Verordening van het algemeen bestuur van het openbaar lichaam Nieuw Reijerwaard houdende regels omtrent financiën (Financiële verordening 2019 GR Nieuw Reijerwaard)

Geldend van 09-03-2021 t/m heden

Intitulé

Verordening van het algemeen bestuur van het openbaar lichaam Nieuw Reijerwaard houdende regels omtrent financiën (Financiële verordening 2019 GR Nieuw Reijerwaard)

Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Nieuw Reijerwaard,

  • -

    Gelet op artikel 212 van de Gemeentewet,

  • -

    Gelet op artikel 29 lid 1 van de Gemeenschappelijke Regeling Nieuw Reijerwaard,

Besluit:

  • -

    Vast te stellen de verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van GR Nieuw Reijerwaard

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Administratie:

  • Het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken van gegevens en verstrekken van informatie voor het besturen, het functioneren en het beheersen van de organisatie van de GR Nieuw Reijerwaard en voor de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

  • b.

    Administratieve organisatie:

  • Het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in standhouden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging voor de verantwoordelijke leiding.

  • c.

    Regeling Nieuw Reijerwaard:

  • Het openbaar lichaam GR Nieuw Reijerwaard, zoals bedoeld in artikel 2 van de Gemeenschappelijke Regeling Nieuw Reijerwaard.

  • d.

    Doelmatigheid:

  • De mate waarin de GR Nieuw Reijerwaard erin slaagt met een zo beperkt mogelijke inzet van beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken.

  • e.

    Doeltreffendheid:

  • De mate waarin de beoogde (maatschappelijke) effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.

  • f.

    Financiële administratie:

  • Het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van de Regeling Nieuw Reijerwaard, teneinde te komen tot een goed inzicht in:

    • 1.

      de financieel-economische positie;

    • 2.

      het financiële beheer van de vermogenswaarden, waaronder schatkistbankieren;

    • 3.

      de uitvoering van de begroting;

    • 4.

      het afwikkelen van vorderingen en schulden;

    • 5.

      alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.

  • g.

    Financieel beheer:

  • Het uitoefenen van het bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten van de Regeling Nieuw Reijerwaard.

  • h.

    Gedeputeerde staten:

  • Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland.

  • i.

    Kasgeldlimiet:

  • Een bedrag op basis van de Wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de GR Nieuw Reijerwaard bij aanvang van het jaar, dat met inachtneming van wat hieromtrent in laatstgenoemde Wet verder is bepaald.

  • j.

    Interne controle:

  • Het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in standhouden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging voor de ambtelijke leiding en het bestuur.

  • k.

    Programma:

  • Samenhangende verzameling van beleidsinspanningen gericht op het bereiken van bepaalde (maatschappelijke) effecten.

  • l.

    Rechtmatigheid:

  • Het in overeenstemming zijn van de in de rekening verantwoorde lasten, baten en balansmutaties met de begroting en met de van toepassing zijnde geldende wettelijke regelingen, waaronder de bestuursbesluiten (daartoe te rekenen de verordeningen en daarvan afgeleide uitvoeringsregeling).

  • m.

    Renterisiconorm:

  • Een bedrag op basis van de Wet financiering decentrale overheden ter grootte van een percentage van het begrotingstotaal van de Regeling Nieuw Reijerwaard, dat met inachtneming van wat hieromtrent in laatstgenoemde Wet verder is bepaald.

HOOFDSTUK 2 BEGROTING EN VERANTWOORDING

Artikel 2 Begroting

  • 1. Het Dagelijks Bestuur zendt jaarlijks vóór 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening aan de raden van de deelnemende gemeenten

  • 2. Het Dagelijks Bestuur zendt de ontwerpbegroting acht weken voordat zij aan het Algemeen Bestuur wordt aangeboden, toe aan de raden van de deelnemende gemeenten.

  • 3. De raden van de deelnemers kunnen binnen zes weken na toezending van de ontwerpbegroting het Dagelijks Bestuur van hun zienswijzen doen blijken. Het Dagelijks Bestuur voegt de commentaren waarin deze reactie is vervat binnen twee weken bij de ontwerpbegroting zoals deze aan het Algemeen Bestuur wordt aangeboden.

  • 4. Het Algemeen Bestuur stelt de begroting vast vóór 15 juli van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting moet dienen. Na vaststelling wordt de begroting toegezonden aan de raden van de deelnemers. De vastgestelde begroting wordt binnen veertien dagen na vaststelling doch uiterlijk vóór 1 augustus van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, gezonden aan Gedeputeerde Staten.

Artikel 3 Inrichting begroting en jaarstukken

Bij het opstellen van de begroting en jaarstukken worden de bepalingen gevolgd van het BBV, waaronder:

  • 1.

    Bij de begroting en de jaarstukken wordt het overzicht van overhead en de baten en lasten weergegeven.

  • 2.

    Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en gevoteerd

  • 3.

    Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt in aanvulling op het bepaalde in artikel 20 en artikel 21 van het BBV inzicht gegeven in de ontwikkeling in de schuldpositie als gevolg van de begroting, de meerjarenraming, investeringen en de grondexploitatie.

  • 4.

    Het Dagelijks Bestuur legt jaarlijks aan het Algemeen Bestuur verantwoording af over de uitvoering van de programma’s en de begroting door middel van de jaarstukken. De jaarstukken omvatten een jaarverslag en een jaarrekening. Tot het jaarverslag behoort de programmaverantwoording, waarin wordt aangegeven:

    • a.

      wat is bereikt;

    • b.

      welke goederen, diensten en prestaties zijn geleverd;

    • c.

      welke baten en lasten hieraan verbonden zijn;

    • d.

      hoe de resultaten zich verhouden tot de in de begroting gestelde doelen.

Artikel 4 Tussentijdse rapportage, begrotingswijzigingen en informatie

  • 1. De directeur informeert het Dagelijks Bestuur door middel van tenminste twee tussentijdse rapportages over de uitvoering van de begroting van de GR Nieuw Reijerwaard van het lopende boekjaar.

  • 2. De inrichting van de tussentijdse rapportage sluit aan bij de (programma-)indeling van de begroting.

  • 3. De tussentijdse rapportage gaat in op afwijkingen, zowel wat betreft de lasten en baten, de investeringen en de resultaten van de grondexploitatie. Indien de tussentijdse rapportage daartoe aanleiding geeft, worden tevens voorstellen gedaan tot wijziging van de begroting.

  • 4. Het Dagelijks Bestuur biedt de tussenrapportage aan het Algemeen Bestuur en indien door het Dagelijks Bestuur is besloten tot vaststelling van voorstellen tot wijziging van de begroting, aan de raden van de deelnemende gemeenten.

  • 5. De raden van de deelnemende gemeenten kunnen, tenzij er sprake is van een begrotingswijziging zoals bedoeld in artikel 31, negende lid van de GR Nieuw Reijerwaard, binnen zes weken na toezending van het voorstel tot wijziging van de begroting het Dagelijks Bestuur van hun reacties doen blijken. Het Dagelijks Bestuur voegt de commentaren waarin deze reactie is vervat, samen en biedt deze aan het Algemeen Bestuur aan.

  • 6. Het Algemeen Bestuur stelt jaarlijks voor 31 december van het betreffende jaar een begrotingswijziging vast zoals bedoeld in lid 4.

  • 7. Het Dagelijks Bestuur draagt ervoor zorg dat er regels zijn die waarborgen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt.

  • 8. Het Dagelijks Bestuur draagt er zorg voor dat de geraamde lasten van de programma’s zoals geautoriseerd middels vaststelling of wijziging van de begroting, niet worden overschreden.

Artikel 5 Jaarstukken

  • 1. Het Dagelijks Bestuur biedt voor 15 april de ontwerp-jaarrekening aan, aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten.

  • 2. De raden kunnen bij het Dagelijks Bestuur hun zienswijze over de ontwerpjaarrekening naar voren brengen.

