Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Neder-Betuwe houdende regels omtrent briefadres Regeling briefadres gemeente Neder-Betuwe 2017

Geldend van 06-09-2017 t/m heden

Intitulé

Regeling briefadres gemeente Neder-Betuwe 2017

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Neder-Betuwe,

gelet op de artikelen 1.1, 2.23, 2.38 tot en met 2.42, 2.45, 2.47, 2.52 en 4.17 van de Wet basisregistratie personen (Wet BRP), artikel 29 van het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP), de artikelen 17, 18 en 19 van de Regeling basisregistratie personen (Regeling BRP), artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht, de circulaire BRP en briefadres (2016-0000656211) van de minister van BZK van 18 oktober 2016 en het Protocol voor ondersteuning door Burgerzaken aan achterblijvers in geval van vermissing (NVVB-2016);

overwegende dat het gewenst is om een beleidsregel vast te stellen met betrekking tot de aangifte en registratie van een briefadres om het oneigenlijk gebruik van het briefadres tegen te gaan en om kwetsbare groepen zonder woonadres, te registreren op een briefadres;

besluit vast te stellen:

Regeling briefadres gemeente Neder-Betuwe 2017

Artikel 1 Begrippen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    briefadres: adres waar voor betrokkene bestemde geschriften in ontvangst worden genomen (artikel 1.1, onder p, Wet BRP) en waar, indien het post van de overheid betreft, zorg wordt gedragen dat geschriften of inlichtingen daarover, betrokkene bereiken (artikel 2.45, lid 3 Wet BRP);

  • b.

    woonadres: het adres als bedoeld in artikel 1.1 onder o, Wet BRP.

  • c.

    briefadresgever: de ingezetene in de Basisregistratie Personen of rechtspersoon bij wie het briefadres wordt gehouden (artikel 1.1, onder r Wet BRP);

  • d.

    briefadreshouder: de ingezetene in de Basisregistratie Personen die een briefadres houdt

  • e.

    gezinshuishouden:

    • 1.

      twee personen die volgens de Basisregistratie Personen een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan of gehuwd zijn, met of zonder kind(eren);

    • 2.

      twee personen die door het overleggen van een door een notaris opgemaakt samenlevingscontract hebben aangetoond, dat zij een gemeenschappelijke huishouding voeren, met of zonder kind(eren);

    • 3.

      een alleenstaande ouder met kind(eren);

  • f.

    wet: Wet basisregistratie personen (Wet BRP).

Artikel 2 Redenen briefadres

Redenen voor de aangifte van een briefadres zijn:

  • 1.

    het ontbreken van een woonadres vanwege:

    • a.

      dak- of thuisloosheid;

    • b.

      korte overbrugging tussen twee woonadressen;

    • c.

      de uitoefening van een ambulant beroep;

    • d.

      kort verblijf in het buitenland: gedurende een jaar ten hoogste twee derden van de tijd;

    • e.

      korter dan 2 jaar verblijf in het buitenland en beroepshalve varend op een schip dat de thuishaven in Nederland heeft;

    • f.

      het behoren tot een kwetsbare groep, zoals verwarde personen (zie artikel 4);

    • g.

      langdurig vermiste persoon;

  • 2.

    verblijf in een instelling voor mannen- of vrouwenopvang (blijf-van-mijn-lijfhuizen);

  • 3.

    verblijf in een instelling als bedoeld in artikel 2.40, lid 3 en 4 van de Wet BRP;

  • 4.

    verblijf op een adres waarvan het opnemen van dat woonadres naar het oordeel van de burgemeester om veiligheidsredenen niet wenselijk is.

Artikel 3 voorwaarden

  • 1. De aangifte wordt gedaan in de gemeente waar het briefadres zich bevindt.

  • 2. Een aangifte wordt gedaan op een door het college vastgesteld formulier aangifte van briefadres met bijbehorend instemmingsformulier en vragenlijst briefadres. De aangifte kan in persoon, schriftelijk of digitaal (via DigiD) gedaan worden.

  • 3. De aangever levert het aangifteformulier volledig ingevuld en ondertekend in met de volgende bijlagen:

    • a.

      een kopie van een geldig identiteitsbewijs van alle personen die het formulier ondertekenen;

    • b.

      een volledig ingevulde en ondertekende vragenlijst briefadres, als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2, lid 1

    • c.

      een schriftelijke verklaring van instemming van degene bij wie het briefadres wordt gehouden (briefadresgever) en een verklaring dat hij de stukken in ontvangst neemt en zorg draagt dat de poststukken de briefadreshouder bereiken;

      Als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2, lid 4, is een schriftelijke verklaring van de burgemeester noodzakelijk waaruit blijkt dat opname van een woonadres niet wenselijk is.

