Regeling vervallen per 28-03-2017

Subsidieregeling Jeugd en Onderwijs Montferland 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m 27-03-2017 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Subsidieregeling Jeugd en Onderwijs Montferland 2016

Het college van burgemeester en wethouders van Montferland;

gelet op artikel 3 van de ‘Algemene subsidieverordening Montferland 2016’

Besluit:

vast te stellen de Subsidieregeling ‘Jeugd en Onderwijs Montferland 2016’:

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ASV:

    Algemene subsidieverordening gemeente Montferland 2016.

  • b.

    Budgetsubsidie:

    Subsidie die wordt bepaald op basis van de goedgekeurde begroting voor de uitvoering van activiteiten die op grond van deze regeling subsidiabel zijn.

  • c.

    Vaste grondslagsubsidie:

    Jaarlijkse subsidie die wordt bepaald op basis van vaste normen.

  • d.

    Algemene reserve:

    Gereserveerde middelen zonder specifiek doel.

  • e.

    Doelreserve:

    Gereserveerde middelen voor een specifiek doel.

  • f.

    Vrijwillig Jeugdwerk:

    activiteiten uitgevoerd door een vrijwilligersorganisatie voor kinderen en jongeren tot en met 17 jaar.

  • g.

    Vrijwilligersorganisatie:

    rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid, waarvan de activiteiten worden uitgevoerd door vrijwilligers;

  • h.

    Vrijwilliger:

    persoon van 18 jaar of ouder die activiteiten uitvoert voor kinderen en jongeren tot en met 17 jaar. Het werk wordt niet betaald, en draagt eraan bij dat jeugdigen zich zo breed mogelijk kunnen ontwikkelen.

  • i.

    Professioneel jeugdwelzijnswerk:

    activiteiten – uitgevoerd door beroepskrachten in dienst van een (jeugd-)welzijnsorganisatie – die erop zijn gericht dat jeugdigen zich zo breed mogelijk kunnen ontwikkelen, zelfstandig kunnen deelnemen aan de maatschappij, en verantwoordelijkheid kunnen dragen voor hun eigen leven en dat van anderen.

  • j.

    Jeugdgezondheidszorg:

    het bieden van een integraal aanbod van zorg gericht op preventie en risicovermindering aan kinderen in de leeftijdscategorie van 0 - 4 jaar en hun ouders / verzorgers.

  • k.

    Kinderopvang:

    het geheel van voorzieningen en activiteiten gericht op de sociale en motorische ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 0 t/m 12 jaar in georganiseerd verband, en onder gekwalificeerde leiding.

  • l.

    Voor- en vroegschoolse educatie:

    activiteiten gericht op het opheffen van gesignaleerde ontwikkelingsachterstanden bij kinderen in de leeftijd van 0 t/m 6 jaar in georganiseerd verband onder deskundige leiding.

  • m.

    Randdiensten basisonderwijs:

    activiteiten gericht op kinderen in de basisschoolleeftijd als aanvulling op het de reguliere basisonderwijs.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten

Artikel 3. Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verleend voor activiteiten op het terrein van:

  • a.

    Vrijwillig jeugdwerk:

  • De activiteiten zijn gericht op spelontwikkeling, creatieve activiteiten, verkenning van de natuur, of recreatieve ontmoeting van leeftijdgenoten.

  • b.

    Professioneel jeugdwelzijnswerk en jeugdgezondheidszorg:

  • De activiteiten op het terrein van het jeugdwelzijnswerk zijn gericht op het verbeteren van de sociale redzaamheid van kwetsbare jongeren. Activiteiten op het terrein van de jeugdgezondheidszorg zijn gericht op de verbetering van de gezondheidstoestand van jeugd en jongeren.

  • c.

    Kinderopvang voor kinderen van 0 t/m 12 jaar:

  • De activiteiten bestaan uit het opvangen van kinderen op een pedagogisch verantwoorde wijze, in een daarvoor geschikt te achten accommodatie. De opvang is gericht op de sociale en motorische ontwikkeling van kinderen onder deskundige begeleiding.

  • d.

    Voor- en vroegschoolse educatie.

  • e.

    De activiteiten zijn gericht op het opheffen van ontwikkelingsachterstanden bij kinderen met een VVE-indicatie van 0 t/m 4 jaar.

  • f.

    Randdiensten basisonderwijs:

    Op grond van deze regeling zijn drie specifieke activiteiten subsidiabel. Dit betreft:

    • Techniekonderwijs, kinderen in aanmerking te brengen met basale vormen van techniek;

    • Leerlingenzorg: onderwijsbegeleiding door een gespecialiseerde instelling;

    • Culturele jeugdvorming: activiteiten gericht op de culturele ontplooiing van basisschoolleerlingen.

Artikel 4 Doelgroep

4.1.Subsidie wordt verstrekt aan in Montferland gevestigde rechtspersonen die zich op grond van hun statutaire doelstelling bezig houden met activiteiten als bedoeld in artikel 3.

4.2. Regionale of landelijke instellingen kunnen worden gesubsidieerd voor activiteiten in de gemeente Montferland, of ten behoeve van inwoners die zijn ingeschreven als inwoner van de gemeente Montferland.

Artikel 5. Subsidiegrondslagen

5.1.De hoogte van de subsidie die op grond van deze regeling kunnen worden toegekend worden berekend op basis van onderstaande normen:

a.

Voor activiteiten behoren tot de categorie vrijwillig jeugd werk:

Een basisbedrag per jeugdlid

€ 20,–

Een vast bedrag per goedgekeurde activiteit voor nieuwe en/of experimentele activiteiten.

€ 400,– of € 800,–

b.

Voor professioneel welzijnswerk en jeugdgezondheidszorg

Voor activiteiten die voldoen aan de omschrijving zoals bedoeld in artikel 1 lid i,

budgetsubsidie

Voor activiteiten die voldoen aan de omschrijving zoals bedoeld in artikel 1 lid j, en de nadere omschrijving als bedoeld in artikel 3.2,

budgetsubsidie

c.

Voor activiteiten op het terrein van de kinderopvang:

Aan ouders die geen kinderopvangtoeslag ontvangen een vast bedrag per jaar per peuterplaats.

€ 1.653,60

d.

Voor activiteiten op het terrein van de VVE:

Vast bedrag per deelnemer aan een VVE-programma

€ 3.200

e.

Voor randdiensten basisonderwijs:

Techniekonderwijs

50% huur lokaal

Leerlingenzorg, vast bedrag

€ 92.000,–

Culturele jeugdvorming, vast bedrag per leerling

€ 2,40

5.2. Voor nieuwe en of experimentele activiteiten als bedoeld in artikel 5.1. onder a gelden de volgende normen:

  • a.

    voor activiteiten die niet behoren tot het reguliere activiteitenpakket van de aanvrager, die aansluiten bij minimaal 1 effectdoel uit het Programma jeugd en onderwijs, en die bovendien met minimaal met 1 samenwerkingspartner worden uitgevoerd kan een subsidie van maximaal € 400,– worden verleend.

  • b.

    Voor activiteiten die niet behoren tot het reguliere activiteitenpakket van de aanvrager, en aansluiten bij minimaal 2 effectdoelen uit het programma jeugd en onderwijs, en waarbij bovendien wordt samengewerkt met minimaal twee samenwerkingspartners kan een subsidie van maximaal € 800,– worden toegekend.

Artikel 6. Aanvragen van subsidie

6.1.Subsidieaanvragen op basis van deze subsidieregeling worden bij voorkeur digitaal ingediend met gebruikmaking van een door de gemeente vastgesteld aanvraagformulier.

6.2. Aanvragen om een subsidie voor experimentele jeugdactiviteiten in het kader van het vrijwillig jeugdwerk als bedoeld in artikel 5.1 en 5.2. moeten tenminste 12 weken voor de geplande aanvangsdatum van de activiteiten worden ingediend. Deze aanvragen dienen vergezeld te gaan van: a. Een omschrijving van de doelstelling van de activiteit;

  • b.

    Een omschrijving van de doelgroep waarop de activiteit is gericht;

  • c.

    Een omschrijving van de activiteit(en) zelf;

  • d.

    Een opgave welke organiserende partijen betrokken zijn bij de activiteit(en);

  • e.

