Regeling vervallen per 14-05-2019

Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Neder-Betuwe 2018

Geldend van 01-01-2018 t/m 13-05-2019

Intitulé

Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Neder-Betuwe 2018

Het college van burgemeester en wethouders van Neder-Betuwe;

gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Neder-Betuwe 2018;

BESLUIT

vast te stellen:

Nadere regels Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Neder-Betuwe 2018

Begripsbepalingen

In deze nadere regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    Dienstverlening: hulp die een persoon, instantie of onderneming biedt aan de cliënt.

  • b.

    Hulp bij het huishouden: het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van het verzorgen van het huishouden van een persoon dan wel van de leefeenheid waartoe een persoon behoort.

  • c.

    Kortdurend verblijf: logeren gedurende maximaal drie etmalen per week met als doel het overnemen van de zorg ter ontlasting van de persoon die gebruikelijke zorg of mantelzorg aan de cliënt biedt

  • d.

    Tarief of kostprijs: het bedrag dat de gemeente aan een aanbieder moet betalen voor de verstrekking van een voorziening in natura.

  • e.

    Zzp’er: een ondernemer die geen personeel in dienst heeft, waarbij voor de vaststelling of er sprake is van een ondernemer de volgende criteria gelden:

    • zelfstandigheid bij de inrichting van de eigen werkzaamheden en het uitvoeren daarvan;

    • het voor eigen rekening en risico verrichten van werkzaamheden;

    • het gericht zijn op en het perspectief hebben van het maken van winst;

    • bekendmaking van het ondernemerschap;

    • het streven naar meerdere opdrachtgevers.

Hoofdstuk 1. Procedureregels aanvraag maatschappelijke ondersteuning

Artikel 1. Melding hulpvraag

Een hulpvraag kan door of namens een cliënt worden gemeld bij:

  • -

    een vestiging van het Kernpunt;

  • -

    de door de centrumgemeente Nijmegen aan te wijzen instellingen voor opvang indien het gaat om een hulpvraag op het gebied van opvang en/of beschermd wonen;

Artikel 2. Vooronderzoek; indienen persoonlijk plan

Als de cliënt genoegzaam bekend is bij de gemeente, kan het college in overeenstemming met de cliënt afzien van een vooronderzoek.

Hoofdstuk 2. Algemene voorzieningen

Artikel 3. Algemeen

Een algemene voorziening op het gebied van ondersteuning en dienstverlening die wordt aangeboden door maatschappelijke organisaties en door de markt is vrij toegankelijk voor iedere ingezetene van de gemeente Neder-Betuwe.

Hoofdstuk 3. Maatwerkvoorzieningen

Artikel 4. Vervoer

Voor regionaal vervoer gericht op participatie kan gebruik worden gemaakt van het collectief vraagafhankelijk vervoer “Versis”.

Artikel 5. Vervoersvoorzieningen

  • 1. Het gebruik van openbaar en collectief vervoer heeft het primaat wanneer deze de cliënt in voldoende mate in staat stelt tot participatie.

  • 2. Bij het bepalen van de vervoersbehoefte wordt rekening gehouden met een lagere behoefte vanwege:

    • a)

      intramuraal verblijf in een instelling;

    • b)

      een samenvallende vervoersbehoefte;

    • c)

      een beperkte vervoersbehoefte;

    • d)

      andere aanwezige vervoersvoorzieningen.

Artikel 6. Vervoersvoorzieningen in en om de woning

De door het college, ter bevordering van de participatie en bij het verplaatsen in en om de woning dan wel voor sportbeoefening te verstrekken voorziening kan bestaan uit:

  • a.

    een collectieve rolstoelvoorziening waaronder een rolstoelpool;

  • b.

    een rolstoelvoorziening;

  • c.

    een sporthulpmiddel;

Artikel 7. Vervoersvoorzieningen lokaal

  • 1. De door het college, ter bevordering van de participatie en het zich lokaal verplaatsen te verstrekken voorziening kan bestaan uit:

    • a.

      een collectieve vervoersvoorziening, waaronder een scootmobielpool;

    • b.

      een vervoersvoorziening;

  • 2. Omvang in gebied en in kilometers

    • a.

      Bij de te verstrekken vervoersvoorziening wordt ten aanzien van de vervoersbehoefte ter bevordering van de participatie uitsluitend rekening gehouden met de verplaatsingen in de directe woon- en leefomgeving in het kader van het leven van alledag.

    • b.

