Algemeen delegatiebesluit 2006

Ondertekening

ALGEMENE TOELICHTING

Inleiding

De gemeente Mook en Middelaar kende tot dusver geen delegatiebesluit waarin alle gedelegeerde bevoegdheden zijn opgenomen. Hetzelfde gold tot juli 2005 voor de mandaatbesluiten. In 2005 is een algemeen mandaatbesluit door het college vastgesteld. In aansluiting hierop ligt nu een delegatiebesluit voor, waarin alle ‘losse’ gedelegeerde besluiten zijn opgenomen. Een andere belangrijke reden is de volgende. Op 7 maart 2002 is de Wet dualisering gemeentebestuur in werking getreden. Kern van deze wet is de ontvlechting van de raad en het college. Op 8 maart j.l. is in feite de tweede stap gezet in het dualiseringsproces op lokaal niveau. Op laatstgenoemde datum is namelijk de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden in werking getreden. Deze strekt ertoe de bevoegdheidsverdeling in medebewindswetgeving in overeenstemming te brengen met de uitgangspunten van de Wet dualisering gemeentebestuur. In feite betekent dit dat in een groot aantal bijzondere wetten, waaronder de Wegenwet , Archiefwet, Onteigeningswet, Wet op de lijkbezorging e.a. bevoegdheden van de raad naar het college zijn overgegaan.

Om in één oogopslag duidelijk te krijgen welke bevoegdheden niet op grond van voornoemde wetten zijn overgegaan naar het college, maar welke toch op grond van delegatie bij het college berusten, is een algemeen delegatiebesluit wenselijk. Het zal duidelijk zijn, dat het hier, gelet op voormelde wetgeving, om een zeer beperkt aantal bevoegdheden gaat.

Wettelijke bepalingen

Onder delegatie wordt begrepen de situatie dat een bestuursorgaan, waaraan op grond van een wettelijke regeling de bevoegdheid is toegekend om bepaalde besluiten te nemen, deze bevoegdheid overdraagt aan een ander. Het bestuursorgaan dat de oorspronkelijke wettelijke bevoegdheid heeft en deze overdraagt aan een ander wordt hieronder de delegans genoemd en de ander, die de bevoegdheid ontvangt, de delegataris.

In het Algemeen delegatiebesluit Mook en Middelaar 2006 is vastgelegd welke raadsbevoegdheden gedelegeerd worden aan het college. Het besluit is opgesteld aan de hand van de bepalingen uit hoofdstuk 10 titel 1 afdeling 2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb).

De Awb verstaat onder delegatie: het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent (artikel 10:13). Delegatie is slechts toegestaan indien dit bij wettelijk voorschrift is mogelijk gemaakt.

Artikel 156 van de Gemeentewet biedt een algemene delegatiegrondslag voor de overdracht van bevoegdheden van de raad aan het college of een bestuurscommissie. De gemeenteraad kan bevoegdheden overdragen, met uitzondering van de bevoegdheden vermeld in het tweede en derde lid, zoals het vaststellen van de begroting of jaarrekening en het stellen van straf op overtreding van verordeningen.

Het gevolg van delegatie is dat de delegans zijn bevoegdheid verliest. Het verschil met mandaat is dus hierin gelegen, dat de delegataris de bevoegdheid na delegatie onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent en niet namens de delegans.

Met betrekking tot de uitoefening van de gedelegeerde bevoegdheid kan de delegans algemene randvoorwaarden stellen waarmee de delegataris rekening moet houden. De delegataris is voorts verplicht op verzoek van de delegans inlichtingen te verstrekken met betrekking tot de gedelegeerde bevoegdheid. De delegans kan echter geen aanwijzingen meer geven in concrete gevallen. Intrekking van het delegatiebesluit is te allen tijde mogelijk.

Uiteraard dient een duidelijke reden om te delegeren aanwezig te zijn voordat tot delegatie wordt overgegaan. In het algemeen is het uit het oogpunt van efficiëntie wenselijk dat bevoegdheden gedelegeerd worden met betrekking tot het nemen van besluiten die met enige regelmaat voorkomen, die niet bijzonder politiek gevoelig zijn en die passen binnen de gebruikelijke huishouding van de gemeente.

Voorbeeld delegatie

De raad is het wettelijk bevoegde orgaan tot het verlenen van vrijstelling van het geldende bestemmingsplan ingevolge artikel 19, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). Deze bevoegdheid delegeert hij aan het college. Hierdoor kan het college onder eigen naam en verantwoordelijkheid vrijstelling ex artikel 19, eerste lid, WRO verlenen. De besluiten die het college krachtens delegatie heeft genomen, gelden juridisch ook als besluiten van het college.

Een krachtens delegatie genomen besluit vermeldt dat het als zodanig is genomen. Tevens wordt het bestuursorgaan vermeld dat de bevoegdheid heeft gedelegeerd.

De delegataris kan de aan hem gedelegeerde bevoegdheid niet op zijn beurt doordelegeren aan een derde. Anders gezegd: subdelegatie is niet geoorloofd.

Schematisch kan delegatie als volgt worden weergegeven:

Delegatiebesluiten dienen op grond van de Awb te worden bekendgemaakt. Uit praktische overwegingen is het aanbevelenswaardig de delegatiebesluiten periodiek te actualiseren en openbaar bekend te maken. Hierdoor kan worden voorkomen dat krachtens delegatie besluiten worden genomen, terwijl daarvoor een wettelijke grondslag ontbreekt, omdat het desbetreffende delegatiebesluit inmiddels verouderd is.

Voorts is het aan te bevelen alle verleende delegaten, naast vermelding in het gemeenteblad, in een register op te nemen dat op een centrale plek in de organisatie ter inzage wordt gelegd. Bij de bekendmaking van tussentijdse wijzigingen op delegatiebesluiten kan worden vermeld dat deze wijzigingen eveneens op de bedoelde centrale plek ter inzage worden gelegd.

Wet dualisering gemeentebestuur en Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden

Als gevolg van de Wet dualisering gemeentebestuur en de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden zijn verschillende bevoegdheden, die vroeger aan de raad waren voorbehouden, nu toebedeeld aan het college. Zie artikel 160 van de Gemeentewet.

   (1) Privaatrechtelijke rechtshandelingen Het college is bevoegd te besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van de gemeente en deze te verrichten. Deze bepaling heeft tot gevolg dat de volgende delegatiebesluiten van rechtswege zijn komen te vervallen.

• -

  besluit d.d. 1 november 1967: verhuur gemeentewoningen en vaststelling huurprijzen, alsmede verpachten gemeentegronden en vaststelling pachtprijzen;

• -

  besluit d.d. 5 november 1975: garanderen rente en aflossing voor nieuwe en bestaande woningen;

• -

  besluit d.d. 4 mei 1977: verhuur sportterreinen + accommodaties + vaststelling huurprijzen;

• -

  besluit d.d. 3 juni 1981: uitgifte bouwterreinen;

• -

  besluit d.d. 3 november 1982: verhuren en enige wijze in gebruik geven van gemeente-eigendommen;

• -

  besluit d.d. 3 november 1982: kleinere grondaankopen en –verkopen en ruilingen tot ene bedrag van f 2.500,- en het vestigen van zakelijke rechten;

• -

  besluit d.d. 2 juli 1986: garanderen rente- en aflossing voor nieuwe en bestaande woningen;

• -

  besluit d.d. 2 juli 1986: aangaan kasgeldleningen;

• -

  besluit 25 oktober 1989: verhuur jachtrecht;

• -

  besluit 29 november 1989: financiering sociale huurwoningen onder borgstelling door waarborgfonds sociale woningbouw.

(2) Voeren van rechtsgedingen

Het college is bevoegd namens de gemeente alle rechtsgedingen te voeren. Het delegatiebesluit d.d. 30 maart 2000 tot het voeren van civielrechtelijke en bestuursrechtelijke procedures is dan ook van rechtswege komen te vervallen.

Op grond van het bepaalde in artikel 169 van de nieuwe Gemeentewet, heeft het college overigens met betrekking tot de uitoefening van de bevoegdheden vermeld onder 1 en 2 hierboven nog wel een voorafgaande informatieverplichting aan de raad, indien de raad hierom verzoekt of als de uitoefening ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente.

(3) Vaststelling en uitvoering rechtspositionele regels

Het college is bevoegd tot het vaststellen en uitvoeren van rechtspositionele regels met betrekking tot ambtenaren, die niet op de griffie werkzaam zijn. Zodoende is het delegatiebesluit d.d. 26 juni 1996 tot de voorwaardelijke overdracht van de bevoegdheid tot het vaststellen, wijzigen, aanpassen en intrekken van de CAR/UWO, eveneens van rechtswege komen te vervallen. De raad wordt beschouwd als de werkgever van de griffieambtenaren en zal daarom de regels met betrekking tot de griffie vaststellen en uitvoeren.

(4) Afgifte/weigering gehandicaptenparkeerkaarten

Tot 8 maart 2006 was de raad op grond van artikel 49 Besluit administratieve bepalingen bevoegd tot afgifte van gehandicaptenparkeerkaarten. Reeds vanaf 1977 is deze bevoegdheid gedelegeerd aan het college. Het laatste delegatiebesluit dateert van 15 september 2005. Per 8 maart 2006 is in voornoemd besluit geregeld dat het college het bevoegde orgaan is en is het betreffende delegatiebesluit van rechtswege komen te vervallen.

(5) Nemen van verkeersbesluiten/verlenen van ontheffingen

Ten aanzien van het nemen van verkeersbesluiten c.q. het verlenen van ontheffingen betreffende verkeer op wegen, die niet onder beheer van het Rijk, provincie of waterschap vallen, was tot 8 maart 2006 de raad bevoegd op grond van artikel 18, eerste lid onder d c.q. artikel 149, eerste lid, sub d van de Wegenverkeerswet 1994. Per laatstgenoemde datum is het college de bevoegde instantie. Ditzelfde geldt voor het verlenen van ontheffingen als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990. Het delegatiebesluit van 29 juni 2000 is van rechtswege komen te vervallen.

  Delegatieregister gemeente Mook en Middelaar

De raad van de gemeente Mook en Middelaar heeft met inachtneming van het Algemeen delegatiebesluit 2006 de in dit register vermelde bevoegdheden overgedragen aan het college.