Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Neder-Betuwe houdende regels omtrent het bestuur Onderzoeksverordening 213a van de gemeente Neder-Betuwe 2019

Geldend van 01-01-2019 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Neder-Betuwe houdende regels omtrent het bestuur Onderzoeksverordening 213a van de gemeente Neder-Betuwe 2019

De raad van de gemeente Neder-Betuwe;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op het bepaalde in artikel 213a van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

  • 1.

    in te trekken de Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Neder-Betuwe, vastgesteld in de raadsvergadering van 15 januari 2004;

  • 2.

    vast te stellen de Onderzoeksverordening 213a gemeente Neder-Betuwe 2019 luidend als volgt:

Artikel 1 Definities

  • 1. Doelmatigheid: De mate waarin de gewenste prestaties worden gerealiseerd met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen, of met de beschikbare middelen zo veel mogelijk resultaat wordt behaald.

  • 2. Doeltreffendheid: de mate waar in de bepaalde en/of gewenste prestaties en de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.

Artikel 2 Onderzoeksfrequentie

  • 1. Het college onderzoekt jaarlijks minimaal eenmaal de doelmatigheid van onderdelen van de gemeentelijke organisatie.

  • 2. Het college onderzoekt eveneens de uitvoering van taken of programma’s of paragrafen danwel onderdelen daarvan op doeltreffendheid.

Artikel 3 Onderzoeksplan

  • 1. Het college neemt jaarlijks in de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting op welke onderzoeken in het volgende jaar verricht worden naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid. Per onderzoek wordt globaal aangegeven wat het object van het object van onderzoek wordt en waarom daarvoor gekozen is.

  • 2. De rekenkamercommissie wordt hiervan op de hoogte gesteld.

Artikel 4 Rapportage en gevolgtrekking

  • 1. De uitkomsten van een onderzoek worden vastgelegd in een rapportage. Elke rapportage bevat ten minste een analyse van de onderzoeksresultaten en indien nodig aanbevelingen voor verbeteringen.

  • 2. Op basis van de resultaten van ieder onderzoek stelt het college indien nodig een plan van verbetering op. Het college neemt op basis van het plan van verbetering organisatorische maatregelen.

  • 3. De rapportage wordt ter kennisgeving aan het auditcomité aangeboden.

Artikel 5 Inwerkingtreding en intrekking

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

Artikel 6 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Onderzoeksverordening 213a van de gemeente Neder-Betuwe 2019”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 8 november 2018.

de griffier,

E. van der Neut

de voorzitter,

A.J. Kottelenberg

ALGEMENE TOELICHTING OP DE VERORDENING

Artikel 213a Gemeentewet verplicht tot periodiek onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur. Anders dan het onderzoek door de rekenkamercommissie gaat het hierbij om onderzoek door het college zelf. Toetsing op doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijk beleid is van groot belang voor de algemene oordeelsvorming over het gevoerde beleid. Met de instelling van de onderzoeken wordt beoogd de transparantie van het gemeentelijk handelen te vergroten, en daardoor doelmatiger en doeltreffender te werken en de publieke verantwoording daarover te versterken. Alle zaken die voor een doelmatig en doeltreffend bestuur van belang zijn kunnen daarbij aan de orde komen.

Artikel 213a Gemeentewet luidt als volgt:

1. Het college verricht periodiek onderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het door hem gevoerde bestuur. De raad stelt bij verordening regels hierover.

2. Het college brengt schriftelijk verslag uit aan de raad van de resultaten van de onderzoeken.

3. Het college stelt de rekenkamer of, indien geen rekenkamer is ingesteld, personen die de rekenkamerfunctie uitoefenen, tijdig op de hoogte van de onderzoeken die hij doet instellen en zendt (hem) haar, onderscheidenlijk hen, een afschrift van een verslag als bedoeld in het tweede lid.

Periodiek onderzoek

Het college moet periodiek toetsen of bij de uitvoering van het gemeentelijk beleid wordt voldaan aan de eisen van doelmatig en doeltreffend bestuur. Ook dient het college periodiek te onderzoeken of de inrichting van de gemeentelijke organisatie (in brede zin, de personeelsformatie, de informatievoorziening, de administratieve organisatie) en het gemeentelijk middelenbeheer aan de gestelde eisen voldoet. Het is in de Gemeentewet de verantwoordelijkheid van de raad om regels te stellen die waarborgen dat deze onderzoeksverplichting op een zinvolle wijze wordt ingevuld.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING OP DE VERORDENING

Artikel 2. Frequentie onderzoeken

Uitgegaan is van een beperkt aantal onderzoeken te weten minimaal 1 onderzoek naar de doelmatigheid en een onderzoek naar de doeltreffendheid. De minimale variant is een voortzetting van de huidige praktijk die is ontstaan door de beperkte beschikbare ambtelijke capaciteit en middelen.

De onderzoeken naar de doelmatigheid betreffen onderzoeken naar de uitvoering van het beleid en het beheer van middelen.

De onderzoeken specifiek gericht op de doeltreffendheid vinden plaats op basis van het in de programma’s en paragrafen in de begroting geformuleerde beleid of in beleidsnota’s vastgelegd beleid.

Artikel 3. Onderzoeksplan

Het college neemt het onderzoekplan op in de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting en verstrekt dit aan de rekenkamercommissie. Ook de rekenkamercommissie doet onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid en het beheer. De rekenkamercommissie kan op grond van het gestelde in artikel 213a Gemeentewet gebruik maken van de resultaten van de onderzoeken van het college. Ook kan de rekenkamercommissie zo nodig een tweede oordeel geven, als ze van mening is dat over een bepaald onderwerp een onafhankelijk oordeel moet worden gegeven.

Artikel 4. Rapportage en gevolgtrekking

Met de instelling van de onderzoeken beoogt de gemeente, naast de bevordering van doelmatigheid en doeltreffendheid, de transparantie van gemeentelijk handelen te vergroten en de publieke verantwoording daarover te versterken. De bevindingen van de onderzoeken worden dan ook neergelegd in rapporten voor de raad, zoals voorgeschreven in artikel 213a, tweede lid, van de Gemeentewet. De rapporten dienen volgens artikel 197 tweede lid van de Gemeentewet te worden gevoegd bij de jaarrekening en het jaarverslag. Om praktische redenen vindt rapportage plaats via de paragraaf bedrijfsvoering van de jaarrekening. Daarnaast wordt de rapportage ter kennisneming aangeboden aan het auditcomité.

Systematische aandacht voor doelmatigheid en doeltreffendheid impliceert ook het doel om te leren, om te denken over en te streven naar verbetering. Daarom is in deze verordening opgenomen dat (zo nodig) door middel van een plan van verbetering het vervolgtraject moet worden ingezet. De bedrijfsvoering is een zaak van het college. Het is dan ook het college dat maatregelen moet nemen tot verbetering. Het college moet een plan van verbetering opstellen en uitvoeren. Na één jaar stelt het college een evaluatie op waarin wordt aangegeven hoe de verbeteringen zijn gerealiseerd. Aldus wordt bewaakt of het plan tot verbetering daadwerkelijk wordt gerealiseerd.