  • 3. Het Dagelijks Bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerp-jaarrekening en biedt de ontwerp-jaarrekening aan bij het algemeen bestuur.

  • 4. Het Algemeen Bestuur onderzoekt de rekening zonder uitstel en stelt haar vast vóór 1 juli van het jaar volgend op het jaar waarop de rekening betrekking heeft. Van de vaststelling doet het Dagelijks Bestuur mededeling aan de raden van de deelnemers.

  • 5. De rekening wordt terstond doch in ieder geval vóór 15 juli met alle bijbehorende stukken ter kennisneming toegezonden aan Gedeputeerde Staten.

HOOFDSTUK 3 FINANCIËEL BELEID

Artikel 6 Waardering & afschrijving vaste activa

  • 1. De materiële vaste activa, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, worden afgeschreven in een termijn zoals is opgenomen in de begroting die is vastgesteld door het Algemeen Bestuur.

Artikel 7 Voorziening voor oninbare vorderingen

Voor de vorderingen op verbonden partijen en derden wordt een voorziening wegens oninbaarheidgevormd op basis van een individuele beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen.

Artikel 8 Reserves en voorzieningen

Het Dagelijks Bestuur geeft jaarlijks bij de begroting een overzicht van de reserves en voorzieningen. De bijbehorende bestedingsplannen worden opgenomen in de begroting voor zover dit relevant is in het kader van de keuzemogelijkheden door het Algemeen Bestuur. Een reserve en/of voorziening wordt ingesteld of opgeheven door een besluit van het Algemeen Bestuur. In de begroting en de jaarrekening wordt een overzicht opgenomen van het weerstandsvermogen in relatie tot de risico's.

Artikel 9 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

  • 1. De GR Nieuw Reijerwaard heeft geen streven tot het vormen van een weerstandsvermogen op de balans. Risico’s bestaan in een grondexploitatie en worden opgevangen binnen de grondexploitatie op de gebruikelijke wijze. Het bewaken van de kaderstelling grondexploitatie bij elke af te sluiten grondovereenkomst en jaarlijks actualiseren van de grondexploitatie zijn de belangrijkste beheermaatregelen voor de risico’s in de grondexploitatie.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur geeft aan in de risicoparagraaf weerstandsvermogen van de begroting en van de jaarstukken de risico’s van materieel belang en een inschatting van de kans dat deze risico’s zich voordoen. Het Dagelijks Bestuur brengt hierbij in elk geval de risico’s in beeld en actualiseert de risico’s. Hierbij wordt speciale aandacht gegeven aan:

    • -

      een inventarisatie van de weerstandscapaciteit;

    • -

      een inventarisatie van de risico’s;

    • -

      het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s;

    • -

      opende en te verwachten claims van derden;

    • -

      dreigend faillissement van verbonden partijen;

    • -

      dreigend faillissement van derden bij wie borgstellingen, garanties, leningen of vorderingen uitstaan.

  • 3. GR Nieuw Reijerwaard voert werkzaamheden uit om binnen diens werkgebied de gewenste ontwikkeling van het bedrijventerrein te realiseren. Deze baten en lasten zijn opgenomen in de grondexploitatie. Baten en lasten buiten de grondexploitatie om worden als (resultaatbepaling) opgenomen in de jaarrekening.

Artikel 10 Grondbeleid

  • 1. In de paragraaf grondbeleid bij de begroting en de jaarstukken neemt het Dagelijks Bestuur naast de verplichte onderdelen op grond van artikel van 16 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:

    • -

      het verloop van de grondvoorraad;

    • -

      de te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur biedt het Algemeen Bestuur tenminste eenmaal in de vier jaar een nota grondbeleid aan. Het Algemeen Bestuur stelt de nota vast. In de nota wordt aandacht besteed aan:

    • a.

      De strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de GR Nieuw Reijerwaard;

    • b.

      Te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten;

    • c.

      Het verloop van de grondvoorraad;

    • d.

      De uitgangspunten voor de verkoopprijzen van gronden.

Artikel 11 Financieringsfunctie

In het door het Algemeen Bestuur vastgestelde Treasurystatuut zijn regels en richtlijnen opgenomen met betrekking tot de financieringsfunctie.

Artikel 12 Registratie bezittingen, activa en vermogen

Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor een actuele en volledige registratie van bezittingen.

Artikel 13 (Tussentijdse) verlies- en winstverwachtingen

  • 1. Tussentijdse resultaten worden bepaald op basis van de voortgang van de grondexploitatie. De voortgang van de grondexploitatie wordt uitgedrukt als de fractie van de gerealiseerde lasten en baten, ten opzichte van het totale plan van lasten en baten (conform notitie grondexploitatie van commissie BBV).

  • 2. Uitbetaling van batige saldi aan de deelnemende gemeenten vindt niet eerder plaats dan nadat de grondexploitatie is afgesloten.

  • 3. Bij tussentijdse winstneming worden projectspecifieke risico's hierop in mindering gebracht. Hierbij geldt dat de geraamde opbrengst van de nog niet verkochte kavels als volledig risico (100%) wordt meegenomen.

  • 4. Voor verliesgevende grondexploitaties wordt een voorziening gewaardeerd tegen nominale waarde.

Artikel 14 Financiering

Bij de begroting en de jaarstukken doet het Dagelijks Bestuur in de paragraaf Financiering in ieder geval melding van:

  • 1.

    de kasgeldlimiet;

  • 2.

    de renterisiconorm;

  • 3.

    bij de begroting de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende drie jaar;

  • 4.

    de rentekosten en -opbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie.

HOOFDSTUK 4 FINANCIËLE ORGANISATIE EN ADMINISTRATIE

Artikel 15 Administratie

  • 1. De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

    • a.

      het sturen en het beheersen van activiteiten en processen van GR Nieuw Reijerwaard;

    • b.

      het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang voorraden, vorderingen, schulden, contracten enzovoort;

    • c.

      het verschaffen van informatie voor het maken van kostencalculaties;

    • d.

      het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde beleid in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

    • e.

      het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde beleid in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

    • f.

      de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie evenals voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde beleid in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving .

Artikel 16 Financiële organisatie

Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor:

  • a.

    een eenduidige indeling van de administratieve organisatie;

  • b.

    een adequate scheiding, voor zover mogelijk is, van taken, functies, bevoegdheden, en verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan bestuursorganen is gewaarborgd;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten;

  • d.

    de regels voor de procuratie- en tekenbevoegdheden.

  • e.

    de interne regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

  • f.

    het beleid en de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten;

  • g.

    het beleid en de interne regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik, opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.

Artikel 17 Interne controle

  • 1. Het Dagelijks Bestuur draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheerhandelingen. Bij afwijkingen neemt het dagelijks bestuur maatregelen tot herstel.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor de regelmatige toetsing van de bedrijfsprocessen op juistheid, volledigheid en tijdigheid van de bestuurlijke informatievoorziening, op de rechtmatigheid van beheerhandelingen en op misbruik en oneigenlijk gebruik van de regelingen.

  • 3. Het Dagelijks Bestuur zorgt op basis van de resultaten van de toets zoals bedoeld in lid 2, indien nodig voor een plan van verbetering. Het Dagelijks Bestuur neemt op basis van het plan van verbetering maatregelen, maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.

HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALING

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 4 november 2019 met dien verstande dat de jaarstukken, de uitvoeringsinformatie en de informatie voor derden en de daarbij behorende toelichtingen met ingang van het jaar 2019 voldoen aan bepalingen van deze verordening,

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Financiële verordening 2019 GR Nieuw Reijerwaard”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur op 4 november 2019,

De voorzitter,

mw. T.F. de Jonge

De secretaris,

mw. I. Dogru

Toelichting Financiële verordening Nieuw Reijerwaard

Inleiding

Ingevolge artikel 29 lid 1 van de Regeling Nieuw Reijerwaard stelt het Algemeen Bestuur een verordening vast voor de organisatie van de financiële administratie en de inrichting van de financiële organisatie. De wettelijke basis daartoe ligt in artikel 212 van de Gemeentewet.

