Regeling vervallen per 01-10-2010

Regeling op de monumentencommissie

Geldend van 01-10-2010 t/m 30-09-2010

Intitulé

Regeling op de monumentencommissie

Burgemeester en wethouders van de gemeente Neder-Betuwe; gelet op het bepaalde in de Monumentenwet 1988, de Gemeentewet en de Monumentenverordening; BESLUITEN: vast te stellen de volgende REGELING OP DE MONUMENTENCOMMISSIE Artikel 1 : Taakomschrijving: De Monumentencommissie heeft tot taak burgemeester en wethouders gevraagd en ongevraagd te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, de Monumentenverordening, de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten, de instandhouding van cultuurhistorische waardevolle objecten en het monumentenbeleid, waaronder in leder geval begrepen: a. de aanwijzing als beschermd gemeentelijk monument, als bedoeld in de Monumentenverordening; b. de aanwijzing als beschermd dorpsgezicht als bedoeld in de Monumentenverordening; c. de aanwijzing als gemeentelijk archeologisch meldingsgebied, als bedoeld in de Monumentenverordening; d. de vergunningen tot wijziging, verstoring, verplaatsing, afbraak, herstellen, gebruik of laten gebruiken van beschermde gemeentelijk monumenten, dorpsgezichten en archeologische meldingsgebieden, als bedoeld in de Monumentenverordening; e. de vergunningen tot wijziging, verstoring, verplaatsing, afbraak, herstellen, gebruik of laten gebruiken van beschermde monumenten als bedoeld in de Monumentenwet 1988; f. het prioriteitenoverzicht voor restauratie van rijksmonumenten als bedoeld in het Besluit rijkssubsidiëring restauratie monumenten 1997; g. de aanwijzing als beschermd monument, als bedoeld in de Monumentenwet 1988; h. de aanwijzing als beschermd stad- of dorpsgezicht als bedoeld in de Monumentenwet 1988; i. planologische voornemens op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, waarbij monumenten en/of archeologische monumenten en/of karakteristieke en gezichtsbepalende elementen in het geding zijn. Artikel 2 : Leden 1. De Monumentencommissie bestaat uit tenminste 5 en ten hoogste 8 leden, waaronder de voorzitter. 2. De leden worden benoemd door het college van burgemeester en wethouders. 3. Bij de benoeming houden burgemeester en wethouders rekening met de binding van de kandidaten met op het terrein van de monumentenzorg actieve particuliere instellingen en met hun deskundigheid, waarbij in ieder geval wordt gestreefd naar een vertegenwoordiging van: a. kennis van lokale (bouw)historie; b. kennis van architectuur/bouwhistorie; c. bouwkundige deskundigheid en kennis van restauraties; d. kennis op archeologisch gebied; e. kennis van stedenbouw en/of landschapsarchitectuur; waarbij per aangegeven deskundigheid maximaal twee leden kunnen worden aangewezen en er minimaal 1 lid afkomstig is van de Historische Kring Neder-Betuwe en omgeving; 4. Tot lid van de onafhankelijke Monumentencommissie zijn niet benoembaar: a. de burgemeester, wethouders en leden van de gemeenteraad en leden van andere gemeentelijke commissies; b. ambtenaren in dienst van de gemeente 'Neder-Betuwe', niet zijnde ambtenaren van politie of een daarmee op grond van diens werkzaamheid gelijk te stellen persoon (inclusief arbeidscontractanten) in de uitoefening van zijn functie; c. personen die op het beleidsterrein als zelfstandig werkend architect of als bouwkundig adviseur in of voor de gemeente werkzaam zijn; 5. De Monumentencommissie regelt de vervanging van de voorzitter. Artikel 3 : Secretaris en voorzitter 1. Burgemeester en wethouders benoemen een ambtelijke secretaris en kunnen ambtelijke adviseurs aanwijzen. 2. Burgemeester en wethouders benoemen uit de leden van de Monumentencommissie een voorzitter, gehoord hebbende de Monumentencommissie. 3. De secretaris en ambtelijke adviseurs bezitten geen stemrecht. Artikel 4 : Zittingsperiode en aftreden 1. De leden hebben zitting voor een periode van vier jaar en zijn onmiddellijk herbenoembaar voor nog één zittingsperiode. 2. Burgemeester en wethouders stellen een rooster van aftreden vast. 3. Een lid dat aftreedt of ontslag neemt, blijft lid totdat zijn opvolger de benoeming heeft aanvaard. 4. Een lid dat ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats wordt benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene, in wiens plaats hij is benoemd, zou moeten aftreden. Artikel 5 : Vergadering 1. De vergaderingen van de Monumentencommissie zijn in principe openbaar. 2. De Monumentencommissie vergadert minimaal 6 keer per jaar volgens een vooraf vastgelegd vergaderschema en verder zo dikwijls haar voorzitter dit nodig oordeelt of dit door ten minste twee leden aan de voorzitter wordt verzocht. 3. Bij gebrek aan agendapunten kan de voorzitter besluiten een vergadering van het vergaderschema te laten vervallen. 4. De voorzitter draagt er zorg voor dat ieder lid, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste 7 dagen voor het houden (of laten vervallen) van de vergadering schriftelijk op de hoogte wordt gesteld, zoveel als mogelijk met vermelding van de in die vergadering te behandelen onderwerpen. 5. De vergadering wordt door aankondiging op de in de gemeente gebruikelijke wijze openbaar gemaakt. 6. De stukken die op de vergadering betrekking hebben worden zoveel als mogelijk aan de leden in afdruk verstrekt en liggen zoveel doenlijk, ten minste 7 dagen voor het tijdstip van de vergadering ter lezing voor de leden. 7. De leden die verhinderd zijn een vergadering bij te wonen, geven daarvan zo spoedig als mogelijk kennis aan de secretaris van de Monumentencommissie. 8. De Monumentencommissie is bevoegd om deskundigen en/of belanghebbenden, niet leden van de Monumentencommissie, uit te nodigen om vergaderingen bij te wonen, teneinde haar van voorlichting te dienen. Artikel 6 : Besluitvorming 1. De Monumentencommissie mag slechts besluiten nemen indien de meerderheid van de leden ter vergadering aanwezig is. 2. Wanneer het vereiste aantal leden niet aanwezig is, blijven de punten van de agenda staan voor de eerstvolgende vergadering. In deze vergadering mogen ten aanzien van deze agendapunten besluiten worden genomen ongeacht het aantal aanwezige leden. 3. In spoedeisende gevallen kan van het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel worden afgeweken waarvan mededeling moet worden gedaan in het uit te brengen advies. Artikel 7 : Stemmen 1. Over zaken wordt mondeling gestemd. 2. Tot adviezen over in de Monumentencommissie behandelde zaken, wordt besloten bij meerderheid van stemmen. 3. De minderheid kan vorderen, dat uit het advies ook van haar afwijkende mening blijkt. 4. Bij staking van stemmen wordt geen advies uitgebracht doch worden de verschillende meningen aan burgemeester en wethouders meegedeeld. 5. De leden mogen niet tegenwoordig zijn bij de beraadslaging en bij de vaststelling van een advies over zaken die hen, hun echtgenoten of hun bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad, persoonlijk aangaan, of waarin zij als gelastigden zijn betrokken. Artikel 8 : Verslaglegging 1. Het in de commissievergadering behandelde wordt neergelegd in een door de secretaris opgemaakt samenvattend verslag, waarin het advies van de Monumentencommissie ten aanzien van de door haar behandelde onderwerpen wordt vermeld. 2. Het verslag wordt toegezonden aan de leden en het college van burgemeester en wethouders. 3. De Monumentencommissie brengt ieder jaar een verslag van haar werkzaamheden uit aan burgemeester en wethouders. Artikel 9 : Advisering 1. Het advies wordt, onder meezending van het verslag van de vergadering en eventueel door de Monumentencommissie ontvangen adviezen, tijdig aan burgemeester en wethouders uitgebracht. 2. De Monumentencommissie zendt een afschrift van het advies en het verslag aan de belanghebbenden. Daarbij wijst zij erop, dat burgemeester en wethouders bij hun beslissing kunnen afwijken van het advies. 3. Indien het college van burgemeester en wethouders beslissen in afwijking van het advies van de Monumentencommissie, vindt zo mogelijk vooraf overleg plaats met de Monumentencommissie, doch wordt in ieder geval achteraf uitleg gegeven. Artikel 10 : Delegatie 1. De Monumentencommissie is bevoegd in zaken van minder gewicht of van spoedeisende aard haar bevoegdheden aan de secretaris of één of meer van haar leden te delegeren. 2. Van de delegatie wordt in het advies melding gemaakt. Artikel 11 : Bijzondere gevallen in alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, alsmede bij gerezen geschillen, beslissen burgemeester en wethouders, doch niet na de Monumentencommissie te hebben gehoord. Artikel 12 : Inwerkingtreding Deze regeling treedt, in werking met ingang van de achtste dag na de bekendmaking. Artikel 13 : Citeertitel Deze regeling kan worden aangehaald als `Regeling op de Monumentencommissie". Opheusden, d.d. 25 maart 2003de secretaris, N.A. de Grootde burgemeester, ir. A.P. Heidema