Regeling vervallen per 14-12-2018

Verordening cliëntparticipatie WWB en WIJ Neerijnen

Geldend van 15-04-2010 t/m 13-12-2018

Intitulé

Verordening cliëntparticipatie WWB en WIJ Neerijnen

De Raad van de gemeente Neerijnen;

gezien het advies van de Commissie Welzijn dd. 23 maart 2010;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Neerijnen d.d. 16 februari 2010;

gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, artikel 47 WWB, en artikel 12, eerste lid

onderdeel d en het tweede lid van de Wet investeren in jongeren;

overwegende dat het noodzakelijk is regels inzake clintenparticipatie vanuit de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren bij verordening vast te leggen;

besluit:

vast te stellen: de verordening clintenparticipatie WWB en WIJ Neerijnen

Artikel 1 Begrippen

1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand, de Wet investering in jongeren en de Algemene wet bestuursrecht.

2. In deze verordening wordt verstaan onder:

Clintenraad : de Clintenraad Wwb - WIJ als bedoeld in artikel 2;

Het Team : het team Samenlevingszaken van de gemeente Neerijnen;

College : het college van Burgemeester en Wethouders van Neerijnen;

Raad : de gemeenteraad van Neerijnen;

Gemeente : de gemeente Neerijnen.

Artikel 2 Benoeming cliëntenraad

1. Het college stelt een Clintenraad WWB - WIJ in.

2. De leden van de Clintenraad WWB-WIJ worden benoemd door het college, dan wel bij mandaat door de teammanager Samenlevingszaken van de gemeente Neerijnen.

3. Voor benoeming als lid van de Clintenraad komen in aanmerking;

- individuele personen, die deskundig zijn en/of betrokken zijn bij de uitvoering van de Wet werk en bijstand en/of de Wet investeren in jongeren of daarbij behorende flankerende beleidsterreinen of voorzieningen binnen de gemeente Neerijnen,

- vertegenwoordigers van belangengroepen of belangenorganisaties welke zijn betrokken bij de uitvoering van de Wet werk en bijstand, de Wet investering in jongeren of daarbij behorende flankerende beleidsterreinen of voorzieningen binnen de gemeente Neerijnen.

4. De benoeming als bedoeld in lid 2 vindt plaats op basis van een voordracht van de onder het derde lid genoemde personen, groepen of organisaties; en vervolgens op voordracht van de bestaande Clintenraad.

5. De leden worden benoemd voor de periode van vier jaar, welke periode gelijk loopt met de zittingsperiode van de gemeenteraadsleden. Herbenoeming is mogelijk, mits het lid opnieuw wordt voorgedragen overeenkomstig het vierde lid.

6. De leden verrichten hun werkzaamheden zonder last, maar voeren wel ruggespraak met hun achterban.

7. Het lidmaatschap van de Clintenraad is onverenigbaar met het lidmaatschap van de raad dan wel het college.

8. Een lid kan zijn lidmaatschap tussentijds doen eindigen.

9. De Clintenraad bestaat uit minimaal 3 en maximaal 7 leden. Indien het aantal leden tot onder het minimumaantal daalt, worden zo spoedig mogelijk een of meer nieuwe leden voorgedragen en vervolgens benoemd.

Artikel 3 Taken

1. De Clintenraad is bevoegd gevraagd en ongevraagd advies te geven aan het college over de uitvoering van de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren in de gemeente en zaken die het daar mee flankerende beleid en de flankerende voorzieningen betreffen en de dienstverleningsketen waarbinnen die uitvoering plaatsheeft.

2. Ingeval de Clintenraad door of namens het College om advies is gevraagd, zorgt de Clintenraad binnen 6 weken voor een schriftelijk en gemotiveerd advies.

3. De Clintenraad is niet bevoegd zich te mengen in aangelegenheden met betrekking tot een individuele belanghebbende en de gemeente.

4. De clintenraad levert een inspanning om zowel de doelgroep van de WWB als de WIJ te vertegenwoordigen in en via de clintenraad en/of tenminste de belangen van de doelgroepen WWB en WIJ te behartigen.

Artikel 4 Overleg van en met de Cliëntenraad

1. De Clintenraad komt zo vaak bijeen als nodig is voor een adequate vervulling van zijn taken.

2. De Clintenraad kiest in beginsel uit zijn midden een voorzitter.

3. De Clintenraad kiest uit zijn midden een secretaris.

4. De Clintenraad heeft tenminste tweemaal per kalenderjaar een overleg met de portefeuillehouder sociale zaken.

5. Dit overleg wordt wisselend voorgezeten door de voorzitter van de Clintenraad respectievelijk de portefeuillehouder sociale zaken.