In de voorliggende financiële verordening wordt de verdeling van taken en bevoegdheden tussen

het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur uitgewerkt. Gekozen is voor de volgende opbouw:

  • -

    Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

  • -

    Hoofdstuk 2: Begroting en verantwoording

    Hierin zijn de regels uitgewerkt voor de opstelling van de begroting, de uitvoering daarvan, de tussentijdse rapportages, begrotingswijzigingen, informatieverstrekking, tussentijdse rapportages en het opmaken van de begroting en jaarstukken.

  • -

    Hoofdstuk 3: Financieel beleid

  • Hierin zijn de regels uitgewerkt voor de vastlegging van de financiële positie, daartoe begrepen de financiering van taken (het treasurystatuut), de waardering van activa en (tussentijdse) verlies- en winstverwachtingen en het weerstandsvermogen.

  • -

    Hoofdstuk 4 Financiële organisatie en administratie

  • In deze titel zijn de functionele eisen voor de inrichting, opbouw van de (financiële) administratie en interne controle opgenomen.

  • -

    Hoofdstuk 5 Slotbepaling

  • Opgenomen is de datum van inwerkingtreding evenals de citeertitel.

HOOFDSTUK 6 ALGEMENE BEPALINGEN

Bij het opstellen van de Financiële verordening Regeling Nieuw Reijerwaard is uitgegaan van de door de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten voor gemeenten opgenomen modelverordening. Gezien echter de in verhouding tot gemeenten voor de Regeling Nieuw Reijerwaard zeer beperkte taakstelling is op diverse onderdelen van de modelverordening afgeweken. Dit maakt ook dat de omvang van de voor de Regeling Nieuw Reijerwaard geldende voorschriften beperkter kan zijn dan voor gemeenten.

HOOFDSTUK 7 BEGROTING EN VERANTWOORDING

Ingevolge artikel 31 van de GR Nieuw Reijerwaard dient de begroting jaarlijks uiterlijk 15 juli voorafgaande aan het begrotingsjaar te worden vastgesteld. Hiermee wordt bereikt dat de financiële gevolgen van de vaststelling van deze begroting nog tijdig kunnen worden verwerkt in de begrotingen van de deelnemende gemeenten. Op de inhoud van de begroting is het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten van toepassing. Ook zijn in artikel 3 de eisen naar de inrichting van de begroting en jaarstukken beschreven.

Ingevolge de GR Nieuw Reijerwaard wordt de begroting niet vastgesteld dan nadat het ontwerp van de begroting gedurende een periode van acht weken is voorgelegd aan de raden van de deelnemende gemeenten.

Voorzien is in (ten minste) twee tussentijdse rapportages aan het Dagelijks en vervolgens Algemeen Bestuur over de uitvoering van de begroting. Deze rapportages worden opgesteld bij de actualisatie van de grondexploitatie. Afhankelijk van de uitkomst van die rapportage omvat deze tevens een voorstel tot wijziging van de begroting. Indien er sprake is van een tussentijdse begrotingswijziging, geschiedt de toezending eveneens aan de raden van de deelnemende gemeenten.

Ingevolge artikel 32 van de Regeling Nieuw Reijerwaard dienen de jaarstukken jaarlijks uiterlijk 1 juli van het jaar volgend op het begrotingsjaar te worden vastgesteld door het Algemeen Bestuur.

Ingevolge artikel 32 van de GR Nieuw Reijerwaard dient de ontwerp-jaarrekening uiterlijk 15 april door het Dagelijks Bestuur aangeboden te worden aan de gemeenteraden van de deelnemende raden. Het Algemeen Bestuur onderzoekt de rekening zonder uitstel en stelt haar vast vóór 1 juli van het jaar volgend op het jaar waarop de rekening betrekking heeft. Van de vaststelling doet het Dagelijks Bestuur mededeling aan de raden van de deelnemers. De rekening wordt terstond doch in ieder geval vóór 15 juli met alle bijbehorende stukken ter kennisneming toegezonden aan Gedeputeerde Staten.