  • 4. Als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2, lid 4, is een schriftelijke verklaring van de burgemeester noodzakelijk waaruit blijkt dat opname van een woonadres niet wenselijk is.

  • 5. Als het briefadres noodzakelijk is op grond van artikel 2, lid 1 onder f en g, dient de noodzakelijkheid te blijken uit een onderliggend dossier.

  • 6. De briefadresgever kan maximaal aan twee gezinshuishoudens, aan twee alleenstaanden of aan een gezinshuishouden en een alleenstaande toestemming geven een briefadres te houden.

  • 7. Lid 6 van dit artikel is niet van toepassing indien de briefadresgever het college van burgemeester en wethouders betreft of een door dit college aangewezen rechtspersoon, bedoeld in artikel 2.24 onder b van de Wet BRP.

Artikel 4 Nadere voorwaarden en verplichtingen

  • 1. Voor de personen als bedoeld in artikel 2 lid 1 onder f, gelden voor het doen van aangifte van een briefadres op het adres Burgemeester Lodderstraat 20 Opheusden de volgende extra voorwaarden:

    • a.

      Post wordt minimaal 1 keer per week, op daartoe door de gemeente bepaalde momenten opgehaald;

    • b.

      Alles wat van invloed kan zijn op het houden van het briefadres moet worden gemeld

    • c.

      Bij wangedrag in alle opzichten behoudt de gemeente zich het recht om op elk moment het toegekende briefadres in te trekken.

  • 2. Het is niet mogelijk post de te laten doorsturen naar een ander adres. Als belanghebbende de post niet zelf kan ophalen, dan dient belanghebbende hiervoor iemand anders te machtigen. Belanghebbende heeft hiervoor altijd toestemming nodig van de gemeente;

  • 3. Indien de post niet wordt opgehaald, of niet aan de andere voorwaarden (meer) wordt voldaan, dan vervalt het briefadres. Na het vervallen van het briefadres wordt de dan aanwezige post van de belanghebbende vernietigd.

Artikel 5 Volledige aangifte

  • 1. De aangifte is volledig indien alle benodigde gegevens, zoals bedoeld in artikel 3, lid 2 en 3, zijn ingeleverd.

  • 2. Als één of meer gegevens ontbreken, dan wordt de aangever in de gelegenheid gesteld binnen veertien dagen het verzuim te herstellen en de aangifte alsnog aan te vullen.

  • 3. Indien de aangifte niet binnen de, in het vorige lid bepaalde termijn kan worden aangevuld, dan kan, op verzoek van de aangever, de termijn eenmalig verlengd worden met veertien dagen.

  • 4. Indien de aangifte niet binnen veertien dagen na aangifte, aangevuld wordt of uitstel gevraagd wordt, wordt aan de aangifte geen gevolg gegeven.

Artikel 6 Weigeringsgronden

Het is in ieder geval niet mogelijk om ingeschreven te worden op een briefadres, indien:

  • a.

    de aangever een woonadres heeft, tenzij hij in de situatie verkeert zoals beschreven in artikel 2, lid onder f en lid 4;

  • b.

    de aangever langer dan acht maanden gedurende één jaar in het buitenland verblijft en niet beroepshalve varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft.

  • c.

    de aangever beroepshalve varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft en langer dan twee jaar in het buitenland verblijft;

  • d.

    er een onderzoek loopt naar de verblijfplaats van de briefadresgever;

  • e.

    het briefadres een adres betreft waarop reeds aan twee alleenstaanden of twee gezinshuishoudens of een alleenstaande en een gezinshuishouden een briefadres is verleend met inachtneming van de uitzonderingen bedoeld in artikel 3, lid 7

  • f.

    van het briefadres aangifte wordt gedaan op grond van artikel 2, lid 4 en de verklaring van de burgemeester zoals bedoeld in artikel 3, lid 4, ontbreekt.

Artikel 7 Termijn briefadres

  • 1. In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a en f, wordt een briefadres verleend voor de periode dat de briefadreshouder een zwervend bestaan (in de gemeente Neder-Betuwe) leidt.

  • 2. In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder b, wordt in eerste instantie een briefadres verleend voor de duur van maximaal drie maanden. Deze termijn kan met maximaal drie maanden worden verlengd.

  • 3. In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder d, en e wordt een briefadres verleend voor de duur van maximaal de periode dat aangever buiten Nederland zal verblijven.

  • 4. In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 4 wordt een briefadres verleend voor de duur die de burgemeester noodzakelijk acht.

