Regeling vervallen per 01-01-2018

Beleidsregels Beschermd Wonen gemeente Montferland 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2017

Intitulé

Beleidsregels Beschermd Wonen gemeente Montferland 2017

Het college van burgemeester en wethouders van Montferland;

Overwegende dat het de bevoegdheid heeft om beleidsregels te stellen voor zover noodzakelijk voor de uitvoering van de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Montferland 2017, nader te noemen de Verordening.

Gelet op de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 en het bepaalde in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Vast te stellen de navolgende:

Beleidsregels Beschermd Wonen gemeente Montferland 2017

Artikel 1 Begripsbepalingen

Alle definities die in deze beleidsregels worden gebruikt, hebben dezelfde betekenis als in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de hierop gebaseerde lagere regelgeving, de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Montferland 2017 en het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Montferland 2017.

Achterhoekse gemeenten:

De gemeenten die samen de regio Achterhoek vormen te weten: gemeente Aalten, gemeente Berkelland, gemeente Bronckhorst, gemeente Doetinchem, gemeente Montferland, gemeente Oost-Gelre, gemeente Oude-IJsselstreek en gemeente Winterswijk.

Centrumgemeente:

Voor de taken van Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang is gemeente Doetinchem voor regio Achterhoek door het ministerie van VWS aangewezen als centrumgemeente.

Consulent Beschermd Wonen:

De medewerker in dienst bij de centrumgemeente, die voor de acht Achterhoekse gemeenten is gemandateerd om de maatwerkvoorziening Beschermd Wonen in te zetten.

Consulent van de regiogemeente:

De medewerker die als consulent werkzaam is in één van de regiogemeenten.

Gesprek

Het gesprek dat door de consulent Beschermd Wonen na de melding met de cliënt wordt gevoerd. Het doel van het Gesprek is de ervaren problematiek en mogelijke oplossingsrichtingen helder te krijgen.

Hoteldiensten

Onder hoteldiensten wordt onder meer verstaan; horeca, was- en strijkservice en huishoudelijke dienst.

Ondersteunings- en budgetplan

Plan, waaruit blijkt op welke manier het persoonsgebonden budget zal worden ingezet en besteed.

Artikel 2 Beschermd Wonen

2.1 De doelgroep van Beschermd Wonen

De consulent Beschermd Wonen stelt vast of de cliënt behoort tot de doelgroep voor Beschermd Wonen. De cliënt behoort tot de doelgroep voor Beschermd Wonen wanneer sprake is van complexe psychische en/ of psychosociale problematiek op meerdere levensterreinen. De cliënt kan zijn zorgvraag niet uitstellen en heeft daarom 24-uurs toezicht of bereikbaarheid van een professionele organisatie nodig.

2.2 Het beoogde resultaat van Beschermd Wonen

Het beoogde resultaat van Beschermd Wonen is het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven of indien dit niet mogelijk is, zich met een toenemende mate van zelfredzaamheid in de samenleving te handhaven. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende hoofddoelen:

  • a.

    herstel en uitstroom;

  • b.

    herstel en stabilisatie.

Onder deze hoofddoelen vallen verschillende subdoelen:

  • -

    Het bevorderen en herstel van zelfredzaamheid en participatie;

  • -

    Het bevorderen van het psychisch en psychosociaal functioneren;

  • -

    Stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld;

  • -

    Het bieden van een veilige woonomgeving;

  • -

    Het voorkomen van verwaarlozing, maatschappelijke overlast en het afwenden van gevaar voor de cliënt of voor de anderen.

2.3 Varianten van Beschermd Wonen

In de regio Achterhoek wordt de wettelijke definiëring van Beschermd Wonen gehanteerd, waarbij het gaat om het wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorend toezicht en begeleiding. Wonen in een accommodatie van een instelling wordt hierbij breed geïnterpreteerd. Hierop zijn de volgende varianten gebaseerd:

  • 1.

    Wonen Omklapwoning.

  • 2.

    Wonen Beschut.

  • 3.

    Wonen Beschut Ambulant.

  • 4.

    Wonen Beschermd – Ontwikkelen.

  • 5.

    Wonen Beschermd – Stabiliseren.

Bij deze varianten gaat het altijd om een combinatie van:

  • -

    (noodzakelijk) verblijf en, bij de laatste twee Beschermd Wonen varianten, hoteldiensten;

  • -

    woonzorg, bestaande uit 24-uurs toezicht of 24-uurs bereikbaarheid waarbij de professionele begeleiding binnen 20 minuten ter plaatse kan zijn en individuele ondersteuning van een professionele organisatie en/of

  • -

    aanvullende ondersteuning.

De aanvullende ondersteuning wordt ingezet naar gelang de behoefte van de cliënt. Deze ondersteuning kan bestaan uit:

  • -

    Ondersteuning individueel gericht op ontwikkeling of stabilisatie;

  • -

    Begeleiding groep gericht op ontwikkeling of stabilisatie;

  • -

    Vervoer, alleen in combinatie met begeleiding groep;

  • -

    Persoonlijke verzorging, wanneer het niet onder voorliggende wetgeving valt.

Bij elk van de varianten geldt dat de aanbieder of organisatie verantwoordelijk is voor coördinatie en regie van de totale ondersteuning (individuele en dagbesteding), ook in het geval dat de dagbesteding bij een andere aanbieder of organisatie in onderaanneming is ondergebracht. De consulent bepaalt op basis van onderzoek welke variant van Beschermd Wonen en zo nodig welke ondersteuning het meest passend is. Hierbij wordt uitgegaan van maatwerk.

