Regeling vervallen per 01-03-2015

Reglement Gemeenschappelijke Meddezeggenschap Openbaar Onderwijs

Geldend van 01-03-2015 t/m 28-02-2015

Intitulé

Reglement Gemeenschappelijke Meddezeggenschap Openbaar Onderwijs

Model reglement GMR Openbaar Basisonderwijs

Titeldeel 2 DE GEMEENSCHAPPELIJKE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD

Artikel 2

1 Er is een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad voor de scholen.

2 De leden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad worden rechtstreeks uit en door de betrokken afzonderlijke medezeggenschapsraden gekozen volgens de bepalingen van dit reglement.

Artikel 3 Omvang en samenstelling van de raad

Iedere afzonderlijke medezeggenschapsraad kiest uit zijn midden twee leden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, waarvan een lid gekozen is uit en door de personeelsgeleding en een lid gekozen is uit en door de ouder- of leerlingengeleding.

Artikel 4 Adviseurs

1 De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en het bevoegd gezag kunnen na onderling overleg derden uitnodigen om als adviseur bijeenkomsten van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en het bevoegd gezag bij te wonen.

2 Een vertegenwoordiger van de plaatselijke afdeling van de Vereniging voor Openbaar Onderwijs kan als adviseur deelnemen aan de bijeenkomsten van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad.

3 Een adviseur heeft spreekrecht.

Artikel 5 Zittingsduur

1 Een lid van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad heeft zitting voor de periode dat hij deel uitmaakt van de medezeggenschapsraad waardoor en waaruit hij is gekozen.

2 Een lid van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad treedt na zijn zittingsperiode af en is terstond herkiesbaar, mits hij op dat tijdstip zitting heeft in een van de bij de gemeenschappelijke medezeggénschapsraad aangesloten medezeggenschapsraden.

3 Behalve door periodieke aftreding eindigt het lidmaatschap van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad:

a door overlijden;

b door opzegging door het lid;

c door ondercuratelestelling.

Artikel 6 Verkiezingen

Het bevoegd gezag kan, na advies van de betrokken medezeggenschapsraden, aanwijzingen geven voor de organisatie en de wijze van verkiezing van de leden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad.

Titeldeel 3 ALGEMENE BEVOEGDHEDEN EN TAKEN GEMEENSCHAPPELIJKE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD

Artikel 7

1 De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad wordt ten minste tweemaal per jaar in de gelegenheid gesteld de algemene gang van zaken in de scholen met het bevoegd gezag te bespreken.

2 Het bevoegd gezag en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad komen bijeen, indien daarom onder opgave van redenen wordt verzocht door het bevoegd gezag, de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad of het deel van de raad, dat uit en door het personeel onderscheidenlijk uit en door de ouders en de leerlingen is gekozen.

Artikel 8 Initiatiefbevoegdheid gemeenschappelijke medezeggenschapsraad

1 De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad is bevoegd tot bespreking van alle aangelegenheden die van gemeenschappelijk belang zijn voor de scholen. Hij is bevoegd over deze aangelegenheden aan het bevoegd gezag voorstellen te doen en standpunten kenbaar te maken.

2 Het bevoegd gezag brengt op de voorstellen bedoeld in het eerste lid binnen drie maanden een schriftelijke, met redenen omklede reactie uit aan de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Alvorens hiertoe over

q vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot het onderhoud van de school;

r aansluiting bij een geschillencommissie en

s fundamentele wijziging in de huisvesting, anders dan de aangelegenheden onder p en q.

Artikel 12 Instemmingsbevoegdheid personeelsgeleding

Het bevoegd gezag behoeft de voorafgaande instemming van dat deel van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad dat uit en door het personeel is gekozen voor de door hem voorgenomen besluiten met betrekking tot de volgende aangelegenheden:

a regeling van de gevolgen voor het personeel van een besluit met betrekking tot een aangelegenheid als hiervoor bedoeld in artikel 11 in de onderdelen a, d, e, f, g en o, alsmede met betrekking tot een aangelegenheid als hierna bedoeld in artikel 13, onderdelen d en e;

b vaststelling of wijziging van de inzet, de samenstelling daaronder begrepen, van de formatie in het volgende schooljaar;

c vaststelling of wijziging van regels met betrekking tot de nascholing van het personeel;

d vaststelling of wijziging van een mogelijk werkreglement voor het personeel en van de opzet en de inrichting van het werkoverleg, voor zover het besluit van algemene gelding is voor alle of een gehele categorie van personeelsleden;

e vaststelling of wijziging van de verlofregeling van het personeel;

f vaststelling of wijziging van een arbeids- en rusttijdenregeling voor het personeel;

g vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot de toekenning van salarissen, toelagen en gratificaties aan het personeel;

h vaststelling of wijziging van de taakverdeling respectievelijk de taakbelasting binnen het personeel, de schoolleiding daaronder niet begrepen;

i vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot personeelsbeoordeling, functiebeloning en functiedifferentiatie;

j vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot het verzilveren, sparen, poolen en overhevelen van formatierekeneenheden;

k regeling van de aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van het personeel van de scholen, indien en voor zover dit op grond van artikel 5 van de CAO primair onderwijs aan de personeelsgeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad is overgelaten;

l regeling van de rechtspositie van het personeel alsmede overige aangelegenheden van algemeen belang voor de bijzondere rechtstoestand van het personeel, indien en voor zover dit op grond van artikel J1.2 van de CAO voortgezet onderwijs 1996 aan de personeelsgeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad is opgedragen;

m vaststelling of wijziging van de klachtenregeling.

Artikel 13 Instemmingsbevoegdheid ouders-/leerlingengeleding

Het bevoegd gezag behoeft de voorafgaande instemming van dat deel van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad dat uit en door de ouders en/of de leerlingen is gekozen, voor de door hem voorgenomen besluiten met betrekking tot:

a regeling van de gevolgen voor de ouders of leerlingen van een besluit met betrekking tot een aangelegenheid als hiervoor bedoeld in artikel 11 onderdelen a, d, e, f, g en o;

b de vaststelling of wijziging van de hoogte en de vaststelling of wijziging van de bestemming van de middelen die van de’ ouders of de leerlingen wordt gevraagd zonder dat daartoe een wettelijke verplichting bestaat onderscheidenlijk zijn ontvangen op grond van een overeenkomst die door de ouders is aangegaan;

c vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot voorzieningen ten behoeve van leerlingen;

d vaststelling van het leerlingenstatuut bedoeld in artikel 24g van de Wet op het voortgezet onderwijs dan wel een mogelijk ouders- of leerlingenstatuut anders dan bedoeld in artikel 24g van de Wet op het voortgezet onderwijs.

e de aanvaarding van materiële bijdragen of geldelijke bijdragen anders dan onder b bedoeld en niet gebaseerd op de onderwijswetgeving indien het bevoegd gezag daarbij verplichtingen op zich neemt waarmee de leerlingen binnen de schooltijden respectievelijk het onderwijs en tijdens de activiteiten die worden georganiseerd onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, alsmede tijdens het overblijven, worden geconfronteerd;

medezeggenschapsraad die het aangaat, worden verlengd.

5 Met inachtneming van de in het eerste en tweede lid bedoelde termijnen stelt de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad dan wel de geleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad die het aangaat, het bevoegd gezag zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis van de hem gevraagde en ongevraagde adviezen over het al dan niet verlenen van instemming met de voorgenomen besluiten met betrekking tot de aangelegenheden als bedoeld in artikel 11 respectievelijk de artikelen 10, 12 en 13 van dit reglement.

6 Indien de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad dan wel dat deel van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad gekozen door de geleding die het aangaat, niet binnen de in het eerste en tweede lid bedoelde termijn advies uitbrengt dan wel geen uitsluitsel geeft over het al dan niet verlenen van instemming, wordt de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad geacht het eens te zijn met, respectievelijk in te stemmen met het aan de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad voorgelegde voorgenomen besluit.

Artikel 19 Adviesaanvrage en niet volgen advies

Indien een te nemen besluit ingevolge het bepaalde in artikel 11 van dit reglement vooraf voor advies dient te worden voorgelegd aan de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, draagt het bevoegd gezag er zorg voor dat:

a advies wordt gevraagd op een zodanig tijdstip dat het advies van wezenlijke invloed kan zijn op de besluitvorming;

b de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad in de gelegenheid wordt gesteld met hem overleg te voeren voordat advies wordt uitgebracht;

c de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis wordt gesteld van de wijze waarop aan het uitgebrachte advies gehoor wordt gegeven;

d de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, indien het bevoegd gezag het advies niet of niet geheel wil volgen de redenen daartoe zo spoedig mogelijk worden medegedeeld en dat de raad in de gelegenheid wordt gesteld met hem nader overleg te voeren, alvorens het besluit definitief wordt genomen.

Titeldeel 5 OVERIGE BEVOEGDHEDEN GEMEENSCHAPPELIJKE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD

Artikel 20 Overige taken gemeenschappelijke medezeggenschapsraad

1 De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad bevordert naar vermogen openheid, openbaarheid en onderling ,verleg in de scholen.

