Subsidieregeling Woningaanpassingen, Monumenten en Landschapselementen Montferland 2019

Geldend van 16-01-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Subsidieregeling Woningaanpassingen, Monumenten en Landschapselementen Montferland 2019

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland;

gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Montferland 2018

BESLUIT

vast te stellen de:

“Subsidieregeling Woningaanpassingen, Monumenten en Landschapselementen Montferland 2019”:

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • a.

    subsidieaanvraagformulier: een door het college vastgesteld formulier, bestemd om te worden gebruikt als schriftelijk verzoek om tot verstrekking van subsidie over te gaan, zoals vastgesteld bij deze subsidieregeling.

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland.

  • c.

    ASV: Algemene Subsidieverordening gemeente Montferland 2018.

  • d.

    woning; een onroerende zaak die in hoofdzaak tot bewoning dient conform de definitie uit de Woningwet.

  • e.

    levensbestendigheid; de mate waarin preventief voorzieningen zijn aangebracht die de woning geschikt maken voor bewoning door senioren;

  • f.

    monument: een object dat – op het moment dat met de te subsidiëren activiteiten een aanvang wordt gemaakt – door het college op grond van de gemeentelijke erfgoedverordening is aangewezen als gemeentelijk monument of een maalvaardige molen die op grond van de Monumentenwet is aangewezen als rijksmonument;

  • g.

    landschapselementen: groene, opgaande elementen bestaande uit inheemse loofhoutsoorten gelegen in het buitengebied.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is in aanvulling op de Algemene Subsidieverordening gemeente Montferland 2018 specifiek van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikelen 3 en 4 bedoelde voorzieningen en activiteiten.

Artikel 3. Voorzieningen en activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor het treffen van voorzieningen en activiteiten zoals nader uitgewerkt in artikel 4 en de daarin onderverdeelde paragrafen:

Artikel 4. Paragrafen

4.1. Voorzieningen in woningen gericht op de verbetering van de levensbestendigheid

4.1.1 Begripsbepaling

  • a.

    bewoner: één of meer natuurlijke personen, die particulier eigenaar of huurder zijn van een woning, de woning zelf bewoont en blijft bewonen;

  • b.

    Gelderse Huistest: een digitale woningtest dat advies op maat geeft over woningaanpassing, thuistechnologie en veiligheid en kan worden ingevuld op www.geldersehuistest.nl;

4.1.2 Subsidieverdeling

  • 1.

    Voor de mogelijke subsidieverdeling geldt een subsidieplafond zoals is bepaald bij de vaststelling van het budget voor het betreffende subsidiejaar in de gemeentebegroting door de gemeenteraad.

  • 2.

    De behandeling van subsidieaanvragen geschiedt op basis van de volgorde van binnenkomst.

  • 3.

    Indien de in de gemeentebegroting daartoe bestemde middelen dat toelaten kan het college met inachtneming van deze regeling subsidie toekennen ten behoeve van voorzieningen in woningen gericht op de verbetering van de levensbestendigheid.

  • 4.

    Indien de in lid 1 bedoelde gelden zijn uitgeput kan het college de aanvraag om subsidie afwijzen.

4.1.3 Subsidiabele kosten

Subsidie voor de in artikel 4.1 bedoelde activiteiten kan worden aangevraagd voor maatregelen als bedoeld in de lijst `Maatregelenlijst Thuis in Montferland 2019` welke als bijlage is gevoegd bij deze subsidieregeling. De maatregelen mogen in zelfwerkzaamheid worden uitgevoerd maar deze kosten zijn niet subsidiabel.

4.1.4 Doelgroep

Subsidie voor de in artikel 4.1 bedoelde voorzieningen kan worden aangevraagd door de bewoners van de betreffende woning die in het jaar van aanvraag de leeftijd van vijftig jaar hebben bereikt.

4.1.5 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Een bewoner komt in aanmerking voor een subsidie van maximaal 33% van de genormeerde bedragen zoals vermeld in van de lijst ‘Maatregelenlijst Thuis in Montferland 2019’ tot een maximum van € 500,--, inclusief btw. Dit betreft een totaalvergoeding voor alle getroffen maatregelen.

  • 2.

    Per woning kan een maal in een aaneengesloten periode van 36 maanden een subsidieaanvraag op grond van deze regeling in behandeling worden genomen.

  • 3.

    De kostprijs van elke maatregel is gelimiteerd. De normbedragen zijn de kosten voor materiaal en arbeid, (inclusief btw.)

  • 4.

    Indien de daadwerkelijk gemaakte en betaalde kosten door de bewoner lager liggen dan het normbedrag van de lijst ‘Maatregelenlijst Thuis in Montferland 2019’ komt de bewoner in aanmerking voor een subsidie van maximaal 33% van de daadwerkelijk gemaakte kosten.

4.1.6 Het aanvragen van een subsidie

  • 1.

    Voor het aanvragen van subsidie op grond van deze regeling dient de aanvrager gebruik te maken van een aanvraagformulier subsidieregeling Thuis in Montferland 2019. Daarnaast dient de aanvrager de volgende bescheiden aan de aanvraag toe te voegen:

    • a.

      een ingevulde Gelderse Huistest;

    • b.

      originele facturen en betaalbewijs.

