Regeling vervallen per 26-10-2012

VERORDENING op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats

Geldend van 17-02-1995 t/m 25-10-2012

Intitulé

VERORDENING op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats

De raad der gemeente Nederweert;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 december 1994;

overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaats;

gelet op artikel 36, tweede lid van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende

VERORDENING op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats.

Titeldeel 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen.

Deze verordening verstaat onder:

Begraafplaats : de gemeentelijke begraafplaats te Kreijel;

Eigen graf : een graf, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

- het doen begraven en begraven houden van lijken;

- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

- het doen verstrooien van as;

Algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer tot het doen begraven van lijken;

Kindergraf : een graf op dat gedeelte van de begraafplaats waar uitsluitend kinderen worden begraven;

Eigen urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

Urn : een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

Asbus : een bus ter berging van as van een overledene;

Grafbedekking : gedenkteken, gedenkplaat en/of grafbeplanting op een graf, een gedenkplaats, of voor een urnennis;

Eigen gedenkplaats : een plaats ingericht om overledenen te gedenken; (ingericht als een eigen graf of eigen urnennis)

Beheerder : de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;

Rechthebbende : de rechthebbende op een eigen graf.

Titeldeel 1

Artikel 2 Uitbreiding begrip eigen graf.

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder eigen graf mede verstaan: eigen urnennis en eigen gedenkplaats.

Titeldeel 2 OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS.

Artikel 3 Openstelling begraafplaats.

De begraafplaats is met inachtneming van het bepaalde in artikel 4, voor eenieder kosteloos toegankelijk op de dagen en uren, door burgemeester en wethouders te bepalen.

Titeldeel 1

Artikel 4

Het verblijf op de begraafplaats is verboden voor:

a. personen die in kennelijke staat van dronkenschap verkeren;

b. personen die zich op hinderlijke wijze gedragen

Titeldeel 1

Artikel 5 Ordemaatregelen.

Het is verboden op de begraafplaats:

a. dieren te laten lopen of mee te voeren;

b. lawaai te maken;

c. op de graven te lopen of te zitten;

d. waren of diensten te koop aan te bieden;

e. vlugschriften te verspreiden;

f. vuil te deponeren buiten de hiervoor geplaatste afvalbakken of anderszins verontreinigingen te veroorzaken.

g. de grafbedekking, de beplanting, de banken, de waterbekkens, de afrastering en de gebouwen te beschadigen of te vervuilen.

Titeldeel 1

Artikel 6

  • 1 a Het is verboden met rijwielen, bromfietsen, motorvoertuigen of bespannen voertuigen op de begraafplaats, met uitzondering van de parkeerplaats, te rijden: elders dan op de daartoe aangewezen rijweg;

    b. met een grotere snelheid dan 10 km per uur;

    c. anders dan voor de uitvoering van een begrafenis of tot het vervoeren van materialen.

    Het bepaalde onder c is niet van toepassing op houders van een invalidenparkeerkaart.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van het verbod bedoeld in het vorige lid onder c.

Titeldeel 1

Artikel 7

Bezoekers, bedienaren van begrafenissen en personen, die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de rust, orde en netheid te houden aan de door of vanwege burgemeester en wethouders te geven aanwijzingen.

Titeldeel 1

Artikel 8 Opgravingen en ruimen.

Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

Titeldeel 3 VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 9 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf.

  • 1 Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2 Het lijk, dan wel het omhulsel en de asbus of urn moeten zijn voorzien van een duurzaam identiteitskenmerk. De gegevens van het kenmerk moeten overeenstemmen met de administratie van de begraafplaats. Het identiteitskenmerk wordt kosteloos door de gemeente verstrekt.

  • 3 Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door of vanwege de gemeente, op aanwijzing en onder toezicht van de beheerder.

Titeldeel 1

Artikel 10 Over te leggen stukken

  • 1 Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2 Indien de begraving of de bezorging van as in een eigen graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd, ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de begraving of de bezorging voorziet.

