Regeling vervallen per 01-01-2014

Legesverordening 2013

Geldend van 12-12-2012 t/m 31-12-2013

Intitulé

Legesverordening 2013

RAADSBESLUIT

Onderwerp: Legesverordening 2013

De raad van de gemeente Montferland;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouder 9 oktober 2012;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de gemeentewet en artikel 1 van de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (Stb. 2011,440);

BESLUIT:

Vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2013

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a.

"dag": De periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

b.

"week": een aaneengesloten periode van zeven dagen;

c.

"maand": het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

d.

"jaar": het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

e.

"kalenderjaar": de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "leges" worden rechten geheven:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet;

een en ander genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

a.

Het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen over inkomen en vermogen;

b.

Het in behandeling nemen van een aanvraag voor een collectevergunning of een vergunning tot het houden van een loterij.

c.

Het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in titel 2, hoofdstuk 3, artikel 2.3.4.2 en titel 3, hoofdstuk 2, artikel 3.2.1, 3.2.2 en 3.2.2.2 en hoofdstuk 4, artikel 4.4 en 4.4.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag een vergunning betreft voor een Montferlandse non-profitinstelling die zich volgens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard en waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers.

d.

Diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald.

e.

Het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit die niet vergunningplichtig blijkt.

f.

Het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets).

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

1.

De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2.

Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke

kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere

schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de

schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

1.

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald, ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving

2.

De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Voor de invordering van leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Teruggaaf

1.

Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

2.

Voor de toepassing van artikel 28, vierde en vijfde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

a. van zuiver redactionele aard zijn;

b. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel

betreft:

1. onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand);

2. hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

3. hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

4. onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens);

5. onderdeel 1.8 1 (verklaring omtrent het gedrag);

6. hoofdstuk 11 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

De “Legesverordening 2012” , laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 28 juni 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

1.

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

2.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: "Legesverordening 2013".

’s-Heerenberg, 29 november 2012.

De raad van de gemeente Montferland,

De griffier, D.Berends

De voorzitter, C.C. Leppink-Schuitema

Tarieventabel 2013

Tarieventabel, behorende bij artikel 5 van de Legesverordening 2013.

Indeling tarieventabel

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister, is vervallen

Hoofdstuk 6 Bestuursstukken, is vervallen

Hoofdstuk 7 Vastgoedinformatie, is vervallen

Hoofdstuk 8 Overige publiekszaken

Hoofdstuk 9 Gemeentearchief

Hoofdstuk 10 Winkeltijdenwet

Hoofdstuk 11 Kansspelen

Hoofdstuk 12 Kabels en leidingen

Hoofdstuk 13 Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 14 Leegstandwet

Hoofdstuk 15 Diversen

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/schetsplan/beoordeling conceptaanvraag

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 4 Vermindering

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

Hoofdstuk 6 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Hoofdstuk 7 planologische maatregelen zonder activiteiten

Hoofdstuk 8 Sloopmelding, is vervallen

Hoofdstuk 9 Projectenuitvoeringsbesluit

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

Hoofdstuk 4 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

1.1.1.1

a.maandag t/m vrijdag van 09.00 tot 17.00 uur

b.maandag- en dinsdagochtend om 09.30 uur onder de voorwaarden

zoals omschreven in het besluit van het college van B&W met

bijlagen van 24 juli 2007, nr. 11 en 28 augustus 2007, nr. 2

c.maandag- en dinsdagochtend om 09.00 uur kosteloos eveneens

onder de voorwaarden zoals aangegeven in het besluit van het

college van B&W met bijlagen van 24 juli 2007, nr. 11 en 28

augustus 2007, nr. 2

€ 395,00

€ 112,00

1.1.1.2

Buiten de uren als bedoeld in onderdeel 1.1.1.1 evenals op zaterdag, zondag, Algemene termijnwet gelijkgestelde dagen

€ 814,00

1.1.1.3

Indien de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap op locatie, zoals omschreven in het besluit “Trouwlocaties van de gemeente Montferland” van 3 januari 2005 van de gemeenteraad van Montferland, geschiedt worden de tarieven onder 1.1. en 1.1.2. verhoogd met

€ 230,00

1.1.2

Het tarief ter zake van het omzetten van een geregistreerd partner- schap in een huwelijk indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op zijn de tarieven 1.1.1.1 en 1.1.1.2 van toepassing.