2.3.1 Wonen Omklapwoning

Een omklapwoning is bedoeld voor cliënten die door omstandigheden nog niet zelfstandig kunnen wonen, maar waarvan de verwachting is dat ze dit binnen maximaal een jaar wel zullen kunnen. De cliënt dient alle kosten voor huur, vaste lasten, voeding etc. zelf betalen. Hij heeft nog wel ondersteuning nodig op verschillende levensterreinen. De cliënt kan zijn ondersteuningsvraag meestal uitstellen, maar heeft de zekerheid van 24-uurs bereikbaarheid nodig om daar zo nodig op terug te kunnen vallen. De aanbieder biedt minimaal vier uur individuele begeleiding per week.

Een omklapwoning betreft een zelfstandige woning of appartement die door de aanbieder van een woningcorporatie wordt gehuurd. Hierbij wordt de afspraak gemaakt, om deze uiterlijk na één jaar om te klappen tot een zelfstandige woning op naam van de cliënt.

2.3.2 Wonen Beschut Ambulant

Wonen Beschut Ambulant is bedoeld voor cliënten die door omstandigheden (tijdelijk) niet zelfstandig kunnen wonen en waarbij een aanbieder de cliënt (enige tijd) in een beschermende omgeving opvangt. De aanbieder biedt woonruimte. De cliënt heeft de wens zelfstandig te wonen en dient alle kosten voor huur, vaste lasten, voeding etc. zelf betalen. De cliënt kan zijn ondersteuningsvraag niet uitstellen en heeft de zekerheid van 24-uurs bereikbaarheid nodig om daar op terug te kunnen vallen. Het is (nog) niet bekend of en wanneer de cliënt helemaal zelfstandig kan wonen. De aanbieder biedt minimaal zes uur individuele begeleiding per week.

2.3.3 Wonen Beschut

Wonen Beschut is bedoeld voor cliënten die door omstandigheden (tijdelijk) niet zelfstandig kunnen wonen en waarbij een aanbieder de cliënt (enige tijd) in een beschermende omgeving opvangt. De aanbieder biedt geclusterde zelfstandige appartementen per cliënt. De cliënt heeft behoefte aan sociale contacten in het kader van zijn problematiek. Een gemeenschappelijke ruimte voor het ontmoeten van anderen is hiervoor een voorwaarde. De aanbieder biedt deze ruimte bij de geclusterde appartementen.

De cliënt kan zijn ondersteuningsvraag niet uitstellen en heeft de zekerheid van 24-uurs bereikbaarheid nodig om daar op terug te kunnen vallen. Het is (nog) niet bekend of en wanneer de cliënt zelfstandig kan wonen. De cliënt dient zelf zijn voedsel te betalen. De aanbieder biedt minimaal zes uur individuele begeleiding per week.

2.3.4 Wonen Beschermd - Ontwikkeling

Wonen Beschermd gericht op Ontwikkeling is bedoeld voor cliënten die door omstandigheden (tijdelijk) niet zelfstandig kunnen wonen en waarbij een aanbieder de cliënt (enige tijd) in een beschermende omgeving opvangt. De aanbieder biedt woonruimte, hotelfaciliteiten, toezicht en begeleiding. Bij veel cliënten is sprake van gedragsproblemen en vaak hebben ze moeite met hulp vragen of vragen helemaal geen hulp wanneer dit nodig is. Hierdoor is er noodzaak van 24-uurs toezicht voor signalering en zo nodig bij te sturen. De cliënt is leerbaar. De aanbieder biedt minimaal zeven dagdelen groepsbegeleiding per week.

2.3.5 Wonen beschermd - Stabiliseren

Wonen Beschermd gericht op Stabiliseren is bedoeld voor cliënten die door omstandigheden (tijdelijk) niet zelfstandig kunnen wonen en waarbij een aanbieder de cliënt (enige tijd) in een beschermende omgeving opvangt. De aanbieder biedt woonruimte, hotelfaciliteiten, toezicht en begeleiding. Meestal is sprake van (ernstige) gedragsproblemen en kan de cliënt moeilijk of geen hulp vragen wanneer dat nodig is. Hierdoor is er noodzaak van 24-uurs toezicht voor signalering en zo nodig bij te sturen. De cliënt is niet of nauwelijks leerbaar. De aanbieder biedt minimaal 8,4 dagdelen groepsbegeleiding per week.

2.4 Aanvullende ondersteuningsmogelijkheden

Wanneer een cliënt extra ondersteuningsbehoefte heeft kan de indicatie worden aangevuld met Ondersteuning Individueel en Begeleiding Groep. De duur van de extra ondersteuning hoeft niet gelijk te zijn aan de duur van de indicatie. De consulent maakt in samenspraak met cliënt en vertegenwoordiger een inschatting van de benodigde extra begeleiding en de lengte van de periode waarin deze zal worden geboden. Wanneer de verwachting is dat de behoefte aan extra ondersteuning zal fluctueren, kan de consulent een gemiddeld aantal uren indiceren. Voor de extra ondersteuning worden specifieke doelen afgesproken.

2.4.1 Ondersteuning Individueel

Ondersteuning Individueel is gericht op het vergroten dan wel behouden van de zelfredzaamheid en de deelname aan de samenleving.

Van begeleiding individueel worden de volgende vormen onderscheiden:

Begeleiding individueel – ontwikkelen en coachen bij

Begeleiding gericht op ‘ontwikkelen en coachen bij’ is in principe eindig. De cliënt is leerbaar, beschikt over voldoende verandercapaciteit en is in staat de beoogde vaardigheden te ontwikkelen. De cliënt kan na verloop van tijd met minder begeleiding toe.

Begeleiding individueel – ontwikkelen plus

Deze vorm van begeleiding individueel is gericht op cliënten met beperkingen op meerdere levensdomeinen en gedragsproblematiek. Bij deze cliënten volstaat begeleiding gericht op ‘ontwikkelen en coachen bij’ aantoonbaar niet. Vaak heeft de cliënt ook problemen op het gebied van communicatie en motivatie. Daarnaast moet de begeleider hierbij doelgericht samenwerkt met andere ketenpartners. De cliënt is leerbaar, beschikt over voldoende verandercapaciteit en is in staat de beoogde vaardigheden te ontwikkelen. De cliënt kan na verloop van tijd met minder begeleiding toe. Voor de periode dat deze vorm van ondersteuning wordt toegekend worden specifieke doelen vastgesteld. De consulent Beschermd Wonen stelt de lengte van de periode vast.

