21-10-2016 t/m 30-12-2017

Intitulé

Regeling bestuurlijke boete Basisregistratie personen gemeente Molenwaard 2016

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Molenwaard;

Gelet op het bepaalde in artikel 4.17 van de Wet basisregistratie personen (Wet BRP) en titel 5.4 van de Algemene wet bestuursrecht;

Overwegende dat de bestuurlijke boete Wet BRP ten doel heeft de burger te bewegen alsnog te voldoen aan zijn verplichtingen, zoals genoemd in artikel 4.17 van de Wet BRP;

Besluit vast te stellen:

Regeling bestuurlijke boete Basisregistratie personen gemeente Molenwaard 2016.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a)

      de Wet: de Wet basisregistratie personen

    • b)

      college: het college van burgemeester en wethouders

    • c)

      toezichthouder: de op grond van het bepaalde in artikel 4.2 van de Wet door het college benoemde ambtenaar;

    • d)

      boete: de bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 4.17 van de Wet;

    • e)

      overtreder: degene die verwijtbaar niet heeft voldaan aan de verplichtingen als bedoeld in artikel 4.17 onder a van de Wet dan wel zich schuldig heeft gemaakt aan het bepaalde in artikel 4.17 onder b. van de Wet of een valse aangifte heeft gedaan;

  • 2. De begripsbepalingen van de Wet zijn op deze beleidsregel onverkort van toepassing.

Artikel 2 Doel

De boete heeft ten doel de burger te bewegen alsnog te voldoen aan zijn verplichtingen, zoals genoemd in artikel 4.17 van de wet.

Artikel 3 Algemene bepalingen

  • 1. Per geconstateerde overtreding kan slechts één bestuurlijke boete worden opgelegd.

  • 2. Een bestuurlijke boete wordt binnen drie jaar nadat het college de overtreding heeft geconstateerd, opgelegd.

  • 3. In geval de verplichtingen als bedoeld in de Wet moeten worden vervuld door een ander dan de ingeschrevene of aangifteplichtige zelf, wordt de boete opgelegd aan degene op wie de verplichting ingevolge de Wet rust.

  • 4. Als op grond van de Wet aan meerdere personen een boete kan worden opgelegd ten aanzien van dezelfde overtreding en het college besluit de boete ook aan meerdere personen op te leggen, dan zijn deze personen afzonderlijk hoofdelijk voor de gehele boete aansprakelijk.

  • 5. Indien de overtreder vóór inning van de opgelegde bestuurlijke boete komt te overlijden, vervalt deze op de datum van overlijden.

Artikel 4 Verwijtbaarheid en bijzondere omstandigheden

  • 1. Voor het opleggen van de boete moet er sprake zijn van verwijtbaarheid.

  • 2. Het college kan van het opleggen van een boete afzien of kan een boete matigen indien de belanghebbende aannemelijk maakt dat op grond van:

    • a)

      de ernst van de overtreding;

    • b)

      de mate van verwijtbaarheid;

    • c)

      de omstandigheden waaronder de overtreding is begaan of

    • d)

      de omstandigheden waarin de overtreder verkeert, het opleggen van de (volledige) boete volgens deze beleidsregel onevenredig is.

  • 3. Van een situatie als bedoeld in het vorige lid kan in beginsel slechts sprake zijn, indien van bijzondere omstandigheden sprake is waarin bij de vaststelling van deze beleidsregels niet is voorzien.

Artikel 5 Boetebedrag

  • 1. De hoogte van de standaardboete bedraagt € 200,00.

  • 2. De hoogte van de op te leggen hogere boete bedraagt € 325,00 deze zal worden opgelegd indien:

    • a)

      het aannemelijk is, dat de aangifteverplichting opgenomen in de artikelen 2.38, 2.39, 2.43 van de Wet bewust niet is nagekomen of

    • b)

      het aannemelijk is, dat de verplichting opgenomen in artikel 2.46 van de Wet bewust niet wordt nagekomen of

    • c)

      er sprake is van “gelegenheid geven” als bedoeld in artikel 4.17 onder b. van de Wet of

    • d)

      er sprake is van recidive of

    • e)

      er sprake is van valsheid in geschrifte.

  • 3. De boete als bedoeld in het eerste en tweede lid wordt alleen opgelegd als de overtreder tevoren schriftelijk is geïnformeerd over de oplegging van een bestuurlijke boete bij het niet voldoen aan de verplichtingen als genoemd in de Wet.

Artikel 6 Valsheid in geschrifte

  • 1. Indien een tot aangifte verplicht persoon een valse of vervalste aangifte doet, zich uitgeeft voor iemand anders dan wel valse of vervalste documenten overlegt met het oogmerk deze als echt en onvervalst te gebruiken is er sprake van valsheid in geschrifte.

  • 2. Van valsheid in geschrifte wordt door de toezichthouder BRP namens het college aangifte bij de politie gedaan.

Artikel 7 Onvoorziene omstandigheden en afwijkingsbevoegdheid

In de gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na publicatie.

Artikel 9 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Regeling bestuurlijke boete Basisregistratie personen gemeente Molenwaard 2016. Deze regeling kan ook worden aangehaald als “Regeling bestuurlijke boete BRP Molenwaard”.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Molenwaard van 13 september 2016.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Molenwaard,

De secretaris, De burgemeester,

N.van Ameijde-Poortman MBA D.R. van der Borg