Regeling vervallen per 01-01-2021

Subsidieregeling leefbaarheidsinitiatieven Montferland 2021-2

Geldend van 01-03-2021 t/m 31-12-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-03-2021

Intitulé

Subsidieregeling leefbaarheidsinitiatieven Montferland 2021-2

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland;

Gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Montferland 2018

BESLUIT

Vast te stellen de subsidieregeling “Leefbaarheidsinitiatieven Montferland 2021-2”

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • a.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland;

  • b.

    ASV: Algemene subsidieverordening gemeente Montferland 2018;

  • c.

    Incidentele subsidie: Subsidie verstrekt voor een activiteit met een eenmalig of experimenteel karakter;

  • d.

    Jaarlijkse subsidie: Subsidie verstrekt voor activiteiten met een jaarlijks terugkerend karakter;

  • e.

    Subsidiejaar: het jaar waarin de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd worden uitgevoerd;

  • f.

    Beschikking: een schriftelijk besluit van of namens burgemeester en wethouders waarin een beslissing op de subsidieaanvraag wordt vermeld;

  • g.

    Leefbaarheid: de mate waarin de sociale en fysieke leefomgeving aansluit bij de behoeften van de bewoners;

  • h.

    leefbaarheidsinitiatief: activiteit die gericht is op de verbetering van de leefbaarheid in de gemeente Montferland;

  • i.

    Sociale Samenhang: de mate waarin inwoners een gezamenlijke identiteit of een gezamenlijk belang herkennen;

  • j.

    Organisatie: een in Montferland gevestigde rechtspersoon, ingeschreven bij de kamer van koophandel.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is alleen van toepassing op de verstrekking van subsidie door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3. Subsidiabele activiteiten

Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt voor leefbaarheidsinitiatieven die zich richten op:

  • a.

    De verbetering van de infrastructuur binnen de kern;

  • b.

    De communicatie tussen de inwoners van de kern;

  • c.

    Het verlenen van diensten aan bewoners ter voorkoming van eenzaamheid en isolement;

  • d.

    Het aanbieden van activiteiten gericht op zorg en dienstverlening aan bewoners;

  • e.

    Belangenbehartiging van de kern;

  • f.

    Activiteiten ter bevordering van de sociale samenhang in de kern.

Artikel 4. Doelgroepen

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt aan organisaties als bedoeld in artikel 1 lid j.

Artikel 5. Subsidiegrondslagen

  • 5.1. Voor activiteiten als bedoeld in artikel 3 van deze subsidieregeling kan per subsidieaanvrager een eenmalige subsidie worden verstrekt van € 1.500,- ongeacht in welke kern de activiteiten worden uitgevoerd.

  • 5.2. Voor de organisatiekosten van de in Montferland gevestigde wijk- en dorpsraden kan een jaarlijkse subsidie van € 750,00 worden verstrekt. Daarnaast kan 1 wijk- of dorpsraad per jaar een extra aanvraag indienen van € 1.000,- ten behoeve van een bijeenkomst waar alle wijk- en dorpsraden bijeen komen.

Artikel 6. Aanvragen van de subsidie

  • 6.1. Een organisatie kan eenmaal per jaar een subsidie aanvragen voor een of meer activiteiten als bedoeld in artikel 5.1. Dergelijke aanvragen kunnen worden ingediend in de periode tussen 1 januari en 1 november van het subsidiejaar.

  • 6.2. Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in het vorige lid wordt uiterlijk 8 weken voor de geplande aanvangsdatum van de activiteiten ingediend bij de gemeente. Bij de aanvraag dienen de volgende stukken te worden toegevoegd:

    • a.

      Een omschrijving van de doelstelling van de activiteit(en) waaruit blijkt dat deze bijdragen aan de leefbaarheid en de sociale samenhang in de kernen;

    • b.

      Een omschrijving van de groep waarop de activiteit zich richt;

    • c.

      Een omschrijving van de activiteit(en);

    • d.

      Een begroting waaruit blijkt dat het aannemelijk is dat met inachtneming van de gevraagde subsidie de activiteit (en) daadwerkelijk kan worden uitgevoerd.

  • 6.3. Een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 5 lid 2 wordt ingediend voor 1 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd.

  • 6.4. Subsidieaanvragen worden bij voorkeur digitaal ingediend met gebruikmaking van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

Artikel 7. Het beslissen op subsidieaanvragen.

  • 7.1. Het college neemt uiterlijk 6 weken na ontvangst van de subsidieaanvraag als bedoeld in artikel 5 lid 1 een besluit tot verlening dan wel weigering van de gevraagde subsidie.

  • 7.2. Het college neemt voor 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd een beslissing over subsidieaanvragen van de wijk- en dorpsraden als bedoeld in artikel 5 lid 2.