Begeleiding individueel – stabiliseren en helpen bij

Begeleiding gericht op ‘stabiliseren en helpen bij’ is bedoeld voor cliënten die structureel begeleiding en/ of toezicht nodig hebben bij zelfstandig opvoeden / opgroeien.

De cliënt ervaart op een of meerdere levensgebieden problemen bij het oplossen van problemen, het zelfstandig nemen van besluiten, het regelen van dagelijkse bezigheden en de dagelijkse routine. De cliënt is bij het voorkomen en/of oplossen van problemen en het nemen van besluiten afhankelijk van anderen voor structuur en regie. De cliënt beschikt over beperkte verandercapaciteit en heeft beperkt mogelijkheden tot ontwikkelen van vaardigheden of gedrag. Het samen doen, oefenen, bestendigen, deels overnemen van vaardigheden staan centraal.

Begeleiding individueel – stabiliseren en overnemen

Bij ‘stabiliseren en overnemen’ is de cliënt op meerdere levensdomeinen afhankelijk van anderen. De cliënt kan taken en vaardigheden op meerdere levensdomeinen niet meer zelfstandig of slechts met hulp uitvoeren. De begeleidingsvraag komt veelal voort uit een (chronische) aandoening. Een (progressieve) achteruitgang kan aan de orde zijn, net als fluctuerende intensiteit van ernst, en “goede” en “slechte” periodes. De inzet van de professional kan hierdoor ook fluctueren.

Begeleiding individueel – stabiliseren plus

Bij begeleiding individueel ‘stabiliseren plus’ gaat het om een cliënt met meervoudig complexe problematiek, waarbij begeleiding individueel ‘stabiliseren en overnemen’ aantoonbaar niet volstaat. Er zijn altijd beperkingen op meerdere levensdomeinen en er is altijd aanvullend sprake van gedragsproblematiek. Vaak heeft de cliënt ook problemen op het gebied van communicatie en motivatie. Een voorwaarde voor deze begeleidingsvorm is dat de begeleider hierbij doelgericht samenwerkt met andere ketenpartners. Voor de periode dat deze vorm van ondersteuning wordt toegekend worden specifieke doelen vastgesteld. De consulent Beschermd Wonen stelt de lengte van de periode vast.

2.4.2 Begeleiding groep

Begeleiding groep betreft planmatig werken aan een zinvolle daginvulling, dagstructuur, aanleren, oefenen, bestendigen of overnemen van vaardigheden en het ontplooien van talenten om zelfredzaamheid en deelname aan de samenleving te vergroten, dan wel achteruitgang te voorkomen. Hiervoor worden in het ondersteuningsplan doelen vastgesteld.

Van begeleiding groep worden de volgende vormen onderscheiden:

Begeleiding groep - ontwikkelen

‘Begeleiding groep gericht op ontwikkeling’ is bedoeld voor cliënten die leerbaar zijn en zich willen ontwikkelen om door- of uit te stromen richting scholing, werk of vrijwilligerswerk.

Begeleiding groep – ontwikkelen Plus

Begeleiding groep ‘ontwikkelen plus’ is bedoeld voor cliënten die zich willen ontwikkelen richting scholing, werk of vrijwilligerswerk, maar beperkingen ervaren op meerdere levensdomeinen en gedragsproblematiek hebben. Bij deze cliënten volstaat begeleiding groep ‘ontwikkelen’ aantoonbaar niet. Vaak heeft de cliënt ook problemen op het gebied van communicatie en motivatie. Een voorwaarde voor deze begeleidingsvorm is dat de begeleider hierbij doelgericht samenwerkt met andere ketenpartners. Voor de periode dat deze vorm van ondersteuning wordt toegekend worden specifieke doelen vastgesteld. De consulent Beschermd Wonen stelt de lengte van de periode vast.

Begeleiding groep – stabiliseren en begeleiden bij

Begeleiding groep ‘gericht op stabiliseren en begeleiden bij’ is voor cliënten die structureel ondersteuning en/ of toezicht nodig hebben. De cliënt is beperkt leerbaar en heeft beperkt mogelijkheden tot ontwikkelen van vaardigheden of gedrag, maar kan wel zelf om hulp vragen. Het samen doen, oefenen, bestendigen en deels overnemen van vaardigheden en gedrag staan centraal.

De cliënt ervaart op een of meerdere levensgebieden problemen bij het oplossen van problemen, het zelfstandig nemen van besluiten, het regelen van dagelijkse bezigheden en de dagelijkse routine. De cliënt is bij het voorkomen en/ of oplossen van problemen en het nemen van besluiten afhankelijk van anderen voor structuur en regie.

Begeleiding groep – stabiliseren en overnemen

Begeleiding groep ‘gericht op stabiliseren en overnemen’ is voor cliënten die structureel ondersteuning en/ of toezicht nodig hebben. De cliënt is op meerdere levensdomeinen afhankelijk van anderen. De cliënt kan taken en vaardigheden op meerdere levensdomeinen niet meer zelfstandig of met hulp uitvoeren.

De aard van de vraag komt veelal voort uit een (chronische) aandoening. Een (progressieve) achteruitgang kan aan de orde zijn, net als fluctuerende intensiteit van ernst, en “goede” en “slechte” periodes. De inzet van de professional kan hierdoor ook fluctueren.