1.1.3

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

€ 230,00

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

€ 230,00

1.1.5

Het tarief ter zake van het beëindigen van een geregistreerd partnerschap

€ 62,00

1.1.6

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

1.1.6.1

van een trouwboekje of partnerschapsboekje

a.met omslag

b.met luxe omslag

€ 25,00

€ 33,00

1.1.7

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 17,50

1.1.8

Het tarief bedraagt voor het ter beschikking stellen van gemeentewege van maximaal 2 getuigen ten dienste van een huwelijksvoltrekking of partnerschapsregistratie per getuige

€ 35,60

1.1.9

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

1.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.2.1.1

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 50,35

1.2.1.2

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.2.1.1 (zakenpaspoort)

€ 50,35

1.2.1.3

tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort)

€ 50,35

1.2.1.4

voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van veertien jaar nog niet heeft bereikt

€ 41,90

€ 31,85

1.2.3

tot het verstrekken van een nationaal paspoort aan niet-ingezetenen

€ 84,80

1.2.4

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort bedoeld in 1.2.3 (zakenpaspoort) aan niet-ingezetenen bedraagt

€ 84,80

1.2.5

voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart aan niet-ingezetenen als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet

voor een niet-ingezetenen persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van veertien jaar nog niet heeft bereikt

€ 79,35

€ 69,30

1.2.6

De tarieven genoemd in de onderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.4 evenals in 1.2.3 tot en met 1.2.6 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van

€ 46,60

1.2.7

Ingeval aan de aanvrager van een reisdocument al eerder een

reisdocument werd verstrekt, welk document bij de aanvraag niet compleet kan worden overgelegd, worden de ter zake verschuldigde leges verhoogd met

€ 28,00

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 42,20

1.3.2.

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 34,10

1.3.3

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen

€ 5,50

1.3.4

Ingeval aan de aanvrager van een rijbewijs al eerder een rijbewijs werd verstrekt, welk document bij de aanvraag niet compleet kan worden overgelegd, worden de ter zake verschuldigde leges verhoogd met

€ 28,00

1.3.5

Voor het afgeven van een zogenaamde “eigen verklaring” (geneeskundige verklaring)

€ 25,50

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd.

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 11,00

1.4.2.2

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

€ 170,00

1.4.2.3.

tot het verstrekken van statische gegevens per pagina

€ 5,50

1.4.5

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

€ 2,27

1.4.6

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 17,50

1.4.6

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor het beschikbaar stellen van een volledig overzicht van de persoonslijst van de aanvrager, behoudens voor de eerste vrije verstrekking conform het bepaalde in de wet GBA,

€ 13,50

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister, is vervallen

Hoofdstuk 6 Bestuursstukken, is vervallen

Hoofdstuk 7 Vastgoedinformatie,is vervallen

Hoofdstuk 8 Overige publiekszaken

1.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.8.1

tot het verkrijgen van een verklaring over het gedrag

€ 30,05

1.8.2

tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn

€ 11,00

1.8.3

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 11,00

Hoofdstuk 9 Gemeentearchief

1.9.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 9,80

1.9.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

1.9.2.1

een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina van A4-format

€ 0,35

1.9.2.2

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.9.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk

op A4-formaat

op A3-formaat

op A2-formaat

op A1-formaat

op A0-formaat

op een ander formaat per 500 cm2 of gedeelte daarvan

€ 2,50

€ 3,25

€ 5,15

€ 8,40

€ 14,00

€ 0,45

1.9.2.3.

een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk

€ 4,25

1.9.2.2

een afdruk van een in het gemeentearchief berustend stuk met behulp van een microfiche, per pagina

€ 0,70

Hoofdstuk 10 Winkeltijdenwet

1.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.10.1

voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

€ 51,70

1.10.2

tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.10.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