Artikel 8. Aanvullende Weigeringsgronden

Overeenkomstig artikel 9, tweede lid, aanhef en onder f, van de ASV kan subsidieverlening geweigerd worden als:

  • a.

    Met de activiteiten waarvoor subsidie is gevraagd is begonnen alvorens op de aanvraag is beschikt;

  • b.

    De activiteiten in belangrijke mate een politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke boodschap hebben;

  • c.

    Voor de activiteiten al op grond van een andere gemeentelijke subsidieregeling subsidie is verstrekt;

  • d.

    Het onwaarschijnlijk is dat met inachtneming van de toe te kennen subsidie de aanvraag kan worden uitgevoerd;

  • e.

    Als subsidieverlening overbodig is om de activiteiten te kunnen uitvoeren;

  • f.

    De aanvraag van subsidie bedoeld is voor de aanschaf van voedsel en dranken.

Artikel 9. Subsidieplafond

  • 9.1. Het college stelt een subsidieplafond in voor de uitvoering van deze regeling. Dit subsidieplafond geldt voor het tijdvak 1 januari t/m 31 december van ieder kalenderjaar.

  • 9.2. Het college stelt een aanvullend subsidieplafond in voor de toekenning van de subsidies in de organisatiekosten van wijk en dorpsraden (art.5.2). Ook dit subsidieplafond geldt voor het tijdvak 1 januari t/m 31 december van ieder kalenderjaar.

  • 9.3. Aanvragen worden getoetst in volgorde van ontvangst aan de hand van deze subsidieregeling. Alle aanvragen die zijn ingekomen binnen het tijdvak als bedoeld in het vorige lid en voldoen aan de bepalingen van deze subsidieregeling zullen worden gehonoreerd tot een maximaal bedrag van € 1.500,00 per aanvraag.

  • 9.4. Een organisatie kan slechts eenmaal per jaar een aanvraag om subsidie op grond van deze regeling indienen.

  • 9.5. Als een besluit tot subsidieverlening zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond als bedoeld in artikel 9.1. wordt toekenning van subsidie geweigerd voor dat deel van de gevraagde subsidie waarmee het subsidieplafond zou worden overschreden.

  • 9.6. In geval een subsidieaanvraag wordt geweigerd wegens overschrijding van het subsidieplafond wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld de aanvraag door te schuiven naar het volgende kalenderjaar.

Artikel 10. De verlening van voorschotten

Als het college op grond van artikel 9 lid 1 een besluit tot subsidieverlening heeft genomen zal de verleende subsidie volledig als voorschot worden uitbetaald.

Artikel 11. De vaststelling van de subsidie

  • 11.1. Voor activiteiten waarvoor subsidie is verleend op grond van artikel 7 lid 1 dient de aanvrager binnen 12 weken na dat de activiteiten zijn uitgevoerd een aanvraag tot subsidievaststelling in. Deze aanvraag gaat vergezeld door een verslag van de uitgevoerde activiteiten en een financiële verantwoording hiervan. Op basis hiervan stelt het college binnen zes weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling de subsidie vast, onder verrekening van eventueel verleende verschotten.

  • 11.2. De subsidie in de organisatiekosten van de wijk- en dorpsraden wordt direct verleend en vastgesteld en in het eerste kwartaal van het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd, uitbetaald.

Artikel 12. Aanvullende procesregels

Het college van burgemeester en wethouders dient zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis gesteld te worden als de activiteiten waarvoor subsidie is verleend geen doorgang kunnen vinden op de wijze zoals in de subsidieaanvraag is vermeld.

Artikel 13. Slotbepalingen

  • 13.1. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als “Subsidieregeling leefbaarheidsinitiatieven Montferland 2021-2.”

  • 13.2. De regeling treedt in werking op 1 maart 2021. Per gelijke datum wordt de subsidieregeling ondersteuning Leefbaarheidsinitiatieven Montferland 2021 ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Montferland op 2 maart 2021

Burgemeester en wethouders van Montferland,

De secretaris,

drs. M. Wagener

De burgemeester,

mr. P. de Baat MPM

Algemeen

Deze subsidieregeling heeft als doel initiatieven op het gebied van leefbaarheid binnen de gemeente Montferland te ondersteunen en bevorderen.

Aanleiding

In 2018 is eenmalig een leefbaarheidssubsidie ingesteld voor de kleine kernen. Hiervan is veelvuldig gebruik gemaakt en deze regeling heeft doorgaans ook bijgedragen aan de sociale cohesie binnen de kernen.

Mede op basis hiervan en het feit dat er initiatieven vanuit de kernen worden aangedragen, waar tot op heden geen financiële dekking voor was, is deze nieuwe regeling opgesteld.