Begeleiding groep – stabiliseren plus

Bij begeleiding groep ‘stabiliseren plus’ gaat het om een cliënt met meervoudig complexe problematiek. Er zijn altijd beperkingen op meerdere levensdomeinen en er is altijd aanvullend sprake van gedragsproblematiek, waardoor de cliënt een prikkelarme omgeving nodig heeft. Bij deze cliënten volstaat begeleiding groep ‘stabiliseren en overnemen’ aantoonbaar niet. Vaak heeft de cliënt ook problemen op het gebied van communicatie en motivatie. Aanvullend kan er sprake zijn van extra hulp bij persoonlijke verzorging indien er sprake is van zware incontinentie waardoor meerdere keren per dagdeel een totale verschoning nodig is.

Een voorwaarde voor deze begeleidingsvorm is dat de begeleider hierbij doelgericht afstemt met andere ketenpartners. Voor de periode dat deze vorm van ondersteuning wordt toegekend worden specifieke doelen vastgesteld. De consulent Beschermd Wonen stelt de lengte van de periode vast.

2.4.3 Persoonlijke verzorging

Persoonlijke verzorging richt zich op algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL), persoonlijke hygiëne en lichamelijke basiszorg om een tekort aan zelfredzaamheid op dit gebied op te lossen. Hiervoor worden taken aangeleerd, dan wel overgenomen zodat de cliënt zo lang mogelijk zelfredzaam is en deel kan nemen aan de samenleving. Het kan gaan om taken zoals wassen, aan- en uitkleden, in en uit bed gaan, toiletgang, bewegen, vervangen katheter/ stomazakje, toedienen sondevoeding, aanreiken medicijnen.

Gemeenten zijn voor alle cliënten, zowel onder als boven de 18 jaar alleen verantwoordelijk voor het gedeelte van persoonlijke verzorging dat niet onder voorliggende wetgeving zoals de Zorgverzekeringswet of Wet langdurige zorg valt.

Wanneer de persoonlijke verzorging gericht is op geneeskundige zorg of een hoog risico daarop dan is de Zorgverzekeringswet van toepassing.

Van persoonlijke verzorging worden de volgende vormen onderscheiden:

Persoonlijke verzorging – ontwikkelen

Persoonlijke verzorging gericht op ‘ontwikkelen is bedoeld voor een cliënt die leerbaar is en waarvoor de ondersteuning in principe eindig is of kan overgaan in een lichtere vorm van ondersteuning. Het is gericht op het aanleren en verbeteren van vaardigheden rondom persoonlijke hygiëne en lichamelijke basiszorg zodat de cliënt deze taken (weer) zelfstandig of met behulp van zijn omgeving kan uitvoeren.

Persoonlijke verzorging – stabiliseren

Persoonlijke verzorging gericht op ‘stabiliseren’ is bedoeld voor een cliënt die niet of beperkt leerbaar is. Veelal komt de aard van de vraag komt veelal voort uit een (chronische) aandoening. Hierbij bestaat de ondersteuning vooral uit het helpen bij, inslijten en of (deels) overnemen van taken in de persoonlijke hygiëne en lichamelijke basiszorg.

Artikel 3 Melding en onderzoek

3.1 Melding

In de Wmo 2015 is landelijke toegankelijkheid voor de maatwerkvoorziening Beschermd Wonen geregeld. Dat betekent dat iemand in elke gemeente van Nederland een melding kan doen voor Beschermd Wonen. Nadere afspraken hierover zijn vastgelegd in het Convenant Landelijke Toegankelijkheid van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De vraag om Beschermd Wonen kan binnen elke gemeente binnenkomen afhankelijk van de lokale inrichting: het sociale team, het wijkteam, het Wmo-loket, het Zorgplein, de buurtcoach etc.

Als blijkt dat Beschermd Wonen aan de orde is of kan zijn, worden de gegevens binnen vijf werkdagen overgedragen naar de centrumgemeente. Gegevensuitwisseling vindt plaats met inachtneming van de bepalingen van de Wet bescherming persoonsgegevens en de privacyreglementen van de betrokken gemeenten.

3.2 Cliëntondersteuning

Mensen die in aanmerking (wensen te) komen voor Beschermd Wonen kunnen voor cliëntondersteuning terecht bij de gemeente waar zij wonen. Iedere gemeente garandeert de mogelijkheid van onafhankelijke professionele cliëntondersteuning en informeert de eigen inwoners hierover. De door de gemeente geboden cliëntondersteuning is gratis. De cliënt heeft de vrije keuze door wie hij zich wil laten ondersteunen. Hij kan er ook voor kiezen zich door iemand uit het sociale netwerk, zoals familie of vrienden of een professional te laten ondersteunen.

3.3 Persoonlijk plan

De cliënt wordt door degene die de melding in ontvangst neemt geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zeven dagen een persoonlijk plan te overhandigen. Met dit plan kan de cliënt zijn eigen regie voeren, heeft hij informatie paraat en kan hij snel inlichtingen verschaffen.

De cliënt geeft met het persoonlijk plan antwoord op de onderwerpen van artikel 2.3.2 lid 4 Wmo 2015. Deze onderwerpen zijn onder meer welke problemen hij ondervindt, wat hij zelf en zijn omgeving doen om de problemen te verminderen en welke vorm van maatschappelijke ondersteuning naar zijn mening het meest aangewezen is. Aan de vorm waarin de cliënt het persoonlijk plan aanbiedt zijn geen formele eisen gesteld. De cliënt kan zich bij het opstellen van het persoonlijk plan laten ondersteunen.

3.4 Onderzoek

De consulent Beschermd Wonen onderzoekt in het Gesprek met de cliënt wat zijn ondersteuningsbehoefte is. Het Gesprek vindt binnen twee weken na melding plaats en wordt het bij voorkeur bij de cliënt thuis gevoerd. Crisissituaties worden uiteraard met voorrang behandeld.

Bij dit Gesprek kan de cliënt zich laten ondersteunen door anderen, bijvoorbeeld een mantelzorger, hulpverlener of een onafhankelijk cliëntondersteuner. De cliënt dient voor het Gesprek een geldig identiteitsbewijs te laten inzien.

