Verordening cliëntenparticipatie Sociale Zekerheid

De raad van de gemeente Montferland,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

overwegende dat

• -

  de gemeente verantwoordelijk is voor de realisatie en vormgeving van cliëntenparticipatie in het kader van de Wet werk en bijstand (WWB) en de Wet investeren in jongeren (WIJ), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werknemers (Ioaw) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz).

• -

  een verordening die het vorenstaande regelt daarbij noodzakelijk is;

• -

  het voor de cliënten van de afdeling Sociale Zaken en hun vertegenwoordigers mogelijk moet zijn om invloed uit te oefenen op het lokale sociaal zekerheidsbeleid;

besluit vast te stellen de “Verordening cliëntenparticipatie Sociale Zekerheid”

Artikel 1.

De cliëntenraad wordt ingesteld gelet op artikel 47 van de WWB en artikel 12 lid 1 onderdeel d van de WIJ met inachtneming van de artikel 150 van de Gemeentewet;

Begrippen

Artikel 2.

In deze verordening wordt verstaan onder:

• a.

  cliëntenraad: de cliëntenraad Sociale Zekerheid van de afdeling Sociale Zaken;

• b.

  cliënt: een persoon die een uitkering (WWB, Ioaw, Ioaz) een werkleeraanbod en/of een inkomensvoorziening volgens de WIJ, een vergoeding wegens het minimabeleid of voor wie de gemeente verantwoordelijk is voor diens re-integratie in het arbeidsproces;

• c.

  afdeling: de afdeling Sociale Zaken;

Samenstelling

Artikel 3.

• 1.

  De cliëntenraad bestaat uit (naast de voorzitter) maximaal 15 personen onder wie vertegenwoordig(st)ers van ten hoogste 7 belangenorganisaties die zich (mede) begeven op de werkterreinen van de afdeling. Gedacht wordt hierbij aan de werknemersorganisaties, werkgeverorganisaties (re-integratie) en belangenorganisaties bijstandsgerechtigden.

• 2.

  Elke organisatie kan één vertegenwoordig(st)er en één plaatsvervang(st)er ter benoeming voordragen. Daarnaast zijn er 7 leden (cliënten) op persoonlijke titel afgevaardigd. De belangenorganisaties, als bedoeld in het eerste lid, moeten aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • a.

    zij begeven zich op de beleidsterreinen van de afdeling;

  • b.

    er dient sprake te zijn van de mogelijkheid van terugkoppeling door de vertegenwoordiger naar de leden van de desbetreffende organisatie;

  • c.

    de vertegenwoordiger moet door het bestuur en de leden van de vertegenwoordigde organisatie kunnen worden aangesproken en teruggeroepen.

• 3.

  De leden dienen:

  • -

    in de gemeente Montferland woonachtig te zijn;

  • -

    een direct belang te hebben bij het beleid van de gemeente Montferland op het gebied van uitkeringen (WWB, Ioaw, Ioaz) of voorziening krachtens de WIJ, vergoedingen wegens het minimabeleid of re-integratie of een vertegenwoordiger te zijn van een onder lid 1 genoemde belangenorganisatie .Het streven is de cliëntenraad een afspiegeling te laten zijn van de samenleving van de gemeente Montferland.

• 4.

  De leden van de cliëntenraad worden op persoonlijke titel benoemd door het college van burgemeester en wethouders.

• 5.

  De cliëntenraad kiest in principe uit haar leden een voorzitter. Indien de cliëntenraad dit wenst, benoemt het college een onafhankelijk voorzitter.

• 6.

  Het lidmaatschap van de cliëntenraad is niet verenigbaar met:

  - het lidmaatschap van de gemeenteraad;

  - het lidmaatschap van een andere door het gemeentebestuur van Montferland ingestelde advies- en/of bestuurscommissie, met uitzondering van het lid uit de cliëntenraad die deze raad vertegenwoordigd in de WMO raad;

  - het beroepsmatig werkzaam zijn bij de afdeling Sociale Zaken.

Benoeming en zittingsduur

Artikel 4

De benoeming van de leden geschiedt binnen acht weken, nadat de benoeming van de leden van de gemeenteraad heeft plaatsgevonden. De benoeming van de leden ter voorziening in tussentijds open gevallen plaatsen geschiedt binnen acht weken na het ontstaan van de vacature.

• 1

  De zittingsduur van de leden is, behoudens tussentijds aftreden, gelijk aan die van de leden van de gemeenteraad. Voorzitter en leden kunnen afzonderlijk tussentijds aftreden.

• 2

  De leden treden bij afloop van de zittingsperiode van de gemeenteraad gelijktijdig af, en de helft van de leden zijn terstond herkiesbaar. Zij blijven hun functie waarnemen, totdat een nieuwe benoeming heeft plaatsgevonden. Er kan slechts éénmaal een herbenoeming plaatsvinden. De maximale zittingsduur is derhalve 2 perioden.