    Een begroting waaruit blijkt dat het aannemelijk is dat met inachtneming van de gevraagde subsidie de activiteit daadwerkelijk kan worden uitgevoerd.

6.3. Subsidieaanvragen als bedoeld in het vorige lid worden behandeld als een aanvraag om incidentele subsidie als bedoeld in artikel 7 lid 2 en artikel 12 lid 2 van de ASV.

Artikel 7. Beschikken op subsidieaanvragen

7.1. Voor subsidieaanvragen voor activiteiten waarvoor een vaste subsidiegrondslag geldt, en die voor 1 mei voorafgaand aan het subsidiejaar zijn ingediend zal een beschikking tot subsidieverlening dan wel subsidieweigering voor 1 augustus van het betreffende jaar worden genomen onder voorbehoud dat de gemeenteraad voldoende middelen hiervoor beschikbaar stelt in de gemeentebegroting;

7.2. Op subsidieaanvragen voor activiteiten waarvoor een budgetsubsidie kan worden verleend wordt voor 1 januari van het betreffende subsidiejaar beschikt.

7.3.Op subsidieaanvragen voor experimentele jeugdactiviteiten als bedoeld in artikel 5 lid 2 wordt binnen 8 weken na ontvangst door de gemeente een beschikking tot subsidieverlening dan wel subsidieweigering genomen.

Artikel 8. Aanvullende weigeringsgronden

8.1. Overeenkomstig artikel 9, tweede lid, onder f van de ASV kan subsidieverlening voor activiteiten als bedoeld in artikel 2 worden geweigerd als de algemene reserve van de aanvrager meer bedraagt dan 20% van de jaaromzet;

8.2. Overeenkomstig artikel 9, tweede lid, onder f, van de ASV kan subsidieverlening worden geweigerd als:

  • met de activiteiten waarvoor subsidie is gevraagd is begonnen alvorens op de aanvraag is beschikt;

  • de activiteiten in belangrijke mate een politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke boodschap hebben;

  • De activiteiten al op grond van een andere subsidieregeling voor subsidieverlening in aanmerking zijn gebracht.

Artikel 9. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

9.1. Voor de uitvoering van deze subsidieregeling zullen burgemeester en wethouders jaarlijks voor 1 januari van het jaar waarvoor de subsidieaanvragen zijn ingediend een subsidieplafond vaststellen. Dit subsidieplafond wordt vastgesteld na vaststelling van de gemeentebegroting voor het betreffende subsidiejaar. Bij de verdeling van het subsidieplafond wordt prioriteit gegeven aan activiteiten die reeds hun waarde voor de gemeente Montferland hebben bewezen.

9.2. Voor de experimentele activiteiten op het terrein van het vrijwillig jeugdwerk als bedoeld in artikel 5 zullen burgemeester en wethouders een deelsubsidieplafond vaststellen. Verdeling van het budget voor experimentele activiteiten vindt plaats in volgorde van binnenkomst van de aanvragen. Wanneer toekenning zou leiden tot overschrijding van het deelsubsidieplafond wordt deze geweigerd.

Artikel 10. Aanvullende procesregels

10.1. Voor de activiteiten van regionale of landelijke organisaties kan subsidie worden verleend op basis van het aantal deelnemers uit de gemeente Montferland.

10.3. Subsidie kan worden verleend aan instellingen en organisaties met volledige rechtsbevoegdheid, gevestigd in de gemeente Montferland.

10.4. Aan instellingen die een budgetsubsidie ontvangen boven de € 50.000,– wordt het verleende subsidiebedrag in vier gelijke delen als kwartaalvoorschot beschikbaar gesteld.

10.5. Subsidies als bedoeld in artikel 14 van de ASV die meer bedragen dan € 50.000,– kunnen jaarlijks worden geïndexeerd.

Artikel 11. Slotbepalingen

11.1 Deze subsidieregeling kan worden aangehaald als subsidieregeling ‘Jeugd en Onderwijs’ Montferland 2016, en treedt in werking op 1 januari 2016.