6. De agenda voor dit overleg wordt opgesteld door de secretaris van de Clintenraad in samenspraak met een door of namens het College aangewezen medewerker van het team Samenlevingszaken.

7. Van het overleg wordt een verslag gemaakt door een medewerker van het team Samenlevingszaken.

Artikel 5 Facilitering

1. Het College draagt zorg voor een goede en tijdige informatievoorziening richting Clintenraad met betrekking tot zaken die tot het taakgebied van het Clintenraad behoren.

2. Het college zendt uit eigen beweging of op verzoek afschriften van relevante stukken aan de Clintenraad.

3. Het College draagt zorg voor de faciliteiten ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de Clintenraad door jaarlijks daarvoor een financieel budget beschikbaar te stellen.

5. Jaarlijks vr 1 april wordt door de Clintenraad een begroting ingediend bij het College voor het volgende kalenderjaar. Daarbij wordt een schriftelijke verantwoording ingediend over het voorgaande kalenderjaar.

De door het College te accorderen begroting van de Clintenraad wordt opgenomen in de door de gemeente vast te stellen begroting voor het volgende kalenderjaar.

Artikel 6

De Clintenraad stelt voor zijn eigen functioneren een reglement op. Van dit reglement verstrekt de Clintenraad een afschrift aan het College.

Artikel 7 Deelname andere gemeenten

De Clintenraad maakt deelname aan zijn bijeenkomsten mogelijk door een afvaardiging van max. 2 leden van een Clintenraad per gemeente waarvoor of waarmee de gemeente Neerijnen de uitvoering van de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren doet.

Deze afgevaardigde leden uit andere clintenraden hebben binnen de Clintenraad van de gemeente Neerijnen geen stemrecht.

Artikel 8 Onvoorzien.

In zaken en aangelegenheden waarin deze verordening niet voorziet, wordt voorzien door een besluit van het College.

Artikel 9 Verantwoording

Over de uitvoering van deze verordening legt het College jaarlijks verantwoording af aan de Raad.

Artikel 10

Deze verordening treedt, onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Clintenparticipatie WWB gemeente Neerijnen, in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan.

Artikel 11

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Clintenparticipatie WWB en WIJ gemeente Neerijnen 2009.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 1 april 2010
De griffier, De voorzitter,

Nota-toelichting Algemene toelichting

Artikel 47 WWB draagt aan de gemeenteraad op om een verordening te maken over de wijze waarop de personen bedoeld in artikel 7 lid 1 WWB of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van de WWB.

Daarmee wordt aansluiting gezocht bij de Wet SUWI, waarin staat dat clintenparticipatie onmisbaar is in een uitvoeringsstructuur waarin de clint centraal staat.

In deze verordening is gekozen voor het instellen van een Clintenraad. Door in deze Clintenraad leden te benoemen die worden voorgedragen door de verschillende belangenorganisaties kunnen de ideen van clinten over de uitvoering van de WWB effectief worden verwoord.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Er is voor gekozen om begrippen die reeds zijn omschreven in de WWB, WIJ of Awb niet afzonderlijk te definiren in de Verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de WWB, WIJ of Awb ook de Verordening moet worden gewijzigd.

Artikel 2

Alhoewel de Raad de verordening moet vaststellen, is er om pragmatische redenen voor gekozen dat het College (eventueel bij mandaat) de Clintenraad instelt en de leden daarvan benoemt.

Het is belangrijk dat de leden van de Clintenraad een duidelijke binding hebben met de doelgroepen van de WWB en WIJ, daarom hebben personen, belangenorganisaties en -groepen de bevoegdheid om de leden voor te dragen. De wijze waarop deze organisaties tot hun voordracht komen is bewust niet geregeld. Juist omdat de leden gedragen moeten worden door de achterban, is het zaak dat deze organisaties zelf tot een voordracht komen. E.e.a. wordt gekanaliseerd via de Clintenraad zelf. De Clintenraad zal op deze wijze zelf het evenwicht bewaken tussen clinten en deskundigen in de Clintenraad.

Omdat het belangrijk is dat de leden van de Clintenraad voldoende binding houden met de doelgroepen, is de benoemingsduur beperkt tot de raadsperiode en kunnen zij alleen worden herbenoemd als zij wederom worden voorgedragen. Daarmee wordt voorkomen dat leden van de Clintenraad tot in lengte van jaren kunnen blijven zitten, terwijl zij inmiddels vervreemd kunnen zijn van hun achterban.

