Regeling vervallen per 01-01-2016

De Algemene Subsidieverordening Gemeente Montfoort 2013

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2015

Intitulé

De Algemene Subsidieverordening Gemeente Montfoort 2013

De Raad van de gemeente Montfoort,

gelet op artikel 108 en artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 4.23 van de Algemene Wet Bestuurs­recht;

B E S L U I T :

vast te stellen de “Algemene Subsidieverordening Gemeente Montfoort 2013”.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

De wet: de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

Subsidie: de aanspraak op financiële middelen als bedoeld in artikel 4.21 Awb.

Budgetsubsidie: subsidie welke voor een tijdvak van vier jaar wordt verleend aan instel­lingen die voor de gemeente gelden als basisvoorzieningen en die beroeps­krachten in dienst hebben en waarbij een uitvoeringsovereenkomst met de instelling wordt afgesloten.

Beroepskracht: een persoon die als werknemer in loondienst is bij het bestuur van een instel­ling, dat optreedt als werkgever. Er is sprake van een arbeidsverhou­ding.

Bestemmingsreserves: reserves waaraan een bestemming gekoppeld is die aansluit bij de doel­stellingen van de instelling.

Bijzondere

Subsidieregelingen: een subsidie voor in het subsidiebeleid bepaalde specifieke activiteiten. Voor deze activiteiten gelden niet de algemene subsidiabele criteria voor subsidieverlening.

Subsidieovereenkomst: een overeenkomst ter uitvoering van een besluit tot subsidieverlening tussen burgemeester en wethouders en de subsidieontvanger waarin afspra­ken zijn opgenomen met betrekking tot producten, prestaties en activiteiten die worden uitgevoerd in relatie tot het subsidiebedrag dat voor een vast­gesteld tijdvak is verleend.

Meerjarige subsidie: een subsidie met een min of meer structureel karakter.

Incidentele subsidie: een subsidie voor activiteiten of projecten met een eenmalig karakter.

Instelling: een organisatie met rechtspersoonlijkheid die zich ten doel stelt zonder winstoogmerk activiteiten te verrichten ten behoeve van de ingezetenen van de gemeente Montfoort.

Kalenderjaar: het jaar waarop de subsidie betrekking heeft, lopende van 1 januari tot en met 31 december.

Subsidiejaarplan: een overzicht van alle subsidieaanvragen in een bepaald jaar waarin een gemotiveerd voorstel wordt gedaan over de toekenning van de gevraagde subsidies en de effecten van de subsidies in de praktijk.

Subsidieplafond: het bedrag per taakgebied dat als subsidie in de door de gemeenteraad vast­gestelde gemeentebegroting is opgenomen.

Algemeen belang: de politiek-bestuurlijke beleidsdoelstellingen om activiteiten te stimuleren en te ondersteunen en mogelijk te maken, die een bepaald positief maat­schappelijk effect hebben.

Vrije reserves: reserves zonder bestemming.

Waarderingssubsidie: een subsidie tot € 1.000,- met min of meer een structureel karakter.

Artikel 2. Rechtspersoonlijkheid

1) Subsidie kan slechts worden verleend aan rechtspersonen.

2) In bijzondere gevallen kan het college of de raad subsidie verlenen aan instellingen zonder vol­ledige rechtspersoonlijkheid of aan natuurlijke personen.

Artikel 3. Reikwijdte

1) Deze verordening maakt deel uit van het door de raad vastgestelde subsidiebeleid van de gemeente Montfoort voor de periode 2013-2017.

2) Deze verordening is van toepassing op de subsidiëring van alle activiteiten die door aanvragers in het gemeenlijk belang worden uitgevoerd en waarvoor geen andere gemeentelijke subsidie­verordening geldt.

3) Deze verordening is niet van toepassing op geldelijke bijdragen aan gemeenschappelijke rege­lingen waaraan de gemeente deelneemt.

Artikel 4. Algemene eisen

1) De activiteiten van de aanvrager dienen open te staan voor alle personen, zonder onderscheid naar afkomst, levensovertuiging, sekse of seksuele geaardheid.

