Regeling vervallen per 01-03-2015

Nadere Regels Kindercentra

Geldend van 01-03-2015 t/m 28-02-2015

Intitulé

Nadere Regels Kindercentra

NADERE REGELS KINDERCENTRA

 

Burgemeester en wethouders van de gemeente Neder-Betuwe,

gelet op artikel 11 van de Verordening kinderopvang Neder-Betuwe 2003, vastgesteld door de raad in zijn vergadering van 9-1-2003;

gezien het advies van de commissie inwonerszaken d.d. 26-11-02;

 

besluiten

 

vast te stellen de hierna volgende Nadere Regels Kindercentra:

Artikel 1 Situering en toegankelijkheid van het kindercentrum

Het kindercentrum is zoveel mogelijk toegankelijk voor lichamelijk gehandicapten.

Artikel 2 Algemene voorschriften voor ruimten in het kindercentrum

a. Een kindercentrum beschikt over één of meerdere:

- verblijfsruimten binnen voor kinderen;

- buitenspeelruimten voor kinderen;

- toiletruimten voor kinderen en personeel;

- garderobes voor kinderen;

- bergruimten voor speelgoed en beddengoed;

- personeelsruimten voor het uitvoerend en leidinggevend personeel;

- kantoorruimten.

b. Een kinderdagverblijf beschikt over één of meerdere:

- slaapruimten voor kinderen;

- rustruimten voor kinderen;

- wasruimten voor kinderen;

- kookruimten.

c. De ruimten van een kinderdagverblijf mogen uitsluitend worden gebruikt voor kinderopvang. De ruimten van overige kindercentra (peuterspeelzalen en naschoolse opvang) mogen buiten de openingstijden ervan gebruikt worden voor activiteiten die direct of indirect verbonden zijn met kinderopvang, met dien verstande dat in de betreffende ruimten niet gerookt mag worden.

d. De vloeren van het kindercentrum zijn bedekt met goed reinigbaar, isolerend, splintervrij en niet-glad materiaal.

e. Het klimaat dient in de verschillende ruimten, uitgezonderd de bergruimten, goed geregeld te kunnen worden.

Artikel 3 Verblijfsruimten voor kinderen

a. Elke groep heeft een afzonderlijke vaste verblijfsruimte.

b. Het verlichtingsniveau in de verblijfsruimten dat door middel van kunstlicht kan worden bereikt, bedraagt minimaal 150 lux.

c. In de verblijfsruimten is voldoende bergruimte aanwezig voor het opbergen van speelgoed en eventuele andere materialen.

d. In de verblijfsruimten is een op het aantal kinderen afgestemd aantal tafels en stoelen aanwezig, waarvan de afmetingen zijn afgestemd op de grootte van de kinderen.

e. In de verblijfsruimten is een op het aantal volwassenen afgestemd aantal tafels en stoelen aanwezig.

Artikel 4 Slaapruimten voor kinderen

a. Een kinderdagverblijf beschikt over één of meer op het aantal groepen afgestemde afzonderlijke slaapruimten.

b. De slaapruimten zijn zodanig ingericht dat tijdens de rustperiode elk kind goed bereikbaar en zichtbaar is. De afstand tussen de bedden bedraagt minimaal 50 centimeter.

c. De slaapruimten zijn voorzien van voldoende aan de kinderen aangepaste, veilige bedden en kinderledikanten. Deze zijn goed en eenvoudig reinigbaar en zodanig uitgevoerd, dat de kinderen steeds goed zichtbaar zijn.

d. In de slaapruimten kan licht en geluid worden gedempt.

e. In de slaapruimten is voldoende beddengoed aanwezig. Elk kind heeft zo veel mogelijk zijn eigen bed. In ieder geval dient ieder kind over eigen beddengoed te beschikken.

Artikel 5 Rustruimten voor kinderen

Indien de rustruimten deel uitmaken van de verblijfsruimten moeten deze voldoende van de rest van het verblijf kunnen worden afgeschermd.

Artikel 6 Toiletruimten

a. Voor het personeel is een afzonderlijke toiletruimte aanwezig.

b. De handenwasgelegenheid voor kinderen is aangebracht op een voor hen bereikbare hoogte.

c. De toiletruimten voor kinderen hebben zodanige afmetingen, dat de kinderen afzonderlijk goed bereikbaar zijn.

d. Voor elk tiental kinderen of deel daarvan is ten minste één closetpot aanwezig. De afmetingen en hoogte van de closetpotten zijn aangepast aan de grootte van de kinderen.

e. Voor luiers, pols en dergelijke is een aparte spoelgelegenheid aanwezig.

f. De handenwasgelegenheden zijn voorzien van vloeibare zeep en papieren handdoekjes.

Artikel 7 Wasruimten

a. Voor elk kind is een eigen handdoek, washandje en tandenborstel beschikbaar.

b. Zeep en tandpasta zijn in voldoende mate aanwezig.