Het Gesprek, met eventueel het persoonlijk plan, vormt de basis voor het onderzoek, als bedoeld in artikel 2.3.2 van de Wmo 2015 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning. Het Gesprek heeft een tweeledig doel, namelijk:

  • a.

    De vraagverheldering en het vaststellen van het gewenste resultaat;

  • b.

    Het zoeken naar oplossingen.

Van belang is om eerst in kaart te brengen wat de ondersteuningsbehoefte en de specifieke situatie van de cliënt zijn, voordat er over oplossingen gesproken wordt.

Tijdens het Gesprek komt de specifieke situatie van de cliënt uitgebreid aan bod. Daarbij is het van belang dat de cliënt alle relevante gegevens aan de orde brengt. Dit maakt het voor de consulent Beschermd Wonen mogelijk de meest passende indicatie te stellen.

De consulent Beschermd Wonen zal het onderzoek zoveel mogelijk in samenspraak met een consulent van de betreffende regiogemeente verrichten. Afgestemd wordt of het, bijvoorbeeld voor de continuïteit van zorg, wenselijk is om samen het Gesprek te voeren.

Tijdens het Gesprek informeert de consulent Beschermd Wonen de cliënt over het vervolg van het proces. Hij geeft uitleg over de mogelijkheid van keuze voor een persoonsgebonden budget, de voorwaarden die daaraan zijn verbonden en de plichten die daarbij komen. Ook wordt de cliënt op de hoogte gesteld van de eigen bijdrage en de manier waarop hij de hoogte ervan zelf kan berekenen.

Indien een cliënt nog een geldige indicatie vanuit de AWBZ heeft en deze nog niet afloopt, wordt hij geïnformeerd over het geldende overgangsrecht.

Van het Gesprek wordt door de consulent Beschermd Wonen een gespreksverslag gemaakt. Dit gespreksverslag bestaat uit een schriftelijke weergave van het Gesprek en de afspraken die eruit zijn voortgekomen.

De cliënt ontvangt hier binnen twee weken een afschrift van. De cliënt heeft de mogelijkheid om binnen twee weken te reageren met eventuele wijzigingen.

3.5 Medisch advies

Wanneer het voor de vaststelling van de ondersteuningsbehoefte noodzakelijk is kan de consulent Beschermd Wonen medisch advies aanvragen. Daarnaast kan een advies voor de consulent zinvol zijn om te beoordelen wat de grondslag voor de aanvraag is en voor het in kaart brengen van de behandel- en ontwikkelingsmogelijkheden van de cliënt. Zolang intramurale behandeling niet centraal staat kan ambulante behandeling naast Beschermd Wonen bestaan. Ambulante behandeling wordt bekostigd van uit de Zorgverzekeringswet.

De medische advisering zal altijd plaatsvinden door een onafhankelijke organisatie die niet aan de centrumgemeente verbonden is. Wanneer het adviestraject niet binnen de wettelijke onderzoekstermijn van zes weken kan worden afgerond, kan deze termijn in overleg met de cliënt worden verlengd.

De kosten van het medisch advies zijn voor rekening van de centrumgemeente. Het medisch advies wordt meegenomen in de afweging van de consulent. De consulent maakt de uiteindelijke beslissing en onderbouwt deze in de beschikking.

Artikel 4 Toelating en toekenning

4.1 Toekenning

De cliënt krijgt binnen acht weken na melding een beschikking. In de beschikking wordt het resultaat omschreven waartoe het bieden van Beschermd Wonen moet leiden en of de maatwerkvoorziening in Natura of als persoonsgebonden budget wordt verstrekt.

De beschikking vermeldt de instelling die het meest passend is voor de cliënt. Dit is echter wel afhankelijk van het beschikbaar zijn van een passende plek. Wanneer een passende plek nog niet beschikbaar is wordt de cliënt op de wachtlijst van de instelling geplaatst en wordt met hem besproken hoe de periode tot plaatsing kan worden overbrugd, zie ook artikel 4.4 overbruggingszorg.

Het gaat bij Beschermd Wonen om het bieden van noodzakelijk verblijf (onderdak) en begeleiding. Een beschermde woonvorm biedt geen behandeling.

In het geval er een maatwerkvoorziening wordt ingezet vertelt de consulent Beschermd Wonen de cliënt of vertegenwoordiger dat een eigen bijdrage verschuldigd is en hoe de hoogte daarvan door het CAK vastgesteld en geïnd wordt.

4.2 Duur van de indicatie

De decentralisatie van Beschermd Wonen heeft onder andere tot doel mensen niet langer dan nodig institutioneel en beschermd te laten wonen. Door het stimuleren van de eigen kracht en het uitgaan van de eigen mogelijkheden van de cliënt kan de huidige gemiddelde verblijfsduur mogelijk worden bekort. Daarom is de indicatie voor Beschermd Wonen in beginsel voor maximaal twee jaar. Dit om sturing te geven aan het structureel begeleiden van mensen in Beschermd Wonen en daar waar het kan mensen daadwerkelijk de kans te geven door te stromen. De consulent Beschermd Wonen stelt de indicatieduur vast.

Dat een indicatie een einddatum heeft betekent niet dat na afloop van de indicatie geen Beschermd Wonen meer mogelijk is. Indien blijkt dat na deze periode van Beschermd Wonen een maatwerkvoorziening (Beschermd Wonen of ambulante ondersteuning) nodig blijft, moet een nieuwe melding worden gedaan. Hiervoor moet de cliënt, zo nodig ondersteund door aanbieder of hulpverlener, zich minimaal acht weken voor afloop van de indicatie bij het Zorgplein van de gemeente Doetinchem melden. Indien de cliënt zich minder dan acht weken voor afloop van de indicatie meldt kan het zijn dat de nieuwe indicatie niet direct aansluit op de oude.