2) De activiteiten van de aanvrager mogen op geen enkele wijze strijdig zijn met de internationale verdragen op de rechten van de mens.

3) Subsidiëring van activiteiten vindt niet plaats indien de instelling zelf in de kosten daarvan kan voorzien.

4) Subsidiëring van activiteiten vindt in ieder geval niet plaats als de activiteiten naar de mening van college of raad niet vallen onder het algemeen belang.

5) De subsidieontvanger, waarop artikel 6 van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens van toepassing is, is verplicht om de inkomensgrens zoals bedoeld in het eerste lid van dat artikel als bezoldigingsmaximum in acht te nemen. Indien voor een sector een hoger bezoldigingsmaximum is afgesproken tussen de sector en de minister, dan geldt dit maximum.

6) Indien de subsidieontvanger de in het vorige lid bedoelde verplichting niet nakomt, kan het in de verleningsbeschikking genoemde subsidiebedrag bij de subsidievaststelling worden verminderd. De vermindering is gelijk aan het bedrag van de overschrijding van de geldende inkomensgrens in het kalenderjaar waarop de verleningsbeschikking betrekking heeft.

Artikel 5. Inhoudelijk beleid

De gemeenteraad stelt per taakgebied de beleidsdoelstellingen vast waarin wordt bepaald welke activiteiten voor subsidie in aanmerking komen en welke voorwaarden voor subsidiëring van toe­passing zijn.

Artikel 6. Verantwoordelijkheden college en raad

1) Het college is verantwoordelijk voor de uitvoering van deze verordening. Het college stelt jaar­lijks het subsidiejaarplan op en legt dit voor aan de gemeenteraad.

2) De raad stelt het subsidiejaarplan vast in de jaarlijkse begrotingsraad na het Raadsforum Samenleving te hebben gehoord.

Artikel 7. Subsidieplafond

1) Het subsidieplafond wordt jaarlijks via de gemeentebegroting door de gemeenteraad vast­gesteld.

2) Indien het subsidieplafond dreigt te worden overschreden geeft het college bij de voorlopige verdeling van het beschikbare budget die aanvragen voorrang waarvan de inwilliging in ver­gelijking met andere aanvragen naar verwachting:

  • 1.

    van meer belang is voor de geformuleerde beleidsdoelstellingen;

  • 2.

    meer bijdraagt aan de verwezenlijking van het doel van de subsidie.

3) De gevraagde subsidie wordt geweigerd indien verlening ervan leidt tot overschrijding van het door de gemeenteraad vaststelde subsidieplafond.

Hoofdstuk 2 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 8. Algemeen

1) De subsidieontvanger moet in principe zijn/haar activiteiten beschikbaar stellen c.q. openstellen voor alle inwoners of specifieke doelgroepen van de gemeente.

2) Uit de begroting moet blijken dat zij met inbegrip van de gemeentelijke subsidie over voldoende middelen beschikt om de gestelde doeleinden te verwezenlijken.

3) De subsidieontvanger dient aan te tonen dat ook andere financieringsbronnen zijn onderzocht. Dit criterium geldt niet voor de bijzondere subsidieregelingen.

Artikel 9. Indiening

1) Een eerste aanvraag voor de subsidieverlening van budgetsubsidie, een aanvraag voor meer­jarige subsidie en een aanvraag voor waarderingssubsidie dienen voor 1 april van het jaar voor­afgaand aan het subsidiejaar bij het college te worden ingediend.

2) De subsidieaanvrager kan in geval van bijzondere omstandigheden uitstel vragen van de genoemde termijnen. De subsidieaanvrager dient uiterlijk twee weken voor de termijn een schriftelijk verzoek in bij het college voor uitstel van de genoemde termijnen. Het college heeft de mogelijkheid om in geval van bijzondere omstandigheid uitstel te geven van een redelijk termijn.

3) Aanvragen die weliswaar op tijd maar onvolledig zijn worden teruggestuurd naar de aanvrager. Deze krijgt een termijn van twee weken waarbinnen hij/zij de aanvraag volledig kan indienen.