Artikel 3

Dit artikel bepaalt de reikwijdte van de taken en bevoegdheden die aan de Clintenraad zijn toebedeeld. Naast een adviserende taak over de uitvoering van de WWB en WIJ heeft de Clintenraad ook recht van initiatief op dit terrein. Omdat sommige onderwerpen nauw kunnen samenhangen met de uitvoering van de WWB en WIJ, maar strikt genomen daar zelf geen deel van uitmaken, is de bevoegdheid van de Clintenraad uitgebreid met deze onderwerpen. De Clintenraad wordt in ieder geval om advies gevraagd bij het opstellen en wijzigen van beleidsplannen, verordeningen, formulieren en voorlichtingsmateriaal met betrekking tot de WWB en WIJ

Uitdrukkelijk worden individuele zaken buiten het overleg met de Clintenraad gehouden omdat de Clintenraad geen belanghebbende is ten aanzien van beslissingen die betrekking hebben op individuele gevallen.

Artikel 4

Dit artikel bevat de kern van de zaken die op grond van artikel 47 WWB en 12 WIJ in de verordening moeten worden geregeld.

De gemeente overlegt minstens twee maal per kalenderjaar met de Clintenraad. Ingeval daartoe een reden is kan er dus vaker worden overlegd. Het is logisch om enkel vaker te vergaderen indien beide partijen hiertoe reden zien.

Artikel 5

Zonder relevante stukken kan de Clintenraad niets beginnen. Het college dient daarom ervoor te zorgen dat de Clintenraad over de benodigde stukken kan beschikken. Om te voorkomen dat het College ook geheime stukken of willekeurig welke stukken dan ook op verzoek aan de Clintenraad zou moeten zenden, is bepaald dat het om relevante stukken moet gaan.

De facilitering van de Clintenraad is geregeld door het toekennen van een jaarlijks budget. De Clintenraad kan zodoende op zelfstandige wijze in haar behoeften voorzien.

Artikel 7

Er is sprake van samenwerking op het gebied van de WWB en WIJ door Neerijnen met andere gemeenten.

Vooral voor gemeenten waarmee Neerijnen de WWB en de WIJ uitvoert is het redelijk en zinvol om de clintparticipatie vanuit die gemeenten te waarborgen. Met deze bepaling wordt mogelijk gemaakt dat leden van clintenraden uit andere gemeenten kunnen deelnemen aan de beraadslaging en informatie uitwisseling van de Clintenraad Neerijnen. De Clintenraad Neerijnen verricht geen werkzaamheden voor de clintparticipatie in de bedoelde andere gemeenten.

Artikel 9

Het is logisch dat het College bij de jaarlijkse verantwoording over de uitvoering van de WWB en WIJ ook verantwoording aflegt over de uitvoering van deze verordening. Dit artikel is dus niet geschreven om in voorkomende gevallen tussentijdse vragen van de Raad te kunnen ontlopen.

Toelichting betreffende de Wet investeren in jongeren en clintenparticipatie

Op 1 oktober 2009 treedt de Wet investeren in jongeren (WIJ) in werking. Doelstelling van deze wet is de duurzame arbeidsparticipatie in regulier werk van jongeren tot 27 jaar. Om dit te bereiken is in de wet een recht op een zgn. werkleeraanbod vastgelegd. Dit werkleerrecht berust op het uitgangspunt dat jongeren die goed geschoold zijn en over voldoende kwalificaties beschikken gemakkelijker aan het werk zullen komen en daardoor zelfstandig in hun levensonderhoud kunnen voorzien.

Verordening clintenparticipatie

Met een verordening clintenparticipatie WIJ wordt invulling gegeven aan de in artikel 12 WIJ gegeven opdracht om regels te stellen met betrekking tot de wijze waarop jongeren, of

hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van de WIJ. Het behoort tot de gemeentelijke beleidsvrijheid om daarin eigen beleidskeuzes te maken. Van de zijde van de regering is op vragen vanuit de Tweede Kamer opgemerkt dat het voor de hand ligt om aansluiting te zoeken bij de bestaande vormen van clintenparticipatie in het kader van de WWB. Deze suggestie is overgenomen en wordt geformaliseerd door een wijziging van de verordening clintenparticipatie WWB. Deze krijgt daardoor niet alleen een andere inhoud maar ook een andere naam en zal voortaan als verordening clintenparticipatie WWB en WIJ door het leven gaan.