Organisaties die Beschermd Wonen bieden moeten zich richten op uitstroom richting zelfstandig wonen. Hierbij hoort het tijdig en actief ondersteunen van de cliënt bij het zoeken van geschikte woonruimte.

Wanneer bij een herindicatie de cliënt en consulent Beschermd Wonen vaststellen dat Beschermd Wonen niet meer aan de orde is, wordt een indicatie voor Beschermd Wonen van maximaal zes maanden afgeven. In de indicatie worden afspraken vastgelegd over de verwachte inspanningen van de cliënt en aanbieder om een woning te vinden. Wanneer duidelijk is dat de cliënt niet binnen de gestelde tijd een woning kan vinden wordt contact opgenomen met de consulent om te bespreken of verlenging van de indicatie mogelijk en nodig is.

4.3 Wanneer Beschermd Wonen niet direct beschikbaar is

Indien een indicatie voor Beschermd Wonen is gesteld, maar Beschermd Wonen niet direct beschikbaar is, blijft de bestaande (ambulante) ondersteuning gehandhaafd tot de geschikte Beschermd Wonen plek beschikbaar is. Het kan zijn dat iemand nog geen (ambulante) ondersteuning ontvangt. In dat geval zullen de consulent Beschermd Wonen en de consulent van de regiogemeente samen met de cliënt beoordelen wat passende ondersteuning voor de overbruggingstijd is.

De indicatie dient volgens de Verordening door de cliënt binnen zes maanden na toekenning te worden aangewend ten behoeve van het resultaat waarvoor het is verstrekt. Er zijn situaties denkbaar zoals wachtlijsten of, opname van cliënt in het ziekenhuis waardoor de indicatie niet binnen de gehanteerde periode van zes maanden kan worden ingezet. De cliënt dient in een dergelijk geval contact op te nemen met de consulent Beschermd Wonen. De consulent Beschermd Wonen beoordeelt in overleg met de cliënt en/of zijn vertegenwoordiger of ondersteuner of een verlenging of aanpassing van de maatwerkvoorziening noodzakelijk is.

4.4 Tijdelijk verblijf in een andere regio

Het kan voor komen dat een cliënt uit de Achterhoek tijdelijk in een instelling in een andere regio moet verblijven. ‘Tijdelijk verblijf’ is verblijf van maximaal een half jaar, waarbij vanaf het begin de intentie aanwezig is om de cliënt terug te laten keren naar de regio Achterhoek. In dergelijke gevallen zal centrumgemeente Doetinchem de plek in de andere centrumgemeente financieren.

4.5 Tijdelijke afwezigheid bij instelling

Indien een cliënt, tijdelijk als gevolg van een behandeling in een ziekenhuis of behandelcentrum of detentie elders wordt opgenomen, moet dit binnen een week na opname bij de centrumgemeente worden gemeld.

De beschermde woonplek bij een organisatie wordt door de centrumgemeente voor een maximum van 14 dagen bekostigd als ware de cliënt verblijft bij de aanbieder. Vervolgens mag een gecontracteerde aanbieder gedurende maximaal vier weken de verblijfscomponent nog worden gedeclareerd. In het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Doetinchem is hiervoor het bedrag per dag opgenomen.

Wanneer duidelijk wordt dat de cliënt langer dan zes weken elders zal verblijven, zal in principe zijn plek bij de aanbieder vervallen.

De cliënt kan pas weer instromen bij de aanbieder als er plaats is. Ook kan de cliënt er in overleg met de consulent Beschermd Wonen voor kiezen zijn ondersteuning bij een andere aanbieder voor Beschermd Wonen te verzilveren. De indicatie blijft geldig tot de einddatum die is opgenomen in de beschikking.

Artikel 5 Wijze van verstrekking

Beschermd Wonen wordt toegekend in:

  • a.

    de vorm van een voorziening in Natura of;

  • b.

    de vorm van een persoonsgebonden budget.

Wanneer een maatwerkvoorziening toegewezen is, informeert de consulent Beschermd Wonen de cliënt of zijn vertegenwoordiger over het door de gemeente gecontracteerde aanbod. Ook informeert de consulent Beschermd Wonen de cliënt over de mogelijkheid om te kiezen voor een verstrekking van een persoonsgebonden budget.

De hoogte van het persoonsgebonden budget is vastgelegd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Montferland. Jaarlijks kunnen de bedragen wijzigen.

5.1 Maatwerkvoorziening in Natura

Het verkrijgen van een voorziening in Natura gaat via een van de gecontracteerde aanbieders, waarmee de centrumgemeente afspraken heeft gemaakt. De Achterhoekse gemeenten hebben bij de aanbesteding de volgende categorieën kwaliteitseisen geformuleerd:

  • -

    Kwaliteitseisen die zich met name richten op het professioneel organiseren van een gezonde bedrijfsvoering.

  • -

    Kwaliteitseisen die betrekking kunnen hebben op het werken met een ondersteuningsplan, samenwerking met ketenpartners en andere partijen voor integrale hulpverlening en eisen aan de geleverde Ondersteuning.

  • -

    Kwaliteitseisen die worden gesteld aan de competenties, type opleiding en/of opleidingsniveau van de professionals die Ondersteuning leveren in het primaire proces.

  • -

    Kwaliteitseisen die worden gesteld aan het resultaat van Ondersteuning. Het kan hierbij gaan om (het meten van) effecten van Ondersteuning op het gebied van zelfredzaamheid en participatie, maar ook resultaten in de vorm van door- en uitstroom.

Specifieke eisen voor Beschermd Wonen

Voor Beschermd Wonen zijn specifieke eisen gesteld aan de 24-uurs bereikbaarheid en de begeleiding die de aanbieder moet bieden.

  • -

    Eisen aan de 24 uur bereikbaarheid

    • 1.