  • Uit deze facturen en het betaalbewijs moet blijken dat de bewoner opdracht heeft gegeven en de maatregelen zijn betaald.

  • 2.

    Een aanvraag om subsidie dient uiterlijk 3 maanden na factuurdatum bij de gemeente ingediend te zijn.

4.2. Het duurzaam in stand houden van cultuurhistorische waarden

4.2.1 Begripsbepaling

Voor de toepassing van deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    cultuurhistorische waarden: gemeentelijke monumenten en molens, die als beschermde monumenten zijn aangewezen.

  • b.

    eigenaar: degene die in de kadastrale registers als eigenaar en/of zakelijk gerechtigden van een monument zijn ingeschreven.

  • c.

    instandhoudingswerkzaamheden: een beschermingsaanpak, die erop gericht is het verval van het monument tegen te gaan en zo mogelijk schade te herstellen; hieronder vallen de maatregelen op het gebied van onderhoud, restauratie en duurzaamheidsmaatregelen = ‘duurzame instandhouding’.

  • d.

    monumentencommissie: de commissie belast met de advisering ter zake van het beleid van het gemeentebestuur ten aanzien van cultuurhistorische waarden zoals aangegeven in de Erfgoedverordening Montferland en de Verordening op de monumentencommissie Montferland.

  • e.

    subsidiabele kosten: lijst van subsidiabele werkzaamheden die gericht zijn op de duurzame instandhouding van cultuurhistorische waarden en waarvoor subsidie verleend kan worden.

  • f.

    uitvoeringsvoorschriften: voorschriften die door het college worden gesteld aan de uitvoering waarvoor subsidie wordt verleend ten behoeve van duurzame instandhouding van cultuurhistorische waarden.

  • g.

    (haalbaarheids-)onderzoek: onderzoek naar de (bouwkundige) gebreken, om inzicht te krijgen in de subsidiabele kosten van de in stand te houden cultuurhistorische waarden dat plaatsvindt voordat een instandhoudingsplan kan worden opgesteld, bestaande uit een technische omschrijving en een begroting, en dat uitgevoerd dient te worden door een deskundige en onafhankelijke instantie.

  • h.

    monumentenglas: vensterglas met als voornaamste functie een isolerende werking, zonder de uitstraling van een monument aan te tasten.

  • i.

    Rd-waarde: warmteweerstand van dichte constructies uitgedrukt in m2 K/W.

4.2.2 Subsidieverdeling

  • 1.

    Voor de mogelijke subsidieverdeling geldt een subsidieplafond zoals is bepaald bij de vaststelling van het budget voor het betreffende subsidiejaar in de gemeentebegroting door de gemeenteraad.

  • 2.

    De behandeling van subsidieaanvragen geschiedt op basis van de volgorde van binnenkomst in het betreffende subsidiejaar.

  • 3.

    Indien de in de gemeentebegroting daartoe bestemde middelen dat toelaten kan het college met inachtneming van deze regeling subsidie toekennen ten behoeve van de instandhouding van de in de gemeente Montferland gelegen gemeentelijke monumenten en molens.

  • 4.

    Indien het in lid 1 beschikbaar gestelde budget is uitgeput kan het college de aanvraag om subsidie afwijzen.

  • 5.

    In afwijking van het bepaalde in het vierde lid kan het college, na advies van de monumentencommissie, voor de afhandeling van aanvragen prioriteiten stellen op basis van de bouwkundige staat van de monumenten waarvoor subsidie is aangevraagd.

  • 6.

    Het college kan bepalen dat aanvragen om subsidie vóór een door hen vast te stellen datum worden ingediend.

4.2.3 Subsidiabele kosten

Aan de eigenaar van een monument kan subsidie worden toegekend ter tegemoetkoming in de kosten van:

  • a.

    Buiten- en daarmee samenhangend binnenschilderwerk, voor zover het betreft de buitenramen, buitenkozijnen en buitendeuren;

  • b.

    Onderhoud van rieten daken (met deklatten en herstel van sporen);

  • c.

    Onderhoud van dakvlakken gedekt met pannen (met tengels en panlatten), leien, lood, zink of koper en, uitsluitend in samenhang hiermee, het herstel van gedeelten van dakbeschot en sporen;

  • d.

    Onderhoud van goten in zink, koper of lood, inclusief bijbehorende hemelwaterafvoeren en het aanbrengen van voor de waterafvoer noodzakelijke goten waar deze niet eerder aanwezig waren, inclusief aansluitingen op rioleringen en open water;

  • e.

    Onderhoud van buitenkozijnen, buitendeuren, raampartijen, luiken en herstel of terugplaatsen van stoepen, roedenverdeling lijstwerk en luiken;

  • f.

    Onderhoud van windveren, schoorstenen, kapellen en loodaansluitingen;

  • g.

    Onderhoud van dak- of torenluiken en loopbruggen, inclusief het afgazen van torenluiken en het nemen van beperkte maatregelen tegen duivenoverlast;

  • h.

    Inboeten, herstel van gedeelten van muurwerk en opvoegen of pleisteren van gevels;

  • i.

    Beperkt vervangen of inboeten van natuursteen;

  • j.

    Onderhoud, controle, vervangen en indien nodig aanbrengen van een nieuwe bliksembeveiliging;

  • k.