Artikel 8 Kookruimten en voeding

a. Een kindercentrum beschikt over een keukenvoorziening, die qua inrichting is afgestemd op het aantal kinderen en de aard van het kindercentrum, te weten:

1. een peuterspeelzaal beschikt tenminste over een koelkast;

2. een kinderdagverblijf beschikt over tenminste:

- een eenvoudige kookgelegenheid (voor het verwarmen van dranken, koffie en thee)

- aanrecht;

- koelkast.

b. Er dient een strikte scheiding te zijn tussen de aanrechten met een keukenfunctie en de aanrechten en/of commodes voor het verschonen van kinderen.

c. De maaltijden worden bereid in overeenstemming met de aanwijzingen van het Voorlichtingsbureau voor de Voeding (te Den Haag).

Artikel 9 Garderobe

a. Een kindercentrum beschikt over een garderobe voor kinderen en bij voorkeur ook een garderobe voor volwassenen.

b. De garderobes liggen buiten de verblijfsruimten.

c. De kapstokken zijn veilig en aangebracht op een voor kinderen bereikbare hoogte

Artikel 10 Personeelsruimten

a. De leiding van het kindercentrum beschikt over een aparte ruimte.

b. De kinderleiders beschikken over een aparte op het aantal leiders afgestemde ruimte.

c. Het administratief personeel beschikt over een aparte kantoorruimte.

Artikel 11 Veiligheid

a. Buitendeuren en -vensters zijn zodanig beveiligd dat kinderen niet ongemerkt het kindercentrum kunnen verlaten en onbevoegden niet ongemerkt kunnen binnentreden.

b. De verwarmingsapparaten zijn zodanig opgesteld en uitgevoerd, dat de kinderen zich daaraan niet kunnen verwonden en de bedieningsorganen niet kunnen bereiken.

c. Ruiten beneden 1,20 meter dienen te zijn vervaardigd van veiligheidsglas of dienen afgeschermd te zijn voor het glas.

d. Voorwerpen en vloeistoffen die gevaar voor kinderen kunnen opleveren (schoonmaakartikelen, medicamenten, elektrische apparaten, servies, bestek, e.d.) moeten buiten bereik van kinderen worden opgeborgen.

e. In het kindercentrum is een telefoon aanwezig. In de onmiddellijke nabijheid daarvan bevinden zich het algemeen alarmnummer en het telefoonnummer van de huisarts.

f. In het kindercentrum is een volledig uitgeruste EHBO-trommel aanwezig en een zogenaamde giflijst.

g. In het kindercentrum is ten minste één functionaris aanwezig die in bezit is van een geldig EHBO-diploma.

h. Speeltoestellen behoren te voldoen aan het besluit veiligheid van attractie en speeltoestellen.

i. Het kindercentrum moet voldoen aan de eisen gesteld door de brandweer en/of GGD.

Artikel 12 Hygiëne

a. Het kindercentrum en de inrichting daarvan verkeren in zindelijke staat.

b. In ruimten waar kinderen worden opgevangen wordt niet gerookt.

c. In het kindercentrum worden geen huisdieren toegelaten.

d. De warmwater temperatuur in boilers behoort minimaal 60°C te zijn in verband met de legionellabacterie.

Artikel 13 Medische verzorging

a. Het kindercentrum beschikt over een vaste medisch adviseur.

b. De houder stelt regels vast omtrent de handelwijze van functionarissen en begeleiders, wanneer deze bij zichzelf, kinderen of gezinsleden ziekten constateren of veronderstellen die voor de persoon zelf of voor de andere aanwezigen risico’s kunnen opleveren.

Artikel 14 Aanwezigheid gegevens

a. In het kindercentrum wordt een register bijgehouden van de in het kindercentrum werkzame personen, vermeldende in ieder geval naam, geboortedatum, adres, functie en de behaalde diploma’s en getuigschriften, waaruit de bekwaamheid tot het verzorgen van kinderen blijkt.

b. In het kindercentrum is vastgelegd wie belast is met de dagelijkse leiding en wie bij afwezigheid vervangt.

c. In het kindercentrum wordt een overzicht bijgehouden van alle in het centrum ingeschreven kinderen. Deze lijst vermeldt per kind naam, geboortedatum, naam van de huisarts alsmede huisadres en indien van toepassing, werkadres en telefoonnummer van de ouders/verzorgers en de inentingsgegevens.

Artikel 15 Medezeggenschap cliënten

De houder van een kindercentrum dient te voldoen aan de regels van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen.

Artikel 16 Citeerartikel

Dit besluit kan worden aangehaald als ’Nadere regels kindercentra gemeente Neder-Betuwe 2003”

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente neder-Betuwe in hun vergadering van 21 januari 2003.
 
De secretaris, De burgemeester,
N.A. de Groot ir. A.P. Heidema