  • 5. Onverminderd hetgeen is bepaald in het eerste tot en met het derde lid, is diegene op wie het briefadres betrekking heeft en een ander adres krijgt, gehouden om in de periode tussen vier weken vóór de beoogde verhuisdatum tot en met de vijfde dag na verhuisdatum hiervan aangifte te doen bij de gemeente waar hij zijn nieuwe adres heeft.

Artikel 8 Controlefrequentie en toetsingskader terechte inschrijving

  • 1. Voor het verstrijken van de termijn die de gemeente aan het houden van het briefadres heeft toegekend (zie artikel 7 van deze regeling) wordt de huidige woonsituatie van betrokkene onderzocht.

  • 2. Het recht op een briefadres wordt getoetst bij:

    • a.

      binnenvaartschippers: om de vijf jaar

    • b.

      dak- en thuislozen: jaarlijks

  • 3. Onderzoek vindt plaats door het opnieuw toesturen van de vragenlijst briefadres met het verzoek deze in te vullen en terug te sturen en/of door op verzoek van het college van burgemeester en wethouders in persoon te verschijnen om inlichtingen te verstrekken die van belang zijn voor de registratie van het briefadres. Zowel met de briefadreshouder als de briefadresgever wordt contact opgenomen.

  • 4. De ingevulde vragenlijst/verstrekte informatie wordt beoordeeld inachtneming van de artikelen 2 en 6.

  • 5. Blijkt dat betrokkene geen recht meer heeft op het bestaande briefadres dan wordt betrokkene opgeroepen aangifte te doen van wijziging van zijn adresgegevens.

  • 6. Reageert betrokkene niet op de oproep inlichtingen te verschaffen, het doen van aangifte van verhuizing óf bestaan er twijfels over de ontvangen gegevens dan wordt een adresonderzoek gestart.

  • 7. Van elk briefadres wordt een dossier bijgehouden.

Artikel 9 Controlemaatregelen meerdere adressen bij een briefadresgever

  • 1. Bij iedere aangifte van een briefadres wordt gecontroleerd of op het adres al iemand staat ingeschreven met een briefadres

  • 2. Als blijkt dat de briefadresgever aan een gezinshuishouden of een alleenstaande toestemming heeft gegeven voor een briefadres en hij vervolgens toestemming verleend voor een tweede en volgend briefadres dan wordt de briefadresgever opgeroepen voor een persoonlijk gesprek waarin hij zijn medewerking aan het verstrekken van een briefadres komt toelichten.

  • 3. In de gevallen zoals bedoeld in lid 1 en 2 kan een adresonderzoek worden gestart.

Artikel 10 Bestuurlijke boete

  • 1. Onverminderd het gestelde in artikel 2 tot en met 6 is de zowel de briefadresgever als de briefadreshouder verplicht om op verzoek van het college van burgemeester en wethouders inlichtingen te verstrekken die van belang zijn voor de registratie van het briefadres.

  • 2. De betrokkene verschijnt hierbij desgevraagd in persoon

  • 3. Aan degene die niet voldoet aan verplichting als bedoeld in eerste lid kan door het college van burgemeester en wethouders een bestuurlijke boete worden opgelegd overeenkomstig de Regeling bestuurlijke boete BRP Neder-Betuwe 2016.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Als vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze regeling zou leiden tot een onbillijkheid, kan worden afgeweken van het bepaalde in deze regeling.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze regeling vervangt de Regeling briefadres Neder-Betuwe 2016 en treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking.

Artikel 14 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling briefadres gemeente Neder-Betuwe 2017.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 22 augustus 2017.
de secretaris, de burgemeester,
M.G.J. Nijhuis – Quanjel (a.i.) A.J. Kottelenberg

BIJLAGE 1

Aangifte vestiging briefadres

1.Gegevens van de persoon die het briefadres aanvraagt

Naam :___________________________________________________

Voornamen :___________________________________________________

Geboortedatum:_____________________te____________________________

2.Oud adres

Straat :___________________________________________________

Postcode woonplaats:__________________________________________________

Blijft er iemand op het oude adres wonen? O nee O ja, nl. ___________________

3.Briefadres

Straat :___________________________________________________

Postcode woonplaats:__________________________________________________

Ingangsdatum briefadres:_______________________________________________

Naam hoofdbewoner:__________________________________________________

4.Aangifte is gedaan door

O betrokkene voor zichzelf O echtgeno)o)t(e) O vader/moeder

O overig n.l.___________________________________________________

5.Reden voor het kiezen van een briefadres

O verhuizing naar een, op grond van artikel 2.40, lid 3 en 4 Wet BRP aangewezen, instelling:

____________________________________________________naam en adres instelling

O anders, t.w.________________________________________________________

________________________________________________________

. Ondertekening

Soort en nummer identiteitsbewijs aangever:________________________________

Telefoonnummer aangever:_____________________________________________

Ondergetekende verklaart dat bovenstaande gegevens naar waarheid zijn ingevuld en ermee bekend te zijn dat hij/zij bij onjuiste aangifte strafbaar is.