    Behandelen van muur- of houtwerk ter regulering van de vochthuishouding, dan wel bestrijding van zwamaantasting of houtaantasters;

  • l.

    Onderhoud van gedeelten van dragende constructies (ankerbalkgebinten, schoren en platen, balkkoppen en spantbenen);

  • m.

    Onderhoud van glas-in-lood, beglazing en aanbrengen van beschermende beglazing voor gebrandschilderd glas of historisch waardevol glas;

  • n.

    Vervangen en herstel van overige bouwelementen van grote zeldzaamheid of met grote historische waarden;

  • o.

    Het plaatsen van achterzetbeglazing, in samenhang met herstel van historisch waardevolle ramen;

  • p.

    Het gangbaar houden van historische krachtwerktuigen en machines;

  • q.

    Het aanbrengen van inspectievoorzieningen, zoals dakluiken en klimhaken;

  • r.

    (Bouwkundig) onderhoud van begraafplaatsen en grafmonumenten;

  • s.

    Herstel van het casco (de hoofdstructuur van het monument bestaande uit de dragende onderdelen en het omhulsel, te weten dak-, kap- en gebintconstructie, vloeren, balklagen, dragen muren, fundering, kelder, gewelven) mits uit het oogpunt van duurzame instandhouding van cultuurhistorische waarden verantwoord uitgevoerd;

  • t.

    Herstel van afzonderlijke monumentale onderdelen (in- en exterieur al dan niet in combinatie met herstel van het casco waaronder schouwen, vloeren, trappartijen, plafonds, schilderingen, pleister en schilderwerk, bijzonder behang, raam- en deurpartijen met omlijsting en gevelonderdelen);

  • u.

    Het aanbrengen van technische installaties ter bescherming van zeer waardevolle interieurelementen, bijvoorbeeld verwarming of luchtbevochtigingsinstallaties;

  • v.

    Reconstructies van verdwenen of in latere tijd gewijzigde onderdelen, indien en voor zover deze wijzigingen geen afbreuk doen aan de monumentale waarden van het geheel, mits uit cultuurhistorisch oogpunt verantwoord wordt uitgevoerd;

  • w.

    Herstel van specifieke technische installaties in monumenten van bedrijf en techniek, bijvoorbeeld stoommachines, dieselmotoren, raamzagen en persen;

  • x.

    De kosten voor het uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek/inspectierapport;

  • y.

    De kosten van het lidmaatschap alsmede de inspectiekosten van de Monumentenwacht.

Na-isolerende maatregelen:

  • a.

    Het aanbrengen van dak-, vloer- en/of muurisolatie.

  • b.

    Het vervangen van bestaand glas door warmte-isolerend monumentenglas.

4.2.4 Subsidiepercentage en -maximum gemeentelijke monumenten

  • 1.

    De subsidie voor gemeentelijke monumenten bedraagt 25% van de door het college subsidiabel geachte kosten (zie artikel 4.2.3) tot een bedrag van maximaal € 5.000,-- per jaar, mits niet eerder in hetzelfde kalenderjaar een subsidie voor hetzelfde monument is toegekend. Dit bedrag kan worden vermeerderd met de door de provincie Gelderland toegekende aanvullende subsidie voor gemeentelijke monumenten.

  • 2.

    Per gemeentelijk monument worden de kosten voor het jaarlijks lidmaatschap van de Monumentenwacht Gelderland volledig vergoed.

  • 3.

    Per gemeentelijk monument wordt maximaal één instandhoudingsbijdrage per kalenderjaar toegekend.

4.2.5 Subsidiepercentage en -maximum molens

  • 1.

    De subsidie voor maalvaardige molens bedraagt 25% van de door het college subsidiabel geachte kosten (zie artikel 4.2.3) tot een bedrag van maximaal € 1.700,-- per molen per jaar, mits niet eerder in hetzelfde kalenderjaar een subsidie voor dezelfde molen is toegekend. Dit bedrag kan worden vermeerderd met door de provincie Gelderland toegekende aanvullende subsidie voor specifiek genoemde molens.

  • 2.

    Per maalvaardige molen wordt maximaal één instandhoudingsbijdrage per kalenderjaar toegekend.

4.2.6 Subsidieaanvraag

  • 1.

    De aanvraag om subsidie dient vóór de uitvoering van de werkzaamheden schriftelijk door middel van een subsidieaanvraagformulier bij het college te worden ingediend. De uitvoering van de werkzaamheden mag niet eerder beginnen dan nadat het college een subsidiebeschikking heeft afgegeven en voor zover voor de werkzaamheden een vergunning op grond van de gemeentelijke Erfgoedverordening is vereist, deze is verleend.

  • 2.

    Bij de aanvraag dienen ter goedkeuring te worden overlegd:

    • -

      Een gespecificeerde offerte c.q. gespecificeerde offertes van de uit te voeren instandhoudingswerkzaamheden uitgesplitst naar aantallen, eenheden, normen, uren, materialen en evt. onderaannemers;

    • -

      Een inspectierapport van de Monumentenwacht Gelderland of een gelijkwaardig onderzoek naar of onderbouwing van de onderhoudstoestand van het betreffende monument.

  • 3.