      Bij elke variant van Beschermd Wonen moet sprake zijn van 24 uur bereikbaarheid van de begeleiding. Bij de varianten wonen beschermd – ontwikkeling en wonen beschermd – stabilisatie moet de begeleiding altijd aanwezig zijn. Bij de andere varianten moet de begeleiding binnen 20 minuten ter plaatse kunnen zijn. De aanbieder biedt dan zo nodig aan cliënt een kortdurende interventie. Hierbij zorgt hij zo nodig voor contact met netwerk, structurele begeleider van de cliënt, politie en lokale team, toegangsteam van gemeente;

    • 2.

      De aanbieder ziet erop toe dat de cliënt in en buiten de woning geen overlast veroorzaakt. Mocht dit toch gebeuren dan spreekt de aanbieder de Cliënt daarop aan en maakt de Aanbieder afspraken met de cliënt om herhaling te voorkomen.

Overlastklachten die over bewoners bij de gemeente binnenkomen worden aan de aanbieder doorgegeven zodat er maatregelen kunnen worden genomen. Bij herhaaldelijke en voortdurende overlastklachten uit de buurt, zal de gemeente –in overleg met de aanbieder- maatregelen treffen. Dit kan betekenen dat voor de overlast veroorzakende cliënt een ander onderkomen moet worden gezocht;

  • 3.

    De aanbieder dient maatregelen te nemen om de veiligheid van de cliënten en omgeving waarin zij wonen te waarborgen.

    • -

      Eisen aan de begeleiding

  • 1.

    Minimaal één van de bij de cliënt betrokken beroepskrachten (dus geen betrokken behandelaar vanuit de Zorgverzekeringswet o.i.d.) heeft een relevante Hbo-opleiding (of Mbo-opleiding met door ervaring verkregen gelijkwaardigheid aan een Hbo-opleiding). In de praktijk vervult deze beroepskracht vaak de rol als casemanager. Er kan een verscheidenheid aan expertises en functieniveaus van beroepskrachten nodig zijn die de benodigde zorg en Ondersteuning kunnen bieden. Welke mix van beroepskrachten als passend wordt gezien, is de verantwoordelijkheid van de aanbieder;

  • 2.

    De aanbieder moet minimaal twee beroepskrachten in dienst hebben;

  • 3.

    De aanbieder moet op cliëntniveau inzichtelijk maken op welke momenten professionele ondersteuning vanuit een GGZ Instelling/ hulpverlener ingeschakeld wordt;

  • 4.

    Aanbieder zorgt voor begeleiding van de cliënt als hij/ zij niet alleen kan reizen, bij doktersbezoek of boodschappen doen. Uiteraard kan daarvoor –eerst- een beroep gedaan worden op familieleden, kennissen of vrijwilligers;

  • 5.

    De aanbieder stimuleert de cliënt deel te nemen aan sociale activiteiten;

  • 6.

    De aanbieder zoekt met de cliënt naar een passende, stimulerende dagactiviteit, waarbij zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van algemene voorzieningen en van de mogelijkheden van de cliënt om als vrijwilliger, in arbeidsmatige werkprojecten of in een beschutte omgeving werkzaamheden te verrichten. Vrijwilligerswerk moet aansluiten bij de mogelijkheden van de cliënt en tegelijk uitdagend zijn. De dagbesteding is bij voorkeur zo dichtbij de woonplek dat de cliënt hier zelfstandig naartoe kan. Nadrukkelijk dient de aanbieder te kijken of de cliënt als vrijwilliger bij kan dragen en zijn kwaliteiten in kan zetten voor de samenleving, de buurt (of buurtgenoten), de woonplek (of medebewoners) of anderen;

  • 7.

    De aanbieder ondersteunt de cliënt bij het omgaan met geld, helpt hem de uitgaven en inkomsten in evenwicht te houden;

  • 8.

    Aanbieder is verantwoordelijk voor coördinatie en regie van de met cliënt afgesproken ondersteuning (individuele begeleiding en dagbesteding) ook als dagbesteding bij een andere aanbieder is ondergebracht. De aanbieder ziet erop toe dat de cliënt zichzelf goed verzorgt (persoonlijke hygiëne);

5.2 Maatwerkvoorziening als persoonsgebonden budget

Indien de cliënt dit wenst kan hij de maatwerkvoorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget aanvragen. Met een persoonsgebonden budget kan de cliënt zelf de gewenste ondersteuning inkopen. Het persoonsgebonden budget kan uitsluitend worden ingezet voor kosten van de toegekende maatwerkvoorziening. De kosten van het wonen en voeding worden door de cliënt zelf betaald. De cliënt mag geen bijdrage in de kosten uit het persoonsgebonden budget betalen. Verder mag cliënt geen vast maandloon afspreken met ondersteuners, dit uit oogpunt van maatwerk

Wettelijke voorwaarden

Om een persoonsgebonden budget toegekend te krijgen moet de cliënt aan drie wettelijke voorwaarden (Wmo 2015 artikel 2.3.6) voldoen. Het is aan de consulent Beschermd Wonen om te beoordelen of hieraan wordt voldaan. Zo beoordeelt de consulent Beschermd Wonen onder meer:

  • -

    De kennis van de cliënt van de rechten en plichten die horen bij het beheer van een persoonsgebonden budget;

  • -

    Het vermogen van de cliënt om degene die de ondersteuning verleend aan te sturen;

  • -

    of de ondersteuning veilig, doeltreffend en cliëntgericht is.

    • 1.

      De cliënt moet in staat zijn de aan een persoonsgebonden budget verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren. Wanneer de cliënt dit niet zelf kan kan hij hiervoor hulp vanuit zijn sociaal netwerk of van zijn vertegenwoordiger krijgen. Het college zal beoordelen of deze hulp in staat is de bedoelde taken op verantwoorde wijze uit te voeren. Hierbij mag het belang van degene die de ondersteuning met het persoonsgebonden budget biedt nadrukkelijk niet boven het belang van de cliënt staan. De mate waarin de persoon aan wie het persoonsgebonden budget wordt besteed invloed heeft op het besluit om voor een persoonsgebonden budget te kiezen speelt daarbij een belangrijke rol.

