Beleidsregels Nadeelcompensatie bij verleggen van leidingen 2016 gemeente Molenwaard

Geldend van 10-11-2016 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Nadeelcompensatie bij verleggen van leidingen 2016 gemeente Molenwaard

Burgemeester en wethouders van Molenwaard;

gelet op artikel 11 lid 3 van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Molenwaard 2016;

besluiten vast te stellen de hierna volgende

Beleidsregels Nadeelcompensatie bij verleggen van leidingen Molenwaard 2016

1 Algemeen

1.1 Begripsbepalingen

artikel 1

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a)

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • b)

    elektronisch communicatienetwerk: elektronisch communicatienetwerk als genoemd in artikel 1.1, onder e, van de Telecommunicatiewet;

  • c)

    openbaar elektronisch communicatienetwerk: elektronisch communicatienetwerk als genoemd in artikel 1.1, onder h, van de Telecommunicatiewet;

  • d)

    niet-openbaar elektronisch communicatienetwerk: een elektronisch communicatienetwerk dat in hoofdzaak wordt gebruikt om openbare elektronische communicatiediensten aan te bieden voor zover dit niet aan het publiek geschiedt;

  • e)

    openbare elektronische communicatiedienst: elektronische communicatiedienst als genoemd in artikel 1.1, onder f, van de Telecommunicatiewet;

  • f)

    kabels: kabels, genoemd in artikel 1.1, onder z, van de Telecommunicatiewet ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk;

  • g)

    niet-openbare kabels: kabels, zoals genoemd in artikel 1.1, onder z, van de Telecommunicatiewet ten dienste van een niet-openbaar elektronisch communicatienetwerk;

  • h)

    openbare gronden: openbare gronden, als genoemd in artikel 1.1, onder aa, van de Telecommunicatiewet;

  • i)

    belanghebbende: aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, een niet-openbaar elektronisch communicatienetwerk of een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen;

  • j)

    aanvrager: belanghebbende, als genoemd in artikel 1, onder i, van de verordening;

  • k)

    werkzaamheden: werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen in en op openbare gronden en daarnaast alle werkzaamheden die de gemeente uit hoofde van haar functie als beheerder van openbare grond in het kader van kabels en leidingen dient uit te voeren;

  • l)

    gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, van de Telecommunicatiewet of als bedoeld in artikel 1, van de Belemmeringenwet Privaatrecht;

  • m)

    instemmingbesluit/vergunning : een besluit als bedoeld in de AVOI Molenwaard;

  • n)

    aansluiting : het gedeelte van de kabel of leiding door openbare grond dat een openbaar elektronisch communicatienetwerk of een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen verbindt met een netwerkaansluitpunt;

  • o)

    netwerkaansluitpunt: het geheel van verbindingen, met hun technische toegangsspecificaties, die deel uitmaken van een openbaar elektronisch communicatienetwerk of een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen, en nodig zijn om toegang te verkrijgen tot deze netwerken;

  • p)

    werken: een constructie, of werkzaamheden, niet zijnde een gebouw, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

  • q)

    leidingen: ondergrondse kabels of buizen, die dienen of kunnen dienen tot transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen dan wel van energie of informatie;

  • r)

    nutsvoorzieningen: voorzieningen van openbaar nut ten behoeve van de levering en afvoer van bijvoorbeeld energie, water en warmte;

  • s)

    verordening: Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur Molenwaard

2016 (AVOI)

t)melding: melding van werkzaamheden waarvoor geen instemmingsbesluit of vergunning benodigd is.

artikel 2

In aanvulling op artikel 1 wordt in deze regeling verstaan onder:

a) instemmingbesluit/vergunning: een besluit als bedoeld in de AVOI Molenwaard;

b) leiding: leiding als bedoeld in AVOI Molenwaard, met uitzondering van leidingen en kabels ten behoeve van openbare en niet openbare elektronische communicatienetwerken als bedoeld in de Telecommunicatiewet;

c) aanvraag: een aanvraag tot het nemen van een besluit om nadeelcompensatie als bedoeld in de AVOI Molenwaard;

d) verzoek: een verzoek om nadeelcompensatie als bedoeld in de AVOI Molenwaard;

e) belanghebbende: belanghebbende van een leidingennetwerk als bedoeld sub b, die ten gevolge van de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door de gemeente Molenwaard leidingen en/of kabels moet verleggen;

f) schadebedrag: financieel nadeel dat de belanghebbende lijdt als gevolg van een werk;

g) nadeelcompensatie: het bedrag dat op basis van deze regeling als schadevergoeding wordt toegekend aan de belanghebbende;

h) rijzen: het verticaal omhoog verplaatsen zonder onderbreking van een leiding;

i) combicoördinator: door belanghebbenden uit hun midden gezamenlijk aangewezen coördinator die gezamenlijke verleggingen coördineert;

j) technisch noodzakelijke verlegging: indien voor het functioneren van de leiding verlegging noodzakelijk is.

artikel 3

Deze beleidsregels zijn van toepassing op aanvragen van belanghebbenden om een vergoeding voor de schade van de belanghebbende door het verleggen van kabels of leidingen die is veroorzaakt door het college in de rechtmatige uitoefening van publiekrechtelijke bevoegdheden of taak, waaronder mede wordt verstaan de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege het college.

Deze regeling is niet van toepassing op alle gemeentelijke netten en netten die vallen onder de Telecommunicatiewet.

2 Nadeelcompensatie

2.1 Nadeelcompensatie ingeval de leiding van de belanghebbende ligt in openbare ruimte

artikel 4

Indien blijkt dat een belanghebbende als gevolg van gemeentelijke planontwikkeling en/of werkzaamheden en/of door een besluit van het college tot intrekking of wijziging van een vergunning of een instemmingbesluit, de technische noodzaak heeft de leiding te verleggen en hierdoor schade lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale bedrijfsrisico kan worden gerekend en waarvan een vergoeding niet of niet voldoende is verzekerd, kent het college hem op zijn verzoek een vergoeding toe.

artikel 5

Het schadebedrag wordt berekend overeenkomstig de bepalingen in hoofdstuk 4 van deze regeling. Bij die berekening worden uitsluitend de kosten van uit- en in bedrijfstellen, ontwerp & begeleiding, uitvoering en materiaal betrokken.

artikel 6

nadeelcompensatie binnen 5 jaar na aanleg

Indien de belanghebbende binnen vijf jaren na de datum van vergunningverlening of na ontvangst van het instemmingbesluit een aanwijzing krijgt tot het verleggen van een leiding, bedraagt de nadeelcompensatie 100% van het schadebedrag.

artikel 7 nadeelcompensatie van het 6

Indien de belanghebbende een aanwijzing krijgt tot het verleggen van een leiding in de periode gelegen vanaf zes tot en met vijftien jaren, gerekend vanaf de datum van de inwerkingtreding van de betrokken vergunning of het verlenen van het instemmingbesluit, zal de gemeente 80% van het schadebedrag vanaf het 6e jaar tot 0% vanaf het 16e jaar (trapsgewijs) als nadeelcompensatie uitkeren volgens het schema weergegeven in bijlage 2.

Voor leidingen die liggen in natte infrastructuur (zoals bijvoorbeeld waterwegen of waterkerende dijken) wordt in de periode gelegen vanaf 6 tot en met 30 jaren, gerekend vanaf de inwerkingtreding van de betrokken vergunning of het instemmingsbesluit, 80 % van het schadebedrag vanaf het 6e jaar tot 0 % vanaf het 31e jaar (trapsgewijs) als nadeelcompensatie uitgekeerd. Volgens het schema weergegeven in bijlage 3.

artikel 8 nadeelcompensatie vanaf het 16

Indien de belanghebbende een aanwijzing krijgt tot het verleggen van een leiding vanaf het 16e jaar, of na 30 jaar indien de leiding is gelegen in natte infrastructuur, gerekend vanaf de datum van de inwerkingtreding van zijn vergunning of na verlenen van het instemmingbesluit, wordt geen nadeelcompensatie uitgekeerd.

2.2 Nadeelcompensatie ingeval de leiding van de belanghebbende niet ligt in openbare ruimte

artikel 9

De nadeelcompensatie bedraagt 100% van het schadebedrag (zie bijlage 3), indien:

a) de leiding van de belanghebbende is gelegen in, op of boven grond die hem in eigendom toebehoort, of

b) de leiding ligt op basis van een zakelijk recht, of

c) op de leiding een gedoogplicht conform de Belemmeringenwet Privaatrecht rust.

artikel 10

Rusten op de leiding van belanghebbende geen van de rechten als bedoeld in het vorige artikel, dan is het bedrag waarover de nadeelcompensatie wordt berekend gelijk aan de som van de kosten voor ontwerp en begeleiding en de uitvoeringskosten (zie bijlage 1). De materiaalkosten en de kosten voor het uit en in bedrijf stellen worden niet vergoed.