2 De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad waakt voorts in het algemeen tegen discriminatie op welke grond dan ook en bevordert gelijke behandeling in gelijke gevallen en in het bijzonder de gelijke behandeling van mannen en vrouwen en de inschakeling van gehandicapten en allochtone werknemers.

Artikel 21 Gelijke behandeling

De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad is bevoegd om overeenkomstig artikel 12, tweede lid, aanhef, onderdeel d vair de Algemene wet gelijke behandeling de Commissie gelijke behandeling schriftelijk te verzoeken te onderzoeken of op n of meer van de scholen die zijn aangesloten bij de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, een onderscheid is of wordt gemaakt als bedoeld in de Algemene wet gelijke behandeling, de Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen of artikel 646 Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, en zijn oordeel daarover kenbaar te maken.

Artikel 22 Arbeidsomstandigheden

De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad heeft de bevoegdheden als bedoeld in artikel 1.1 1, eerste lid van het Arbeidsomstandighedenbesluit (Stb. 1997, 60) juncto artikel 14, eerste lid van de Arbeidsomstandighedenwet (Stb. 1990, 94), alsmede de bevoegdheden als bedoeld in de artikelen 35, 40, 41 en 42 van de Arbeidsomstandighedenwet (Stb. 1990, 94), krachtens welke de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad:

a de nodige inlichtingen worden verschaft;

b in de gelegenheid wordt gesteld zijn mening kenbaar te maken dan wel te worden gehoord;

c het recht heeft een verzoek om wetstoepassing te doen;

d het recht heeft een bezwaarschrift in te dienen.

Titeldeel 6 INRICHTING EN WERKWIJZE GEMEENSCHAPPELIJKE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD

medezeggenschapsraad onthoudt.

7 Het bevoegd gezag neemt de beslissing bedoeld in het eerste lid niet eerder dan nadat de belanghebbende - indien hij dat wenst in het bijzijn van een raadsman - in de gelegenheid is gesteld zich mondeling of schriftelijk te verweren.

8 Van het mondeling verweer maakt het bevoegd gezag aanstonds proces-verbaal op dat na voorlezing wordt ondertekend door hem te wiens overstaan het verweer heeft plaatsgevonden en door de belanghebbende. Weigert de belanghebbende de ondertekening dan wordt daarvan, zo mogelijk met vermelding van redenen, melding gemaakt. Een afschrift van het proces-verbaal wordt aan de belanghebbende uitgereikt.

9 Van de beslissing wordt de belanghebbende onverwijld bij aangetekende brief in kennis gebracht. De beslissing is met redenen omkleed, en vermeldt op welke wijze, binnen welke termijnen en bij welke instantie beroep openstaat.

10 Het lid van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad dat in zijn hoedanigheid van lid van de medezeggenschapsraad voor bepaalde tijd is uitgesloten van deelname aan de werkzaamheden van de medezeggenschapsraad, is voor eenzelfde periode uitgesloten van deelname aan de werkzaamheden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad.

Artikel 27 Jaarverslag

1 De secretaris maakt jaarlijks een verslag van de werkzaamheden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad in het afgelopen jaar.

2 Het jaarverslag wordt vastgesteld door de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en ter kennisneming gezonden dan wel bekendgemaakt aan het bevoegd gezag en de eventuele gemeenschappelijke geledingsraden, alsmede aan de schoolleiding en de medezeggenschapsraden van de bij de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad aangesloten scholen.

Artikel 28 Gemeenschappelijke geledingenraad

De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad stelt de eventuele gemeenschappelijke geledingenraden ten minste eenmaal per jaar in de gelegenheid om over aangelegenheden die de betrokken geleding in het bijzonder aangaan met hem overleg te voeren.

Artikel 29 Huishoudelijk reglement en verdeling beschikbare middelen

De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad legt in een bijlage bij het reglement vast:

a een huishoudelijk reglement waarin ten minste zijn geregeld de agendering, de besluitvorming en het verslag van de vergadering;

b de wijze waarop door het bevoegd gezag beschikbaar gestelde middelen voor de raad en de eventuele geledingenraden worden verdeeld.

Titeldeel 7 PROCEDURE IN GEVAL VAN GESCHILLEN

Paragraaf

Artikel 30 Competentie geschillencommissie

1 Geschillen als bedoeld in deze titel worden voorgelegd aan de Landelijke geschillencommissie voor het openbaar onderwijs.