• 3

  Indien er sprake is van beëindiging van de hoedanigheid waaraan een lid, afkomstig uit een belangenorganisatie, zijn lidmaatschap van de cliëntenraad ontleent, dan houdt het lidmaatschap terstond op.

• 4

  Voor leden (cliënten) op persoonlijke titel houdt het lidmaatschap op als blijkt dat zij geen cliënt meer zijn (zie artikel 2b)

Secretaris

Artikel 5.

De cliëntenraad wordt bijgestaan door een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtelijk secretaris. De ambtelijk secretaris is in het algemeen belast met werkzaamheden ten behoeve van de cliëntenraad die zijn gericht op:

• a.

  secretariaat: het in overleg met de voorzitter opstellen van agenda’s en verzorgen van de uitnodigingen, samenstellen van besluitenlijsten c.q. verslagen, onderhouden van contacten met de voorzitter en de leden van de cliëntenraad.

• b.

  organisatie: zorgdragen voor de organisatie van activiteiten van de cliëntenraad. Naast de reguliere vergaderingen, zorgdragen voor betrokkenheid van de sectoren van de gemeentelijke organisatie bij de werkzaamheden van de cliëntenraad.

• c.

  informatie: verschaffen van informatie over werkzaamheden van de cliëntenraad zowel in- als extern, het doen archiveren van alle zaken betreffende de cliëntenraad.

• d.

  brieven van de cliëntenraad gericht aan het college De ambtelijk secretaris coördineert de beantwoording van brieven van de cliëntenraad

Taak en bevoegdheden

Artikel 6.

• 1.

  De cliëntenraad heeft tot taak het college van burgemeester en wethouders gevraagd of ongevraagd van advies te dienen over zaken die betrekking hebben op gemeentelijk beleid op het gebied van uitkeringen/voorziening, vergoedingen wegens het minimabeleid of re-integratie.

• 2.

  Tot de in het vorige lid bedoelde aangelegenheden behoren niet:

• -

  klachten en bezwaarschriften die op individuele cliënten betrekking hebben;

• -

  de verplichte uitvoering van wettelijke voorschriften door gemeentelijke organen, indien daarbij geen ruimte is gelaten voor het ontwikkelen van gemeentelijk beleid.

• 3.

  Daartoe brengt de cliëntenraad desgevraagd of uit eigen beweging schriftelijk advies uit aan het college van burgemeester en wethouders en/of de gemeenteraad. De cliëntenraad adviseert schriftelijk, zo mogelijk binnen vier weken nadat daarom is gevraagd.

• 4.

  In het geval dat burgemeester en wethouders in een voorstel aan de gemeenteraad afwijken van het advies van de cliëntenraad wordt dit in het voorstel vermeld waarbij tevens wordt aangegeven op welke gronden van dit advies is afgeweken.

• 5.

  Indien het college van burgemeester en wethouders, dan wel de gemeenteraad, beslissen in afwijking van het advies van de cliëntenraad worden de redenen daarvan schriftelijk binnen 30 dagen aan de cliëntenraad medegedeeld.

• 6.

  Het college van burgemeester en wethouders vraagt, behoudens in spoedeisende gevallen, vooraf de cliëntenraad advies over alle voorstellen aan de gemeenteraad dan wel door het college te nemen besluiten die specifiek betrekking hebben op gemeentelijk beleid op het gebied van uitkeringen/voorziening, vergoedingen wegens het minimabeleid of re-integratie.

• 7.

  Het college van burgemeester en wethouders zal steeds wanneer er sprake is van een spoedeisend geval dit schriftelijk inhoudelijk toelichten.

• 8.

  De cliëntenraad is bevoegd, voor zover dit voor een uit te brengen advies nodig is, inlichtingen in te winnen bij en zich bij te laten staan door derden of daartoe, afhankelijk van het te behandelen onderwerp, door of namens burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaren.

Werkwijze

Artikel 7.

• 1

  Ieder lid heeft het recht zowel mondeling als schriftelijk bij de voorzitter van de cliëntenraad voorstellen in te dienen.

• 2

  De cliëntenraad vergadert minimaal 4 maal per jaar.

• 3

  Indien de cliëntenraad het nodig acht kunnen er informele vergaderingen worden belegd. Ten aanzien van die vergaderingen zijn de bepalingen van de verordening niet van toepassing.

• 4

  De vergaderingen van de cliëntenraad worden in het openbaar gehouden. Indien echter over personen wordt beraadslaagd dan wel over zaken waaromtrent een meerderheid van de aanwezige leden van de cliëntenraad dat wenst, wordt een besloten vergadering gehouden. In dat geval zijn de geheimhoudingsregels volgens de Gemeentewet van toepassing. Besluiten worden te allen tijde in het openbaar genomen.