HOOFDSTUK 8 FINANCIEEL BELEID

Ingevolge artikel 8 geeft het Dagelijks Bestuur bij de begroting jaarlijks een overzicht van de reserves en voorzieningen weer. De bijbehorende bestedingsplannen worden opgenomen in de begroting voor zover dit relevant is in het kader van de keuzemogelijkheden door het Algemeen Bestuur. Ook heeft de GR Nieuw Reijerwaard het streven om geen weerstandsvermogen op de balans te vormen. Risico’s bestaan in een grondexploitatie en worden opgevangen binnen de grondexploitatie op de gebruikelijke wijze. Daarnaast geeft het Dagelijks Bestuur in de risicoparagraaf weerstandsvermogen van de begroting en van de jaarstukken de risico’s van materieel belang en een inschatting van de kans dat deze risico’s zich voordoen. Het Dagelijks Bestuur brengt hierbij in elk geval de risico’s in beeld en actualiseert de risico’s

De activiteiten van de GR Nieuw Reijerwaard betreffen werkzaamheden met betrekking tot de verwerving, het bouw- en woonrijp maken en de uitgifte van voor bebouwing geschikt gemaakte gronden. In artikel 13 is vastgelegd dat zodra een onafwendbaar verlies in de grondexploitatie optreedt, er een voorziening dient te worden getroffen op basis van de nominale waarde van dat verlies. Tussentijdse winstneming is mogelijk maar uitbetaling van de batige saldi vindt pas plaats aan het einde van de looptijd van de grondexploitatie. Tegelijkertijd worden bij tussentijdse winstneming, project specifieke risico's hierop in mindering gebracht. Hierbij geldt dat de geraamde opbrengst van de nog niet verkochte kavels als volledig risico (100%) wordt meegenomen.

De financieringsfunctie (treasury) is een belangrijk onderdeel van het middelenbeheer. Gezien de operationele kwetsbaarheid van deze functie bevat artikel 212 Gemeentewet, derde lid, onder b, het expliciete voorschrift dat de verordening een onderdeel over de financieringsfunctie heeft. In het treasurystatuut zijn taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden op het terrein van de financieringsfunctie vastgelegd, alsmede de kaders voor het uitvoeren van de financieringsfunctie (doelstellingen, richtlijnen en limieten).

HOOFDSTUK 9 FINANCIELE ORGANISATIE EN ADMINISTRATIE

Administraties zijn niet in zichzelf gekeerde systemen maar moeten dienstbaar zijn aan het bestuur en het beheer van de organisatie. De functionele eisen voor de administratie en de daarvan afgeleide financiële administratie zijn vastgelegd in de artikelen 15. Ingevolge artikel 16 heeft het Dagelijks Bestuur de opdracht een ambtelijke organisatie in te richten die bijdraagt aan een doelmatig en rechtmatig begrotingsbeheer. En dat het Dagelijks Bestuur de uitvoeringsregels voor de inkoop en aanbesteding van werken, leveringen en diensten vastlegt.

Ingevolge artikel 24 van de GR Nieuw Reijerwaard is de directeur onder toezicht van het Dagelijks Bestuur verantwoordelijk voor het voeren van de administratie, het beheer van vermogenswaarden en het jaarlijks opmaken van de jaarstukken. Voorts is, mede ter uitvoering van het bepaalde in artikel 24, door het Dagelijks Bestuur een administrateur benoemd.

Ingevolge artikel 4 van de Financiële verordening stelt het Algemeen Bestuur regels vast die waarborgen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doeltreffend en doelmatig verloopt. De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de te voeren interne controle ligt, ingevolge artikel 17, bij het Dagelijks Bestuur.