€ 14,65

1.10.3

tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.10.1 bedoelde ontheffing

€ 14,65

Hoofdstuk 11 Kansspelen

1.11.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

1.11.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspeelautomaat

€ 56,50

1.11.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee kansspeelautomaten

€ 90,50

1.11.1.3

voor één kansspeelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van maximaal vier jaar

€ 226,50

1.11.1.4

voor twee speelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van maximaal vier jaar

€ 317,00

Hoofdstuk 12 Kabels en leidingen

1.12.1

Het tarief bedraagt voor het verlenen voor het leggen, in stand houden en het opruimen van kabels en leidingen binnen het grondgebied van de Gemeente Montferland

€ 301,00

1.12.1.1

indien het betreft werkzaamheden in bestratingen als mede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd conform de vigerende VNG-regeling

Hoofdstuk 13 Verkeer en vervoer

1.13

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.13.1

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 29,30

1.13.2

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 29,30

1.13.3

Tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5 van de Wet personenvervoer

€ 30,00

1.13.4

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen betreffende het wegverkeer (BABW)

€ 89,50

1.13.5

Tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerplaats als bedoeld in de beleidsregel ‘Gehandicapten parkeerkaart en Gehandicapten parkeerplaats’ van de gemeente Montferland

€ 218,00

Hoofdstuk 14 Leegstandwet

1.14

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.14.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 150,00

1.14.2

tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandwet

€ 75,00

Hoofdstuk 15 Diversen

1.15.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.15.1.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 5,00

1.15.2.

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.15.2.1

per pagina op papier van A4-formaat, voor de eerste tien pagina’s

daarboven per pagina

gratis

€ 0,35

1.15.2.2

In formaat A3, per bladzijde

€ 0,40

1.15.3

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.14.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk

op A4-formaat

op A3-formaat

op A2-formaat

op A1-formaat

op A0-formaat

op een ander formaat per 500 cm2 of gedeelte daarvan

€ 2,50

€ 3,25

€ 5,15

€ 8,40

€ 14,00

€ 0,45

1.15.4

Het tarief bedraagt voor het afgeven van een verklaring van geen bezwaar op basis van artikel 10, lid 2, Besluit inrichting niet aangewezen Luchtvaartterrein

€ 25,00

1.15.5

In aanvulling op het bepaald in deze verordening wordt wanneer naar aanleiding van een aanvraag voor een vergunning een advies aan het bureau BIBOB wordt gevraagd, het tarief verhoogd met een bedrag van

€ 500,00

1.15.6

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 14,65

1.15.7

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 5,00

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.2

bouwkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Heeft een aanvraag betrekking op een gebouw dan wordt hierbij de inhoud en/of oppervlakte bepaald conform de richtlijnen van het normblad NEN 2580 ‘oppervlakte en inhouden van gebouwen. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

Als minimale ondergrens voor de bouwkosten wordt gehanteerd de door het Nederlands Bouwkosten Instituut (NBI) bepaalde basisbedragen per gebouwsoort voor de provincie Gelderland voor 2009, zoals benoemd in het Onderzoeksrapport Basisbedragen Gebouwen 2009, of zoals dit onderzoeksrapport laatstelijk is vervangen of gewijzigd.

2.1.1.3

sloopkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting,, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/schetsplan/ beoordeling conceptaanvraag alleen voor bouwactiviteiten ten aanzien van welstand

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot:

2.2.1

beoordeling van een vooroverleg/ schetsplan/ conceptaanvraag om een omgevingsvergunning in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project ten aanzien van het welstandsoordeel haalbaar is

€ 150,-

2.2.1.1

2.2.1.2

het onder 2.2.1 genoemd bedrag wordt bij het eerste welstandsoordeel vermeerderd met

van de bouwkosten. Voor elk vervolg welstandsoordeel worden de onder artikel 2.2.1.1 genoemde leges niet in rekening gebracht,

indien een aanvraag om een omgevingsvergunning afwijkt van een positieve welstandsoordeel worden de te heffen leges vermeerderd met

0,25 %

€ 150,-

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1

Bouwactiviteiten

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.1.1.1

indien de bouwkosten € 1,- tot € 500.000 bedragen:

3,25%

van de bouwkosten

met een minimum van

€ 300,-

2.3.1.1.2

bij bouwkosten € 500.000,- tot € 1.500.000,- bedragen:

€ 16.250,-

vermeerderd met

2,95%

van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 500.000,- te boven gaan

2.3.1.1.3

bij bouwkosten € 1.500.000,- tot € 5.000.000,- bedragen:

€ 45.750,-

vermeerderd met:

2,65%

van de bouwkosten waarmee de bouwkosten € 1.500.000,- te boven gaan

2.3.1.1.4

bij bouwkosten € 5.000.000,- of meer

€ 138.500,-

vermeerderd met:

2,00%

van de bouwkosten waarmee die bouwkosten te boven gaan

2.3.1.1.5

in afwijking van het bepaalde in 2.3.1.1 t/m 2.3.1.1.4 bedraagt het tarief voor een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor een civieltechnisch activiteit, zoals een brug, tunnel, viaduct, sluis en dergelijke..

van de bouwkosten met een minimum van

1,2%

€ 300,-

2.3.1.1.6

In afwijking van het bepaalde in 2.3.1.1 t/m 2.3.1.1.4 bedraagt het tarief voor een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het plaatsen van zonnecollectoren, zonnepanelen, windmolen in het kader van duurzame energie.

Van de bouwkosten met een minimum van

1,2%

€ 300,-

Extra welstandstoets

2.3.1.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien een aanvraag om een omgevingsvergunning afwijkt van een positieve welstandsoordeel worden de te heffen leges vermeerderd met

€ 150,-

Verplicht advies agrarische commissie

2.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:

€ 565,70

Bouwveiligheidsplan

2.3.1.4

Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een bouwveiligheidsplan als bedoeld in hoofdstuk 2 van de Ministeriele Regeling omgevingsrecht en hoofdstuk 4 van het Besluit omgevingsrecht (BORingediend moet worden, wordt het berekend bedrag verhoogd met

€ 214,70

Achteraf ingediende aanvraag

2.3.1.5

Indien de aanvraag als genoemd in onderdeel 2.3.1.1 betrekking heeft op een bouwactiviteit die voor de indieningsdatum van de aanvraag is gestart of gereedgekomen, wordt het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag verhoogd met 

€ 311,35

2.3.2

Aanlegactiviteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 332,70

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

wordt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 verhoogd met

€ 228,90

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

wordt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 verhoogd met

€ 228,90

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (afwijkingmogelijkheid):

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

wordt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 verhoogd met

€ 4.233,80

2.3.3.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

wordt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 verhoogd met

€ 906,50

2.3.3.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

€ 431,40

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 646,00

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

2.3.3.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

€ 646,00

2.3.3.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag.

€ 322,50

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 228,90

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 228,90

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (afwijkingsmogelijkheid):

€ 4.233,80

2.3.4.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

€ 906,50

2.3.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 431,40

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 646,00

2.3.4.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 646,00

2.3.4.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 322,00

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 275,70

2.3.5.1

Het bedrag wordt verhoogd met een opslag per brutovloeroppervlak zoals hieronder vermeld:

2.3.5.1.1

bij een brutovloeroppervlakte van 1 t/m 100m2

€ 115,90

2.3.5.1.2

bij een brutovloeroppervlakte 101 t/m 500m2

€ 435,50

2.3.5.1.3

bij een brutovloeroppervlakte 501 t/m 1000m2

€ 696,90

2.3.5.1.4

bij een brutovloeroppervlakte 1001 t/m 2000m2

€ 1.043,95

2.3.5.1.5

bij een brutovloeroppervlakte vanaf 2001m2

€ 1.374,60

2.3.5.1.6

voor elke 500m2 of een gedeelte daarvan boven de 2000 m2 wordt

vermeerderd met een bedrag van

€ 125,-

2.3.6

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 165,80

2.3.6.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk en er een sloopveiligheidsplan nodig is, wordt het in 2.3.6.1 tarief verhoogd met

