Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR373335
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR373335/1
Regeling bestuurlijke boete BRP
Geldend van 04-08-2015 t/m heden
Intitulé
Regeling bestuurlijke boete BRPHet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montfoort;
Gelet op de artikelen 1.1, 2.38, 2.39, 2.40 lid 5, 2.43 tot en met 2.47, 2.50, 2.51, 2.52 en 4.17 van de Wet basisregistratie personen (Wet BRP).
Overwegende dat het noodzakelijk is een beleidsregel in te stellen om personen te kunnen verbaliseren indien zij de verplichtingen die voortvloeien uit de wet basisregistratiepersonen niet uitvoeren.
Besluit vast te stellen
Regeling bestuurlijke boete burgerzaken
Artikel 1 Hoogte bestuurlijke boete
Er kunnen twee boetes opgelegd worden:
- 1.
Standaardboete van 200 euro.
- 2.
Maximale boete van 325 euro. De maximale boete wordt opgelegd bij overtreding van
verplichtingen die te maken hebben met migratie (o.a. vestiging, adreswijziging envertrek). Daarbij spelen de volgende criteria een rol:
a) het is aannemelijk dat de verplichting bewust niet is nagekomen
b) het gaat om de gelegenheid, als bedoeld in artikel 4.17 onder b Wet BRP
c) er is sprake van recidive
Artikel 2 Procedure
- 1.
Het college constateert dat de burger mogelijk een verplichting in de zin van de wet BRPovertreedt, waarvoor de bestuurlijke boete kan worden opgelegd.
- 2.
Het college stuurt aan de burger een brief waarin wordt gewezen op zijn verplichting. Inde brief is opgenomen:
a) de termijn waarbinnen alsnog de verplichting moet zijn vervuld;
b) een clausule, die vermeldt dat als de burger niet aan deverplichting voldoet, hemeen bestuurlijke boete kan worden opgelegd.
Als het college tijdens een gesprek ter plaatse of in persoon aan de balie of tijdens eentelefoongesprek van de burger hoort dat hij niet aan de verplichting wil voldoen, dan kan er ookeen boeterapport opgesteld worden.
- 3.
De burger voldoet niet binnen de gestelde termijn aan de verplichting.
- 4.
Gaat het om een verplichting op het terrein van aangifte van vestiging, adreswijziging ofvertrek: Ga verder naar stap 5.
Gaat het om een de verplichting tot het overleggen van documenten waaraan gegevens over deidentiteit, de burgerlijke staat en nationaliteit moeten worden ontleend, de verplichting om inpersoon te verschijnen of het verstrekken informatie: Ga verder naar stap 9.
- 5.
Er is een onderzoekdossier waaruit blijkt wat de aanleiding is van het onderzoek en welkestappen in dit onderzoek gezet zijn. De brief waarbij de burger gewezen wordt op zijnverplichting met vermelding van de bestuurlijke boete (zie stap 2) maakt deel uit van/ isterug te vinden in dit dossier.
- 6.
Het college stuurt een voornemen dat er een ambtshalve beslissing genomen wordt overhet opnemen van persoonsgegevens wanneer de burger niet alsnog binnen in deze briefgestelde termijn de verplichting vervuld.
In het voornemen is een clausule opgenomen dat de bestuurlijke boete wordt opgelegd bijgelegenheid van die ambtshalve beslissing.
- 7.
De burger reageert niet binnen de gestelde termijn op de voornemenbrief en doet geen aangifte.
- 8.
Het college stuurt de burger twee besluiten.
a) Het besluit tot ambtshalve opname van persoonsgegevens i.v.m. de vestiging,adreswijziging of vertrek.
b) Het besluit tot het opleggen van de bestuurlijke boete.
Elk besluit is gemotiveerd en tevens is vermeld dat er bezwaar gemaakt kan worden. Dezetwee besluiten kunnen in één brief worden meegedeeld of in twee afzonderlijke brieven. Indien debesluiten in één brief worden meegedeeld, is het wel van belang dat in de brief duidelijk staat dat erafzonderlijk bezwaar gemaakt kan worden tegen de ambtshalve beslissing en tegen debestuurlijke boete. Het bezwaar moet binnen 6 weken na verzending van het besluit wordeningediend.
- 9.
Na de herhaalde oproep om documenten te overleggen, in persoon teverschijnen of om informatie te geven, heeft de burger niet binnen de gestelde termijn gereageerd.
- 10.
Het college stuurt de burger binnen 15 werkdagen een brief waarin het besluit wordt meegedeeld dat aan de burger een bestuurlijke boete wordt opgelegd. Het besluit is gemotiveerd en tevens isvermeld dat er tegen het besluit bezwaar gemaakt kan worden. Het bezwaar moet binnen6 weken na verzending van het besluit worden ingediend.
- 11.
Na een afwijzende beslissing van bezwaar kan de burger binnen 6 weken beroep indienen bij de sector Bestuursrecht van de rechtbank Utrecht.
- 12.
De inning van de boete wordt opgeschort totdat de bezwaartermijn is verstreken dan welwanneer er over het bezwaar of eventueel beroep is besloten en de bezwaar- enberoepstermijn is verstreken.
- 13.
Als geen bezwaar of beroep meer open staat, start het college de inningsprocedure.
Artikel 3 Afzien van het opleggen van een bestuurlijke boete
Het college kan in een aantal situaties afzien van het opleggen van een boete:
- 1.
er is sprake van zeer dringende redenen;
- 2.
de gedraging valt de burger helemaal niet te verwijten;
- 3.
voor de gedraging is al een boete via het strafrecht opgelegd;
- 4.
de gedraging is verjaard;
- 5.
de overtreder is overleden.
Artikel 4 Matiging
- 1.
Het college kan besluiten om de bestuurlijke boete te matigen, indien de belanghebbendeaannemelijk maakt dat op grond van
a) de ernst van de overtreding,
b) de mate van verwijtbaarheid,
c) de omstandigheden waaronder de overtreding is begaan of
d) de omstandigheden waarin de overtreder verkeert, het opleggen van een boetevolgens deze Beleidsregels onevenredig is.
- 2.
Van een situatie als bedoeld in het vorige lid kan in beginsel slechts sprake zijn, indiensprake is van bijzondere omstandigheden waarin bij de vaststelling van dezeBeleidsregels niet is voorzien.
Artikel 5 Aan wie kan de bestuurlijke boete opgelegd worden
De bestuurlijke boete wordt opgelegd aan de overtreder.
De bestuurlijke boete kan ook worden opgelegd aan de juridische vertegenwoordigers vanminderjarigen tot 16 jaar.
Artikel 6 Samenloop
De totale bij boetebeschikking op te leggen boete bestaat, ingeval er sprake is van meerdereovertredingen, uit de som van de per overtreding berekende boetebedragen.
Artikel 7 Citeertitel
Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels Bestuurlijke boete BRP”.
Ondertekening
Overtreding |
Bestuurlijke boete |
Migratie |
|
artikel 2.38: vestiging uit buitenland |
Lid 1: betrokkene weigert aangifte te doen € 325,- |
Lid 2: betrokkene weigert het adres binnen de gemeente Montfoort te overleggen € 325,- |
|
Lid 4: betrokkene weigert aangifte te doen na wijziging status als bedoeld in art. 2.6 Wet BRP € 325,- |
|
artikel 2.39: adreswijziging |
Lid 1: betrokkene weigert aangifte te doen van de nieuwe verblijfplaats binnen Nederland € 325,- |
Artikel 2.47: inlichtingen verstrekken |
Indien betrokkene weigert inlichtingen te verstrekken over een mogelijke adreswijziging € 325,- |
Briefadres |
|
Artikel 2.39: adreswijziging |
Lid 3: betrokkene geeft briefadres op terwijl er sprake is van een woonadres € 325,- |
Artikel 2.45: het briefadres |
Lid 4: de briefadresgever weigert informatie te verstrekken over de briefadreshouder € 200,- |
Bij recidive € 325,- |
|
Brondocumenten |
|
Artikel 2.38: vestiging uit buitenland |
Lid 3: betrokkene weigert documenten te overleggen betreffende zijn burgerlijke staat of nationaliteit, indien noodzakelijk voorzien van legalisaties en vertaling door een beëdigd vertaler. € 200,- |
Artikel 2.44: Overleggen wijzigingen in het buitenland |
betrokkene weigert documenten te overleggen betreffende zijn burgerlijke staat of nationaliteit, welke zich buiten Nederland hebben voorgedaan, indien noodzakelijk voorzien van legalisaties en vertaling door een beëdigd vertaler. € 200,- |
Artikel 2.46: verstrekken documenten op verzoek |
betrokkene weigert documenten te overleggen betreffende zijn burgerlijke staat of nationaliteit wanneer hierom verzocht wordt, indien noodzakelijk € 200,- voorzien van legalisaties en vertaling door een beëdigd vertaler. |
Artikel 2.51: verstrekken documenten bij overlijden in buitenland |
De echtgenoot, de geregistreerde partner of andere nabestaande tot en met de tweede graad van een ingezetene die in het buitenland is overleden weigert inlichtingen over dit overlijden te verstrekken indien hierom verzocht wordt. € 200,- |
Artikel 2.52: overleggen identiteitsdocumenten |
Lid 1: Betrokkene weigert een document te overleggen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht. € 200,- |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl