Regeling vervallen per 21-07-2020

Beleidsregel artikel 13b Opiumwet

Geldend van 23-07-2014 t/m 20-07-2020

Intitulé

Beleidsregel artikel 13b Opiumwet

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

Beleidsregels artikel 13b Opiumwet

De burgemeester van Montfoort;

Gelet op de artikelen 13b Opiumwet, en 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

Inleiding:

Onlangs is in de gemeente Montfoort door de politie een inzet gedaan wegens ernstig vermoeden van drugshandel in georganiseerd verband. Nu gebleken is dat georganiseerde drugshandel zich ook uitstrekt tot bedrijven en eventueel woningen in Montfoort is het, mede gelet op de totstandkoming van de bevoegdheid tot sluiting van panden krachtens artikel 13b van de Opiumwet, wenselijk beleid te formuleren ten aanzien van de toepassing van deze bevoegdheid.

Artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet geeft de burgemeester de bevoegdheid om bestuursdwang toe te passen indien in woningen of lokalen danwel in, op of bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst l of II wordt verkocht, vervaardigd, verwerkt, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is;

Het verdient aanbeveling een beleidsregel vast te stellen omtrent de toepassing van bestuursdwang op basis van artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet ter bevordering van de rechtsgelijkheid en de rechtszekerheid;

Besluit vast te stellen de volgende:

‘Beleidsregels artikel 13b Opiumwet Montfoort 2014

Deze beleidsregels zijn bedoeld voor de bevoegdheid tot het sluiten van woningen of lokalen door de burgemeester bij vervaardiging, verwerking, verkoop, aflevering of verstrekking dan wel aanwezig zijn van drugs vanuit woningen of al dan niet voor publiek toegankelijke lokalen en daarbij behorende erven.

Aanpak drugspanden Montfoort

Vanuit het oogpunt van openbare orde en veiligheid, het beschermen van het woon- en leefklimaat en de volksgezondheid treedt de gemeente Montfoortstreng op tegen vervaardiging, verwerking, verkoop, aflevering, verstrekking dan wel aanwezig zijn van drugs. Om de effecten op de veiligheid en leefbaarheid aan te pakken kan de gemeente Montfoortgebruik maken van de instrumenten uit de Wet Victoria, de Wet Damocles en de Wet Victor.

  • -

    Artikel 174a Gemeentewet (Wet Victoria) geeft de burgemeester mogelijkheid om een woning of lokaal te sluiten wegens verstoring van de openbare orde of ernstige vrees daarvoor indien er sprake is van illegale verkoop van drugs. Er zijn echter panden van waaruit in drugs wordt gehandeld zonder dat dit voor verstoring van de openbare orde zorgt. Daar voorziet artikel 13b Opiumwet in.

  • -

    Artikel 13b Opiumwet (Wet Damocles) stelt de burgemeester in de mogelijkheid om bestuurlijk te handhaven tegen verkooppunten van drugs vanuit woningen of lokalen dan wel in of op bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I of II wordt vervaardigd, verwerkt, verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is. Het aantonen van overlast is geen voorwaarde bij het toepassen van artikel 13b Opiumwet.

  • -

    Art. 14 Woningwet (Wet Victor) regelt het na-traject na sluiting van een pand en maakt het mogelijk om het beheer van een pand over te nemen (artikel 14 Woningwet) en daarna eventueel te onteigenen (artikel 77 Onteigeningswet).

Met de invoering van het vernieuwde artikel 13b Opiumwet per november 2007 kunnen alle drugspanden aangepakt worden, dus ook woningen. De burgemeester kan bestuursdwang toepassen als drugs wordt vervaardigd, verwerkt, verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is, vanuit woningen of lokalen en daarbij behorende erven. Het aantonen van overlast is geen voorwaarde bij het toepassen van artikel 13b Opiumwet; de toepassing van artikel 13b Opiumwet kan wel leiden tot vermindering van overlast.

Het is vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State om de zinsnede ‘daartoe aanwezig is’ in artikel 13b lid 1 Opiumwet zo uit te leggen dat de burgemeester al bevoegd is om een voor publiek toegankelijk lokaal op grond van de enkele aanwezigheid van een handelshoeveelheid drugs te sluiten. In dat geval hoeft de handel in drugs niet te zijn vastgesteld.

Afbakening en afstemming

Deze beleidsregels zijn van toepassing op de uitoefening door de burgemeester van de in artikel 13b Opiumwet neergelegde bevoegdheid tot het sluiten van woningen door de burgemeester bij vervaardiging, verwerking, verkoop, aflevering of verstrekking dan wel aanwezig zijn van drugs, ten aanzien van:

  • -

    voor publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven;

  • -

    niet voor publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven en;

  • -

    woningen en bijbehorende erven.

Deze beleidsregels zijn niet van toepassing voor zover het coffeeshops betreft.

Tweesporenbeleid: strafrechtelijk én bestuursrechtelijk

Bij de aanpak van handel, in het bezit zijn van en het gebruik van drugs worden naast

strafrechtelijke maatregelen ook bestuursrechtelijke maatregelen ingezet (tweesporenbeleid).

Strafrechtelijke sancties richten zich op de bij de verkoop betrokken personen. Het beëindigen of het opheffen van de illegale verkooppunten wordt daarmee niet per definitie bereikt. Bestuursrechtelijke maatregelen richten zich op bij overtreding van de Opiumwet betrokken woningen of lokalen, waardoor beëindigen of het opheffen van de illegale situatie kan worden bereikt.

Het moment van inbeslagname van drugs en het effectueren van de bestuursrechtelijke maatregelen kan enige tijd uit elkaar liggen, nu de eisen van zorgvuldigheid bij het toepassen van bestuursdwang in acht genomen moeten worden. Dit betekent niet dat er na inbeslagname geen reden meer is bestuursrechtelijke maatregelen, zoals een last onder bestuursdwang, op te leggen.

De burgemeester is bevoegd

De bevoegdheid van de burgemeester tot toepassen van artikel 13b Opiumwet betreft een discretionaire bevoegdheid. Dat wil zeggen dat deze bevoegdheid gebruikt wordt na een belangenafweging. In deze beleidsregel wordt vastgelegd op welke wijze de burgemeester met zijn discretionaire bevoegdheid om gaat. Het kan zijn dat zich omstandigheden voordoen waarin het volgen van het beleid onredelijke gevolgen heeft. In die gevallen kan de burgemeester gemotiveerd afzien van het toepassen van bestuursdwang.

Last onder bestuursdwang

Het opleggen van een last onder bestuursdwang op basis van artikel 13b Opiumwet is nader uitgewerkt in de Algemene wet bestuursrecht, artikel 5.3, en is een herstelsanctie. Het opleggen van een last onder bestuursdwang betreft het herstellen in een normale toestand door het ongedaan maken, beëindigen of voorkomen van de overtreding.

Bij het opleggen van een last onder bestuursdwang wordt een termijn gegeven waarbinnen de overtreder de woning of het lokaal kan ontruimen en sluiten. De termijn is gesteld op 48 uur om de ontruiming uit te voeren en de handel te stoppen. Indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd, zal de burgemeester overgaan tot feitelijk handelen door te ontruimen en sluiten. Door zelf uitvoering te geven aan de last onder bestuursdwang kan de overtreder slechts voorkomen dat de burgemeester feitelijke bestuursdwang toepast. De sluitingsbevoegdheid wordt niet aangetast. De sluiting is feitelijk van aard, en brengt met zich mee dat de woning of lokaal door niemand mag worden betreden.

In de gemeente Montfoort wordt ervoor gekozen in principe het gehele pand (woning of lokaal) te sluiten, omdat zo direct een einde wordt gemaakt aan de illegale situatie. Een eventuele uitzondering wordt gemaakt in geval van kamerverhuur. Tevens wordt door sluiting bekendheid van het pand in het drugscircuit doorbroken. Gezien de effecten op het openbare leven van de handel in en het gebruik van drugs vanuit een pand geniet feitelijk handelen de voorkeur boven het opleggen van een last onder dwangsom.

Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (WKPB)

Het besluit tot sluiting van een woning of lokaal op grond van artikel 13b Opiumwet wordt geregistreerd en gepubliceerd in de zin van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (WKPB). Het WKPB-register houdt deze publiekrechtelijke beperking betreffende de onroerende zaak bij. Indien de sluiting wordt opgeheven, wordt dit ook aangepast in het WKPB-register.

Natraject

Na afloop van de sluitingstermijn vindt in overleg met de eigenaar en bewoners een overdracht van de woning of het lokaal plaats. Is er ernstige vrees voor herhaling van de verstoring van de openbare orde dan komt het betreffende pand in aanmerking voor een verlenging van de duur van de sluiting. De betrokkenen worden bij mogelijke verlenging opnieuw gehoord.

Een andere mogelijkheid is het opleggen van een preventieve last onder dwangsom indien de gerechtvaardigde vrees op herhaling bestaat.

Soms is sluiting niet voldoende en zijn aanvullende maatregelen nodig om de leefbaarheid rond het gesloten pand te herstellen. De Wet Victor regelt het na traject van onder andere een sluiting op grond van artikel 13b Opiumwet. De Wet Victor maakt het mogelijk om het beheer van een pand over te nemen (artikel 14 Woningwet) en daarna eventueel te onteigenen (artikel 77 Onteigeningswet). Het besluit tot beheer wordt genomen door het college van burgemeester en wethouders.

HANDHAVINGSARRANGEMENT

Hard- dan wel softdrugs in een handelshoeveelheid in een al dan niet voor het publiek toegankelijk lokaal (niet zijnde een woning):

Politie

Openbaar Ministerie

Gemeente

1e overtreding

1.Constatering overtreding

2.Opmaken PV

3.Melding aan burgemeester + toesturen bestuurlijke rapportage.

Vervolging.

Sluiting voor een periode van 6 maanden.

2e overtreding binnen 5 jaar

1.Constatering

2.Opmaken PV

3.Melding aan burgemeester + toesturen bestuurlijke rapportage.

Vervolging

Sluiting voor een periode van 12 maanden.

3e overtreding binnen 5 jaar

1.Constatering

2.Opmaken PV

3.Melding burgemeester + toesturen bestuurlijke rapportage.

Vervolging

Sluiting voor onbepaalde tijd.

Drugs in een handelshoeveelheid in een woning:

Politie

Openbaar Ministerie

Gemeente

1e overtreding

1.Constatering

2.Opmaken PV

3.Melding aan burgemeester + toesturen bestuurlijke rapportage

Vervolging

Sluiting voor een periode van 6 maanden.

2e overtreding binnen een periode van 5 jaar

1.Constatering overtreding

2.Opmaken PV

3.Melding aan burgemeester + toesturen bestuurlijke rapportage.

Vervolging

Sluiting voor een periode van 9 maanden.

3e overtreding binnen een periode van 5 jaar.

1.Constatering overtreding

2.Opmaken PV

3.Melding aan burgemeester + toesturen bestuurlijke rapportage.

Vervolging

Sluiting voor een periode van een jaar.

4e overtreding binnen een periode van 5 jaar.

1.Constatering overtreding

2.Opmaken PV

3.Melding aan burgemeester + toesturen bestuurlijke rapportage.

Vervolging

Sluiting voor onbepaalde tijd.

Deze beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking.

Aldus vastgesteld op 12 juni 2014,

De burgemeester van Montfoort,

E.L. Jansen BA