  • 3 Begraving in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode, dat de alsdan resterende uitgiftetermijn tenminste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 16, tweede lid.

  • 4 De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde stukken.

Titeldeel 1

Artikel 11 Tijden van begraven en asbezorging.

  • 1 De tijd van begraven en het bezorgen van as is: op maandag tot en met zaterdag van 9.00 tot 17.00 uur.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Titeldeel 4 INDELING EN UITGIFTE DER GRAVEN.

Artikel 12 Indeling graven en asbezorging.

Op de begraafplaats kunnen worden uitgegeven:

a. eigen graven voor enkele en dubbele begravingen;

b. eigen urnennissen voor maximaal twee asbussen;

c. eigen gedenkplaatsen (als eigen graf of als eigen urnennis).

Titeldeel 1

Artikel 13 Aantal overledenen in algemene graven.

In de algemene graven kan een door burgemeester en wethouders te bepalen aantal lijken worden begraven.

Titeldeel 1

Artikel 14 Volgorde van uitgifte.

  • 1 De eigen graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen een eigen graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is.

Titeldeel 1

Artikel 15 Termijnen eigen graven.

  • 1 Burgemeester en wethouders verlenen, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats zulks toelaat, op een daartoe bij hen in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig jaar het recht op een eigen graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen graf is uitgegeven.

  • 2 Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van tien jaar, mits de aanvraag vóór het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.3

  • 3 Een recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 16, eerste lid. Verlenging van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

Titeldeel 1

Artikel 16 Overschrijving van verleende rechten.

  • 1 Het recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner danwel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op aanvraag van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2 Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner danwel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3 Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar kunnen burgemeester en wethouders het eigen graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een eigen graf dat inmiddels is geruimd.

Titeldeel 1

Artikel 17 Afstand doen van graven.

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het eigen graf. De ontvangst van zodanige verklaring bevestigen burgemeester en wethouders schriftelijk aan de rechthebbende.

Titeldeel 5 GRAFBEDEKKINGEN.

Artikel 18 Grafbedekking.

  • 1 Geen uiterlijke tekenen van welke aard ook mogen, behoudens het bepaalde in het tweede lid, op de begraafplaats worden opgericht of aangebracht.

  • 2 De rechthebbende is verplicht:

    a. op een graf een staand gedenkteken te laten aanbrengen, waarvan de afmetingen en modellen door burgemeester en wethouders worden vastgesteld;

    b. op een kindergraf een staand gedenkteken aan te brengen waarvan de afmetingen door burgemeester en wethouders worden vastgesteld;

    c. voor een urnennis een gedenkplaat te laten aanbrengen, waarvan het model door burgemeester en wethouders wordt vastgesteld;

    d. te gedogen, dat in het onder a bedoelde gedenkteken en in de onder b bedoelde gedenkplaat een gravure wordt aangebracht, vermeldende de gegevens van de overledene.

  • 3 Het in lid 2, onder a bedoelde gedenkteken en de in lid 2, onder b bedoelde gedenkplaat worden uitsluitend door of vanwege een steenhouwerij naar keuze beschikbaar gesteld en aangebracht

  • 4 De in lid 2, onder c bedoelde gravure wordt enkel door of vanwege een steenhouwerij naar keuze aangebracht, waarbij door burgemeester en wethouders nadere uniforme regels zullen worden vastgesteld, inhoudende de te vermelden gegevens.

Titeldeel 1

Artikel 19

Eenieder is verplicht te gedogen, dat gedenktekens op een graf en voor een urnennis tijdelijk worden weggenomen of verplaatst indien en voor zolang dit ter begraving van lijken, ter bezorging van as of om andere redenen nodig is.

Titeldeel 1

Artikel 20 Grafbeplanting.

  • 1 Behoudens het bepaalde in het tweede lid worden alle beplantingen door of vanwege de gemeente aangebracht.

