Regeling vervallen per 01-01-2019

Algemeen mandaat- en volmachtbesluit 2013

Geldend van 18-03-2015 t/m 31-12-2018

Intitulé

Algemeen mandaat- en volmachtbesluit 2013

Het college van burgemeester en wethouders, respectievelijk de burgemeester van Mook en Middelaar, ieder voor zover het hun of zijn bevoegdheden betreft;

Besluiten:

Vast te stellen:

Algemeen mandaat- en volmachtbesluit 2013

§ 1. Inleidende bepalingen

Mandaatregeling

Algemeen mandaat- en volmachtbesluit 2013

Het college van burgemeester en wethouders, respectievelijk de burgemeester van Mook en Middelaar, ieder voor zover het hun of zijn bevoegdheden betreft;

overwegende dat het wenselijk is ter bevordering van een snelle, klantgerichte afdoening van de stukken, alsmede ter bevorderen van de efficiency van de gemeentelijke organisatie daar waar mogelijke bevoegdheden te mandateren aan daartoe aan te wijzen ambtenaren op basis van het daarvoor op te stellen mandaatregister;

dat zij ieder voor de uitoefening van hun bevoegdheden verantwoordelijk willen blijven en daarover zeggenschap willen blijven behouden;

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht en de overige van toepassing zijnde wettelijke voorschriften;

gelet op de organisatiewijziging per 1 januari resp. 1 februari 2013;

b e s l u i t e n :

I.de bevoegdheden, zoals vermeld in de bij dit besluit behorende mandaatregister, perorganisatie-onderdeel op te dragen aan de daarbij genoemde functionarissen en met in achtneming van de in deze lijst vermelde specifieke bepalingen van toepassing te verklaren;

II.ten aanzien van de uitoefening van onder punt I van dit besluit bedoeld mandaat de volgende algemene bepalingen vast te stellen.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit regeling en de daarbij behorende mandaatregister wordt verstaan onder:

a.

college

:

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Mook en Middelaar;

b.

burgemeester

:

De burgemeester van de gemeente Mook en Middelaar;

c.

bestuursorgaan

:

Het college respectievelijk de burgemeester;

d.

de wet

:

Algemene wet bestuursrecht (Awb);

e.

besluit

:

Een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling, als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid van de Awb;

f.

mandaat

:

de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen als bedoeld in artikel 10:1 Awb;

g.

ondermandaat:

:

de door de mandaatgever aan de gemandateerde verleende bevoegdheid het mandaat door te mandateren aan een derde;

h.

mandaatgever

:

een bestuursorgaan

i.

ondertekeningsmandaat

:

de bevoegdheid tot het namens een bestuursorgaan ondertekenen van een door dat bestuursorgaan genomen besluit.

j.

machtiging

:

De bevoegdheid om namens een bestuursorgaan handelingen, die noch een besluit als bedoeld in artikel 1:3 van de Awb, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, te verrichten.

i.

volmacht

:

De bevoegdheid die het bestuursorgaan verleent aan de gemachtigde , om in zijn naam tot privaatrechtelijke rechtshandelingen te besluiten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder e van de gemeentewet. Een volmacht als bedoeld in Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek

j.

gemandateerde

een ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1 van de CAR/UWO;

k.

CAR/UWO

:

de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten (CAR) en de Uitvoeringsovereenkomst (UWO)

l.

afdeling

:

één van de volgende afdelingen: Samenleving (SL), Dienstverlening (DV)

m.

staf

:

orgaan dat belast is met voorlichting, juridische zaken, personeelsbeleid, HRM, rechtspositie, bestuursorganen, bestuurlijke samenwerking en bewonersgroepen

n.

secretaris

:

hoofd van de ambtelijke organisatie;

o.

leiding geven

:

1.hiërarchisch leidinggeven door degene die daarbij verantwoordelijk is voor de organisatie en personele bezetting van een afdeling/staf;

2.operationeel leidinggeven door degene die verantwoordelijk is voor de planning van de uitvoering, alsmede voor de kwalitatieve en kwantitatieve aspecten van de uit te voeren werkzaamheden.

§ 2. Mandaat

Artikel 2. Mandaat

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester verlenen het mandaat betreffende bevoegdheden die zijn genoemd in het bij dit besluit behorende mandaatregister aan de in dit register genoemde functionarissen, met in achtneming van de bepalingen in dit mandaatbesluit, met uitzondering van:

    • a.

      Weigeringen/afwijzende beslissingen op een aanvraag, voor zover niet uitdrukkelijk gemandateerd in de bij dit besluit behorende register.

    • b.

      Beslissingen afwijkend van een beleidsregel, als bedoeld in artikel 4:84 van de wet, of op grond van een in een verordening opgenomen hardheidsclausule, voor zover niet uitdrukkelijk gemandateerd in de bij dit besluit behorende register.

  • 2. Mandaat wordt slechts verleend aan de secretaris en ambtenaren die leiding geven aan een afdeling of behoren tot de staf tenzij uitdrukkelijk anders vermeld.

  • 3. Het aan een bepaalde functionaris verleende mandaat wordt tevens geacht te zijn verleend aan de betrokken hiërarchisch hogere functionarissen.

  • 4. De uitoefening van het mandaat wordt beperkt door de grenzen van het geformuleerde beleid, richtlijnen en instructies. Indien het beleid niet of onvoldoende bekend is, dient eerst een beleidsuitspraak van het college c.q. de burgemeester te worden gevraagd.

  • 5. Bij de uitoefening van mandaat mogen vastgestelde budgetten, begrotingsposten en kredieten niet worden overschreden.

  • 6. Het mandaat omvat tevens de bevoegdheid tot het heffen van leges conform de geldende legesverordening.

  • 7. Een in mandaat genomen besluit vermeldt namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen.

Artikel 3. Overige bevoegdheden

  • 1. De gemandateerde is tevens bevoegd alle handelingen te verrichten die nodig zijn ter voorbereiding van het nemen van het gemandateerde besluit.

  • 2. Geen mandaat is vereist voor het verrichten van handelingen die geen besluit in de zin van de wet of privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, en die volgen uit de functieomschrijving van de functionaris, waaronder administratieve handelingen, correspondentie of het verstrekken van gegevens en stukken van louter informatieve aard.

Artikel 4. Ondermandaat en plaatsvervanging

  • 1. De gemandateerde is bevoegd ondermandaat te verlenen voor zover dit expliciet in het register is opgenomen.

  • 2. Ondermandaat wordt alleen verleend indien de aard van de bevoegdheid in verhouding staat tot de functionele positie van de ondergemandateerde.

  • 3. Bij verhindering of ontstentenis van de gemandateerde oefent zijn schriftelijk aangewezen plaatsvervanger het (onder)mandaat uit.

  • 4. Bij verhindering of ontstentenis van de gemandateerde en diens schriftelijk aangewezen plaatsvervanger, oefent de gemeentesecretaris het (onder)mandaat uit.

§ 3. Instructies

Artikel 5. Instructies en begrenzing

  • 1. Mandaat en volmacht worden uitgeoefend met inachtneming van:

    • a.

      Ter zake geldende algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels, de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, en andere van toepassing zijnde regelingen en instructies, en;

    • b.

      Indien bij een gemandateerde bevoegdheid meerdere afdelingen of instanties zijn betrokken draagt de gemandateerde zorg voor de coördinatie, overleg en inwinnen van adviezen en betrekt deze in de besluitvorming.

  • 2. Het bestuursorgaan of de hiërarchische leidinggevende van de gemandateerde kan zijn besluit in de plaats stellen van het voorgenomen of reeds tot stand gekomen besluit van de gemandateerde.

Artikel 6. Ondertekeningsmandaat

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester verlenen het ondertekeningsmandaat aan de gemeentesecretaris en aan de afdelingshoofden voor zover het hun afdeling betreft, ten aanzien van alle bevoegdheden die de bestuursorganen uitoefenen, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich hiertegen verzet.

  • 2. Tenzij in dit besluit of in de daarbij behorende bijlagen anders is bepaald, strekken de mandaten mede tot ondertekening van besluiten.

  • 3. Stukken die van een bestuursorgaan uitgaan inzake niet-gemandateerde bevoegdheden kunnen worden ondertekend door een gemandateerde, indien het ontwerp van het uitgaande stuk was gevoegd bij het advies aan het bestuursorgaan en het bestuursorgaan overeenkomstig dat advies en dat ontwerp heeft besloten.

Artikel 7. Ondertekening

  • 1. De gemandateerde is gehouden in de ondertekening van stukken zijn vertegenwoordigingsbevoegdheid tot uitdrukking te brengen op de volgende wijze:

    Burgemeester en wethouders van Mook en Middelaar,

    namens deze,

    de functienaam, de naam en de handtekening van de gemandateerde.

    De burgemeester van Mook en Middelaar,

    namens deze,

    de functienaam, de naam en de handtekening van de gemandateerde.

  • 2. Bij ondermandaat geschiedt de ondertekening op dezelfde wijze. De in eerste instantie gemandateerde functionaris wordt niet genoemd in de ondertekening.

  • 3. In het geval dat mandaat uitsluitend betrekking heeft op ondertekening is de gemandateerde gehouden in de ondertekening van stukken zijn vertegenwoordigingsbevoegdheid tot uitdrukking te brengen op de volgende wijze:

    Overeenkomstig het door burgemeester en wethouders van Mook en Middelaar genomen besluit

    namens deze,

    de functienaam, de naam en de handtekening van de gemandateerde.

    Overeenkomstig het door de burgemeester van Mook en Middelaar genomen besluit

    namens deze,

    de functienaam, de naam en de handtekening van de gemandateerde.

Artikel 8. Volmacht en bestuursrechtelijke geschillen

  • 1. Ambtenaren en niet-ondergeschikten kunnen worden gevolmachtigd om in naam van de gemeente Mook en Middelaar privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten.

  • 2. In het mandaatregister zijn ambtenaren aangewezen die het bestuursorgaan kunnen vertegenwoordigen in bezwaar- en beroepschriftprocedures, waarbij de volgende voorwaarden en beperkingen gelden:

    • a.

      De ambtelijke inbreng ter zitting bij de commissie bezwaarschriften, de rechtbank, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de Centrale Raad van Beroep of het College van Beroep voor het Bedrijfsleven bestaat uit het toelichten van het standpunt van het bestuursorgaan, o.a. het voorlezen van een pleitnota en het beantwoorden van vragen.

    • b.

      In procedures waarin een verweerschrift is ingediend als bedoeld in artikel 8:42, eerste lid, wet bestaat de ambtelijke inbreng uit het toelichten van dat verweerschrift.

    • c.

      De ambtenaar is bevoegd mee te werken aan een comparitie van partijen.

  • 3. Het bevoegde bestuursorgaan kan andere dan de het mandaatregister genoemde personen incidenteel machtigen tot vertegenwoordiging van het bestuursorgaan.

Artikel 9. Uitgesloten van mandatering

Geen mandaat wordt verleend van de bevoegdheid tot:

  • a.

    het beslissen op een bezwaar aan degene die het primaire besluit krachtens mandaat heeft genomen;

  • b.

    het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften, het stellen van nadere regels, het vaststellen van beleidsregels;

  • c.

    het vaststellen van budgetten en kredieten.

Artikel 10. Informatieplicht

De secretaris en de afdelingshoofden verschaffen de mandaatgever per kwartaal een overzicht over de in mandaat genomen besluiten. Daarnaast verschaft de gemandateerde de mandaatgever op diens verzoek inlichtingen over de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden.

Artikel 11. Volmacht en machtiging

Dit besluit is van overeenkomstige toepassing indien een bestuursorgaan aan een ander volmacht verleent tot het verrichten van privaatrechtelijke handelingen, of machtiging verleent tot het verrichten van handelingen, die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 12. Inwerkingtreding en intrekking eerder besluit

  • 1. Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking* als bedoeld in artikel 3:42 van de Awb.

  • 2. Ingetrokken wordt het ‘Algemeen mandaat- en volmachtbesluit 2012’ vastgesteld op 5 juni 2012.

Artikel 13. Overgangsbepaling

Vóór het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit genomen besluiten waarin mandaat, ondermandaat, volmacht of machtiging is verleend of doorgegeven aan functionarissen werkzaam bij de gemeente Mook en Middelaar waarin op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit niet is voorzien, blijven van kracht voor zover zij niet strijdig zijn met het bepaalde bij of krachtens dit besluit, totdat op grond van dit besluit is voorzien in mandaat.

Artikel 14. Citeerartikel

Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Algemeen mandaat- en volmachtbesluit 2013’.

Ondertekening

Aldus besloten op 10 maart 2015 te Mook
Het college van burgemeester en wethouders van Mook en Middelaar,
De secretaris,
J.M.G. Smits- de Kinkelder
De burgemeester,
mr. drs. W. Gradisen
De burgemeester van Mook en Middelaar,
Mr. drs. W. Gradisen

Bijlage deeluitmakende van dit besluit:

1.Mandaatregister bij het Algemeen mandaat- en volmachtbesluit 2013

Mandaatregister 2013