Regeling vervallen per 06-01-2012

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2011.

Geldend van 06-01-2012 t/m 05-01-2012

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2011

De raad van de gemeente Neerijnen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 november 2010; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet ; b e s l u i t : vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2011.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder: a. begraafplaats: alle gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Neerijnen; b. algemeen graf: een graf, welke door de gemeente voor bepaalde tijd beschikbaar wordt gesteld, tot het daarin doen begraven van een lijk; c. particulier graf: een particulier graf met een uitsluitend recht tot het daarin doen begraven en begraven houden van lijken; d. particulier kindergraf: een particulier graf met een uitsluitend recht tot het daarin doen begraven en begraven houden van levenloos geboren kinderen en kinderen tot 12 jaar; e. particuliere urnennis: een nis ten aanzien waarvan het uitsluitend recht is verleend tot het daarin doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen, bevattende as van overledenen; f. particuliere grafkelder: een particulier graf met een uitsluitend recht tot het plaatsen van een grafkelder tot het daarin doen begraven en begraven houden van lijken; g. particulier urnengraf: een particulier graf met een uitsluitend recht tot het daarin doen begraven en begraven houden van asbussen met of zonder urnen; h. asbus: een bus ter berging van de as van een overledene; i. urn: een voorwerp ter berging van één of meerdere asbussen;

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats, voor het gebruik van de aula en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats of aula.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

a. het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag;

b. het begraven van doodgeboren kinderen of zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 5 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 14 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

1. De 'Verordening lijkbezorgingsrechten 2010' van 10 december 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

3. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

5 Deze verordening wordt aangehaald als de 'Verordening lijkbezorgingsrechten 2011'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 december 2010.
,de voorzitter
,de griffier,

Bijlage Bijlagen

Eerste wijziging Tarieventabel 2011