  • 2 Het is rechthebbende(n) toegestaan klein blijvende beplanting aan te brengen op een graf in het daarvoor bestemde plantstrookje nabij het gedenkteken.

    Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van de beplanting of het anders gebruiken van de plantstrook nadere voorschriften geven.

  • 3 Het is de rechthebbende(n) toegestaan op het plateau bij een urnennis een vaasje met bloemen te plaatsen.

Titeldeel 1

Artikel 21

Losse bloemen, kransen en dergelijke, welke verwelkt zijn en andere ontsierende voorwerpen kunnen door of vanwege de gemeente worden verwijderd.

Titeldeel 1

Artikel 22

Het onderhoud van de graven en beplanting geschiedt door of vanwege de gemeente.

Titeldeel 1

Artikel 23 Verwijdering grafbedekking.

  • 1 De grafbedekking kan na het verstrijken van de uitgiftetermijn door burgemeester en wethouders worden verwijderd.

  • 2 Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door burgemeester en wethouders bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij burgemeester en wethouders bekend is. In dat geval maken zij aan hem uiterlijk een jaar vóór het genoemd tijdstip per brief hun voornemen bekend.

  • 3 Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij burgemeester en wethouders ingediende aanvraag blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van rechthebbende(n). De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.

  • 4 De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien:

    - geen aanvraag op grond van het derde lid is ingediend en de termijn waarbinnen dit verzoek had kunnen worden ingediend is verstreken;

    - de grafbedekking niet binnen twaalf weken nadat deze van het graf is verwijderd, is afgehaald.

Titeldeel 6 RUIMING VAN GRAVEN EN URNENNISSEN

Artikel 24 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as.

  • 1 Het voornemen van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje bekendgemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval maken zij uiterlijk een jaar vóór het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend.

  • 2 De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven en de as wordt verstrooid op een daartoe bestemd afzonderlijk gedeelte van de begraafplaats.

  • 3 Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders.

  • 4 De rechthebbende op een eigen graf, kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze weer in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven.

    De rechthebbende op een eigen urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

Titeldeel 7 INRICHTING REGISTER.

Artikel 25 Voorschriften.

  • 1 Op een plattegrond wordt aangetekend welke graven bezet zijn. Daarnaast wordt een register bijgehouden waarin aantekening wordt gehouden van:

    a. naam, voornamen, geboortedatum, datum van overlijden en begraven;

    b. het recht dat op een graf is verleend, alsmede de naam, voornamen en adres van de rechthebbende;

    c. het einde van de termijn waarvoor het graf is uitgegeven.

  • 2 Van de in het eerste lid bedoelde bescheiden worden afschriften bijgehouden, welke op een brandvrije plaats worden bewaard.

Titeldeel 8 SLOTBEPALINGEN.

Artikel 26 Overgangsbepaling.

  • 1 De rechten en verplichtingen met betrekking tot graven die voortvloeien uit de ingevolge artikel 29 ingetrokken verordening, worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.

  • 2 De onder de ingevolge artikel 29 ingetrokken verordening uitgegeven graven worden omgezet in eigen graven met een grafrecht voor een periode van twintig jaar.

Titeldeel 1

Artikel 27

In alle gevallen waarin deze verordening of haar uitvoeringsvoorschriften niet voorzien of tot verschil van mening aanleiding geven, beslissen burgemeester en wethouders.

Titeldeel 1

Artikel 28 Strafbepaling.

Hij die handelt in strijd met deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Titeldeel 1

Artikel 29 Inwerkingtreding.

Met ingang van de dag van inwerkingtreding van de "Beheersverordening begraafplaats Nederweert" vervalt de bestaande verordening van 14 juni 1994.

Titeldeel 1

Artikel 30 Citeertitel.

Deze verordening kan worden aangehaald als "Beheersverordening begraafplaats Nederweert".

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 20 december 1994 en gewijzigd in de vergadering van 4 maart 1997.
De raad voornoemd,
De secretaris, De voorzitter,