Regeling vervallen per 01-01-2020

Toelating tot de schuldhulpverlening

Geldend van 01-07-2012 t/m 31-12-2019

Intitulé

Toelating tot de schuldhulpverlening

Artikel

Toelating tot de schuldhulpverlening

Artikel 1         Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.         college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montfoort;

b.         inwoner: ingezetene die op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie

persoonsgegevens bij de gemeente Montfoort gemeente is ingeschreven;

c.         schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht

op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke

persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de

toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg;

d.         verzoeker: persoon die zich tot het college heeft gewend voor schuldhulpverlening.

 

Artikel 2         Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Alle inwoners van de gemeente Montfoort van 18 jaar en ouder, met uitzondering van zelfstandig ondernemers, kunnen zich tot het college wenden voor schuldhulpverlening.

 

Artikel 3         Aanbod schuldhulpverlening

  • 1.

    Het college verleent aan verzoeker schuldhulpverlening indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht. De aanvraag wordt getoetst aan de uitgangspunten zoals de afgelopen twee jaar gebruikelijk zijn geweest en het toekomstige vast te stellen  beleidsplan schuldhulpverlening.  Indien de noodzaak niet aanwezig wordt geacht door het college, kan een aanvraag worden geweigerd.

  • 2.

    De vorm waarin de gemeente schuldhulpverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan dus per situatie verschillen. De factoren die een rol kunnen spelen zijn:

a.   zwaarte c.q. omvang van de schulden;

b.   psycho-sociale  situatie;

c.   houding en gedrag van verzoeker;

d.   een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening.

 

Artikel 4         Verplichtingen

  • 1.

    Verzoeker doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject.

  • 2.

    Verzoeker is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende de aanvraagperiode en tijdens het schuldhulpverleningstraject.

De medewerking bestaat onder andere uit:

a.   het nakomen van afspraken;

b.   geen nieuwe schulden aangaan;

c.   het zich houden aan de bepalingen van de schuldregelingsovereenkomst.

 

Artikel 5         Weigeren - beëindigen - hersteltermijn

  • 1.

    Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, leden 1 en 2, kan het college besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen.

  • 2.

    Alvorens, ingevolge lid 1 te besluiten tot weigering dan wel beëindiging, wordt verzoeker eenmaal een redelijke hersteltermijn geboden om alsnog, binnen de gestelde termijn, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken.

 

Artikel 6         Beëindiginggronden

 

Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het college besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening indien:

a.         de schuldenaar niet langer voldoet aan het bepaalde onder artikel 2;

b.         het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;

c.         de schuldenaar zijn beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken ter delging van zijn

schulden;

d.         op grond van - zo later is gebleken - onjuiste gegevens schuldhulpverlening aan

betrokkene is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was

geweest bij het college, een andere beslissing zou zijn genomen;

e.         belanghebbende zich ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die

voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject, misdraagt;

f.          de schuldenaar in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de schulden

zelfstandig te beheren;

g.         de geboden hulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de schuldenaar,

niet (langer) passend is.

 

Artikel  7        Recidive - hernieuwde aanvraag

a.         Indien minder dan 2 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend, door verzoeker een traject schuldregeling succesvol is doorlopen (minnelijk en wettelijk), wordt een aanvraag schuldhulpverlening geweigerd met uitzondering van de quick scan en eenmalig advies.

b.         Indien minder dan 1 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend een

-  traject schuldregeling tussentijds is beëindigd (minnelijk en wettelijk);

- ingevolge artikel 5 lid 1 een traject schuldhulpverlening is geweigerd of beëindigd wegens schending van verplichtingen zoals omschreven in artikel 4 leden 1 en 2 of

- schuldhulpverlening is beëindigd op grond van artikel 6 sub c, d of e,

wordt een aanvraag schuldhulpverlening geweigerd met uitzondering van de producten quick scan en eenmalig advies.

c.         Indien minder dan 6 maanden voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is

ingediend, een aanvraag tot schuldhulpverlening door verzoeker is ingetrokken.

wordt een aanvraag schuldhulpverlening geweigerd met uitzondering van de producten quick scan en eenmalig advies.

