Regeling vervallen per 08-04-2017

Verordening vertrouwenscommissie benoeming burgemeester gemeente Neder-Betuwe 2016

Geldend van 06-10-2016 t/m 07-04-2017

Intitulé

Verordening vertrouwenscommissie benoeming burgemeester gemeente Neder-Betuwe 2016

De raad van de gemeente Neder-Betuwe;

gelezen het voorstel van het presidium,

gelet op het bepaalde in de artikelen 61 en 84 van de Gemeentewet en in de Algemene Wet Bestuursrecht;

B E S L U I T :

de navolgende ‘Verordening vertrouwenscommissie benoeming burgemeester gemeente Neder-Betuwe 2016’ vast te stellen.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de minister: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • b.

    de commissaris: de commissaris van de Koning in de provincie Gelderland;

  • c.

    de commissie: de vertrouwenscommissie als bedoeld in artikel 2.

Artikel 2. Instelling en taak

  • 1. De raad stelt uit zijn midden een commissie samen die belast is met de beoordeling van kandidaten voor het ambt van burgemeester van de gemeente Neder-Betuwe.

  • 2. De commissie heeft tot taak de geschiktheid van kandidaten voor het ambt van burgemeester van de gemeente Neder-Betuwe te beoordelen en daarover schriftelijk en gemotiveerd verslag uit te brengen aan de raad en de commissaris.

Artikel 3. Overleg Commissaris

De commissie kan aan de Commissaris vragen om zijn opvattingen over de kandidaten mondeling toe te lichten.

Artikel 4. Samenstelling commissie

  • 1. De commissie bestaat uit evenveel leden als er raadsfracties zijn.

  • 2. De in het eerste lid genoemde leden worden op voordracht van de fracties benoemd door de raad. De commissie bestaat bij voorkeur uit de voorzitters van de fracties die deel uitmaken van de gemeenteraad. Een fractie kan bepalen een ander raadslid voor te dragen als lid van de commissie.

  • 3. Indien een lid langdurig niet beschikbaar is kan hij zich door een ander raadslid laten vervangen. Deze mogelijkheid vervalt na 22 november 2016.

  • 4. Bij een tussentijdse vacature benoemt de raad een nieuw lid. Deze mogelijkheid vervalt na 22 november 2016.

  • 5. Het lidmaatschap vervalt bij het verlies van het raadslidmaatschap of na een daartoe strekkend besluit van de raad.

  • 6. De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

  • 7. De griffier fungeert als secretaris van de commissie. Hij is geen lid van de commissie en heeft geen stemrecht.

  • 8. De gemeentesecretaris fungeert als plaatsvervangend secretaris van de commissie. Hij is geen lid van de commissie en heeft geen stemrecht.

  • 9. De (eerste) loco-burgemeester is als adviseur bij de gesprekken aanwezig. Hij kan desgevraagd advies aan de commissie geven. Hij is geen lid van de commissie en heeft geen stemrecht.

Artikel 5. Werkwijze

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste drie leden dit noodzakelijk achten.

  • 2. De commissie vergadert alleen in beslotenheid.

  • 3. Van elke vergadering wordt door de voorzitter tenminste twee dagen tevoren aankondiging gedaan aan de leden van de commissie.

  • 4. De commissie kan gebruik maken van externe deskundige ondersteuning in de voorbereiding op de sollicitatieprocedure.

  • 5. De commissie voert ter uitvoering van haar in artikel 2 omschreven taak gesprekken met de kandidaten die door de commissaris in beginsel geschikt worden geacht voor benoeming en met eventueel andere op de lijst van sollicitanten voorkomende kandidaten.

  • 6. De voorzitter nodigt – namens de commissie – de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie.

  • 7. De plaats en het tijdstip voor een gesprek worden zodanig gekozen, dat voorkomen wordt dat kandidaten hierdoor bekend worden of tijdens het bezoek aan de commissie met elkaar in contact komen.

  • 8. Van de gesprekken met de kandidaten kan een verslag worden gemaakt door een notulist(e). Op hem/haar is eveneens artikel 6 van toepassing.

  • 9. Bij de beoordeling van de kandidaten laten de leden van de commissie zich leiden door de profielschets, zoals deze is vastgesteld door de raad.

  • 10. De commissie wint mondeling noch schriftelijk inlichtingen in bij derden omtrent de kandidaten.