De grootste wijzigingen ten opzichte van de voorgaande eenmalige leefbaarheidssubsidie, is dat de regeling voor alle kernen van Montferland wordt opengesteld en dat het bedrag per initiatief lager is.

Daarnaast biedt de regeling mogelijkheid tot jaarlijkse vergoeding van vergader- en onkosten van de wijk- en dorpsraden.

Artikelsgewijze toelichting

Art. 1 Begripsbepalingen

In dit artikel zijn de begrippen die in deze regeling worden gehanteerd nader gedefinieerd.

Art. 2 Toepassingsbereik

In artikel 2 wordt aangegeven dat deze subsidieregeling uitsluitend van toepassing is op de verstrekking van subsidies voor activiteiten die nader zijn aangeduid in artikel 3. Voor andere activiteiten gelden weer andere subsidieregelingen. De gemeente heeft per 1 januari 2021 inclusief de voorliggende regeling 9 subsidieregelingen. De subsidieregeling leefbaarheidsinitiatieven Montferland 2019 is met ingang van 1 januari 2021 ingetrokken. De voorliggende regeling kan worden gezien als vervanger van deze regeling.

Art. 3 Subsidiabele activiteiten

Dit artikel bevat een opsomming van de verschillende categorieën waarin de subsidiabele activiteiten kunnen worden ingedeeld. Er is bewust voor gekozen om de activiteiten zelf niet te benoemen. Leefbaarheid heeft te maken met de sociale en de fysieke leefomgeving. Met de vaststelling van deze regeling wil de gemeente ondersteuning van een breed scala aan activiteiten mogelijk maken.

Art. 4 Doelgroepen

Er is voor gekozen dat subsidie uitsluitend kan worden aangevraagd door in Montferland gevestigde rechtspersonen. Natuurlijke personen komen dus niet in aanmerking voor vertrekking van subsidie op grond van deze regeling. Deze keus is gemaakt vanwege het feit dat de hiermee de verantwoording van de verleende subsidie wordt neergelegd bij het bestuur van de rechtspersoon en niet bij een individu. Hiermee wordt de rechtmatige besteding van verleende subsidies bevorderd.

Ook is gekozen voor in Montferland ingeschreven rechtspersonen om het lokale karakter van de regeling te benadrukken

Bij de uitvoering van de regeling wordt geen rangordening per kern aangebracht. Aanvragen kunnen worden ingediend door rechtspersonen afkomstig uit de gehele gemeente.

Art. 5 Subsidiegrondslagen

In dit artikel wordt de hoogte aangegeven van de subsidies t.b.v. de in artikel 3 vermelde subsidiabele activiteiten. Voor incidentele subsidies als bedoeld in artikel 5 lid 1 wordt een subsidie van maximaal € 1.500,00 per aanvraag verstrekt. De subsidie kan ook op een lager bedrag worden vastgesteld als blijkt dat hiermee de subsidiabele activiteit kan worden uitgevoerd.

Voor de organisatiekosten van de wijk- en dorpsraden (art 5 lid 2) is een vaste waarderingsgrondslag van € 750,00 per organisatie opgenomen in de regeling. Dit is een jaarlijkse subsidie.

Art. 6 Het aanvragen van subsidie

Ook bij het aanvragen van subsidie wordt onderscheid gemaakt tussen activiteiten als bedoeld in artikel 5.1 (incidentele activiteiten) en artikel 5.2. (jaarlijkse subsidie in de organisatiekosten van de wijk- en dorpsraden). Een subsidieaanvraag voor incidentele activiteiten dient uiterlijk 8 weken voor het geplande tijdstip van uitvoering bij de gemeente te worden ingediend. Deze termijn is nodig om voor aanvang van de activiteit te kunnen beschikken op de aanvraag. Aangegeven is welke informatie moet worden aangeleverd bij de subsidieaanvraag. Er wordt naar gestreefd voor dit type aanvragen een digitaal aanvraagformulier beschikbaar te stellen.

In het subsidiejaar kan een aanvrager slechts eenmaal een aanvraag indienen. Ook als negatief op de subsidieaanvraag zou worden beschikt kan de aanvrager niet opnieuw een aanvraag indienen. Wel is het mogelijk om de bestaande aanvraag aan te vullen of te verduidelijken. Wij gaan ervan uit dat aanvragers op een verzoek van de gemeente om verduidelijking c.q. aanvulling van hun subsidieaanvraag terstond reageren. Als aanvragers op dit punt in gebreke zijn kan de gemeente niet garanderen dat uiterlijk twee weken voor aanvang van de geplande activiteit de beschikking kan worden verzonden. In dat geval zal de behandeling van de aanvraag voor 4 weken worden verdaagd. Als de gemeente dan nog niet beschikt over de gevraagde aanvullende informatie zal de subsidieaanvraag worden afgewezen.

Aanvragen om subsidies als bedoeld in artikel 5.2. worden ingediend voor 1 november van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar. Voor de jaarlijkse bijdrage in de organisatiekosten van de wijk- en dorpsraden wordt een simpele aanvraagprocedure ingeregeld op basis waarvan deze bijdrage direct kan worden vastgesteld en uitbetaald. Verantwoording achteraf van de uitgaven wordt niet gevraagd.

Art. 7 De beschikking op subsidieaanvragen

De beschikking kan inhouden dat de subsidie wordt geweigerd dan wel dat de subsidie wordt verleend. Zo nodig worden specifieke voorwaarden aan de subsidieverlening verbonden. Voor in incidentele subsidies geldt dat de beschikking uiterlijk twee weken voor aanvang van de geplande activiteit wordt verzonden. Voor periodieke subsidie gebeurt dit voor aanvang van het subsidiejaar.

Art. 8 Weigeringsgronden

Op een subsidieaanvraag wordt negatief beschikt (wordt subsidie geweigerd) als:

  • a.

    De activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet passen in de omschrijving hiervan in artikel 3 van deze subsidieregeling;

  • b.

    Eén van de aanvullende weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 8 aanwezig is;

  • c.

    Als honorering van de aanvraag zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond als bedoeld in artikel 9;

  • d.

    De aanvraag van subsidie bedoeld is voor de aanschaf van voedsel en dranken;

Art. 9 subsidieplafond

Jaarlijks stelt de gemeenteraad bij de vaststelling van de gemeentebegroting het budget vast voor de uitvoering van deze subsidieregeling. De hoogte van dit budget wordt het subsidieplafond genoemd. Na vaststelling van het subsidieplafond wordt dit op de gebruikelijke wijze gepubliceerd. Dat betekent dat aanvragen om subsidie voor activiteiten -ook als deze activiteiten in principe subsidiabel zijn- worden geweigerd als toekenning zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond. Aanvragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst. Het aanvragen van incidentele subsidies als bedoeld in artikel 5.1 is mogelijk vanaf 1 januari van het subsidiejaar. Het budgetplafond voor het jaar 2021 is vastgesteld op € 15.000,00 voor toekenning van subsidies op grond van artikel 5.1. en € 11.000 voor toekenning van subsidies als bedoeld in artikel 5.2.

Aanvragen om subsidies als bedoeld in artikel 5.2. worden ingediend voor 1 november van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar.

Artikel 10 De verlening van voorschotten

Als wordt besloten een subsidie te verlenen als bedoeld in artikel 5.1. zal deze subsidie direct na verzending van de beschikking volledig als voorschot worden uitbetaald. Subsidie als bedoeld in artikel 5.2. worden direct vastgesteld en uitbetaald. Voor deze subsidie wordt geen verantwoordingsverslag gevraagd.

Artikel 11. De vaststelling van de subsidie

Voor subsidies die zijn verleend op grond van artikel 5.1 geldt dat binnen 12 weken na afloop van de uitgevoerde activiteiten de aanvrager een financiële verantwoording en een inhoudelijk verslag van de uitgevoerde activiteiten bij de gemeente indient. Op basis hiervan wordt de subsidie definitief vastgesteld, onder verrekening van de verleende voorschotten. Dat betekent dat als de subsidie op een lager bedrag wordt vastgesteld dan in het besluit tot subsidieverlening is vermeld, het verleende voorschot geheel of gedeeltelijk aan de gemeente moet worden terugbetaald. Lager vaststellen van de definitieve subsidie is mogelijk als de activiteiten niet of niet volledig overeenkomstig de subsidieaanvraag binnen het subsidiejaar hebben plaatsgevonden.

Artikel 12 Aanvullende procesregels

Als wordt overwogen een subsidieaanvraag in te dienen wordt aanbevolen hierover contact op te nemen met de behandelend medewerker van de gemeente. In ieder geval dient direct melding te worden gemaakt van het voornemen om een al ingediende subsidieaanvraag te wijzigen of in te trekken. Als na een besluit tot verlening van subsidie blijkt dat de activiteit niet of niet volledig kan worden uitgevoerd dient hierover onverwijld contact te worden opgenomen met de behandelend medewerker van de gemeente en wordt het verleende voorschot per omgaande terug gestort. Deze budgetruimte kan dan worden gebruikt om subsidie toe te kennen voor activiteiten waarvoor subsidie op grond van het budgetplafond is geweigerd.

Subsidieregister

Alle besluiten tot subsidieverlening en subsidievaststelling die worden genomen op basis van deze subsidieregeling worden geregistreerd in het gemeentelijk subsidieregister. Dit register staat op de website van de gemeente en is dus voor een ieder te raadplegen.