    • 2.

      De cliënt moet motiveren waarom hij de maatwerkvoorziening als persoonsgebonden budget wil ontvangen.

    • 3.

      De centrumgemeente moet beoordelen of de met het persoonsgebonden budget in te kopen ondersteuning veilig, doeltreffend en cliëntgericht is.

Om de veiligheid van de ondersteuning te waarborgen moet:

  • -

    de begeleiding 24 uur bereikbaar zijn. Bij de varianten wonen beschermd – ontwikkeling en wonen beschermd – stabilisatie moet de begeleiding altijd aanwezig zijn. Bij de andere varianten moet de begeleiding binnen 20 minuten ter plaatse kunnen zijn;

  • -

    dient de organisatie aantoonbaar maatregelen te nemen om de veiligheid van de cliënten en omgeving waarin zij wonen te waarborgen;

  • -

    moet de organisatie minimaal twee beroepskrachten in dienst hebben;

  • -

    heeft minimaal één van de bij de cliënt betrokken beroepskrachten (dus geen betrokken behandelaar vanuit de Zorgverzekeringswet o.i.d.) een relevante Hbo-opleiding (of Mbo-opleiding met door ervaring verkregen gelijkwaardigheid aan een Hbo-opleiding). waarvan er minimaal één een relevante HBO-opleiding heeft.

De doeltreffendheid en cliëntgerichtheid van de ondersteuning uit zich in dat:

  • -

    de organisatie de cliënt betrekt bij het opstellen en evalueren van het ondersteuningsplan;

  • -

    de organisatie met de cliënt duidelijk afspreekt op welke momenten professionele ondersteuning vanuit een GGZ instelling/ hulpverlener ingeschakeld wordt en de ondersteuning afstemt op eventuele behandeling;

  • -

    de organisatie zorgt voor goede afspraken over de begeleiding van de cliënt als hij/ zij niet alleen kan reizen, bij doktersbezoek of boodschappen doen;

  • -

    de organisatie met de cliënt zoekt naar een passende, stimulerende dagactiviteit, waarbij zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van algemene voorzieningen en van de mogelijkheden van de cliënt om als vrijwilliger, in arbeidsmatige werkprojecten of in een beschutte omgeving werkzaamheden te verrichten. De dagbesteding is bij voorkeur zo dichtbij de woonplek dat de cliënt hier zelfstandig naartoe kan;

  • -

    de organisatie de cliënt ondersteunt bij het omgaan met geld, helpt hem de uitgaven en inkomsten in evenwicht te houden;

  • -

    de organisatie erop toe ziet dat de cliënt zichzelf goed verzorgt (persoonlijke hygiëne);

Om de hiervoor genoemde punten te kunnen beoordelen verwacht de centrumgemeente dat de cliënt een ondersteunings- en budgetplan indient waar dit duidelijk in beschreven staan. In dit ondersteunings- en budgetplan legt de cliënt samen met de organisatie waar hij de ondersteuning wil inkopen, afspraken rondom de gewenste ondersteuning vast. Het moet duidelijk maken dat de organisatie kwalitatief goede ondersteuning levert, die aansluit bij de gestelde doelen.

Naast het ondersteunings- en budgetplan moet de cliënt ook de zorgovereenkomst van de Sociale Verzekeringsbank invullen. Hierin worden afspraken over het aantal te leveren uren en uurtarieven vastgelegd. Het ondersteunings- en budgetplan en de zorgovereenkomst moeten door de consulent Beschermd Wonen zijn goedgekeurd voordat de centrumgemeente het persoonsgebonden budget bij de Sociale Verzekeringsbank klaarzet. Bij de herbeoordeling van de indicatie wordt het ondersteunings- en budgetplan geëvalueerd.

Beschermd Wonen en persoonsgebonden budget voor sociaal netwerk

Er is een groep cliënten met een indicatie voor Beschermd Wonen overgekomen vanuit de AWBZ, die zelfstandig een woning huurt of bezit en zelf de ondersteuning regelt met een persoonsgebonden budget. Middels dit persoonsgebonden budget huren zij (24-uurs) ondersteuning en begeleiding in vanuit het eigen sociaal netwerk. Op basis van de Wmo 2015 en de toelatingscriteria Beschermd Wonen stelt de regio Achterhoek dat deze wijze van ondersteuning niet onder de definitie Beschermd Wonen valt. Immers, deze cliënten wonen niet in een accommodatie van een instelling en hebben geen 24-uurs ondersteuning van een professionele organisatie nodig.

Wanneer hun indicatie afloopt en deze cliënten een nieuwe melding voor ondersteuning doen, zullen ze opnieuw worden beoordeeld aan de hand van de huidige systematiek. Het onderzoek hiervoor zal door een consulent Beschermd Wonen in samenwerking met een consulent van de betreffende regiogemeente worden uitgevoerd. Voor deze gevallen zal er een overgangstermijn worden geboden.

Wat niet vergoed kan worden uit het persoonsgebonden budget

Kosten die de ondersteuner bij een budgethouder in rekening brengt in verband met een opzegtermijn zijn niet te verhalen op de gemeente. Ook kosten die de ondersteuner de budgethouder in rekening brengt voor het niet nakomen van een afspraak kunnen niet worden verhaald op de gemeente.

Het persoonsgebonden budget kent geen vrij besteedbaar bedrag.

Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2017.

Met het in werking treden van deze beleidsregels worden de beleidsregels Beschermd Wonen gemeente Montferland 2016 ingetrokken.

Deze beleidsregels worden aangehaald als:

Beleidsregels Beschermd Wonen gemeente Montferland 2017

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders
van Montferland, d.d. 20 december 2016,
de secretaris,
T.M.J.M. Evers
de loco-burgemeester,
W.A.R. Visser