2 Het reglement van de Landelijke geschillencommissie voor het openbaar onderwijs is van toepassing.

Paragraaf 1 Geschil bijzondere instemmingsbevoegdheid raad

Artikel 31

Indien aan een te nemen besluit van het bevoegd gezag de instemming, vereist ingevolge de artikelen 10, 12 dan veel 13 van dit reglement, is onthouden, deelt het bevoegd gezag binnen 3 maanden aan de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad mede of het voorstel wordt ingetrokken dan wel of het voorstel wordt voorgelegd aan de Landelijke geschillencommissie voor het openbaar onderwijs. Indien deze mededeling niet binnen drie maanden wordt gedaan, vervalt het voorstel.

medezeggenschapsraad de Landelijke geschillencommissie voor het openbaar onderwijs verzoeken een termijn te bepalen waarbinnen het overleg alsnog plaatsvindt.

Titeldeel 8 OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 38 Rechtsbescherming

Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat de personen die kandidaat zijn geweest voor het lidmaatschap van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, alsmede de leden en de gewezen leden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad niet uit hoofde daarvan worden benadeeld in hun positie met betrekking tot de school waaraan zij zijn verbonden.

Artikel 39 Informatieverstrekking

1 Het bevoegd gezag verstrekt de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad aan het begin van het schooljaar schriftelijk de basisgegevens met betrekking tot de hoofdpunten van het reeds vastgestelde beleid. Het bevoegd gezag stelt de raad ten minste eenmaal per jaar schriftelijk in kennis van het door hem in het afgelopen jaar gevoerde beleid en van de beleidsvoornemens voor het komende jaar ten aanzien van de aangesloten scholen op financieel, organisatorisch en onderwijskundig gebied.

2 Het bevoegd gezag en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad verschaffen elkaar, al dan niet gevraagd, tijdig alle inlichtingen die zij voor de vervulling van hun taak redelijkerwijze nodig hebben.

Artikel 40 Wijziging reglement

1 Het bevoegd gezag legt elke wijziging van dit reglement met betrekking tot de bijzondere bevoegdheden als bedoeld in de artikelen 10 tot en met 13 van dit reglement als voorstel voor aan de medezeggenschapsraad van de afzonderlijke scholen die bij de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad zijn betrokken en stelt het gewijzigde reglement niet vast dan nadat het na overleg al dan niet gewijzigde voorstel de instemming van zowel het bevoegd gezag als ten minste tweederde van het aantal leden van iedere afzonderlijke medezeggenschapsraad heeft verworven.

2 Het bevoegd gezag legt elke wijziging van dit reglement, behoudens die met betrekking tot de artikelen 10 tot en met 13 van dit reglement, als voorstel voor aan de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en stelt het gewijzigde reglement niet vast dan nadat het na overleg al dan niet gewijzigde voorstel de instemming van ten minste tweederde van het aantal leden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad heeft verworven.

Titeldeel 9 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 41 Overgangsrecht gemeenschappelijke medezeggenschapsraad

Vervallen

Artikel 42 Citeertitel

Dit reglement kan worden aangehaald als ’reglement voor de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad openbare scholen ... (naam van het bestuur) en treedt in werking op ...’.

2 Wordt bij een stemming over personen bij de eerste stemming geen gewone meerderheid behaald, dan vindt herstemming plaats tussen hen die bij de eerste stemming de meeste stemmen kregen.

Bij deze herstemming is diegene gekozen die alsdan de meeste stemmen op zich verenigd heeft. Indien de stemmen staken, beslist het lot.

3 Bij staking van de stemmen over een door de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad te nemen besluit dat geen betrekking heeft op personen, wordt deze zaak op de eerstvolgende vergadering van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad opnieuw aan de orde gesteld.

Staken de stemmen opnieuw, dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.

Artikel 7 Verslag

De secretaris maakt van iedere vergadering van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad een verslag dat in de volgende vergadering door de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad wordt vastgesteld.

Het verslag wordt overeenkomstig de wijze als omschreven in artikel 4, vierde lid van dit reglement bekend gemaakt.

Artikel 8 Jaarverslag

1 De secretaris maakt jaarlijks een verslag van de werkzaamheden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad in het afgelopen jaar.

2 De secretaris draagt er zorg voor dat het jaarverslag ter kennisneming gezonden dan wel bekend gemaakt wordt aan het bevoegd gezag, de aangesloten medezeggenschapsraden, de gemeenschappelijke geledingenraden.

Voorts draagt de secretaris er zorg voor dat het verslag ten behoeve van belangstellenden ter inzage op een algemeen toegankelijke plaats op de scholen wordt gelegd.

Artikel 9 Niet voorziene gevallen

In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad op voorstel van de voorzitter, met inachtneming van het bepaalde in de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 en het reglement.

Ondertekening

Vastgesteld door college van burgemeester en wethouders