• 5

  De voorzitter draagt er, in samenwerking met de ambtelijk secretaris, zorg voor dat de oproepingen, spoedeisende gevallen uitgezonderd, tenminste 10 dagen voor de te houden vergaderingen worden verzonden. Indien er sprake is van een spoedeisend geval zal de voorzitter de leden inhoudelijk de argumenten betreffende het spoedeisende karakter mededelen.

• 6

  De oproeping vermeldt plaats, datum en uur van de vergadering alsmede de agenda.

• 7

  De vergadering wordt niet gehouden als daarvoor niet tenminste de helft van het aantal zitting hebbende leden is opgekomen.

• 8

  Indien een vergadering krachtens het bepaalde in het vorige lid geen doorgang kan vinden wordt binnen zeven dagen een nieuwe vergadering belegd. Tijdens deze vergadering kunnen besluiten worden genomen ongeacht het aantal dan aanwezige leden maar alleen over de in de niet doorgegane vergadering geagendeerde onderwerpen.

• 9

  Op verzoek van de voorzitter dan wel tenminste 1/3 deel van de leden kunnen leden van het college van burgemeester en wethouders, de gemeenteraad, functionarissen in dienst van de gemeente en/of andere deskundigen worden uitgenodigd voor het bijwonen van een vergadering of delen daarvan, hetzij bij de behandeling van bepaalde onderwerpen.

• 10

  Toehoorders hebben vóór de vergadering van de cliëntenraad spreekrecht in de vorm van een beknopte uiteenzetting, van maximaal 5 minuten per persoon of organisatie, aan de cliëntenraad met betrekking tot de geagendeerde onderwerpen. Er is geen spreekrecht als over een bepaald onderwerp een aparte hoorzitting heeft plaatsgevonden of nog plaats zal vinden.

• 11

  Adviezen van de cliëntenraad over zaken die door het college van burgemeester en wethouders aan de gemeenteraad worden voorgelegd worden bij de betreffende raadsvoorstellen gevoegd.

• 12

  De cliëntenraad brengt over de werkzaamheden jaarlijks een verslag uit binnen 4 maanden na einde van het kalenderjaar waar het verslag betrekking op heeft. Dit verslag wordt ter kennis gebracht aan het college van burgemeester en wethouders, de gemeenteraad en de raadscommissies.

• 13

  De notulen van de vergadering worden tijdens de eerstvolgende vergadering ter vaststelling aangeboden.

Besluitvorming

Artikel 8.

• 1

  Besluiten van de cliëntenraad worden genomen bij volstrekte meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen.

• 2

  Indien bij het nemen van een besluit door geen der aanwezige leden stemming wordt gevraagd wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.

• 3

  Bij het staken van de stemmen wordt de besluitvorming over het onderwerp uitgesteld tot de eerstvolgende vergadering waarbij tenminste de helft van de leden aanwezig is. Staken de stemmen ook in die vergadering dan wordt geen advies uitgebracht.

• 4

  Over personen wordt altijd schriftelijk gestemd. Bij het staken van de stemmen over personen heeft een herstemming plaats. Indien ook dan de stemmen staken, beslist het lot.

• 5

  Een minderheidsstandpunt bij een besluit wordt in het verslag, c.q. besluitenlijst, van de vergadering en het eventueel uit te brengen advies vermeld.

Faciliteiten

Artikel 9.

• 1

  De leden van de cliëntenraad ontvangen een presentiegeld overeenkomstig het bepaalde in het “Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden”.

• 2

  Burgemeester en wethouders dragen zorg voor het van gemeentewege en voor rekening van de gemeente aan de cliëntenraad ter beschikking stellen van vergaderruimte, apparatuur en andere gemeentelijke faciliteiten (kosten cursussen, drukwerk, porti e.d.) welke in het belang zijn van een behoorlijk functioneren van de cliëntenraad.

Slotbepalingen

Artikel 10.

• 1

  In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders.

• 2

  Aan het beschikken over gegevens kunnen voorwaarden worden verbonden, waaronder de verplichting tot geheimhouding.

• 3

  Elk (plaatsvervangend) lid van de cliëntenraad is verplicht te zwijgen over hetgeen hem onder de voorwaarde van geheimhouding ter kennis komt.

• 4

  Met ingang van 1 juli 2010 vervalt de Verordening cliëntenparticipatie 2007 gemeente Montferland.

• 5

  Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2010, nadat zij op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt

• 6

  Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening cliëntenparticipatie Sociale Zekerheid.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering op 24 juni 2010.

De griffier, D.Berends

De voorzitter, C.C. Leppink-Schuitema