 

Artikel 8         Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1.

    Het college kan in zeer bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.

  • 2.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorzien, beslist het college.

 

 

Artikel 9         Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van  1 juli 2012 en wordt aangehaald als de regeling "Toelating tot de schuldhulpverlening".

 

 

Toelichting op  Toelating, recidive en het opleggen van verplichtingen inzake schuldhulpverlening

Inleiding  algemeen

Op1 juli 2012 treedt de wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking. Deze wet stelt een aantal verplichtingen voor de gemeenten. Een aantal artikelen wordt  later ingevoerd. Deze betreffen het invoeren van een moratorium en een basisbankrekening.

Er wordt gewerkt aan een beleidsplan. Deze wordt bij voorkeur gezamenlijk met de gemeenten die deelnemen in Het nieuwe Werkbedrijf opgesteld. Na de zomer van 2012 is daarover meer helderheid.

Met ingang van 1 juli 2012 is er noodzaak en behoefte aan heldere spelregels: de inwoner moet weten   wat de voorwaarden zijn voor toelating tot de schuldhulpverlening en waaraan hij zich dient te houden en de gemeente op haar beurt weet welke verplichtingen zij mogen opleggen en wanneer zij de toegang tot de schuldhulpverlening kan weigeren of beëindigen.

Hierbij speelt mee dat de gemeentelijke schuldhulpverleningspraktijk vanaf het moment dat de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking treedt (1 juli 2012) onder het regime van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) komt te vallen. Op dat moment is het dus van belang om regels m.b.t. toelating tot de schuldhulpverlening, het opleggen van verplichtingen en het weigeren van hulp in een juridisch vat te hebben gegoten. Vandaar dat er voor wordt gekozen om voordat het beleidsplan wordt opgesteld, beleidsregels vast te stellen.

Artikel 1.        Begripsbepalingen

Dit artikel is gebaseerd op artikel 1 van het wetsvoorstel Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

Artikel 2.        Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Schuldhulpverlening staat in beginsel open voor alle inwoners van Montfoort van 18 jaar en ouder. Een uitzondering op deze brede toegankelijkheid wordt gevormd door zelfstandig ondernemers. Zij kunnen geen beroep doen op gemeentelijke schuldhulpverlening.

Wel staat schuldhulpverlening open aan natuurlijke personen die (o.a.) schulden hebben in verband met de liquidatie van een onderneming mits de onderneming is beëindigd.

Artikel 3.        Aanbod schuldhulpverlening

In lid 1 is aangegeven dat het college schuldhulpverlening verleent indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht. Op deze manier wordt enerzijds recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid. Daar waar de inwoner in staat moet worden geacht om de (dreigende) schuldenproblematiek zelf aan te pakken en te regelen, kan schuldhulpverlening achterwege blijven. Anderzijds wordt middels dit lid, evenals lid 2, recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt dat schuldhulpverlening selectief en gericht ingezet dient te worden. Daar waar sprake is van een schuldenpakket dat zich niet laat regelen in combinatie met een onregelbare verzoeker, kan een aanvraag worden geweigerd.

Lid 2:

Dit artikel toont de kern van schuldhulpverlening nieuwe stijl: een gerichte en selectieve toepassing van schuldhulpverlening. Het gaat om maatwerk. De inzet van producten kan per situatie verschillen. In lid 2 van dit artikel worden vier  factoren genoemd die bepalen in welke mate de gemeente één of meerdere producten schuldhulpverlening aanbiedt:

a.         zwaarte c.q. omvang van de schulden;

b.         psycho-sociale  situatie;

c.         houding en gedrag van de aanvrager;

d.         een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening.

Ten aanzien van het bepaalde in de leden 1 en 2 kunnen in de toekomst nadere regels worden gesteld: tot het moment dat die regels er zijn, zal op basis van het maatwerkprincipe zoals neergelegd in dit artikel in combinatie met algemene beginselen van behoorlijk bestuur, besluitvorming plaatsvinden.