€ 220,80

2.3.7

Uitweg/inrit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen of wijzigen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

om een vergunning voor het aanlegen of wijzigen van één inrit

€ 72,20

2.3.8

Kappen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

Indien de aanvraag meer dan 6 bomen betreft, wordt voor elke boom het legesbedrag vermeerderd met

€ 74,10

€ 19,00

2.3.9

Opslag van roerende zaken

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

€ 77,30

2.3.9.1

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:

€ 77,30

2.3.9.2

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:

€ 77,30

2.3.10

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

2.3.10.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:

€ 105,80

2.3.10.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998

€ 105,80

2.3.11

Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief

€ 105,80

2.3.12

Andere activiteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

2.3.12.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 592,10

2.3.12.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 592,10

2.3.12.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:

€ 592,10

2.3.12.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.13

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.13.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.3.13.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

2.3.14

Beoordeling bodem- en archeologierapport

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

2.3.14.1

voor de beoordeling van een aanvraag tot het beoordelen van de resultaten van een onderzoeksrapport betreffende de gesteldheid van de bodem, als bedoeld in artikel 2.1.5 van de Bouwverordening, met een perceelsoppervlakte van

a.1 t/m 1000 m²

b.vermeerderd met voor elke 1000 m² of een gedeelte daarvan,

boven 1000 m²

€ 164,80

€ 66,10

2.3.14.2

indien de aanvraag een nader onderzoek als bedoeld in de Wet bodembescherming betreft

€ 265,50

2.3.14.3

indien de aanvraag een plan van aanpak als bedoeld in de Wet bodembescherming betreft

€ 265,50

2.3.14.4

indien de aanvraag een evaluatierapport bodemsanering betreft als bedoeld in de Wet bodembescherming betreft

€ 397,80

2.3.14.5

de beoordeling van een programma’s van Eisen betreffende archeologisch (voor) onderzoek, overeenkomstig het Protocol opstellen Programma van Eisen, Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie

€ 503,60

2.3.14.6

de beoordeling van een Plan van Aanpak betreffende archeologisch (voor) onderzoek

€ 166,80

de beoordeling van een offerte tot het doen van archeologisch (voor) onderzoek

€ 166,80

de beoordeling van rapportages die voortvloeien uit archeologisch (voor) onderzoek ex artikelen 39 lid 2, 40 lid 1 en 41 lid 1 Monumentenwet

€ 335,70

2.3.15

Advies

2.3.15.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning:

€ 592,10

2.3.16

Verklaring van geen bedenkingen

2.3.16.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

2.3.16.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 431,40

2.3.16.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 592,10

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

indien een aanvraag om een omgevingsvergunning in behandeling wordt genomen op basis van een uitgewerkt vooroverleg/ schetsplan/ conceptaanvraag om omgevingsvergunning, worden de onder artikel 2.2.1.1 geheven leges eenmalig verrekend mits deze aanvraag wordt ingediend binnen 12 maanden nadat het resultaat van het welstandsoordeel aan de verzoeker schriftelijke is medegedeeld.

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouwactiviteit en in gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit een activiteit, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 en 2.3.5, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

2.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 5 weken na het in behandeling nemen ervan

50 %

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

Wanneer binnen zes maanden na de datum van intrekking van deze aanvraag:

-een nieuwe aanvraag wordt ingediend;

-welke, naar de omstandigheden beoordeeld, een geringe wijziging van de ingetrokken aanvraag inhoudt,

-en daarop een omgevingsvergunning wordt verleend/geweigerd

worden de reeds betaalde leges voor de ingetrokken aanvraag verrekend met de leges welke worden geheven voor deze aanvraag.

2.5.1.2

Indien op een later tijdstip dan in 2.5.1.1 bedoeld na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning doch voor het nemen van de beschikking op de aanvraag, deze aanvraag wordt ingetrokken, wordt

teruggaaf van die onderdelen voor de betreffende activiteit geheven leges verleend.

Wanneer binnen zes maanden na de datum van intrekking van deze aanvraag:

-een nieuwe aanvraag wordt ingediend;

-welke, naar de omstandigheden beoordeeld, een geringe wijziging van de ingetrokken aanvraag inhoudt,

-en daarop een omgevingsvergunning wordt verleend/geweigerd,

worden de reeds betaalde leges voor de ingetrokken aanvraag verrekend met de leges welke worden geheven voor deze aanvraag.