2.3 Algemene bepalingen bij vaststelling van nadeelcompensatie

artikel 11

Het college en de belanghebbende zullen bij verwijdering, verlegging of aanpassing van de leiding van de belanghebbende elkaars schade zo veel mogelijk beperken.

artikel 12

Geen vergoeding vindt plaats als in de vergunning of het instemmingbesluit een bepaling is opgenomen dat binnen een periode van vijf jaren na de datum van inwerkingtreding van de vergunning, een wijziging of intrekking van die vergunning is te voorzien in verband met binnen die periode uit te voeren werkzaamheden in de openbare ruimte waarin de leiding is gelegen en in deze periode daadwerkelijk een aanwijzing als bedoeld in artikel 21 van deze regeling wordt gegeven.

artikel 13

Als de aanwijzing niet wordt gegeven binnen de periode bedoeld in artikel 12 dan geldt het toepasselijke vergoedingsregime zoals in deze regeling is opgenomen.

artikel 14

Indien als gevolg van de uitvoering van een werk de belanghebbende een kabel moet of zal rijzen, komen de kosten hiervan ten laste van belanghebbende.

artikel 15

De nadeelcompensatie wordt bepaald op basis van een vaste prijs als het voorlopig vastgestelde bedrag aan nadeelcompensatie lager is dan € 10.000,00. In andere gevallen wordt de nadeelcompensatie bepaald op basis van voor- en nacalculatie tenzij partijen anders zijn overeengekomen.

Indien in bijzondere omstandigheden gronden aanwezig zijn om te concluderen dat redelijkerwijs een groter of kleiner gedeelte van het schadebedrag ten laste van de belanghebbende moet blijven dan uit de toepassing van deze regeling voortvloeit, dan kan het college hiervan gemotiveerd afwijken.

3 Bepalingen van procedurele aard

3.1 Vooroverleg

artikel 16

Het college maakt zijn voornemen van een werk zo spoedig mogelijk bekend met een schriftelijke mededeling aan de belanghebbende. In de mededeling is een omschrijving van het werk opgenomen. De mededeling bevat de vraag aan de belanghebbende in kaart te brengen waar zich kabels/leidingen/bovengrondse voorzieningen bevinden met vermelding van noodzakelijk te verplaatsen leidingen. Indien er sprake is van de aanwezigheid van bijzondere kabels en leidingen dient dat door de belanghebbende specifiek te worden aangegeven.

artikel 17

a) Het college streeft naar overeenstemming met de belanghebbende over verplaatsing, uitvoering en planning. Het college voert hiertoe vooroverleg met belanghebbende.

b) Er wordt overlegd over een technisch adequate oplossing tegen de maatschappelijk laagste kosten.

c) Indien de belanghebbende tijdig voldoet aan de vraag voor het in kaart brengen van de kabels en leidingen streeft het college ernaar in het planvormingsproces hierover een juiste afweging te maken. Ook het niet verleggen van bestaande leidingen wordt hierbij afgewogen.

d) Indien sprake is van te verleggen leidingen wordt de belanghebbende verzocht een kostenindicatie te leveren op basis van werkelijk te verwachten kosten.

artikel 18

Indien bij het voornemen tot asfalteren van openbare fietspaden, perceel ontsluitingswegen met geringe verkeersbelasting of andere situaties waarin het in maatschappelijk opzicht verleggen niet evenredig is, sprake is van aanwezige kabels of leidingen die niet technisch of anderszins noodzakelijk verlegd moeten worden zal de belanghebbende de gelegenheid krijgen om op eigen kosten die kabels of leidingen te rijzen, te vervangen of te verwijderen.

3.2 Verzoek om voorlopige vaststelling nadeelcompensatie

artikel 19

1) Na de fase van vooroverleg als bedoeld in artikel 17 dient de belanghebbende een definitieve kostenopgave in en wordt inzicht gegeven in de opbouw van de kosten van verlegging. Hierbij doet de belanghebbende tevens een verzoek tot voorlopige vaststelling van de nadeelcompensatie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het formulier opgenomen in bijlage 1.