4) Een aanvraag voor een incidentele subsidie en een bijzondere subsidie dient één maand voor de aanvang van de activiteiten bij het college te worden ingediend.

Artikel 10. Aanvraag

1) Bij een aanvraag voor een meerjarige subsidie of een eerste aanvraag voor budgetsubsidie dient gebruik gemaakt te worden van het daarvoor bestemde aanvraagformulier. De volgende bijlagen dienen meegestuurd te worden:

  • 1.

    het activiteitenplan

  • 2.

    de begroting

  • 3.

    de balans

  • 4.

    de jaarrekening

  • 5.

    het jaarverslag

2) Het activiteitenplan (artikel 10 lid 1 onder a) hoeft niet ingediend te worden, indien geen subsidie wordt aangevraagd voor een of meerdere activiteiten.

3) Bij een aanvraag voor een waarderingssubsidie dient gebruik gemaakt te worden voor het daarvoor bestemde aanvraagformulier. De volgende bijlagen dienen meegestuurd te worden:

  • 1.

    begroting

  • 2.

    jaarrekening

4) Bij een aanvraag voor een incidentele subsidie dient een activiteitenplan en een begroting te worden meegestuurd.

Artikel 11. Tussentijdse rapportage

In de budgetsubsidieovereenkomst zijn afspraken vastgelegd over tussentijdse rapportage. Indien deze afspraken niet zijn vastgelegd, zijn aanvragers die een budgetsubsidie ontvangen verplicht om jaarlijks voor 1 april verslag uit te brengen omtrent de voortgang van de activiteiten. Hiertoe dienen zij een begroting, jaarrekening, jaarverslag en balans te overleggen.

Artikel 12. Toestemmingsvereisten

De subsidieontvanger van een budgetsubsidie behoeft de toestemming van het college voor de vol­gende rechtshandelingen:

  • 1.

    Het oprichten dan wel deelnemen in een rechtspersoon.

  • 2.

    Het wijzigen van de statuten.

  • 3.

    Het in eigendom verwerven, het vervreemden of het bezwaren van registergoederen, indien zij mede zijn verworven door middel van subsidiegelden, dan wel de lasten daarvoor mede worden bekostigd uit subsidiegelden.

  • 4.

    Het aangaan en beëindigen van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bewaring van registergoederen of tot huur, verhuur of pacht daarvan, indien deze goederen geheel of gedeel­telijk zijn verworven door middel van de subsidie dan wel de uitgaven daarvoor mede zijn bekostigd uit de subsidie.

  • 5.

    Het aangaan van kredietovereenkomsten en van overeenkomsten van geldlening.

  • 6.

    Het aangaan van overeenkomsten waarbij de subsidieontvanger zich verbindt tot zekerheids­stelling met inbegrip van zekerheidsstelling voor schulden van derden of waarbij hij/zij zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt of zich voor een derde sterk maakt.

  • 7.

    Het ontbinden van de rechtspersoon.

  • 8.

    Het doen van aangifte tot zijn faillissement of het aanvragen van zijn surséance van betaling.

Artikel 13. Controle

1) Het college is bevoegd om controle uit te oefenen op de betrouwbaarheid van de overgelegde stukken. De administratie van de instelling dient zodanig ingericht te zijn dat deze controle op eenvoudige wijze mogelijk is.

2) De instelling is verplicht om de door het college aangewezen persoon inzage te geven in de boeken en andere zakelijke bescheiden.

Hoofdstuk 3 Subsidieaanvraag en subsidieverstrekking

Artikel 14. Toetsingskaders

1) Aan de hand van de verordening wordt getoetst of de aanvraag voldoet aan de gestelde vereisten voor de vorm en informatie.

2) Aan de hand van het geldende subsidiebeleid wordt getoetst op inhoudelijke relevantie.

3) Aan de hand van de door de raad vastgestelde subsidieplafonds wordt getoetst op beschikbare budgetten.

