Regeling vervallen per 02-09-2014

Besluit houdende de regels over de aanduiding van subsidieplafonds, gereserveerde begrotingsbudgetten ten behoeve van subsidies, de verdeling van subsidies, de wijze van bevoorschotting en indexering van productsubsidies

Geldend van 20-03-2014 t/m 01-09-2014

Intitulé

Besluit verdeelregels productsubsidies

Het college van burgemeester en wethouders van Nieuwegein;

gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidie Verordening Nieuwegein;

besluit:

vast te stellen

Besluit houdende regels over de aanduiding van subsidieplafonds, gereserveerde begrotingsbudgetten ten behoeve van subsidies, de verdeling van subsidies, de wijze van bevoorschotting en indexering van productsubsidies (Besluit verdeelregels productsubsidies)

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Paragraaf 1.1

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    exploitatiekosten: de financiële middelen die nodig zijn om de te subsidiëren producten uit te voeren, daaronder in ieder geval begrepen huurkosten en personele kosten van de aanvrager;

  • b.

    maatschappelijk betrokken ondernemen: maatschappelijk verantwoord ondernemen waarbij het gaat om investeren in de samenleving van Nieuwegein door een combinatie van mensen, middelen, massa en media, al dan niet financieel;

  • c.

    maatschappelijk verantwoord ondernemen: een vorm van ondernemen gericht op economische prestaties (profit), met respect voor de sociale aspecten (people), binnen de ecologische randvoorwaarden (planet), waarbij de organisatie bewuste keuzes maakt om vanuit de triple P-benadering een balans te bereiken tussen People, Planet en Profit. De organisatie neemt verantwoordelijkheid voor de consequenties van haar handelen op sociaal, ecologisch en economisch gebied in de hele proces-/productieketen, legt daarover verantwoording af en gaat een dialoog hierover aan met belanghebbenden;  

  • d.

    mantelzorger: een persoon die mantelzorg verleent als bedoeld in artikel 1, lid 1 onderdeel b,van de Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • e.

    maximering: het stellen van een financiële grens voor de verlening van subsidie ten aanzien van een of meer specifieke te subsidiëren producten;

  • f.

    respijtzorg: het door vrijwilligers verlenen van zorg aan een gezin ter ontlasting van de specifieke zorg van een partner, ouder of kind;

  • g.

    prioriteitstelling: de rangorde tussen de verschillende producten waarbij de hoogte van de subsidie voor een product bepalend is of de rangorde wordt bepaald door de mate waarin een behoefte bestaat voor een bepaald product dan wel dat een procentuele verdeling tussen producten wordt gemaakt;

  • h.

    schoolbegeleidingsactiviteiten: activiteiten die gericht zijn op opvang, ontwikkeling, advisering, informatieverstrekking en evaluatie alsmede andere activiteiten die dienen tot bevordering van een optimale schoolloopbaan van leerlingen in het primair onderwijs;

  • i.

    product: product als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de verordening;

  • j.

    verordening: Algemene Subsidie Verordening Nieuwegein;

  • k.

    vrijwilligersvergoeding: het bedrag dat wordt verdeeld aan vrijwilligersorganisaties op basis van vrijwillige inzetten in de zorg, met dien verstande dat een bedrag per verrichte activiteit aan een vrijwilliger in de zorg wordt vergoed.

Artikel 2 Reikwijdte

Dit besluit is van toepassing op producten die de beleidsterreinen betreffen, bedoeld in artikel 2, lid 2, van de verordening.

Artikel 3 Verdeelregels

  • 1. Indien meer subsidie wordt aangevraagd dan beschikbaar is conform een subsidieplafond of gereserveerde middelen op de begroting zijn de verdeelregels, in hoofdstuk 2 tot en met hoofdstuk 10 van toepassing.

  • 2. Bij de verdeelregels, bedoeld in het eerste lid, worden als uitgangspunt de volgende criteria in de onderstaande volgorde van belangrijkheid gehanteerd:

    • a.

      de aanvrager die in het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie  heeft aangevraagd en subsidie heeft ontvangen voor de desbetreffende producten, voorrang heeft boven nieuwe aanvragers;

    • b.

      prioriteitstelling ;

    • c.

      maximering;

    • d.

      wie het eerst komt wie het eerst maalt;

    • e.

      loting.

  • 3. Bij het toepassen van de criteria, bedoeld in het tweede lid, geldt voorts dat de criteria van de verdeelregels bedoeld in de onderdelen a, b en c gecombineerd kunnen worden toegepast.

Artikel 4

(gereserveerd)

Artikel 5 Minimale subsidie

Subsidies lager dan € 200,= worden niet toegekend.

Artikel 6 Bevoorschotting

  • 1. Een jaarlijkse productsubsidie wordt tot maximaal 100% van het totale subsidiebedrag bevoorschot. Een incidentele productsubsidie wordt tot 90% van het totale subsidiebedrag bevoorschot, tenzij de incidentele productsubsidie betrekking heeft op het beleidsveld Podiumkunsten, pop wordt tot 60% van het totale subsidiebedrag bevoorschot.

  • 2. Een voorschot wordt betaald in termijnen, waarbij de hoogte van het subsidiebedrag bepalend is voor het aantal termijnen, met dien verstande dat

    • a.

      tot € 10.000,= het gehele subsidiebedrag in 1 termijn wordt bevoorschot;

    • b.

      tot € 50.000,= het subsidiebedrag wordt bevoorschot in 2 termijnen;

    • c.

      vanaf € 50.000,= of meer het subsidiebedrag wordt bevoorschot in 4 termijnen.

  • 3. Indien de omvang van een subsidie of de aard van de gesubsidieerde activiteit daartoe aanleiding geeft, kan worden afgeweken van het aantal termijnen, bedoelde in het tweede lid.