40 %

Hoofdstuk 6 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.6.

Wijzigen omgevingsvergunning in relatie tot brandveiligheid en bouwactiviteiten

2.6.1

Voor het in behandeling nemen tot het wijzigen van een aanvraag omgevingsvergunning m.b.t. activiteiten als bedoeld in artikel 2.1 1e lid, onder d, van de Wabo bedraagt het tarief

€ 128,20

2.6.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag omgevingsvergunning m.b.t. een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, 1e lid, onder a van de Wabo als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het plan waarvoor al een omgevingsvergunning m.b.t. een bouwactiviteit is verleend

a.0,1% van de (nieuwe) bouwkosten, met een minimum van € 300,-

Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is dat naar de omstandigheden beoordeeld van een nieuw bouwplan sprake is. Er vindt geen restitutie plaats van de oorspronkelijke geheven leges.

Hoofdstuk 7 Planologische maatregelen zonder activiteiten

2.7.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 8.633,40

2.7.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening, waarbij de aanvraag kan worden gehonoreerd als onderdeel van een al lopende planherzieningsprocedure conform artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening

€ 4.233,80

2.7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 4.233,80

2.7.5

Externe advieskosten

2.7.5.1

Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.7.1.1 tot en met 2.7.4 wordt het bedrag verhoogd met het bedrag van de, voorafgaande aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde, externe advieskosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege de heffingsambtenaar is opgesteld.

2.7.5.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.7.5.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.7.5.3

Indien de werkelijke advieskosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting als bedoeld in 2.7.5.1 geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.

2.7.6

Wet geluidhinder

2.7.6.1

Indien de aanvraag als bedoeld in 2.7.1.1 tot en met 2.7.4 kan worden gehonoreerd met toepassing van een behandeling van een aanvraag om een hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder, wordt het van toepassing zijnde bedrag verhoogd met

€ 998,10

2.7.7

Bodemgesteldheid

Indien de aanvraag als bedoeld in 2.7.1.1 tot en met 2.7.4 kan worden gehonoreerd met toepassing van een behandeling van een aanvraag voor:

2.7.7.1

de beoordeling van de resultaten van een onderzoeksrapport betreffende de gesteldheid van de bodem, als bedoeld in artikel 2.1.5 van de bouwverordening, met een perceelsoppervlakte van

a.1 t/m 1000 m², bedraagt het tarief

b.vermeerderd met voor elke 1000 m² of een gedeelte daarvan, boven 1000 m², bedraagt het tarief

€ 164,80

€ 66,10

2.7.7.2

indien de aanvraag als bedoeld in 2.7.7 een nader onderzoek als bedoeld in de Wet bodembescherming betreft, bedraagt het tarief

€ 265,50

2.7.7.3

indien de aanvraag als bedoeld in 2.7.7 een plan van aanpak als bedoeld in de Wet bodembescherming betreft, bedraagt het tarief

€ 265,50

2.7.7.4

indien de aanvraag als bedoeld in 2.7.7 een evaluatierapport bodemsanering betreft als bedoeld in de Wet bodembescherming, bedraagt het tarief

€ 397,80

2.7.7.5

indien de aanvraag als bedoeld in 2.7.7 een beoordeling betreft van een Programma van Eisen betreffende archeologisch (voor) onderzoek, overeenkomstig het Protocol opstellen Programma van Eisen, Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, bedraagt het tarief

€ 503,60

2.7.7.6

indien de aanvraag als bedoeld in 2.7.7 een beoordeling betreft van een Plan van Aanpak betreffende archeologisch (voor-)onderzoek, bedraagt het tarief

€ 166,80

2.7.7.7

indien de aanvraag als bedoeld in 2.7.7 een beoordeling betreft van een offerte tot het doen van archeologisch (voor-)onderzoek, bedraagt het tarief