2) De belanghebbende dient bij het indienen van een verzoek tot nadeelcompensatie aan te tonen op welke datum een vergunning of instemmingbesluit is verleend voor het aanleggen van de leiding op de locatie waaruit zij moet worden verlegd.

3) Indien een vergunning ontbreekt, wordt gerekend vanaf de datum waarop het leggen volgens de registratie van de belanghebbende is aangevangen.

4) Indien niet kan worden aangetoond op welke datum vergunning is verleend dan wel op welke datum het leggen is aangevangen, wordt ervan uitgegaan dat de betreffende leiding langer dan 15 jaar aanwezig is.

5) De kostenopgave en het verzoek tot voorlopige vaststelling wordt zo spoedig mogelijk en met in achtneming van de wettelijke termijnen ingediend bij het college.

3.3 Aanwijzing tot verlegging en voorlopige vaststelling nadeelcompensatie

artikel 20

Het college neemt een instemmingbesluit als bedoeld in AVOI Molenwaard voor het verleggen een leiding zo mogelijk op basis van overeenstemming, bereikt in het vooroverleg als bedoeld in artikel 17.

artikel 21

Het college neemt zo mogelijk tegelijkertijd met het besluit van artikel 20 een besluit inzake het verzoek tot voorlopige vaststelling nadeelcompensatie als bedoeld in artikel 19 lid 1 en de wijze van uitbetalen van het voorschot in termijnen. Het college kan besluiten:

a) om het verzoek buiten behandeling te laten indien dit naar het oordeel van het college niet of onvoldoende is onderbouwd en nadat de belanghebbende in de gelegenheid is gesteld het verzuim te herstellen binnen een termijn van vier weken nadat het verzuim is kenbaar gemaakt aan belanghebbende;

b) om het verzoek tot nadeelcompensatie geheel of gedeeltelijk toe te kennen; c) om het verzoek af te wijzen.

Indien geen overeenstemming wordt bereikt over de kostenverdeling kan advies gevraagd worden aan een onafhankelijke commissie te benoemen door het college.

artikel 22

Een geschil over de door het college vastgestelde voorlopige nadeelcompensatie mag niet leiden tot vertraging van de werkzaamheden. De gemeente zal in die gevallen waarin er nog geen onherroepelijk besluit is 50 % van de kosten waarop de belanghebbende op basis van artikel 20 en bijlage 1 meent recht te hebben aan de belanghebbende vergoeden. Nadat het besluit onherroepelijk is geworden vindt verrekening plaats door middel van terugvordering dan wel uitkering van het restbedrag door het college.

3.4 Verzoek om definitieve vaststelling nadeelcompensatie

artikel 23

Het aanpassen van de leiding is gereed op het moment dat de werkzaamheden voor de verlegging van de leiding geheel zijn afgerond. Zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vijf jaar (zie artikel 25, lid 1) na dat moment dient belanghebbende na dat moment een aanvraag in om definitieve vaststelling van de nadeelcompensatie bij het college.

artikel 24

Het verzoek bevat, naast de gegevens bedoelt in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht, ten minste:

a) een verwijzing naar het besluit van het college tot voorlopige vaststelling van nadeelcompensatie;

b) een naar kostensoort gespecificeerde opgave van het schadebedrag aan de hand van het model opgenomen in bijlage 1.

3.5 Definitieve vaststelling nadeelcompensatie

artikel 25

1) Het college neemt binnen acht weken na indiening van het verzoek een besluit:

a) om het verzoek buiten behandeling te laten indien dit is ingediend na de termijn genoemd in artikel 23;

b) om het verzoek buiten behandeling te laten indien dit naar het oordeel van het college niet of onvoldoende is onderbouwd en nadat de belanghebbende in de gelegenheid is gesteld het verzuim te herstellen binnen een termijn van vier weken nadat het verzuim is kenbaar gemaakt aan belanghebbende;

c) om het verzoek geheel of gedeeltelijk toe te kennen;

d) om het verzoek af te wijzen.

2) Het college kan deze termijn eenmalig met acht weken verlengen.

3) Het college kan het verstrekken van nadere informatie of documenten door belanghebbende verlangen, als het college oordeelt dat dit noodzakelijk is voor de beoordeling van het verzoek.

3.6 Betaling nadeelcompensatie

artikel 26

1) Indien nadeelcompensatie is bepaald op basis van een vaste prijs dient de belanghebbende na gereedkomen van de werkzaamheden een factuur in ten hoogte van het bedrag aan nadeelcompensatie en vindt uitbetaling plaats binnen 60 dagen nadat de factuur is ingediend.

2) Indien nadeelcompensatie wordt bepaald op basis van voor- en nacalculatie vindt betaling plaats in termijnen zoals aangegeven in het besluit conform artikel 21. Na gereedkomen van de werkzaamheden en na vaststelling van de definitieve nadeelcompensatie als bedoeld in artikel 25, vindt verrekening plaats met de uitbetaalde voorschotten en wordt de laatste termijn aan de belanghebbende uitbetaald.

4 Kostentechnische bepalingen

4.1 Algemeen

artikel 27

De hoogte van de kosten voor het verleggen van een leiding wordt vastgesteld op basis van de hiernavolgende bepalingen. De kosten worden vastgesteld aan de hand van werkelijke verleggingskosten. De kosten worden onderscheiden in:

  • -

    kosten van ontwerp en begeleiding;

  • -

    kosten van uit- en inbedrijfstellen;

  • -

    kosten van uitvoering;

  • -

    kosten van materiaal.

4.2 Kosten van ontwerp en begeleiding

artikel 28

Onder kosten van ontwerp en begeleiding worden verstaan de kosten van werkzaamheden voorafgaand aan en tijdens de uitvoering. Het gaat om kosten van: - overleg en correspondentie;

  • -

    directievoering en toezicht houden;

  • -

    detailengineering en daaruit voortvloeiende uitvoerende werkzaamheden;

  • -

    verplichtingen vanuit wet- en regelgeving;

  • -

    juridisch vrij maken van tracé;

  • -

    kosten ten behoeve van aanbesteden werk

  • -

    kosten van benodigde vergunningen en leges.

4.3 Kosten van uit- en in bedrijfstellen

artikel 29

Onder de kosten van het uit- en inbedrijfstellen worden verstaan:

  • -

    kosten van het spanning- of product loos maken van de leiding alsmede de kosten van het weer in bedrijf stellen van de leiding;

  • -

    kosten samenhangend met tijdelijke voorzieningen van operationele aard.

4.4 Uitvoeringskosten

artikel 30

Onder uitvoeringskosten worden verstaan:

  • -

    kosten van civieltechnische, bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden;

  • -

    kosten samenhangend met het verwijderen van verlaten leidingen;

  • -

    kosten van constructieve en bijzondere voorzieningen;

  • -

    kosten van tijdelijke voorzieningen van fysieke aard;

  • -

    kosten verband houdend met tarieven uitvoering volgens de VNG richtlijn graaftarieven.

4.5 Materiaalkosten

artikel 31

Onder materiaalkosten worden verstaan de kosten van bedrijfseigen materialen die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de functie van de te verleggen leiding en daarvoor noodzakelijke beschermingsconstructies.

4.6 Bundeling werkzaamheden

artikel 32

Indien sprake is van het bundelen van werkzaamheden van verschillende belanghebbenden geeft de combicoördinator inzicht in de verdeling van de gezamenlijke kosten.

5 Overige en slotbepalingen

artikel 33

Deze regeling is van toepassing op werken waarover op het moment van in werking treden nog geen overeenkomsten zijn aangegaan tussen de gemeente en belanghebbende.

artikel 34

Deze regeling wordt aangehaald als: Beleidsregels Nadeelcompensatie bij verleggen van leidingen gemeente Molenwaard 2016

artikel 35

De regeling treedt in werking op de achtste dag na de dag van publicatie.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders op 8 november 2016

(conform collegebesluit 25 oktober 2016)

De secretaris, De burgemeester,

N. A. van Ameijde-Poortman D. R. van der Borg

Bijlage 1Kostenspecificatie

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2 Schadevergoedingsregime voor leidingen die liggen in openbare ruimte

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 3 Schaderegeling voor kabels of leidingen (natte infrastructuur) die liggen in openbaar gebied.

Het bedrag van de nadeelcompensatie is dan gelijk aan (een percentage van) de som van de kosten voor ontwerp en begeleiding, materiaalkosten, kosten voor het uit en in bedrijf stellen en de uitvoeringskosten. afbeelding binnen de regeling