11.2. Deze subsidieregeling is voor het eerst van toepassing op subsidieaanvragen voor 2017.

11.3. Subsidieaanvragen voor 2016 worden afgewikkeld op basis van de kaderverordening subsidies Montferland 2006, en de daarop gebaseerde beleidsregels.

11.4. Voor instellingen die tot en met 2016 een periodieke subsidie ontvingen, die als gevolg van toepassing van deze subsidieregeling met meer dan 50 % daalt, zal in 2017 eenmalig een extra subsidie worden verleend ter hoogte van het bedrag van de subsidieverlaging dat uitstijgt boven de 50% van de subsidie in 2016.

Ondertekening

Aldus besloten op

1 maart 2016

Burgemeester en wethouders van Montferland
De secretaris,
T.M.J.M. Evers
De burgemeester,
C.C. Leppink-Schuitema

Toelichting bij Subsidieregeling Jeugd en Onderwijs

Algemeen

De gemeenteraad van Montferland heeft voor de taakvelden jeugd en onderwijs bepaald dat de gemeente streeft naar:

  • a.

    een afname van het aantal kinderen dat in een kwetsbare positie terecht komt;

  • b.

    een effectief en efficiënt georganiseerd aanbod van jeugdhulp;

  • c.

    het optimaliseren van de huisvestingssituatie voor de basisscholen;

  • d.

    beperking van de instroom van kinderen in het speciaal onderwijs.

    De subsidieregeling Jeugd en Onderwijs is van toepassing op subsidieaanvragen voor vrijwillig jeugdwerk, professioneel jeugdwelzijnswerk, kinderopvang, voor –en vroegschoolse educatie en op randdiensten t.b.v. het basisonderwijs. Op de behandeling van deze subsidieaanvragen is eveneens de Algemene Subsidieverordening Montferland 2016 van toepassing.

Nadere omschrijving subsidiabele activiteiten

De activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd voldoen ten minste aan de volgende nadere omschrijving en voorwaarden:

Vrijwillig jeugdwerk:

  • a.

    de activiteiten zijn aan leeftijd en situatie aangepast;

  • b.

    aan de activiteit nemen minimaal 10 personen deel;

  • c.

    deelnemers betalen een redelijke eigen bijdrage.

Professioneel jeugdwelzijnswerk en jeugdgezondheidszorg:

  • a.

    De activiteiten worden uitgevoerd door beroepskrachten die beschikken over een voor de activiteiten geschikt opleidingsniveau;

  • b.

    Er is sprake van een redelijke verhouding tussen de omvang van de gevraagde subsidie en de beoogde maatschappelijke effecten;

  • c.

    De instelling werkt mee aan het beschikbaar stellen van beleidsinformatie gericht op het meten van de maatschappelijke effecten van de uitgevoerde activiteiten.

Kinderopvang:

  • a.

    De activiteiten worden uitgevoerd met inachtneming van de wet op de kinderopvang en in overeenstemming met de daarbij behorende kwaliteitseisen;

  • b.

    De instelling werkt mee aan vanwege de gemeente ingestelde onderzoeken naar de uitvoering van de activiteiten door de toezichthouder (GGD);

  • c.

    Voor personeel in dienst van een voorziening voor kinderopvang beschikt de houder over een verklaring omtrent het gedrag.

Voor- en vroegschoolse educatie (VVE):

  • a.

    Activiteiten worden uitgevoerd door beroepskrachten die voor deze taken aantoonbaar beschikken over specifieke opleidingsvereisten;

  • b.

    Voor kinderen die een VVE-traject hebben doorlopen wordt een overdrachtsdocument opgesteld voor de overgang van kinderopvang naar basisonderwijs.

Randdiensten basisonderwijs:

  • a.

    activiteiten worden georganiseerd in samenspraak met de directies van de betrokken scholen;

  • b.

    activiteiten vinden plaats vinden in aanvulling op het reguliere basisonderwijs.

Subsidiegrondslagen

Op grond van deze regeling kunnen periodieke (jaarlijkse) subsidies worden verstrekt en incidentele subsidies. De grondslagen voor periodieke subsidies bestaan overwegend uit vaste normbedragen. Voor sommige onderdelen van deze regeling is het toekennen van een budgetsubsidie mogelijk. Deze begrippen zijn nader uitgewerkt in artikel 1 van de subsidieregeling. Incidentele subsidieverlening is mogelijk voor nieuwe en/of experimentele activiteiten die tot het vrijwillig jeugdwerk kunnen worden gerekend.

Het aanvragen van subsidie

Op grond van de algemene Subsidieverordening Montferland 2016 worden aanvragen om periodieke subsidie ingediend voor 1 mei van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd. De gemeente Montferland werkt zo veel mogelijk digitaal. Aanvragen op grond van deze subsidieregeling worden bij voorkeur digitaal ingediend, met gebruikmaking van een door de gemeente vastgesteld aanvraagformulier.

Nadere omschrijving subsidiabele activiteiten

  • a.

    Vrijwillig jeugdwerk

    Tot het vrijwillig jeugdwerk worden gerekend die activiteiten van instellingen gericht op inwoners tot en met 17 jaar. Deze activiteiten worden georganiseerd en uitgevoerd zonder beroepskrachten. Voorbeelden hiervan zijn Scouting, kindervakantiewerk, speel-o-theekwerk, en open jeugdwerk. Naast genormeerde subsidies per jeugdlid en activiteit kan voor specifieke preventieve activiteiten een incidentele subsidie worden aangevraagd. De toetsingscriteria voor dergelijke aanvragen zijn aangegeven in de regeling. Een subsidieaanvraag dient minimaal acht weken voor de geplande datum van uitvoering van de activiteiten worden ingediend. Een besluit tot verlening dan wel weigering van subsidie wordt binnen deze termijn van acht weken genomen.

  • b.

    Professioneel jeugdwelzijnswerk inclusief jeugdgezondheidszorg

    Het kenmerk van professioneel jeugdwelzijnswerk is dat het wordt uitgevoerd door beroepskrachten. Over de uitvoering van dergelijke activiteiten worden resultaatafspraken met de uitvoerende instelling gemaakt. Als grondslag voor de verlening van subsidies is de budgetsubsidie gekozen. Hierdoor kan de hoogte van de subsidie worden afgestemd op de omvang van de activiteiten van de gesubsidieerde instelling. Bij het besluit tot subsidieverlening wordt aangegeven welke beleidsinformatie moet worden geleverd om te kunnen toetsen of de inzet van de subsidie daadwerkelijk leidt tot het realiseren van de resultaten zoals aangegeven in artikel 2 van de regeling.

  • c.

    Kinderopvang

    Het aanbieden van kinderopvang dient een tweeledig doel. Het bevordert de sociale en motorische ontwikkeling van jonge kinderen, en het stelt ouders in staat het ouderschap te combineren met een positie op de arbeidsmarkt. De subsidie wordt verstrekt aan de instelling waarop het kind door de ouders is geplaatst. Subsidie wordt echter uitsluitend verstrekt voor kinderen waarvan de ouders geen kinderopvangtoeslag van het rijk ontvangen. Tevens geldt als subsidievoorwaarde dat kinderen worden geplaatst op een kinderopvangvoorziening die voldoet aan de nadere voorwaarden als bedoeld in artikel 8.

  • d.

    Voor-, en vroegschoolse educatie (VVE)

    Dit betreft methodische activiteiten van instellingen voor kinderopvang gericht op het opheffen van ontwikkelingsachterstanden bij kinderen van 0 t/m 4 jaar. De uitvoering van deze activiteiten geschiedt door beroepskrachten die met het oog hierop zijn opgeleid. De VVE-indicatie wordt afgegeven door de uitvoerende JGZ-instelling. (consultatiebureau) Subsidieverlening vindt plaats aan de uitvoerende instelling en wordt berekend aan de hand van het aantal kinderen dat met een VVE-indicatie door de ouders op de instelling is geplaatst.

  • e.

    Randdiensten basisonderwijs

    De gemeente Montferland acht een drietal randdiensten voor het basisonderwijs subsidiabel:

    • a.

      Techniekonderwijs

      Het wordt van belang geacht dat kinderen al op de basisschool in aanraking komen met elementaire vormen van techniek. De scholen die deze vorm van onderwijs in het rooster opnemen ontvangen een bijdrage van de gemeente in de kosten van het huren van een technieklokaal.