€ 166,80

2.7.7.8

indien de aanvraag als bedoeld in 2.7.7 een beoordeling betreft van rapportages die voortvloeien uit archeologisch (voor) onderzoek ex artikelen 39 lid 2, 40 lid 1 en 41 lid 1 Monumentenwet, bedraagt het tarief

€ 335,70

Hoofdstuk 8 Sloopmelding, is vervallen

Hoofdstuk 9 Projectuitvoeringsbesluit

2.9

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze tarieventabel verschuldigd zouden zijn, voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 76,30

2.10.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een schriftelijke verklaring omtrent bestemming, gebruik, aanschrijving, e.d. per adres.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een schriftelijke verklaring betreffende een verwachting van de bodemkwaliteit op basis van de aangegeven huidig bekende gegevens per adres:

€ 22,10

€ 44,60

2.10.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de overdracht van de tenaamstelling van een omgevingsvergunning

€ 75,00.

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 en 4 van de Drank- en Horecawet

€ 226,90

3.1.1

Indien de aanvraag enkel betrekking heeft op een wijziging van ondernemer(s) of ondernemersvorm

€ 119,00

3.1.2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van het verzoek tot toevoegen van extra leidinggevenden op de vergunning

€ 51,60

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

€ 51,60

3.1.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 51,60

3.1.5

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing tot het na het algemeen sluitingsuur geopend hebben van horecabedrijven indien die ontheffing strekt tot het geopend houden voor eenmaal

€ 51,60

3.1.6

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor het deelnemen aan het horecaconvenant, inclusief de aanvraag voor ontheffing van de sluitingstijden welke verbonden is aan het horecaconvenant

€ 102,70

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning)

Categorie I (0-499 personen)

Categorie II (500 - 999 personen)

Categorie III (1000 - 4.999 personen)

Categorie IV (> 5.000 personen)

€ 51,60

€ 102,70

€ 154,90

€ 206,70

3.2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening

€ 154,60

3.2.2.1

Indien bij het verkrijgen van een vergunning o.g.v. de Algemene plaatselijk verordening van de gemeente een coördineerde en/of ondersteunende rol wordt gevraagd

€ 113,40

3.2.2.2

Het tarief bedraagt voor het verkrijgen van een ontheffing tot het maken van muziek en/of reclame via een geluidsversterkende installatie, geldig voor een dag

€ 51,60

3.2.3

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling van een aanvraag als bedoeld in de Algemene plaatselijk verordening tot het innemen van een standplaats, geldig voor:

3.2.3.1

één dag

€ 51,60

3.2.3.2

één week, kernen ’s-Heerenberg en Didam

één week, overige kernen

€ 75,80

€ 51,60

3.2.3.3

maximaal zes weken, kernen ’s-Heerenberg en Didam

maximaal zes weken, overige kernen

€ 151,60

€ 103,30

3.2.3.4

één jaar, kernen ’s-Heerenberg en Didam (max. 3 dagdelen per week)

één jaar, overige kernen (max. 3 dagdelen per week)

€ 227,40

€ 155,60

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

3.3.1

een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.2.1 van de Algemene plaatselijke verordening, anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3.3.1.2:

3.3.1.1

voor een seksinrichting

€ 402,90

3.3.1.2

voor een escortbedrijf

€ 402,90

Hoofdstuk 4 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

4.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een ontheffing voor het plaatsen van voorwerpen op, aan of boven de weg in strijd met de publieke functie van de weg als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening

€ 51,60

4.4.1

Het tarief bedraagt tot het verkrijgen van een ontheffing om ten behoeve van een recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening

€ 51,60

4.4.2

Het tarief bedraagt voor het aanwijzen van een crossterrein als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening

€ 51,60

4.4.3

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing van een reclamevergunning als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening

€ 166,70

4.4.4

Bij inschakeling van het met welstandstoezicht belaste orgaan wordt het in 4.4.3 genoemde bedrag verhoogd met

Wat voorafgaande aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager wordt medegedeeld

€ 18,20

’s Heerenberg, 29 november 2012.

De raad van de gemeente Montferland,

De griffier, De voorzitter,

D.Berends C.C. Leppink-Schuitema