    Naast de in lid 2 bedoelde bescheiden kan het college - al naar gelang de inhoud van de uit te voeren instandhoudingswerkzaamheden – bepalen dat er aanvullende bescheiden dienen te worden overlegd, zoals aangegeven op het subsidieaanvraagformulier.

  • 4.

    Aanvragen waarbij niet wordt voldaan aan de volgens voorgaande leden gestelde eisen of geen betrekking hebben op de subsidiabele kosten (conform artikel 4.2.3) worden geweigerd, tenzij hiervoor ontheffing wordt verleend als bedoeld in artikel 4.2.10.

4.2.7 Uitvoering instandhoudingswerkzaamheden

  • 1.

    De instandhoudingswerkzaamheden dienen volgens de ‘uitvoeringsvoorschriften’ als bedoeld in artikel 4.2.1, onder f uitgevoerd te worden;

  • 2.

    De instandhoudingswerkzaamheden waarvoor subsidie is verleend moeten binnen 2 jaren na de toekenning zijn afgerond;

  • 3.

    Zonder toestemming van het college mag niet worden afgeweken van de ingediende instandhoudingswerkzaamheden;

  • 4.

    Degene aan wie subsidie is toegekend dient een door het college aangewezen onafhankelijke deskundige of deskundige instantie desgewenst de gelegenheid geven om de wijze waarop de werkzaamheden worden of zijn uitgevoerd te controleren.

4.2.8 Intrekken subsidieverlening

De beschikking tot verlening van subsidie in de kosten voor instandhouding kan door het college geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken indien:

  • 1.

    Blijkt dat niet is voldaan aan de voorwaarden bij of krachtens deze regeling;

  • 2.

    Een subsidie op grond van deze regeling is toegekend of vastgesteld op grond van gegevens en gebleken is, dat deze zodanig onjuist waren, dat waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen;

  • 3.

    Niet binnen 2 jaar na de subsidieverlening de uitvoering van de werkzaamheden is afgerond;

  • 4.

    De subsidieaanvrager meldt dat de werkzaamheden geen doorgang zullen vinden.

4.2.9 Subsidievaststelling

De vaststelling en uitbetaling van de subsidie vindt plaats:

  • 1.

    Nadat de in de aanvraag aangegeven werkzaamheden schriftelijk gereed zijn gemeld onder indiening van de daarop betrekking hebbende gegevens, te weten: gespecificeerd overzicht van de werkelijk gemaakte kosten en de hieraan gerelateerde betalingsbewijzen;

  • 2.

    Nadat de op de uitgevoerde werkzaamheden betrekking hebbende rekeningen en betalingsbewijzen door of namens het college zijn gecontroleerd en akkoord bevonden;

  • 3.

    De uitgevoerde werkzaamheden waarvoor subsidie is verleend door of namens het college zijn gecontroleerd en geaccordeerd;

  • 4.

    Door overmaking op een rekening bij een in Nederland gevestigde bankinstelling ten gunste van degene aan wie subsidie is toegekend.

4.2.10 Afwijkingen

In bijzondere gevallen kan het college afwijken of ontheffing verlenen van procedurebepalingen en voorschriften van deze regeling.

4.3. Versterking van de verscheidenheid in natuur en landschap

4.3.1 Begripsbepaling

Voor de toepassing van deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    cultuurhistorische landschapselementen:

    groene, opgaande elementen die kenmerkend zijn voor de lokale ontstaansgeschiedenis van het landschap;

  • b.

    eigenaar:

    degene die in de kadastrale registers als eigenaar en/of zakelijk gerechtigden zijn ingeschreven;

  • c.

    erfbeplanting:

    streekeigen beplanting binnen het (agrarisch) bouwvlak zoals is weergegeven in het ter plaatse geldende bestemmingsplan;

  • d.

    gemeentelijk landschapsontwikkelingsplan (LOP):

    het Landschapsontwikkelingsplan+ ‘Van nieuwe naobers en brood op de plank’ inclusief werkboeken, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Montferland op 24 april 2008;

  • e.

    GNN:

    Gelders Natuurnetwerk, zoals opgenomen in de op dat moment geldende provinciale omgevingsvisie;

  • f.

    GO:

    Groene ontwikkelzone, zoals opgenomen in de op dat moment geldende provinciale omgevingsvisie;

  • g.

    hagen en heggen:

    opgaande lijnvormige landschapselementen bestaande uit loofhoutsoorten, niet zijnde vlecht-, knip- of scheerheggen;

  • h.

    herstel:

    werkzaamheden ten dienste van het compleet maken van een landschapselement;

  • i.

    poel:

    waterelement gelegen in de GO met als doeltype “kamsalamander” of waterelement dat bijdraagt aan instandhouding van de boomkikker, heikikker en kamsalamander.

4.3.2 Subsidieverdeling

  • 1.

    Voor de mogelijke subsidieverdeling geldt een subsidieplafond zoals is bepaald bij de vaststelling van het budget voor het betreffende subsidiejaar in de gemeentebegroting door de gemeenteraad.

  • 2.

    De behandeling van subsidieaanvragen geschiedt op basis van de volgorde van binnenkomst in het betreffende subsidiejaar.

  • 3.

    Indien de in de gemeentebegroting daartoe bestemde middelen dat toelaten kan het college met inachtneming van deze regeling subsidie toekennen ten behoeve van de versterking van de verscheidenheid in natuur en landschap.