    • b.

      Leerlingenzorg

      De scholen worden onderwijskundig ondersteund door een onderwijsbegeleidingsdienst. Deze dienst wordt door de gemeente gesubsidieerd op basis van een vast bedrag. De ondersteuningsactiviteiten worden in nauw overleg met de schoolbesturen en directies van de Montferlandse basisscholen georganiseerd.

    • c.

      Culturele jeugdvorming

      De schooljeugd wordt in de gelegenheid gesteld kennis te maken met een vorm van cultuur. Dit kan zijn het bezoeken van een theater of een ander cultureel evenement. De gemeente draagt hierin bij via een vast bedrag per leerling per jaar. Subsidieverlening vindt plaats via de scholen.

Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks voor 1 januari van het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd een subsidieplafond vast voor de uitvoering van deze subsidieregeling. De vaststelling van het subsidieplafond geschiedt na vaststelling van de gemeentebegroting. Onderdeel van het subsidieplafond voor de uitvoering van deze regeling is een deelplafond voor het subsidiëren van preventieve activiteiten, behorend tot het vrijwillig jeugdwerk. Bij de verdeling van het subsidieplafond voor periodieke subsidies wordt prioriteit gegeven aan die activiteiten die in het verleden hun waarde hebben bewezen. Bij de verdeling van het deelplafond voor preventieve activiteiten behorend tot het vrijwillig jeugdwerk zal worden beoordeeld of de aanvragen passen in de criteria zoals genoemd in de regeling in volgorde van binnenkomst. Indien toekenning van een aanvraag zal leiden tot overschrijding van het deelplafond zal de betreffende aanvraag worden afgewezen.

Beschikken op subsidieaanvragen

Voor activiteiten waarvoor een vaste subsidiegrondslag geldt zullen burgemeester en wethouders voor 1 augustus van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar een besluit tot subsidieverlening dan wel subsidieweigering nemen onder de voorwaarde dat de gemeenteraad hiervoor voldoende middelen beschikbaar stelt bij de vaststelling van de gemeentebegroting. (begrotingsvoorbehoud).

Indexering van periodieke subsidies

Subsidies als bedoeld in artikel 14 van de ASV, en dan met name de periodieke budgetsubsidies kunnen jaarlijks worden geïndexeerd. De hoogte van het indexeringspercentage wordt bepaald aan de hand van het samengestelde gewogen gemiddelde van de volgende indexcijfers:

  • Prijs overheidsconsumptie, netto materieel (IMOC), weging 1/3 deel;

  • Prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers, weging 2/3 deel.

Algemene Reserve

Subsidies als bedoeld in artikel 14 van de Algemene Subsidieverlening kunnen worden geweigerd als de algemene reserve van de aanvrager meer bedraagt dan 20% van de jaaromzet. Achtergrond van deze bepaling is dat instellingen die reeds op ruime schaal door de gemeente worden gesubsidieerd (jaarlijks meer dan € 50.000,–) in staat worden geacht activiteiten zelf te kunnen bekostigen als de vrij besteedbare algemene reserve meer bedraagt dan 20% van de jaaromzet.

Subsidieregister

Alle subsidies die op basis van deze regeling worden verleend zullen worden opgenomen in een openbaar subsidieregister. Dit subsidieregister zal worden gepubliceerd op de website van de gemeente Montferland.

Overgangs- en slotbepalingen

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2016 en wordt voor het eerst toegepast op subsidieaanvragen voor activiteiten in het jaar 2017. Subsidieaanvragen voor activiteiten in 2016 worden nog afgewikkeld overeenkomstig de kaderverordening subsidies Montferland 2006, en de hierop gebaseerd beleidsregels.

Voor instellingen waarvan de hoogte van de subsidie door toepassing van deze subsidieregeling met meer dan 50% daalt is een overgangsregeling getroffen. Op grond van deze overgangsregeling wordt in 2017 eenmalig een extra subsidie verleend ter hoogte van de overschrijding van de subsidieverlaging met 50%. Anders gezegd ‘de periodieke subsidies zullen in 2017 door toepassing van deze regeling met niet meer dan 50% mogen dalen’.