      In afwijking op het gestelde in sub a kan rekening worden gehouden met de vervoersbehoefte buiten de directe woon- of leefomgeving in een situatie waarin een bovenregionaal contact alleen door de aanvrager zelf bezocht kan worden, terwijl het bezoek voor de aanvrager noodzakelijk is om dreigende vereenzaming te voorkomen.

    • c.

      De te verstrekken collectieve vervoersvoorziening, zal maatschappelijke participatie bevorderen door middel van lokale verplaatsingen met een maximum omvang van 2.250 kilometer per kalenderjaar.

    • d.

      De te verstrekken vervoersvoorzieningen anders dan de collectieve vervoersvoorziening, zal maatschappelijke participatie bevorderen door middel van lokale verplaatsingen met een maximum omvang van 1500 kilometer met een bandbreedte tot 2.250 kilometer per kalenderjaar.

Artikel 8. Hulp bij het huishouden (HH)

  • 1. Onder hulp bij het huishouden wordt verstaan ondersteuning bij het voeren van een huishouden welke nodig is om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen.

  • 2. De maatwerkvoorziening Hulp bij het huishouden kan bestaan uit:

    • 1.

      Huishoudelijke hulp 1 (HH1);

    • 2.

      Huishoudelijke hulp 2 (HH2);

Artikel 9. Woonvoorzieningen

  • 1. Voor het opheffen van belemmeringen in het normaal gebruik van de door de cliënt bewoonde woning zijn de volgende voorzieningen mogelijk:

    • a)

      Een bouwkundige of woontechnische voorziening; woningaanpassing;

    • b)

      losse woonunits

    • c)

      verhuiskostenvergoeding

    • d)

      vergoeding voor huurderving aan verhuurder

  • 2. Aanpassingen aan de woning zijn alleen mogelijk in gevallen waarin een verhuizing naar een passende woning niet mogelijk is of redelijkerwijs van aanvrager niet kan worden verwacht en ook anderszins geen goedkopere adequate oplossingen beschikbaar zijn;

  • 3. Een aanvraag voor bouwkundige of niet-bouwkundige aanpassing die een jaarlijks door het college vast te stellen bedrag te boven gaat, gaat vergezeld van tenminste drie offertes tenzij het college anders bepaalt;

  • 4. Losse woonunits kunnen worden verstrekt voor noodzakelijke extra leefruimte indien verhuizen of aanpassen van de woning geen optie is;

  • 5. In gevallen waarin vanwege nog uit te voeren aanpassing werkzaamheden en om medische redenen tijdelijke huisvesting (dubbele huur) noodzakelijk is, kan gedurende maximaal 6 maanden tot maximaal de bovengrens voor huurtoeslag een budget worden verleend.

Artikel 10. Begeleiding

  • 1. Voor het behoud of het vergroten van de zelfredzaamheid is begeleiding mogelijk;

  • 2. Deze voorziening kan bestaan uit groeps- en individuele begeleiding of een combinatie van beide;

  • 3. Individuele begeleiding is alleen mogelijk als groepsbegeleiding niet passend is.

Artikel 11. Respijtzorg

De mantelzorger die vanwege dreigende overbelasting de ondersteuning niet kan voortzetten, of waarvan aannemelijk is dat men dit op korte termijn niet meer kan, kan aanspraak maken op respijtzorg.

Artikel 12. Persoonlijke verzorging (Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL)

Voor het behoud of het vergroten van de zelfredzaamheid is ADL-dienstverlening mogelijk.

Hoofdstuk 4. Persoonsgebonden Budget

Artikel 13. Verantwoording pgb

  • 1. Het college onderzoekt indien gewenst, al dan niet steekproefsgewijs, of de verstrekte voorzieningen worden gebruikt of besteed ten behoeve van het doel waarvoor ze verstrekt zijn.

  • 2. Het verantwoorden van een hulpmiddel of woningaanpassing geschiedt door het overleggen van een nota of getekende offerte waaruit blijkt dat de voorziening is gekocht, c.q. aangebracht, conform het programma van eisen zoals bij de beschikking is gevoegd en/of het ingediende persoonlijk plan wat ten grondslag ligt aan de toekenning van het hulpmiddel of de woningaanpassing.

Hoofdstuk 5. Bijdrage in de kosten

Artikel 14. Eigen bijdrage in de kosten van een maatwerkvoorziening

  • 1. Voor de bepaling van de hoogte van de eigen bijdragen en inkomensgrenzen wordt aangesloten bij het uitvoeringsbesluit Wmo 2015;

  • 2. De periode waarover de eigen bijdrage geldt, is gelijk aan de looptijd van de voorziening. Uitzondering hierop zijn de bouwkundige woningaanpassingen.