Plaats en datum :___________________________________________________

Handtekening :___________________________________________________

Kopie legitimatiebewijs bijvoegen

Bestuurlijke boete

Het invullen van dit aangifteformulier met onjuiste gegevens kan gezien worden als een overtreding van de verplichting tot het doen van aangifte zoals bedoeld in de Wet basisregistratie personen en kan beboet worden met een bestuurlijke boete van maximaal € 325,00 (art. 4.17 Wet BRP).

BIJLAGE 2

Instemming voor briefadres

Ondergetekende, hoofdbewoner van de woning.

Naam :____________________________________________

Voornamen :____________________________________________

Geboortedatum :____________________________________________

Postcode + adres:___________________________________________

Woonplaats :____________________________________________

Telefoonnr.:____________________________________________

Stemt ermee in dat:

Naam :____________________________________________

Voornamen :____________________________________________

Geboortedatum :____________________________________________

Ingeschreven wordt met briefadres op zijn/haar adres.

Handtekening :____________________________________________

Gevolgen van briefadres:

  • 1.

    degene die zijn adres als briefadres beschikbaar stelt is verantwoordelijk dat de post die op zijn/haar adres binnenkomt voor degene die daar briefadres houdt binnen 7 dagen hem/haar ter hand wordt gesteld.

  • 2.

    de eventuele gevolgen die derden verbinden aan het geven briefadres worden door hem/haar geaccepteerd.

Verklaring dient tezamen met een legitimatiebewijs bij de Bedrijfsvoeringspijler, team Gemeentewinkel te worden ingeleverd.

Bestuurlijke boete

Indien u toelaat dat een ander persoon onrechtmatig op uw adres is ingeschreven in de Basisregistratie personen terwijl u kunt weten dat dit onjuist is, riskeert u een bestuurlijke boete van maximaal € 325,00 (art. 4.17 b Wet BRP).

BIJLAGE 3

Vragenlijst registratie briefadres

Geachte heer/mevrouw,

U doet aangifte om op een briefadres geregistreerd te worden in de Basisregistratie Personen (BRP) van de gemeente Neder-Betuwe.

De richtlijnen zijn:

  • -

    u heeft tijdelijk geen vaste woon- of verblijfplaats;

  • -

    u verblijft minder dan twee derde van een jaar (8 maanden) in het buitenland;

  • -

    u verblijft in een instelling (verzorgingshuis/penitentiaire inrichting).

Om te kunnen beoordelen of uw verzoek voldoet aan de richtlijnen om als briefadres in de BRP geregistreerd te staan verzoeken wij u om dit formulier volledig in te vullen, te ondertekenen en te retourneren aan het team Gemeentewinkel van de gemeente Neder-Betuwe.

Wij danken u voor uw medewerking.

Met vriendelijke groet,

Team Gemeentewinkel

Afdeling Bedrijfsvoeringspijler

Persoonsgegevens

Burgerservicenummer

Achternaam

Voorna(a)m(en)

Geboortedatum

Geboorteplaats

Telefoonnummer

Mobiel

E-mail

Vraag 1

Heeft u een vaste woon- en/of verblijfplaats?

Ja, mijn woonadres is:

Straat en huisnummer

Postcode en woonplaats

Nee

ga door naar vraag 2

Vraag 2

Op welk(e) adres(sen) verblijft u de komende periode (3 tot 6 maanden) en hoe lang verblijft u op deze adressen?

Adres

Periode

Vraag 3

Wat is de reden dat u in de BRP met een briefadres geregistreerd wenst te staan?

Motiveer uw antwoord

Vraag 4

Verblijft u op een adres en wil de hoofdbewoner u uitsluitend met een briefadres laten registreren vanwege nadelige financiële consequenties voor de hoofdbewoner zelf (bijstandsuitkering, huurtoeslag, etc.)?

Ja

Nee

Vraag 5

Verblijft u afwisselend op meer dan één adres en verblijft u regelmatig de meeste tijd op één van deze adressen en bevinden zich op dat adres ook uw persoonlijke bezittingen?