Artikel 15. Subsidievormen en procedures voor de verstrekking

1) De gemeente Montfoort hanteert de zes volgende subsidievormen:

  • 1.

    incidentele subsidies

  • 2.

    waarderingssubsidies

  • 3.

    meerjarige subsidies

  • 4.

    budgetsubsidies

  • 5.

    jubileumsubsidies

  • 6.

    bijzonder subsidieregelingen

2) Subsidieverstrekking vindt plaats via de zogenaamde korte of lange procedure. In het subsidie­beleid en subsidiejaarplan worden aangegeven of de lange of de korte procedure wordt gevolgd.

  • 1.

    De lange procedure met afrekening: Bij de lange procedure wordt op de aanvraag eerst een beschikking tot subsidieverlening afgegeven. Deze beschikking biedt nog geen aanspraak op betaling maar de subsidie wordt bij voorschot beschikbaar gesteld. Na afloop van de activi­teiten en het tijdvak waarin ze plaats hebben gevonden dient de subsidieaanvrager een aan­vraag tot subsidievaststelling in. Op basis van deze aanvraag wordt een beschikking tot subsidievaststelling afgegeven. Deze beschikking geeft aanspraak op uitbetaling.

  • 2.

    De korte procedure zonder afrekening: Met de subsidieverstrekking volgens de korte proce­dure is één beschikking gemoeid. Op basis van de aanvraag wordt direct een beschik­king tot subsidievaststelling afgegeven. Deze beschikking geeft ook aanspraak op uitbetaling en behoeft niet te worden afgerekend.

3) Ongeacht het toepassen van de korte of lange procedure is de subsidieontvanger verplicht tot het indienen van een jaarrekening en begroting. Bij de ontvangst van een meerjarige subsidie en een budgetsubsidie, is de subsidieontvanger verplicht om daarnaast een jaarverslag, balans en activiteitenplan in te dienen. Voor ontvangst van een bijzondere subsidie geldt de verplichting tot het indienen van een jaarrekening, een begroting, jaarverslag, balans en een activiteitenplan niet.

4) De betreffende stukken dienen te worden ingediend voor 1 april van het jaar volgend op het jaar waarover subsidie is genoten.

5) Het college verstrekt de subsidie in voorschotten die later dienen te worden afgerekend bij de subsidievaststelling.

Artikel 16. Incidentele subsidies

1) Incidentele subsidies worden slechts één keer verstrekt voor een activiteit of project. Dit kan ook worden aangewend voor een startsubsidie. Wanneer de activiteiten structureel worden kan meerjarige subsidie of waarderingssubsidie worden aangevraagd.

2) Bij de verstrekking van de subsidie worden de beleidsregels gehanteerd die door de raad zijn vastgesteld in de nota Subsidiebeleid gemeente Montfoort.

Artikel 17. Meerjarige subsidies, waarderingssubsidies en budgetsubsidies

1) Meerjarig subsidies, waarderingssubsidies en budgetsubsidies worden per boekjaar verstrekt.

2) Bij de verstrekking van de subsidie worden de beleidsregels gehanteerd die door de raad zijn vastgesteld in de nota Subsidiebeleid gemeente Montfoort.

Artikel 18. Inspraak

1) De subsidieaanvragen voor een bepaald jaar worden door het college verzameld in het subsidie­jaarplan.

2) Dit plan wordt na het informeren van het Raadsforum Samenleving in conceptvorm ter kennis gebracht van de aanvragers.

3) Het college geeft minimaal zes weken de gelegenheid tot het indienen van een schriftelijke ziens­wijze tegen het voorgenomen subsidiebesluit.

4) Het college stelt de raad voor in te stemmen met het subsidiejaarplan. De zienswijzen van de instellingen worden betrokken bij het raadsvoorstel.

5) De raad neemt een besluit over het beschikbaar stellen van de subsidiegelden na het Raadsforum Samenleving te hebben gehoord. De instellingen kunnen hun zienswijze mondeling toelichten in de vergadering van het Raadsforum Samenleving.

Artikel 19. Jubileumsubsidies

1) Jubileumsubsidies worden verstrekt bij een bestaan van 10, 25, 50, 75 en 100-jarig bestaan.

2) 10 jaar € 100,-

25 jaar € 150,-

50 jaar € 150,-

75 jaar € 150,-

100 jaar € 175,-

3) Bij de verstrekking van de subsidie worden de beleidsregels gehanteerd die door de raad zijn vastgesteld in de nota Subsidiebeleid gemeente Montfoort.

Artikel 20. Bijzondere subsidieregelingen

  • 1.

    Bijzondere subsidies worden verstrekt voor activiteiten vastgelegd in het subsidiebeleid.

  • 2.

    De subsidiering van de legeskosten voor een collectevergunning, APV-vergunning en evenementenvergunning bedraagt 100%.

  • 3.

    De subsidiering van het commercieel huurtarief bedraagt het verschil tussen het commercieel en het gesubsidieerd huurtarief.

Artikel 21. Bekendmaking subsidie

1) Het college maakt de beslissing op een jaarlijks terugkerende subsidie voor 1 januari van het subsidiejaar bekend aan de aanvrager.

2) Het college maakt de beslissing op een incidentele subsidie en een bijzondere subsidie uiterlijk binnen zes weken na indie­ning van de aanvraag bekend aan de aanvrager.

3) In de subsidiebeschikking staat:

  • 1.

    op grond van welke doelstellingen de subsidie is toegekend;

  • 2.

    welke criteria van toepassing zijn;

  • 3.

    een omschrijving van de activiteiten, eventueel uitgewerkt in een overeenkomst;

  • 4.

    op welke wijze de subsidie is berekend en hoe deze wordt uitbetaald.

Artikel 22. Subsidiebeleid

1) De subsidiëring wordt gebaseerd op het subsidiebeleid. Dit wordt door eens in de vier jaar door de gemeenteraad vastgesteld. Hierin wordt tenminste opgenomen:

  • 1.

    doelstellingen van de subsidie;

  • 2.

    de te realiseren activiteiten en prestaties die bijdragen tot de realisatie van de beleidsdoelstel­ling;

  • 3.

    de criteria;

  • 4.

    beleidsregels ten aanzien van de procedure.

  • 5.

    eventueel nadere bepalingen ten aanzien van andere inkomsten, activiteiten en dergelijke.

2) Het college is belast met de uitvoering van het subsidiebeleid.

3) Tussentijdse wijzigingen worden door de gemeenteraad vastgesteld.

Artikel 23. Budgetsubsidieovereenkomsten

1) Bij een budgetsubsidieovereenkomst wordt ter uitwerking van een subsidieverleningsbesluit een uitvoeringsovereenkomst tussen het college en de subsidieontvanger afgesloten. Per overeen­komst worden specifieke bepalingen opgenomen. Het college is belast met de beschikkingen en afrekeningen van de budgetsubsidieovereenkomsten.

2) Budgetsubsidieovereenkomsten kunnen voor een periode van maximaal vier jaar worden afge­sloten. Eventueel kan de overeenkomst daarna telkens stilzwijgend voor een jaar worden ver­lengd.

3) De inhoud van de overeenkomst vloeit voort uit het door de raad vastgestelde subsidiebeleid en kan slechts tussentijds gewijzigd worden op aanbeveling van en/of kennisname van de raad.

Hoofdstuk 4 Weigeringsgronden

Artikel 24. Weigeringsgronden

1) De subsidieverstrekking kan naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de Awb genoemde geval­len worden geweigerd als er gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat:

  • 1.

    de activiteiten van de aanvrager niet gericht zijn op de gemeente of niet aanwijsbaar ten goede komen aan ingezetenen van de gemeente;

  • 2.

    de gelden niet of in onvoldoende mate besteed worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

  • 3.

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten ontplooit die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

  • 4.

    de subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente;

  • 5.

    de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende middelen beschikt of kan beschikken om de kosten van de activiteiten te betalen.

2) Vrije reserves mogen tot €4.000,- vrij gevormd worden. De omvang van de vrije reserves vanaf €4.000,- die een rechtspersoon mag hebben bedraagt cumulatief maxi­maal niet meer dan 20% van de jaarlijkse subsidie. Het college kan dit bedrag hoger of lager vaststellen als naar hun oordeel voldoende is aangetoond dat dit noodzakelijk is. Bestemmingsreserves mogen vrij gevormd worden, mits een investeringsplan is overlegd aan het college.

Hoofdstuk 5 Subsidievaststelling

Artikel 25. Afrekening van de subsidie

1) Bij het volgen van de lange procedure is de subsidieontvanger verplicht voor 1 april van het jaar volgend op het jaar waarover subsidie is genoten bij het college de bescheiden in te dienen die noodzakelijk zijn voor de vaststelling en afrekening van de subsidie.

2) Subsidies gebaseerd op begrote gegevens of percentages worden afgerekend op werkelijke gegevens of percentages.

3) Het college maakt de beslissing over de afrekening bekend aan de aanvrager voor 1 juli van het jaar waarin de aanvraag voor subsidievaststelling is ingediend.

4) Wanneer de subsidievaststelling niet vooraf is gegaan door een beschikking tot subsidie­verlening is de subsidieontvanger evenwel verplicht de bescheiden ter informatie in te dienen.

Deze gegevens worden betrokken bij een volgende subsidievaststelling.

5) Bij een incidentele subsidiebeschikking waarbij de subsidie € 1.000,- of meer bedraagt dienen de rekening en verantwoording binnen 13 weken na afloop van de activiteiten te worden overlegd aan het college.

6) Het college maakt de beslissing over de afrekening van een incidentele beschikking binnen acht weken bekend aan de aanvrager. Incidentele subsidies tot € 1.000,- worden niet afgerekend.

7) Indien de gegevens die nodig zijn voor het afrekenen van de subsidie ontbreken of onvolledig zijn dan wordt de subsidie ambtshalve vastgesteld.

Hoofdstuk 6 Subsidiebetaling

Artikel 26. Uitbetaling van de subsidie

1) Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de subsidievaststelling betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.

2) Het subsidiebedrag wordt uitbetaald overeenkomstig de in de subsidiebeschikking opgenomen termijnen.

3) In de beschikking kan worden opgenomen dat het subsidiebedrag in gedeelten wordt uitbetaald. In de beschikking wordt aangegeven hoe de gedeelten zijn berekend en op welke tijdstippen zij worden betaald.

Hoofdstuk 7 Intrekking, wijziging en beëindiging

Artikel 27. Intrekking, wijziging en beëindiging

Zolang de subsidie niet is vastgesteld kan het college de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen indien:

  • 1.

    de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden;

  • 2.

    de subsidieontvanger heeft gehandeld in strijd met de aan de subsidie verbonden verplich­tingen;

  • 3.

    de instelling onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking zou hebben geleid;

  • 4.

    de subsidie op basis van artikel 21 onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten.

Hoofdstuk 8 Overige bepalingen

Artikel 28. Verzekeringen

Een subsidieontvanger is verplicht om een verzekering af te sluiten tegen wettelijke aansprakelijk­heid. Daarnaast dient hij/zij de eventuele roerende en onroerende zaken behoorlijk te verzekeren en verzekerd te houden tegen schade door brand en eventuele andere risico’s.

Artikel 29. Ontheffing

Het college kan in individuele en uitzonderlijke gevallen voor één of meer verplichtingen van deze verordening ontheffing verlenen.

Artikel 30. Hardheidsclausule

1) In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, waarin zij tot onredelijkheid leidt of waarin zij leidt tot situaties waarmee geen aanwijsbaar belang is gediend kan het college van het bepaalde in deze verordening afwijken ten gunste van de aanvrager.

2) In alle andere gevallen beslist de raad gehoord hebbende het Raadsforum Samenleving.

Artikel 31. Slotbepaling

Deze verordening kan worden aangehaald als “De Algemene Subsidieverordening Gemeente Montfoort 2013”.

Artikel 32. Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking op en wordt voor het eerst toegepast op de subsidie­verstrekking voor het jaar 2015, waarvoor de voorbereidingen plaatsvinden gedurende het jaar 2014.

De Algemene Subsidieverordening Gemeente Montfoort, vastgesteld op 12 december 2011 vervalt op 1 januari 2014.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
de raad van de gemeente Montfoort, gehouden
op 27 mei 2013.
De griffier, De voorzitter,