  • 4.

    Indien het in lid 1 beschikbaar gestelde budget is uitgeput kan het college de aanvraag om subsidie afwijzen.

4.3.3 Subsidiabele kosten

Voor de volgende activiteiten kan subsidie worden verstrekt:

  • 1.

    De aanleg, het herstel of het uitvoeren van achterstallig onderhoud van in de regeling opgenomen (cultuurhistorische) landschapselementen;

  • 2.

    De aanleg van poelen;

  • 3.

    Het wegwerken van achterstallig onderhoud aan de volgende elementen:

    • a.

      Poelen

    • b.

      Hagen en heggen voor zover deze als identiteitsbepalend element zijn aangemerkt in het LOP

    • c.

      Lanen ouder dan 60 jaar gelegen op landgoederen

  • 4.

    Maatregelen om beleving van het landschap te vergroten, zoals kleinschalige recreatieve voorzieningen, onverharde paden en eenvoudige houten bruggetjes in openbaar toegankelijke routes wanneer de oorspronkelijke brug verdwenen is;

  • 5.

    Educatieve voorlichting gericht op onderwijs, burgerparticipatie en het vergroten van de maatschappelijke betrokkenheid bij het landschap;

  • 6.

    Aanleg van streekeigen erfbeplanting.

4.3.4 Nadere voorwaarden subsidieverlening

  • 1.

    De subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien de activiteiten als genoemd in artikel 4.3.3 passen binnen het gemeentelijk landschapsontwikkelingsplan dat bestaat uit de visie en de werkboeken, en het bestemmingsplan buitengebied.

  • 2.

    Bij activiteiten op een bos- of landgoed geldt dat het bos- of landgoed in particulier eigendom dient te zijn, ten minste 50 jaren dient te bestaan en gedurende ten minste 50 jaren duurzaam dient te opereren als een economische eenheid.

  • 3.

    Bij activiteiten op een bos- of landgoed geldt dat deze dienen te passen binnen een opgesteld toekomstplan voor het bos- of landgoed en aantoonbaar en duurzaam dienen bij te dragen aan behoud en versterking van de in dat plan opgenomen landschappelijke kernkwaliteiten.

  • 4.

    Voor nieuwe aan te leggen landschapselementen, niet zijnde heggen en hagen, geldt dat:

    • a.

      houtopstanden in principe ten minste 10 are moeten omvatten;

    • b.

      rijbeplanting, gerekend over het totaal aantal rijen, ten minste 20 bomen omvatten;

    • c.

      hoogstamfruitgaarden ten minste 15 en maximaal 50 bomen omvatten.

  • 5.

    Voor aanleg en achterstallig onderhoud van poelen geldt een minimale omvang van 3 are en ligging op een plek met grondwatertrap 3 of lager.

  • 6.

    Voor heggen en hagen geldt dat deze gelegen zijn buiten het Gelders Natuur Netwerk (GNN).

4.3.5. Niet subsidiabele kosten

Geen subsidie wordt verstrekt voor:

  • a.

    kosten die worden gemaakt voor natuurontwikkeling zoals bedoeld in het Natuurbeheerplan Gelderland;

  • b.

    activiteiten binnen de begrenzing van Rijks beschermde buitenplaatsen;

  • c.

    beplanting van tuinen;

  • d.

    kosten die gepaard gaan met aankoop of verkoop van onroerende goederen;

  • e.

    verplichte landschappelijke inpassingen, vereveningen of herplanting opgelegd door burgemeester en wethouders op basis van een bestemmingsplanwijziging of een omgevingsvergunning.

  • f.

    kosten voor planvorming, coördinatie.

4.3.6 Doelgroep

  • a.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan eigenaren en beheerders van percelen grond in het buitengebied van de gemeente Montferland niet zijnde bos- of landgoedeigenaren met een opengesteld terrein als bedoeld in de Natuurschoonwet.

  • b.

    Stichtingen met als statutaire doelstelling educatieve natuur- en landschapsvoorlichting

4.3.7 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie bedraagt maximaal 60% van de subsidiabele kosten voor activiteiten voor het wegwerken van achterstallig onderhoud, met een minimum aan subsidiabele kosten van € 500,- en een maximum subsidiebedrag van € 7.500,- per 5 jaar.

  • 2.

    De subsidie bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten voor de aanleg van landschapselementen of voor herstel van bestaande landschapselementen buiten het GO en buiten het bouwvlak, met een minimum aan subsidiabele kosten van € 500,-.

  • 3.

    De subsidie bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten voor activiteiten voor de aanleg van landschapselementen of voor herstel van bestaande landschapselementen binnen het GO en buiten het bouwvlak, met een minimum aan subsidiabele kosten van € 500,-.

  • 4.

    De subsidie voor educatieve voorlichting gericht op onderwijs, burgerparticipatie en het vergroten van de maatschappelijke betrokkenheid bij het landschap bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 1000,- per jaar.

  • 5.

    De subsidie bedraagt maximaal de kosten van het beplantingsmateriaal met een maximum van € 500,- per perceel voor de aanleg van erfbeplanting in het buitengebied.

  • 6.