  • 11. De commissie kan gebruik maken van externe deskundige ondersteuning voor de beoordeling van kandidaten ten aanzien van persoons- en bestuursstijlkenmerken.

  • 12. De commissie doet het in artikel 2 (tweede lid) genoemde verslag vergezeld gaan van een concept-aanbeveling aan de raad van twee kandidaten die naar haar oordeel voor benoeming in aanmerking komen, een en ander zoals bedoeld in artikel 61 van de Gemeentewet.

Artikel 6. Geheimhouding

  • 1. Alle leden, de voorzitter, de (plaatsvervangend) secretaris en de adviseur van de commissie hebben volstrekte geheimhoudingplicht omtrent hetgeen direct of indirect als lid, voorzitter, (plaatsvervangend) secretaris of adviseur van de commissie, aan hen mondeling of schriftelijk ter kennis is gebracht.

  • 2. De vergaderingen van de commissie zijn besloten. De commissie legt in elke vergadering overeenkomstig het bepaalde in artikel 86 Gemeentewet geheimhouding op omtrent de inhoud van de stukken en omtrent het behandelde tijdens de vergadering.

  • 3. De voorzitter ziet er op toe dat aan het gestelde in het eerste en tweede lid wordt voldaan.

  • 4. Aan raadsleden die geen zitting hebben in de commissie, noch aan het college van burgemeester en wethouders en anderen wordt inzage of informatie verstrekt inzake de stukken en handelingen die aan de commissie worden toevertrouwd.

  • 5. Noch de commissie, noch de gemeenteraad zal de geheimhouding waartoe het tweede lid oproept opheffen.

  • 6. De geheimhoudingsplicht blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

Artikel 7. Besluitvorming

  • 1. De commissie vergadert niet indien niet tenminste de helft van de leden aanwezig is.

  • 2. De aanbeveling, bedoeld in artikel 2, wordt bij meerderheid van stemmen vastgesteld, waarbij ieder lid van de commissie één stem heeft. De commissie streeft naar unanimiteit bij de besluitvorming.

  • 3. Bij staking van stemmen over de uit te brengen aanbeveling wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering.

  • 4. Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in de schriftelijke rapportage aan de raad en de commissaris vermeld.

Artikel 8. Voorzitter en secretariaat

  • 1. De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten.

  • 2. Alle stukken voor de commissie worden aan het privéadres van de secretaris gericht, dan wel persoonlijk aan hem overhandigd en op zijn adres bewaard tot het moment van ontbinding van de commissie.

  • 3. Alle stukken die van de commissie uitgaan worden door de secretaris naar het privéadres van de leden, de voorzitter, de plaatsvervangend secretaris en de adviseur verzonden of door hem persoonlijk aan hen overhandigd.

Artikel 9. Ontbinding commissie

  • 1. De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgende op die waarop aan de raad is bekend gemaakt dat in de benoeming is voorzien.

  • 2. De voorzitter van de commissie draagt er zorg voor, dat op het in het eerste lid bedoelde tijdstip alle archiefbescheiden die de commissie heeft opgemaakt onverwijld in een verzegelde enveloppe en gerubriceerd als “geheim” worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats.

  • 3. Van de in het tweede lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 4. De originele bescheiden die de commissie heeft ontvangen van de commissaris of van de kandidaten worden onmiddellijk aan dezen teruggezonden.

  • 5. Alle overige bescheiden van de commissie en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden onmiddellijk vernietigd.

Artikel 10. Onvoorziene omstandigheden

In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie met inachtneming van het bepaalde in de circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 2 november 2005.

Artikel 11. Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag waarop de vacature voor het ambt van burgemeester van Neder-Betuwe ontstaat.

  • 2. Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening vertrouwenscommissie benoeming burgemeester gemeente Neder-Betuwe 2016”.

  • 3. De ‘Verordening vertrouwenscommissie benoeming burgemeester gemeente Neder-Betuwe 2016’ vervalt op de dag waarop de burgemeester is benoemd, behoudens het gestelde over de geheimhouding in artikel 6.

  • 4. Per datum inwerkingtreding vervalt de ‘Verordening tot regeling van de samenstelling, taak, werkwijze en geheimhouding van de vertrouwenscommissie benoeming burgemeester’, vastgesteld op 2 januari 2002, behoudens het gestelde over geheimhouding in artikel 9.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 22 september 2016
de griffier,
drs. E. van der Neut
de voorzitter,
ir. C.W. Veerhoek