Ik verblijf de meeste tijd op het adres:

Straat en huisnummer

Postcode en woonplaats

Mijn persoonlijke bezittingen bevinden zich

Vraag 6

Verblijft u in het buitenland?

ja

Voor een periode van maanden.

nee

Ik verblijf in Nederland.

Door ondertekening van dit formulier verklaar ik het formulier naar waarheid te hebben ingevuld.

Ondertekening

Plaats en datum

(handtekening)

Wij verzoeken u een kopie van uw identiteitsbewijs mee te sturen.

LET OP: Als u de vragenlijst niet volledig invult, nemen wij uw aangifte van briefadres niet in behandeling.

Toelichting op de Regeling briefadres

Toelichting artikel 1, sub d, onder 3:

Onder een alleenstaande ouder wordt verstaan:

  • -

    een ongehuwd ouder, zonder geregistreerd partnerschap,

  • -

    een ouder wiens huwelijk of geregistreerd partnerschap is ontbonden of beëindigd,

  • -

    een gehuwd ouder, die niet samenwoont met de echtgenoot (of echtgenote), of

  • -

    een ouder met een geregistreerd partnerschap, die niet samenwoont met deze partner.

Toelichting artikel 2, lid 1, sub a:

Personen die niet beschikken over een woonadres en gebruik maken van de maatschappelijke opvang (passantenverblijven en dag- en nachtopvang) kunnen met een briefadres ingeschreven worden bij één van de (door een gemeente) aangewezen opvanginstellingen.

Personen die niet beschikken over een woonadres, maar geen gebruik maken van de maatschappelijke opvang (mensen met een zwervend bestaan), zijn verplicht elders een briefadres te kiezen.

De gemeente kan personen met een zwervend bestaan die zelf gaan aangifte doen inschrijven op het briefadres van de gemeente (zie sub f van dit artikel).

Toelichting artikel 2, lid 1, sub b:

Hierbij valt te denken aan twee echtgenoten die gaan scheiden, maar op één adres wonen. Wanneer de één op het huidige adres blijft wonen, heeft de ander (tijdelijk) geen vast woonadres. Deze laatste persoon kan ingeschreven worden op een briefadres.

Een ander voorbeeld is als een persoon een nieuwe woning heeft gekocht en de oude woning heeft verkocht. De nieuwe woning moet echter nog opgeleverd worden terwijl de oude woning al overgedragen is aan de nieuwe eigenaar.

Toelichting artikel 2, lid 1, sub c:

Personen die vallen onder de categorie ‘ambulant beroep’ zoals binnenvaartschippers die (met hun gezin) aan boord van een schip wonen en kermismedewerkers die (met hun gezin) met de kermisattractie meereizen. Personen die tot deze categorie behoren komen in aanmerking voor een briefadres, mits zij geen woonadres hebben.

Toelichting artikel 2, lid 1, sub d:

Als iemand naar het buitenland vertrekt, wordt gekeken voor welke periode iemand naar het buitenland gaat. Iemand moet een briefadres kiezen, wanneer hij/zij voor een kortere periode dan 8 maanden in een tijdsbestek van een jaar naar het buitenland gaat en niet meer beschikt over een woonadres.

Op grond van artikel 2.43 Wet BRP mag iemand die voor een periode van meer dan 8 maanden naar het buitenland vertrekt niet als ingezetene ingeschreven blijven in de BRP. In dat geval is de burger verplicht om aangifte te doen van zijn vertrek naar het buitenland. Op grond van de aangifte wordt de bijhouding van zijn persoonslijst een verantwoordelijkheid van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en ‘verhuist’ de persoonslijst naar het Register niet-ingezetenen (RNI) vanwege emigratie. In dat geval kan geen briefadres gekozen worden.

Toelichting artikel 2, lid 1, sub e:

Als een inwoner beroepshalve gaat varen aan boord van een schip dat in Nederland de thuishaven heeft en is er bij vertrek de redelijke verwachting dat hij niet langer dan twee jaar buiten Nederland zal verblijven, dan hoeft hij geen aangifte van vertrek te doen (artikel 29 Besluit BRP). Een voorwaarde is wel dat hij/zij gedurende het verblijf buiten Nederland beschikt over een adres in Nederland. Veelal zal dit een briefadres zijn. Het is de burger wel toegestaan om aangifte van vertrek naar het buitenland te doen in deze situatie. Een verplichting daartoe bestaat niet.

Toelichting artikel 2, lid 1, sub f:

Deze kwetsbare groep kampt soms met de gevolgen van een verslaving, psychiatrische aandoeningen en verstandelijke beperkingen. Daardoor komen deze mensen hun administratieve verplichtingen en afspraken niet altijd na. Juist deze mensen hebben laagdrempelige medische basiszorg nodig die zijn in de praktijk alleen krijgen na inschrijving in de BRP. Zonder zorgverzekering krijgen deze personen niet de zorg die zijn nodig hebben. Dat vergroot de kans op bijvoorbeeld ernstige lichamelijke en/of psychiatrische aandoeningen. Zonder inschrijving in de BRP komen zij in de praktijk ook niet in aanmerking voor een plek op de wachtlijst voor een woning, waardoor zij gedwongen dakloos blijven. Een inschrijving op een briefadres is daarom voor deze groep noodzakelijk. Waar nodig wordt het briefadres ambtshalve toegekend op een adres van een gemeentelijke instelling of van de gemeente zelf.

Toelichting artikel 2, lid 1, sub g:

Met een langdurig vermist persoon wordt bedoeld een persoon, die:

  • 1.

    tegen redelijke verwachting in afwezig is uit zijn of haar gebruikelijke en/of veilig geachte omgeving,

  • 2.

    waarvan de verblijfsplaats van de persoon onbekend is, en

  • 3.

    het in diens belang is dat de verblijfplaats wordt vastgesteld.

Gemeenten kunnen te maken krijgen met de melding dat een persoon is vermist. In het protocol voor ondersteuning door Burgerzaken aan achterblijvers in geval van vermissing is vermeld dat in overleg de vermiste persoon kan worden geregistreerd met een briefadres op het adres van de melder.

Toelichting artikel 2, lid 2:

In de circulaire BRP en briefadres van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties van 18 oktober 2016 (kenmerk 2016-0000656211) is geregeld dat personen die verblijven in een opvanghuis voor mannen en vrouwen met een briefadres ingeschreven kunnen worden op het kantooradres van de desbetreffende instelling. Op die manier wordt het feitelijke woonadres van betrokkenen adequaat beschermd tegen ongewenste kennisneming door onbevoegden.

Toelichting artikel 2, lid 3:

Degene die zijn woonadres heeft in een instelling, kan in afwijking van artikel 2.38, lid 1 en artikel 2.39, lid 1 van de Wet BRP in plaats van inschrijving op zijn woonadres een briefadres kiezen. Op grond van artikel 2.40, lid 3 Wet BRP zijn dit instellingen voor gezondheidszorg, instellingen op het gebied van kinderbescherming en penitentiaire instellingen. In de artikelen 17 t/m 19 van de Regeling BRP is aangegeven voor welke instellingen een briefadres gekozen kan worden.

Het college van B&W is eveneens bevoegd, op grond van artikel 2.40, lid 4 Wet BRP, instellingen op het terrein van maatschappelijke opvang aan te wijzen.

Toelichting artikel 3, lid 1:

Een briefadres kan, in aanvulling op wat de wet regelt en in afwijking van een woonadres, worden gekozen binnen elke gemeente in Nederland. Het is niet verplicht om een briefadres te kiezen in de gemeente waar voor het laatst een woonadres werd gehouden. Voor gedetineerden of personen die in een psychiatrische inrichting verblijven is het advies om bij voorkeur een briefadres te kiezen in de gemeente van herkomst. Dit is onder andere van belang voor de verworven rechten die de briefadreshouder daar heeft opgebouwd, bijvoorbeeld op het gebied van huisvesting. De aangifte wordt altijd gedaan in de gemeente waar het briefadres zich bevindt.

Toelichting artikel 3, lid 2 en 3:

Bij de aangifte dient een schriftelijke verklaring van instemming (bijlage 2) te worden gevoegd van degene bij wie het briefadres wordt gehouden op grond van artikel 2.45 lid 2 van de wet BRP. Tevens moet de vragenlijst briefadres ingevuld en onderteken meegestuurd worden (bijlage 3).In de schriftelijke verklaring van aangifte (bijlage 1) dienen de redenen van het briefadres en de te verwachten duur te worden opgenomen. De aangever dient tevens een (kopie van een) geldig identiteitsbewijs zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht van zichzelf als van degene bij wie het briefadres wordt gehouden te overleggen.

Toelichting artikel 3, lid 4:

Het is niet waarschijnlijk dat de briefadreshouder bij zijn aangifte altijd de verklaring van de burgemeester zal kunnen overleggen. De verwachting is, dat deze verklaring veelal bij het team Gemeentewinkel terecht komt via de interne kanalen van de gemeente.

Toelichting artikel 3, lid 6:

Maximaal 2 briefadressen betekent maximaal aan twee gezinshuishoudens of twee alleenstaanden of één gezinshuishouden en één alleenstaande.

Het blijft mogelijk en is toegestaan dat een briefadresgever meer dan één briefadreshouder op zijn woonadres kan hebben. Bijvoorbeeld een particulier die al dan niet tegen betaling briefadresgever is voor veel gedetineerden, omdat zij hun familie daar niet mee willen belasten. In dat geval kan uitgeweken worden naar de hardheidsclausule van artikel 8.

Toelichtin artikel 3, lid 7:

Als de gemeente zelf of een instelling voor maatschappelijke opvang als briefadresgever optreedt, is de beperking die lid 6 vermeldt, niet van toepassing.

Toelichting artikel 4:

Voor de personen bedoeld in artikel 2 lid 1 onder f gelden extra voorwaarden voor het doen van aangifte van een briefadres op het adres van de gemeente. Deze voorwaarden worden vastgelegd in een contract.

Toelichting artikel 5:

Ontbreekt bij de aangifte tot briefadres één of meer van de benodigde stukken, dan wordt de aangifte behandeld als een onvolledige aangifte. De aangever wordt schriftelijk in de gelegenheid gesteld binnen veertien dagen na verzending van het verzoek het verzuim te herstellen en de aangifte alsnog aan te vullen met de ontbrekende stukken. De aangever kan echter in reactie daarop het verzoek doen de termijn om de aangifte aan te vullen eenmalig te verlengen met veertien dagen.

Wanneer de aangever niet binnen veertien dagen zijn/haar aangifte aanvult of uitstel aanvraagt, wordt een brief verstuurd waarin vermeld wordt dat de aangifte briefadres buiten behandeling wordt gesteld wegens het ontbreken van de gevraagde documenten.

Het is toegestaan om in de mededeling tot aanvulling van gegevens (4:5 Awb) al melding te maken van het voornemen om de aangifte buiten behandeling te stellen (4:7 Awb) in het geval dat niet voldaan wordt aan de aanvulling.

Toelichting artikel 6:

Het betreft hier een (niet-limitatieve) opsomming van weigeringsgronden voor de aangifte briefadres.

In de gevallen dat een briefadres wordt toegekend vanwege veiligheidsreden vastgesteld door de burgemeester (art 2, lid 4) of omdat de briefadreshouder behoort tot een kwetsbare groep (art 2, lid 1 onder f), zal de gemeente zelf de afweging maken tot al dan niet toekennen van een briefadres.

Het is toegestaan om een briefadres bij inschrijving op grond van aangifte van verblijf en adres te kiezen. Dit is niet in strijd met artikel 2.38 Wet BRP.

Toelichting artikel 6 sub a:

Er kan geen briefadres gekozen worden indien de aangever een woonadres heeft. Onder woonadres wordt het adres verstaan als bedoeld in artikel 1.1 Wet BRP. Hieronder valt ook het adres, a. indien betrokkene op meer dan één adres woont, het adres waar hij naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten; of b. het adres waar, bij het ontbreken van een adres als bedoeld onder a, betrokkene naar redelijke verwachting gedurende drie maanden ten minste twee derden van de tijd zal overnachten. In de situatie dat geen woonadres vastgesteld kan worden, moet gekozen worden voor een briefadres. Uitzondering wordt gemaakt voor zogenaamde verwarde personen en voor personen waarbij naar het oordeel van de burgemeester het om veiligheidsredenen niet wenselijk is om betrokkene op zijn woonadres in te schrijven. Het permanent bewonen van een recreatiewoning wordt ook aangemerkt als woonadres en is dus geen reden om een briefadres toe te kennen. Er wordt niet voldaan aan artikel 6 onder a van deze regel.

Toelichting artikel 6 sub b en c:

Er dient aangifte van vertrek uit Nederland gedaan te worden als de persoon langer buiten Nederland verblijft dan een periode van twee derden deel van een jaar. In dat geval kan niet gekozen worden voor een briefadres. Hierop is één uitzondering in het geval de persoon beroepshalve op een schip vaart. Zie hiervoor de toelichting bij artikel 2, lid 1, sub e.

Toelichting artikel 6 sub e:

Met de hierin vermelde weigeringsgrond wordt bedoeld dat een briefadres alleen verleend kan worden op een woonadres waar nog geen of slechts één briefadres is geregistreerd. Hierbij geldt een briefadres verleend aan een gezinshuishouden als één briefadres. Dit betekent dat er maximaal of twee alleenstaanden of twee gezinshuishoudens of één alleenstaande en één gezinshuishouden een briefadres kunnen hebben op één adres. Zie ook de toelichting bij artikel 3, lid 6 en artikel 11.

Toelichting artikel 7, lid 1 en 4:

Om het tijdelijke karakter te bevestigen is besloten om een briefadres voor een periode van maximaal zes maanden te verlenen. Na het verloop van deze periode kan de burger worden opgeroepen voor het geven van inlichtingen of het doen van aangifte van verhuizing naar het adres waar hij feitelijk verblijft.

Deze periode van zes maanden is bewust gekozen om op deze manier in ieder geval na zes maanden een contactmoment te hebben met de burger, om zo te zorgen dat hij/zij snel een woonadres heeft (artikel 2, 1e lid sub b).

Hierop is een aantal uitzonderingen.

  • -

    Als van te voren al bekend is dat iemand een bepaalde periode in het buitenland zal verblijven en geen woonadres heeft, dan kan een briefadres worden verleend voor maximaal deze termijn.

  • -

    Een andere uitzondering heeft te maken met de feitelijke onmogelijkheid van de burger om een woonadres te hebben. Hierbij valt te denken aan binnenvaartschippers. Zolang deze schippers varen kunnen zij kiezen voor een briefadres. Het recht op het briefadres kan voor deze categorie bijvoorbeeld om de vijf jaar worden getoetst.

  • -

    Ook voor dak- en thuislozen ligt het voor de hand om een afwijkende termijn te kiezen. Zolang de briefadreshouder een zwervend bestaan leidt kan een briefadres gehouden worden. Het recht op het briefadres kan voor deze categorie bijvoorbeeld elk jaar getoetst worden.

Toelichting artikel 7, lid 5:

De Wet BRP verplicht een ingezetene om aangifte te doen van zijn nieuwe adres. Zodra hij weer beschikt over een woonadres of over een ander briefadres, moet hij hiervan aangifte doen. Hij mag hier niet mee wachten totdat de termijn van het briefadres is verstreken. Als aangifte wordt gedaan van een nieuw briefadres, dan wordt dit uiteraard weer getoetst aan de voorwaarden uit deze regeling.

Toelichting artikel 8:

De gemeente moet periodiek controleren of de betrokken persoon nog terecht is ingeschreven met een briefadres. Dit gebeurt in de meeste gevallen voorafgaand aan het verlopen van de termijn. Daarop zijn een aantal uitzonderingen, namelijk binnenvaartschippers en dak- en thuislozen. Aan deze categorieën is in de regel een briefadres voor een langere periode verleend. Hiervoor geldt een andere controlefrequentie.

Toelichting artikel 9:

In artikel 3 lid 6 is het maximale aantal briefadressen op een adres aangegeven. Het is echter wel toegestaan dat iemand voor meer personen als briefadresgever optreedt. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als een particulier of bepaalde instelling, al dan niet tegen betaling, briefadresgever is voor meerdere gedetineerden, omdat die hun familie daar niet mee willen belasten. Daar is in beginsel niets op tegen, mits de briefadresgever zijn wettelijke verplichtingen nakomt. De gemeente zal dit moeten blijven controleren.

Toelichting artikel 10:

Op grond van artikel 4.17 Wet BRP kan een bestuurlijke boete worden opgelegd als er geen of een onjuiste aangifte van een (brief)adres wordt gedaan. Dit geldt ook voor de verplichting voor zowel de briefadreshouder als ook voor de briefadresgever om op verzoek van het college van burgemeester en wethouders inlichtingen te verstrekken die noodzakelijk zijn voor een juiste bijhouding van de basisregistratie zoals bepaald in artikel 2.45 Wet BRP. Voor de op te leggen bestuurlijke boete geldt een maximaal bedrag van 325 euro.

Toelichting artikel 11:

In uitzonderingsgevallen kan het gerechtvaardigd zijn om af te wijken van deze regeling, bijvoorbeeld in het geval van de eenmalige verlenging zoals vastgelegd in artikel 6 lid 4 van de regeling. Individuele omstandigheden kunnen er toe leiden dat er nog een extra verlenging van de termijn wordt overeengekomen.

Een ander voorbeeld van een gerechtvaardigde afwijking is een particulier die al dan niet tegen betaling briefadresgever is voor veel gedetineerden, omdat zij hun familie daar niet mee willen belasten.

Conform artikel 4:84 Awb wordt gehandeld overeenkomstig deze beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Dit kan zich voordoen bij bedreigde personen in de opvang conform de circulaire BRP en briefadres (kenmerk 2016-0000656211) van de minister van BZK van 18 oktober 2016. In deze circulaire zijn de mogelijkheden aangegeven die bewoners van opvanghuizen hebben om in de Wet basisregistratie personen (BRP) een briefadres te kiezen bij een gemeente of aan het kantoor van een opvanghuis.