Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR431221
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR431221/1
Regeling vervallen per 01-01-2018
Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2017 gemeente Molenwaard
Geldend van 28-12-2016 t/m 31-12-2017
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2017 gemeente MolenwaardDe raad van de gemeente Molenwaard;
gelezen het voorstel van burgemeesters en wethouders;
gelet op artikel 149 en 224 van de Gemeentewet;
besluit;
vast te stellen de : Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2017 gemeente Molenwaard
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
vakantieonderkomens: woningen en andere verblijven, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden,
- b.
mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, tourcaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn voor dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;
- c.
niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;
- d.
vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan.
Artikel 2 Belastbaar feit.
Ter zake van het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven, wordt onder de naam ‘toeristenbelasting’ een directe belasting geheven.
Artikel 3 Belastingplicht
- 1.
Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.
- 2.
De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.
- 3.
Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.
Artikel 4 Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:
- 1.
Van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;
- 2.
Van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2, van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar.
Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
Aantal (X) |
|||
1. |
Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot: |
||
a. |
vakantieonderkomens en niet-beroepsmatig verhuurde ruimten bepaald op |
2 |
|
b. |
(mobiele)kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen bepaald op: |
2 |
|
c. |
(mobiele)kampeeronderkomens op niet-vaste standplaatsen bepaald op de som van het aantal kampeeronderkomens, vermenigvuldigd met |
2 |
|
2. |
Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht wordt: |
||
a. |
ingeval verblijft wordt gehouden in vakantieonderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten dan wel op vaste standplaatsen, welke geschikt zijn voor gebruik of slechts gebruikt mogen worden gedurende een periode van: |
||
ten hoogste zes maanden bepaald op |
40 |
||
meer dan zes maanden doch ten hoogste negen maanden bepaald op |
50 |
||
meer dan negen maanden doch ten hoogste twaalf maanden bepaald op |
60 |
||
b. |
ingeval verblijf wordt gehouden in mobiele kampeeronderkomens op niet-vaste standplaatsen bepaald op |
365 |
|
3. |
Het aantal mobiele kampeeronderkomens als bedoeld in het eerste lid, letter c, wordt vastgesteld op het gemiddelde van een zestal tellingen gedurende het belastingjaar, waarbij iedere telling valt binnen een afzonderlijke periode van twee maanden. |
Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing
In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekende aantal.
Artikel 8 Belastingtarief
Het tarief bedraagt per overnachting € 2,00 met dien verstande dat per overnachting per ruimte in de zin van artikel 1, onder a, b en c, maximaal € 4,00 wordt geheven.
Artikel 9 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 10 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 11 Aanslaggrens
Geen belastingaanslag wordt opgelegd indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, gedurende het belastingjaar minder dan tien zal of heeft belopen.
Artikel 12 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
- 2.
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
- 3.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelastingen.
Artikel 14 Overgangsrecht
De Verordening toeristenbelasting 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 15 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.
Artikel 16 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening toeristenbelasting 2017 gemeente Molenwaard”.
Besloten in de openbare raadsvergadering van 13 december 2016.
De griffier, De voorzitter,
B.J. Nootenboom D.R. van der Borg
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl