Regeling vervallen per 31-12-2019

Beleidskader VTH taken Regio Rivierenland (2015-2019)

Geldend van 12-04-2016 t/m 30-12-2019

Intitulé

Beleidskader VTH taken Regio Rivierenland (2015-2019)

Managementsamenvatting : Regionaal Beleidskader Uitvoering VTH-taken binnen de regio Rivierenland

Inleiding en algemeen deel

De gemeente is verplicht om voor vergunningverlening, toezicht en handhaving op het gebied van het omgevingsrecht beleid vast te stellen en uit te voeren. Gelet op de aanwezigheid van de Omgevingsdienst Rivierenland per 1 april 2013 hebben gemeenten er voor gekozen om samen te werken bij het opstellen van het uitvoeringsbeleid voor de VTH taken. Dit beleid ligt nu voor om vastgesteld te worden.

Met het vaststellen van dit beleid wordt de uitvoering van de VTH taken geactualiseerd en afgestemd op de nieuwe uitvoeringssituatie. Vanwege de samenwerking bij de ontwikkeling van het beleid ontstaat er meer uniformiteit. Dit draagt bij aan rechtsgelijkheid voor de burger en bedrijven, een gelijk kwaliteitsniveau en een effectievere en efficiëntere uitvoering door de Omgevingsdienst Rivierenland.

Het regionale beleidskader heeft merendeels een sterk operationeel karakter. Het is gericht op uitvoeringsbeleid en maakt keuzen hoe de gemeente de aspecten -in het kader van wet- en regelgeving- laat uitvoeren (de Hoe-vraag).

Het beleidskader is gebaseerd op een viertal uitgangspunten, zoals die binnen het Gelders Stelsel afgesproken zijn, te weten:

  • 1.

    Voldoen aan de geldende regelgeving, met name de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

  • 2.

    Gebaseerd op de Kwaliteitscriteria (op hoofdlijnen)

  • 3.

    Risicogestuurde aanpak en toepassen cyclisch systeem van de ‘Big-8’.

  • 4.

    Voldoen aan de Landelijke Handhavingstrategie.

 

Het beleidskader is niet bedoeld om uitspraken te doen over de “Wat-vraag”. Er moeten in relatie hiermee expliciete bestuurlijke keuzes worden gemaakt voor een nadere prioritering van taken. Deze prioritering en keuzes zijn gemaakt in het werkprogramma. Jaarlijks wordt dit afzonderlijk vastgesteld door de colleges.

 

Naast de vaststelling van de werkprogramma’s kan de gemeente ook periodiek keuzes maken op een aantal andere onderdelen van het gemeentelijk beleid. U moet dan denken aan het planologisch beleid w.o. bestemmingsplannen met voorschriften en de gemeentelijke verordeningen w.o. APV, Kapverordening, Reclameverordening, Evenementenverordening enz.

 

Verder is er voor gekozen om in het voorliggende beleid expliciet bestuurlijke ruimte te creëren op een tweetal thema’s:

  • Een gemeentelijke inbreng bij de toepassing bestuursdwang. De dwangsommen en hersteltermijnen zijn geüniformeerd, maar bij bijzondere - of zware dossiers vindt vooroverleg plaats met de portefeuillehouder.

  • Een hardheidsclausule bij de inningsbeschikking. Incidenteel kan naar aanleiding van bijzondere en onvoorziene omstandigheden de inningsbeschikking afwijken van de opgelegde bestuursdwang. Deze incidentele afwijking dient zeer goed gemotiveerd te worden en de argumenten dienen controleerbaar, verifieerbaar en reproduceerbaar te zijn. Hierdoor blijft een bestuurlijke interventie mogelijk bij bestuursdwang.

 

In de beleidsnota is een algemene missie en visie voor de uitvoering van de VTH-taken in de regio opgenomen:

 

Missie

De gemeente (als bevoegd gezag) en de ODR (als uitvoeringsorganisatie voor de aan haar opgedragen taken) staan voor een duurzame en veilige leefomgeving waarin burgers en bedrijven goed kunnen wonen, werken en leven.

 

Visie

De gemeente en de ODR doen dit door kwalitatief goede producten te leveren, waarbij de kosten zo laag mogelijk worden gehouden. We werken risicogestuurd, klantgericht, zakelijk en efficiënt op basis van een producten- en dienstencatalogus.

 

Vergunningverlening

Binnen het hoofdstuk Vergunningverlening wordt aandacht besteed aan de preventiestrategie en de toetsstrategie voor alle activiteiten die vallen binnen de Wabo. De toetsstrategie is risicogestuurd, door de toepassing van de Risicomodule van de Antea Group. Alle activiteiten op gebied van vergunningverlening en meldingen hebben eenzelfde opbouw en sluiten, waar mogelijk, aan op algemeen geaccepteerde uitgangspunten. De taakuitvoering vindt plaats op een adequaat niveau. Deelnemers hebben de keuze om meer activiteiten op te pakken. Dit kan leiden tot extra maatwerk dat lokaal moet worden vormgegeven. Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan het onderwerp omgevingsveiligheid.

 

Toezicht

De uitgangspunten binnen het hoofdstuk Toezicht zijn dezelfde als omschreven binnen vergunningverlening. Verder wordt onderscheid gemaakt tussen de realisatiefase en beheer- of gebruiksfase en worden de strategische keuzes in het werkprogramma bij Effecten en Naleefgedrag nader belicht.

 

Ook wordt onderscheid gemaakt tussen de verschillende manieren van toezicht en de diepgang daarvan, zoals bij fysiek toezicht en administratief toezicht. De uitdaging hierbij is door keuzes van typen van toezicht en combinaties hiervan een doelmatige en doeltreffende werkwijze vast te stellen voor de uitvoering van deze taken. Bij de vaststelling van de werkprogramma’s bestaat op dit onderdeel keuzeruimte.

 

Naast de Wabo-activiteiten worden onder andere de omgevingsveiligheid, de BAG en andere (projectmatige) vormen van toezicht behandeld.

 

Sanctiestrategie en Gedoogstrategie

In het hoofdstuk Sanctiestrategie en Gedoogstrategie worden de landelijke ontwikkelingen rondom de handhavingsstrategie nader belicht en als uitgangspunt gekozen voor sanctie en handhaving.

 

Naast een handhavingsstrategie met stappenplan en ondersteunende matrixen, wordt ook de gedoogstrategie beschreven. In dit hoofdstuk wordt antwoord gegeven op de vraag ‘wanneer treden we op en hoe doen we dat dan’. Het is een heldere en transparante weergave van acties, met als uitgangspunten professionaliseren en een level playing field voor besturen, burgers en bedrijven.

 

Naast de behandeling van activiteiten binnen de Wabo wordt ook aandacht geschonken aan klachten en meldingen, verzoeken tot handhaving en prioritering van overtredingen.

 

Organisatorisch kader

In dit hoofdstuk worden de procescriteria nader belicht. Uitgangspunt is een cyclische werkwijze op basis van de KPMG ontworpen ‘Big-8’. Door de cyclus van PLAN-DO-CHECK-ACT structureel in de processen te implementeren, wordt gezorgd voor kwaliteitsverbetering van processen en producten.

 

Alle onderdelen van de ‘Big-8’ komen aan de orde. Daarbij wordt ingegaan op zaken als verantwoording, rapportages en dergelijke in relatie tot de beleidscyclus. Ook wordt aandacht besteed aan de Kwaliteitscriteria 2.1 en kwaliteitsborging door monitoring en het opstellen van kwaliteitsdoelen.

 

Tenslotte worden de organisatorische condities nader beschreven, zoals scheiding van taken, een roulatiesysteem, bereikbaarheid buiten kantooruren en de vastlegging van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden.

 

Het regionale beleidskader is gecompleteerd met een gemeente specifieke bijlage (waaronder het werkprogramma), een bijlage over de toegepaste Risicomodule van de Antea Group en een bijlage over naleefgedrag in relatie tot de ‘Tafel van elf’.

Bijlagen

Bijlage 1 Gemeente specifieke bijlage - werkprogramma 2015

[Bijlage 1 niet bijgevoegd, wordt jaarlijks door het college vastgesteld.]

Bijlage 2 Gebruik en systematiek risicomodule Antea

Bijlage 3 Naleefgedrag en Tafel van 11

Bijlage 4 Stappenplan landelijke handhavingstrategie met toelichting

Bijlage 5 Dwangsommen en hersteltermijnen

Bijlage 6 Werkwijze voor het informeren van opdrachtgevers over bestuurlijk gevoelige zaken.

Beleidskader VTH taken Regio Rivierenland (2015-2019)