Beleidsregel verlaging algemene bijstand Gemeente Mook en Middelaar 2015

Geldend van 31-01-2017 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel verlagingen algemene bijstand gemeente Mook en Middelaar 2015

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Mook en Middelaar, gelet op artikel 27 van de Participatiewet,

besluit vast te stellen,

Beleidsregel verlaging algemene bijstand Gemeente Mook en Middelaar 2015

Artikel 1 Begrippen

  • 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet.

  • 2. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Participatiewet

    • e.

      woning: een woning zoals bedoeld in artikel 1 onderdeel k Wet op de huurtoeslag, alsmede een woonwagen of woonschip, zoals bedoeld in artikel 3 lid 6 Participatiewet;

    • f.

      woonkosten:

      1. indien een huurwoning wordt bewoond: de geldende huurprijs per maand zoals omschreven in de Wet op de huurtoeslag;

      2. indien een eigen woning wordt bewoond: de tot een bedrag per maand omgerekende som van de verschuldigde hypotheekrente, de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten en een naar de omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud.

Artikel 2 Doelgroep

Deze beleidsregel is uitsluitend van toepassing op belanghebbenden van 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd. In geval van gehuwden gelden de bepalingen van deze verordening uitsluitend indien beide gehuwden ouder zijn dan 21 jaar en jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd.

Artikel 3 Verlaging algemene bijstand in verband met woonsituatie

De verlaging in verband met de woonsituatie zoals bedoeld in artikel 27 Participatiewet is gelijk aan het bedrag van de normhuur zoals genoemd in artikel 16 en 17 Wet op de huurtoeslag.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 augustus 2015.

Artikel 5 Citeertitel

De beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregel verlaging algemene bijstand Gemeente Mook en Middelaar 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 14 juli 2015
De secretaris,
J.M.G. Smits - de Kinkelder
De burgemeester,
mr. drs. W. Gradisen

Toelichting Beleidsregels verlaging algemene bijstand Gemeente Mook en Middelaar 2015

Artikel 1 Begrippen

De begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet zijn niet gedefinieerd. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van deze definities in de betreffende wetten ook de beleidsregel moet worden gewijzigd.

Lid 2 onderdeel e: woning

Het begrip ‘woning’ is in artikel 1 van deze beleidsregels gedefinieerd omdat de tekst van de Participatiewet geen omschrijving geeft van dit begrip. Wel vermeldt artikel 3 lid 6 Participatiewet dat in de Participatiewet en de daarop berustende bepalingen onder een woning mede een woonwagen of een woonschip verstaan moet worden. Verder volgt uit de geschiedenis van de totstandkoming van de Participatiewet, dat voor de invulling van het begrip woning kan worden aangesloten bij de Wet op de huurtoeslag. Daarom is in deze beleidsregels bepaald dat onder ‘woning’ wordt verstaan: een woning zoals bedoeld in artikel 1 onderdeel k Wet op de huurtoeslag, alsmede een woonwagen of woonschip, zoals bedoeld in artikel 3 lid 6 Participatiewet.

Lid 2 onderdeel f: woonkosten

Het begrip ‘woonkosten’ is nader gedefinieerd, omdat dit van belang is voor de toepassing van artikel 3 van deze beleidsregels. Hierbij is aangesloten bij de begripsomschrijving die voorheen onder de Algemene Bijstandswet in het Besluit landelijke normering was opgenomen. Volgens de Centrale Raad van Beroep volgt uit de geschiedenis van de totstandkoming van de Algemene Bijstandswet dat het begrip woonkosten ten tijde van de Algemene bijstandswet, die geldt vanaf 1996, nog steeds moest worden uitgelegd conform de bepalingen van het tot 1 januari 1996 geldende Bijstandsbesluit landelijke normering. Wij nemen aan dat deze rechtspraak ook onder de Participatiewet nog van betekenis is.

Bij “het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten” kan worden gedacht aan het rioolrecht, het eigenaarsdeel van de onroerende zaakbelasting, de opstalverzekering, het eigenaarsdeel van de waterschapslasten en de erfpachtcanon.

Artikel 2 Doelgroep

De werking van deze beleidsregels is beperkt tot personen in de leeftijdscategorie van 21 jaar tot aan de pensioengerechtigde leeftijd. Vanwege de lagere jongerennorm is ervoor gekozen geen verdere verlaging toe te passen bij belanghebbenden van 18 tot 21 jaar. In het geval van gehuwden geldt deze beleidsregels uitsluitend, als beide gehuwden ouder zijn dan 21 en jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd.

Artikel 3 Verlaging algemene bijstand in verband met woonsituatie

Onder woonkosten moeten in ieder geval de kosten worden verstaan zoals genoemd in artikel 1 lid 2 onder f van deze beleidsregels. Het ontbreken van deze kosten rechtvaardigt een lager bedrag aan algemene bijstand.

Voor wat betreft de hypotheekrente bij woonkosten van eigenaren gaat het alleen om de rente voor (dat deel van) de hypothecaire lening die is afgesloten voor de financiering van de woning. Rente verbonden aan (een deel van) de lening, die betrekking heeft op bijvoorbeeld de financiering van duurzame gebruiksgoederen, wordt niet als woonkosten meegenomen.

De opvang van daklozen wordt geregeld door de daartoe aangewezen centrumgemeenten. In ons geval wordt dit verzorgd door de gemeente Nijmegen. Om die reden zijn de opvangvoorzieningen eveneens ondergebracht in Nijmegen. De doelgroep die resteert voor de gemeente Mook en Middelaar omvat slechts de groep, die aantoonbaar in Mook en Middelaar zwerft en gebruik maakt van een postadres. Van deze groep is het aannemelijk dat zij geen woonkosten hebben.

Toelichting basishuur: De basishuur is de huur die huurtoeslagontvangers minimaal zelf moeten betalen. In 2015 bedraagt deze (afgerond) € 230,-. Dit zijn de woonkosten, die elke bijstandsgerechtigde in een huurwoning sowieso zelf moet betalen.