Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2020. (Verordening Lijkbezorgingsrechten 2020)

Geldend van 18-12-2019 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2020. (Verordening Lijkbezorgingsrechten 2020)

De raad van de gemeente Montfoort;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2019, zaaknummer 759001;

Gelet op artikel 229 eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet.

BESLUIT:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2020. (Verordening Lijkbezorgingsrechten 2020)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

begraafplaats: de algemene begraafplaats gelegen aan de Julianalaan, de Rooms Katholieke begraafplaats gelegen aan de Lodewijkstraat en de begraafplaats De Stuivenberg gelegen aan Bovenkerkweg;

eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon contractueel het uitsluitend recht is verleend tot:

het doen begraven en begraven houden van maximaal twee lijken;

het doen bijzetten en bijgezet houden van een asbus met of zonder urn;

algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van maximaal twee lijken;

eigen urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van maximaal twee asbussen met of zonder urnen;

algemeen urnennis: een nis bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van maximaal twee asbussen met of zonder urnen;

eigen urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van maximaal twee asbussen met of zonder urnen; urnengraven bestaan in de categorie "groot" en "klein";

asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

grafbedekking: staand gedenkteken en liggend gedenkteken of afdekplaat.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruikmaakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Met betrekking tot de rechten genoemd in de hoofdstukken 1, 2 en 6 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt geheven.

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten, als bedoeld in hoofdstuk 7 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag.

De overige rechten van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld

De rechten, als bedoeld in hoofdstuk 7 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 7 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in hoofdstuk 7 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 7 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 8 Termijnen van betaling

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de in artikel 6, lid 1 vermelde rechten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de in artikel 6, lid twee, vermelde rechten moeten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

De ‘verordening Lijkbezorgingsrechten 2019’ wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van deze verordening.

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

Deze verordening wordt aangehaald als de 'Verordening Lijkbezorgingsrechten 2020'.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Montfoort, gehouden op

9 december 2019.

de griffier, drs. M. Lucassen

de voorzitter, mr. P.J. van Hartskamp- de Jong

Bijlage 1 Tarieventabel behorende bij de verordening Lijkbezorgingsrechten 2020.

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten eigen graven, eigen urnennissen en eigen urnengraven

(inclusief onderhoud begraafplaats)

Hoofdstuk 2 Geven van gelegenheid tot het begraven in algemene graven (inclusief onderhoud begraafplaats)

Hoofdstuk 3 Begraven

Hoofdstuk 4 Bijzetten van asbussen en urnen

Hoofdstuk 5 Grafbedekking

Hoofdstuk 6 Onderhoud van reeds uitgegeven graven

Hoofdstuk 7 Opgraven

  • Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten eigen graven, eigen urnennissen en eigen urnengraven (inclusief onderhoud begraafplaats)

    1.1

    Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een eigen graf voor een

    periode van 10 jaar wordt geheven:

    € 1.414,35

    1.2

    Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een eigen urnennis voor

    een periode van 20 jaar wordt geheven:

    € 727,15

    1.3.1

    Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een “klein” eigen urnengraf

    Voor een periode van 20 jaar wordt geheven

    € 727,15

    1.3.2

    Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een “groot” eigen urnengraf

    Voor een periode van 20 jaar wordt geheven

    € 1.414,35

    1.4

    Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een kindergraf voor een

    periode van 20 jaar wordt geheven

    € 1.414,35

    1.5 .1

    Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1 met 5 jaren

    wordt geheven

    € 707,65

    1.5.2

    Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1 met 10 jaren

    wordt geheven

    € 1.414,35

    1.6

    Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.2 met 10 jaren

    wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven

    voor het verlenen van het uitsluitend recht.

    € 363,60

    1.7

    Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3.1 met 10 jaren

    wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven

    voor het verlenen van het uitsluitend recht.

    € 363,60

    1.8

    Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3.2 met 10 jaren

    wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven

    voor het verlenen van het uitsluitend recht.

    € 707,70

    1.9

    Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.4 met 10 jaren

    wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven

    voor het verlenen van het uitsluitend recht.

    € 707,70

 

  • Hoofdstuk 2 Geven van gelegenheid tot het begraven in algemene graven

    (inclusief onderhoud begraafplaats)

    2.1

    Voor het geven van gelegenheid tot het doen begraven in een algemeen graf

    voor een periode van 10 jaren wordt geheven

    € 707,70

 

  • Hoofdstuk 3 Begraven

    3.1

    Voor het begraven van een lijk van een persoon van 6 jaar of ouder wordt geheven

    € 707,70

    3.2

    Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 6 jaar wordt geheven

    € 166,45

 

  • Hoofdstuk 4 Bijzetten van asbussen en urnen

    4.1

    Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:

     

    4.1.1

    in een eigen urnennis

    € 165,45

    4.1.2

    in een eigen urnengraf

    € 165,45

    4.1.3

    in een eigen graf

    € 165,45

 

  • Hoofdstuk 5 Grafbedekking

    5.1

    Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of

    vernieuwen van een grafbedekking wordt geheven

    € 101,15

 

  • Hoofdstuk 6 Onderhoud van reeds uitgegeven graven

    Vervallen

 

  • Hoofdstuk 7 Opgraven

    7.1

    Voor het op verzoek tussentijds ruimen van een lijk wordt geheven

    (Voor het ruimen na afloop van het recht worden geen extra rechten geheven)

     

    € 672,40

    7.2

    Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in hetzelfde graf wordt geheven

    € 672,40

    7.3

    Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven

    € 1.342,70

    7.4

    Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf op een andere

    begraafplaats wordt geheven

    € 1.342,70

 
 
 
 
 
 
 
 

Behorende bij raadsbesluit van 9 december 2019

 
 
 
 
 
 
 

de griffier van de gemeente Montfoort,

 
 
 
 
 
 
 

  

Drs. M. Lucassen