    Voor de bepaling van de subsidiabele kosten geldt voor activiteiten als maatstaf het (dan geldende) Normenboek Alterra.

4.3.8 Het aanvragen van de subsidie

  • 1.

    De aanvraag om subsidie dient vóór de uitvoering van de werkzaamheden schriftelijk door middel van een subsidieaanvraagformulier bij het college te worden ingediend. De uitvoering van de werkzaamheden mag niet eerder beginnen dan nadat het college een subsidiebeschikking heeft afgegeven.

  • 2.

    Bij de aanvraag dienen ter goedkeuring te worden overlegd:

  • 3.

    Een gespecificeerde offerte met inrichtingstekening van de uit te voeren werkzaamheden uitgesplitst naar aantallen, eenheden, normen, uren, materialen;

  • 4.

    Aanvragen waarbij niet wordt voldaan aan de volgens voorgaande leden gestelde eisen of geen betrekking hebben op de subsidiabele kosten (conform artikel 4.3.3) worden geweigerd.

4.3.9 Intrekken subsidieverlening

De beschikking tot verlening van subsidie kan door het college geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken indien:

  • 1.

    Blijkt dat niet is voldaan aan de voorwaarden bij of krachtens deze regeling;

  • 2.

    Een subsidie op grond van deze regeling is toegekend of vastgesteld op grond van gegevens en gebleken is, dat deze zodanig onjuist waren, dat waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen;

  • 3.

    Niet binnen 2 jaar na de verlening de uitvoering van de werkzaamheden is afgerond;

  • 4.

    De subsidieaanvrager meldt dat de werkzaamheden geen doorgang zullen vinden.

4.3.10 Subsidievaststelling

De vaststelling en uitbetaling van de subsidie vindt plaats:

  • 1.

    Nadat de in de aanvraag aangegeven werkzaamheden schriftelijk gereed zijn gemeld onder indiening van de daarop betrekking hebbende gegevens, te weten: gespecificeerd overzicht van de werkelijk gemaakte kosten en de hieraan gerelateerde betalingsbewijzen;

  • 2.

    Nadat de op de uitgevoerde werkzaamheden betrekking hebbende rekeningen en betalingsbewijzen door of namens het college zijn gecontroleerd en akkoord bevonden;

  • 3.

    De uitgevoerde werkzaamheden waarvoor subsidie is verleend door of namens het college zijn gecontroleerd en geaccordeerd;

  • 4.

    Door overmaking op een rekening bij een in Nederland gevestigde bankinstelling ten gunste van degene aan wie subsidie is toegekend.

4.3.11 Afwijkingen

In bijzondere gevallen kan het college afwijken of ontheffing verlenen van procedurebepalingen en voorschriften van deze regeling.

Artikel 5. Intrekken oude regelingen

De subsidieregeling monumenten Montferland 2005 en de stimuleringsregeling “Thuis in Montferland worden ingetrokken op het moment dat deze subsidieregeling in werking treedt.

Artikel 6. Overgangsrecht

Aanvragen om subsidie die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze subsidieregeling, worden afgehandeld met inachtneming van de in artikel 5 ingetrokken subsidieregelingen.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2019.

Artikel 8. Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling “Woningaanpassingen, Monumenten, en Landschapselementen Montferland 2019”.

Ondertekening

Vastgesteld op: 18 december 2018

Burgemeester en wethouders van Montferland

De secretaris,

dhr. T.M.J.M. Evers

De burgemeester

Mr. P. de Baat MPM

TOELICHTING

Subsidieregeling Woningaanpassingen, Monumenten en Landschapselementen Montferland 2019

Paragraaf 4.1: “voorzieningen in woningen gericht op de verbetering van hun levensbestendigheid”

Artikel 4.1.2

Deze bepaling is van belang als weigeringsgrond indien het budget in enig jaar is uitgeput. De bevoegdheid tot verdeling van de middelen berust bij het college.

Artikel 4.1.3

In dit artikel wordt verwezen naar de maatregelen welke voor subsidie in aanmerking komen. De maatregelen mogen in zelfwerkzaamheid worden uitgevoerd maar deze kosten zijn niet subsidiabel. De maatregelen die voor subsidie in aanmerking komen staan in de maatregelenlijst Thuis in Montferland 2019.

Artikel 4.1.4

Als bewoner van 50 jaar of ouder van een woning in gemeente Montferland kunt u subsidie aanvragen voor bouwkundige en/of technologische maatregelen in de woning. Bepalend is de leeftijd van de aanvraag op het moment van indiening van de aanvraag.

Artikel 4.1.5

Dit artikel bepaalt het maximala subsidiebedrag. Als bewoner van 50 jaar of ouder van een woning in gemeente Montferland kunt u subsidie aanvragen voor bouwkundige en/of technologische maatregelen in de woning. De aanvrager kan in aanmerking komen voor een subsidie van maximaal 33% van het normbedrag van de lijst ‘Maatregenlijst Thuis in Montferland 2019’ tot een maximum van € 500,-- inclusief BTW. De subsidie wordt gegeven aan de maatregelen die op de maatregelenlijst staan. Elke maatregel heeft een normbedrag. De normbedragen zijn de kosten voor materiaal en arbeid en zijn inclusief btw. Als uw daadwerkelijk gemaakte en betaalde kosten lager zijn dan het normbedrag van de maatregelenlijst komt u in aanmerking voor een subsidie van maximaal 33% van dit lagere bedrag.

Artikel 4.1.6

Om in aanmerking te komen voor de subsidie van de gemeente Montferland dient u de volgende documenten naar de gemeente op te sturen:

  • a.

    uw persoonlijk woonadvies (Gelderse Huistest)

  • b.

    volledig ingevuld aanvraagformulier

  • c.

    originele facturen en betaalbewijs.

Een aanvraag om subsidie dient uiterlijk 3 maanden na factuurdatum bij de gemeente ingediend te zijn.

Bijlagen behorende bij deze regeling:

  • -

    Maatregelenlijst Thuis in Montferland 2019

  • -

    Aanvraagformulier subsidieregeling Thuis in Montferland 2019

Paragraaf 4.2: “het duurzaam in stand houden van cultuurhistorische waarden”

Artikel 4.2.2

Deze bepaling is van belang als weigeringsgrond indien het budget in enig jaar is uitgeput. De bevoegdheid tot verdeling van de middelen berust bij het college.

Artikel 4.2.3

In dit artikel zijn de subsidiemogelijkheden voor de concrete instandhoudingswerkzaamheden aangegeven.

De subsidiabele kosten zijn kosten die zijn gemoeid met de uitvoering van de subsidiabele werkzaamheden. Deze subsidiabele kosten bestaan uit:

Directe kosten:

De directe kosten zijn de kosten van de te verwerken goedgekeurde materialen met de daarbij behorende loonkosten. Onder directe kosten wordt ook het bouwen van een steiger en materieelkosten zoals de huur van steigermateriaal of speciemolen begrepen.

Loonkosten:

De hoogte van de uurlonen loopt sterk uiteen als gevolg van de in te zetten disciplines alsmede door het opvoeren van wisselende percentages voor improductiviteit, algemene kosten, winst en risico. Voor de hantering van deze kosten wordt aansluiting gezocht bij de gangbare normen die ook worden gehanteerd door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Artikel 4.2.4

Lid 1. Dit artikel bepaalt het maximale subsidiebedrag per kalenderjaar voor de instandhoudingskosten aan een gemeentelijk monument.

Naast de gemeentelijke subsidie, zal vanuit de gemeente ook de eventuele aanvullende provinciale subsidie verleend worden. De provincie Gelderland kan jaarlijks een aanvullend subsidiebudget aan de gemeente beschikbaar stellen. Zolang dit budget toereikend is zal aanvullende subsidie toegekend kunnen worden aan de instandhouding van gemeentelijke monumenten. Afhankelijk van het beschikbaar gestelde budget wordt een maximale percentage gehanteerd.

Lid 2. Hierin is opgenomen dat het jaarlijks abonnement op de Monumentenwacht Gelderland door de gemeente wordt vergoed. Indien de eigenaar van een gemeentelijk monument besluit om zich te abonneren op de Monumentenwacht Gelderland worden de abonnementskosten, met uitzondering van het uurloon voor de periodieke inspectie, door de gemeente vergoed. Voor informatie over de Monumentenwacht Gelderland wordt verwezen naar de site: www.monumentenwacht-gld.nl.

Artikel 4.2.5

Ondanks dat voor rijksmonumenten via het rijk subsidie- en financieringsmogelijkheden worden geboden, geldt voor de instandhouding van diverse molens een aanvullende gemeentelijke subsidiemogelijkheid.

Molens zijn van belang zijnde levende monumenten. In vergelijking met andere rijksmonumenten zijn molens de meest onderhoudsgevoelige monumenten. Daarnaast behoren molens financieel-economisch tot de minst rendabele monumenten. Uitgangspunten bij deze rijksmonumenten is primair gericht op de instandhouding van de oorspronkelijke functie. Hierdoor zijn moleneigenaren in hoge mate afhankelijk van ondersteuning bij hun onderhoud aan de molen.

Artikel 4.2.6

In dit artikel wordt aangegeven welke gegevens noodzakelijk zijn om tot een goede beoordeling van de subsidieaanvraag te komen. Deze noodzakelijke gegevens zijn ook genoemd op de subsidieaanvraagformulier.

Artikel 4.2.7

Voor de uitvoering van de onderhoudswerkzaamheden worden verwezen naar de uitvoeringsvoorschriften duurzame instandhouding cultuurhistorische waarden. Deze voorschriften zijn van belang voor het in stand houden van de historische (monumentale) vormgeving of detaillering van het gemeentelijk monument. Deze voorschriften zijn als bijlage bij de subsidieregeling gevoegd.

Met betrekking tot de in de uitvoeringsvoorschriften genoemde onderwerpen worden ook door de Monumentenwacht Gelderland informatiebladen uitgebracht. Deze informatiebladen zijn te vinden op de site van de Monumentenwacht Gelderland:

http://www.monumentenwacht-gld.nl/informatie-en-publicatie/informatiebladen-monumentenwacht/informatiebladen-onderhoud

De subsidie voor instandhoudingswerkzaamheden wordt alleen verstrekt als de verschillende werkzaamheden volgens deze uitvoeringsvoorschriften zijn uitgevoerd. Er kunnen zich situaties voordoen waarbij twijfel bestaat of een voorschrift wel of niet kan of moet worden uitgevoerd. Het kan in deze situaties onder meer gaan over het toe te passen materiaal, de toepassing van technieken, de vraag of er sprake is van wel of geen historische detaillering of vormgeving en dergelijke. In genoemde situaties van twijfel dient vóór de uitvoering van de werkzaamheden goedkeuring gevraagd te worden aan het college.

Artikel 4.2.8

In dit artikel worden redenen genoemd waarop de subsidieverlening (gedeeltelijk) kan worden ingetrokken. Een van die redenen is dat de uitvoering plaatsvindt in strijd met de uitvoeringsvoorschriften zonder vooraf verleende goedkeuring namens het college.

Artikel 4.2.9

In dit artikel wordt aangegeven wanneer en op welke wijze overgegaan wordt tot daadwerkelijke uitbetaling van de subsidies na afronding van de instandhoudingswerkzaamheden.

Artikel 4.2.10

Dit artikel bevat een hardheidsclausule waar door het college toepassing gegeven kan worden in het geval bepalingen in deze regeling aantoonbaar een onbedoeld gevolg heeft.

Bijlagen behorende bij deze regeling:

  • -

    Uitvoeringsvoorschriften gericht op het “duurzaam in stand houden van cultuurhistorische waarden”;

  • -

    Subsidieaanvraagformulier “duurzaam in stand houden van cultuurhistorische waarden”.

Paragraaf 4.3: “versterking van de verscheidenheid in natuur en landschap”

Natuur en landschap zijn het kapitaal van Gelderland en de Gelderse gemeenten. Daarom investeert de provincie samen met de gemeente(n) in een gevarieerd, aantrekkelijk en beleefbaar landschap. Met deze regels ondersteunt de gemeente samen met de provincie grondeigenaren in het buitengebied bij het planmatig realiseren van hun landschapsambities.

De regeling ondersteunt activiteiten die bijdragen aan een gevarieerder, aantrekkelijker en beleefbaarder landschap. In hoofdzaak richt de regeling zich op aanleg van nieuwe landschapselementen en herstel van bestaande landschapselementen. Achterstallig onderhoud wordt ondersteund als de activiteit bijdraagt aan de provinciale doelstelling of een provinciaal en gemeentelijk belang.

Artikelsgewijze Toelichting

Artikel 4.3.2

Deze bepaling is van belang als weigeringsgrond indien het budget in enig jaar is uitgeput. De bevoegdheid tot verdeling van de middelen berust bij het college.

Artikel 4.3.3

In dit artikel zijn de subsidiemogelijkheden voor de concrete activiteiten aangegeven.

Met achterstallig onderhoud worden omvangrijke werkzaamheden bedoeld waarvoor de eigenaar vanuit de reguliere exploitatie geen middelen kan opbrengen.

Subsidie voor aanleg van eenvoudige openbare onverharde paden is bedoeld om de toegankelijkheid en de mate waarin het landschap beleefd kan worden te vergroten. Het openbaar toegankelijk maken van het landschap is het primaire doel.

De subsidiabele kosten zijn kosten die zijn gemoeid met de uitvoering van de subsidiabele werkzaamheden. Voor de bepaling van de subsidiabele kosten wordt als maatstaf het dan geldende Normenboek van Alterra gehanteerd.

De subsidiabele kosten bestaan uit kosten voor het materiaal en menskracht.

Artikel 4.3.4, 4.3.5 en 4.3.6

Hierin is opgenomen waar aan de activiteiten moeten voldoen om in aanmerking te komen voor subsidie. Zo moeten de activiteiten onder andere passen in het gemeentelijk beleid.

Daarnaast zijn er voorwaarden opgenomen over de minimale omvang zodat deze landschapselementen onder de bescherming van de Boswet vallen.

Tuinen komen niet voor subsidie in aanmerking omdat investeringen in de kwaliteit van de groene privéruimte niet gezien wordt als een bijdrage aan het versterken van het landschap waar iedereen van kan genieten.

Artikel 4.3.7

De hoogte van de subsidie is afhankelijk van de ligging van de activiteiten.

Artikel 4.3.8

In dit artikel wordt aangegeven welke gegevens noodzakelijk zijn om tot een goede beoordeling van de subsidieaanvraag te komen. Deze noodzakelijke gegevens zijn ook genoemd op de subsidieaanvraagformulier.

Artikel 4.3.9

In dit artikel worden redenen genoemd waarop de subsidieverlening (gedeeltelijk) kan worden ingetrokken. Een van die redenen is dat de uitvoering plaatsvindt in strijd met de uitvoeringsvoorschriften zonder vooraf verleende goedkeuring namens het college.

Artikel 4.3.10

In dit artikel wordt aangegeven wanneer en op welke wijze overgegaan wordt tot daadwerkelijke uitbetaling van de subsidies na afronding van de werkzaamheden.

Artikel 4.3.11

Dit artikel bevat een hardheidsclausule waar door het college toepassing gegeven kan worden in het geval bepalingen in deze regeling aantoonbaar een onbedoeld gevolg heeft.

Bijlage behorende bij deze regeling

  • -

    Subsidieaanvraagformulier “versterking van de verscheidenheid in natuur en landschap”.