  • 3. De duur van de eigen bijdrage voor een bouwkundige aanpassing is gelijk aan de afschrijvingstermijn van de voorziening, mits de aankoopprijs niet is overschreden.

  • 4. Er geldt geen eigen bijdrage voor woningaanpassingen, de voorzieningen als genoemd in artikel 9 lid 1 sub 1 lid onder c., d. en e. en roerende- en losse woonvoorzieningen onder de €500,-.

Hoofdstuk 6. Melden van calamiteiten en geweld

Artikel 15. Verplichting tot melden

  • 1. Aanbieders, natuurlijke personen en zzp’ers die een algemene voorziening of een maatwerkvoorziening leveren op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning, dienen calamiteiten te melden aan de toezichthoudende ambtenaar.

  • 2. De melding aan de toezichthoudende ambtenaar dient onverwijld, maar uiterlijk binnen drie werkdagen na de calamiteit te geschieden.

Artikel 16. Inhoud melding

Een melding bevat:

  • a.

    De dagtekening van de melding;

  • b.

    Gegevens over de aanbieder en de betrokken zorgverleners, zoals de naam van de aanbieder, de locatie of de afdeling, de naam en hoedanigheid van de melder, de naam van de betrokken zorgverlener(s);

  • c.

    Gegevens over de betrokken cliënt(en) zoals de naam en de geboortedatum van de cliënt(en), geslacht, verblijfplaats;

  • d.

    Gegevens over betrokken gemeenten bij de calamiteit (plaats gebeurtenis, vestigingsplaats aanbieder, woonplaats betrokkene)

  • e.

    Gegevens over de inhoud van de calamiteit;

  • f.

    Informatie over de actuele veiligheid van de cliënt en eventuele anderen;

  • g.

    Informatie over het afhandelen van de calamiteit; hieronder valt ook de informatie of, en zo ja, welke belanghebbenden zijn geïnformeerd over de melding aan de toezichthoudend ambtenaar.

  • h.

    Inschatting van de mogelijkheid dat de calamiteit leidt tot maatschappelijke onrust of de mate waarin deze publiciteitsgevoelig is.

Artikel 17. Feitenrelaas

Op verzoek van de toezichthoudende ambtenaar stuurt de aanbieder binnen twee weken na de melding een feitenrelaas over de calamiteit toe aan de toezichthoudend ambtenaar. De toezichthoudend ambtenaar geeft aan uit welke elementen het feitenrelaas moet bestaan.

Artikel 18. Verzoek tot het doen van onderzoek

Op verzoek van de toezichthoudende ambtenaar voert de aanbieder een onafhankelijk onderzoek uit naar de calamiteit. De aanbieder legt binnen drie weken na het verzoek de opzet van het onderzoek aan de toezichthoudende ambtenaar voor en wacht op goedkeuring van de toezichthoudende ambtenaar. Na deze goedkeuring voert de aanbieder het onderzoek uit en stuurt de rapportage binnen uiterlijk zes weken na goedkeuring naar de toezichthoudende ambtenaar. De aanbieder draagt er zorg voor dat de opzet en uitvoering van dit onderzoek van verantwoord niveau zijn.

Hoofdstuk 7. Betrekken van ingezetenen bij het beleid

Artikel 19. Betrekken van ingezetenen bij beleid

Op basis van artikel 22 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Neder-Betuwe 2018 zorgt het college ervoor dat ingezetenen van de gemeente, waaronder cliënten en hun vertegenwoordigers worden betrokken bij het voorbereiden van het beleid. Daarnaast stelt het college ingezetenen van de gemeente vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen.

Hoofdstuk 8. Slotbepalingen

Artikel 20. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze regeling treedt, onder intrekking van het Financieel Overzicht Maatschappelijke ondersteuning 2015 gemeente Neder-Betuwe, in werking op 1 januari 2018.

    Op de datum genoemd in het vorige lid worden de Nadere regels Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Neder-Betuwe 2015 ingetrokken, met dien verstande dat deze zijn werking behoudt voor alle meldingen die zijn gedaan en aanvragen die zijn ingediend voor 1 januari 2018

  • 2. De regeling wordt aangehaald als: Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Neder-Betuwe 2018.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en
wethouders van 19 december.
De secretaris,
Mr. G.S. Stam
De burgemeester,
Dhr. A.J. Kottelenberg