Artikel 4.        Verplichtingen en gevolgen schending daarvan

Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de hulpvrager voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om tijdig de benodigde informatie te geven (lid 1) en medewerking te verlening (lid 2). Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject.

Wat betreft de verplichting tot medewerking is in lid 2 een aantal verplichtingen benoemd. Dit is geen limitatieve opsomming.

Artikel 5.        Weigeren - beëindigen - hersteltermijn

Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, leden 1 en 2, kan het college besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen. Alvorens dat te doen wordt, conform lid 2, verzoeker eenmaal een termijn geboden om alsnog, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan verzoeker wordt gesteld is in dit artikel bewust niet benoemd. De termijn dient een redelijke te zijn. Wat redelijk is, hangt samen met het type verplichting.

Komt verzoeker ook gedurende de herstelperiode zijn verplichting niet na, dan kan het college besluiten tot weigering of beëindiging van de schuldhulpverlening. In het kader van eigen verantwoordelijkheid wordt een eenmalige hersteltermijn voldoende geacht.

Artikel 5 is geformuleerd als een zogenaamde "kan"-bepaling. Het college heeft de bevoegdheid tot weigering of beëindiging, maar niet de verplichting. Dit geeft het college met name ruimte om van een weigering of beëindiging af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

Artikel 6.        Beëindiginggronden

In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden beëindigd. Het artikel laat sowieso de werking van artikel 5 onaangetast.

Van de zeven  gronden zoals benoemd, verdienen de gronden onder f. en g. bijzondere aandacht. Daar waar Montfoort wil staan voor een selectieve en gerichte toepassing van schuldhulpverlening, kan dat betekenen dat schuldhulpverlening wordt beëindigd indien de vorm van hulpverlening niet langer aansluit bij de persoonlijke omstandigheden van de schuldenaar. In dat opzicht is er een duidelijk link met artikel 3 lid 2 van deze beleidsregels.

 

Artikel 7.        Recidive - hernieuwde aanvraag

Wat betreft de bevoegdheid tot weigering van een aanbod schuldhulpverlening in relatie tot eerdere trajecten / contacten schuldhulpverlening, zijn in dit artikel regels gesteld.

Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid, wordt een nadrukkelijke grens gesteld aan het kunnen doen van hernieuwde aanvragen. Dit artikel gaat evenwel niet alleen over eigen verantwoordelijkheid. Dit artikel gaat ook over prioriteitstelling: keuzes tot al dan niet toelaten tot de schuldhulpverlening dienen mede te worden gemaakt tegen de organisatorische achtergrond van beschikbare formatie en tijd.

Bij het gebruik van artikel 7 en dus de vraag wanneer welk type hulpverlening wordt geweigerd, is het van belang om de in artikel 7 genoemde begrippen / producten goed te onderscheiden.

  • Schuldhulpverlening is een breed begrip en omvat alle producten zoals de gemeente Montfoort die kent.

  • Een traject schuldregeling is één van de producten, maar kan ook betrekking hebben op een schuldregeling ingevolge de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (Wsnp).

De huidige producten schuldhulpverlening staan in het actuele contract dat de gemeente Montfoort heeft met Plangroep.

Bij het bepalen of een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening telt de verleende schuldhulpverlening c.q. de contacten daaromtrent vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels ook mee.

De beleidsvrijheid zoals aan de gemeente gegeven om een recidivebepaling op te nemen, ontslaat de gemeente niet van de verplichting om, daar waar een onevenredige situatie ontstaat voor de burger, af te wijken van het bepaalde van artikel 7 indien nodig (ingevolge artikel 8: de hardheidsclausule). Uitgangspunt is en blijft het bepaalde in artikel 7.

 

Artikel 8.        Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

Dit artikel geeft ruimte aan het college om in bijzondere (lid 1) c.q. onvoorziene (lid 2) gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze regeling.

Artikel 9.        Inwerkingtreding

Een dag na de bekendmaking vindt inwerkingtreding plaats.