  • 4. In de beschikking tot subsidieverlening wordt het bevoorschottingsregime aangeduid, alsmede het tijdstip waarop de voorschotbetalingen zullen plaatsvinden.

Artikel 7 Accountantsverklaring

Een accountantsverklaring als bedoeld in artikel 21 van de verordening is ook vereist indien de aanvrager:

  • a.

    hiertoe ook verplicht is door de belastingdienst;

  • b.

    door de gemeente is aangewezen in het kader van een vijfjaarlijkse steekproefsgewijze controle;

  • c.

    niet meeloopt met de accountantscontrole van de gemeente.

Artikel 8 Indexering

  • 1. Een verleende subsidie voor een jaarlijkse productsubsidie wordt geïndexeerd met het prijsindexcijfer dat wordt gehanteerd in de gemeentebegroting.

  • 2. Bij een subsidieontvanger, waarvan diens begroting tenminste bestaat uit 30% van de loongerelateerde kosten wordt bij indexering een prijscomponent en looncomponent gehanteerd.

  • 3. Voor looncompensatie wordt het cijfer uit de gemeentebegroting gehanteerd.

  • 4. Indien zowel een prijscomponent als een looncomponent wordt gehanteerd bij het indexeren van het subsidiebedrag, wordt een verdeelsleutel van 50/50 gehanteerd, met dien verstande dat 50% van het subsidiebedrag wordt vermeerderd met het cijfer voor de prijsindex en 50% van het subsidiebedrag wordt vermeerderd met het cijfer voor de looncompensatie.

  • 5. Op subsidies waar de loon- en prijscompensatie in regionaal verband worden bepaald is het vierde lid niet van toepassing.

Artikel 9 Vermogensontwikkeling

  • 1. Het college kan in de beschikking tot subsidieverlening aan een subsidieontvanger een maximumbedrag vaststellen met betrekking tot de reserves, de voorzieningen en het vermogen.

  • 2. Het college kan op schriftelijk verzoek van de subsidieontvanger instemming verlenen voor het vormen en aanhouden van een of meer reserves en voorzieningen.

  • 3. Het college kan in de beschikking tot subsidieverlening aan een subsidieontvanger verplichtingen verbinden ten aanzien van de vorming van reserves en voorzieningen.

Artikel 10 Egalisatiereserve en eigen vermogen

  • 1. Een subsidieontvanger die structureel een jaarlijkse productsubsidie ontvangt van tenminste € 100.000,= per jaar, is verplicht om een algemene of egalisatiereserve aan te houden van tenminste 10% van het balanstotaal.

  • 2. Voor de bepaling van de beschikbare eigen middelen, als bedoeld in artikel 12, onderdeel a, van de verordening, wordt een egalisatiereserve, die niet meer dan 10% van het balanstotaal, buiten beschouwing gelaten.

  • 3. Een subsidieontvanger, die minder dan € 100.000,= per jaar structureel subsidie ontvangt, is verplicht om een egalisatiereserve aan te houden van tenminste 5% van het balanstotaal. Het college kan bij de beoordeling van de subsidieaanvraag inzicht vragen in de omvang van de egalisatiereserve.

  • 4. Het verschil tussen de vaststelling en de werkelijke kosten kan ten laste worden gebracht van de egalisatiereserve dan wel leiden tot een toevoeging aan de egalisatiereserve.

  • 5. De jaarlijkse toevoeging aan de egalisatiereserve bedraagt in beginsel niet meer dan 10% van de in dat jaar aan de subsidieontvanger verleende subsidie.

Artikel 11 Bestemmingsreserves

  • 1. Het college kan op schriftelijk verzoek van een subsidieontvanger toestemming verlenen aan de subsidieontvanger om een bestemmingsreserve te vormen, indien naar het oordeel van het college de noodzaak hiertoe door de subsidieontvanger is aangetoond.

  • 2. Voor de bepaling van de beschikbare eigen middelen, als bedoeld in artikel 12, onderdeel a, van de verordening, wordt een bestemmingsreserve, waarvoor het college toestemming heeft verleend, buiten beschouwing gelaten.

Artikel 12 Voorzieningen

  • 1. Het college kan op schriftelijk verzoek van een subsidieontvanger toestemming aan de subsidieontvanger verlenen om een voorziening te vormen, indien naar het oordeel van het college de noodzaak hiertoe door de subsidieontvanger is aangetoond.

  • 2. Een subsidieontvanger is verplicht om het jaarlijkse afschrijvingsbedrag op de begroting op te nemen indien sprake is van eigendommen waarop wordt afgeschreven.

  • 3. Indien een subsidieontvanger eigenaar is van onroerend goed wordt een meerjaren onderhoudsplan daarvoor opgesteld en ingediend.

  • 4. Een voorziening die met instemming van het college is gevormd wordt slechts gebruikt voor het doel waarvoor de bestemming is gevormd.

  • 5. Voor de bepaling van de beschikbare eigen middelen, als bedoeld in artikel 12, onderdeel a, van de verordening, wordt een voorziening, waarvoor het college toestemming heeft verleend, buiten beschouwing gelaten.

Artikel 12a Subsidieplafond (en begrotingsvoorbehoud)

De subsidieplafonds voor de jaarlijkse productsubsidies worden vastgesteld conform de tabel die bij dit besluit is gevoegd.

Paragraaf 1.2 Commissies

Artikel 13

  • 1.

    Het college kan zich bij een aanvraag voor een jaarlijkse of incidentele productsubsidie, die betrekking heeft op het beleidsveld als bedoeld in artikel 2, lid 1, onderdeel b, van de verordening, laten adviseren door een externe commissie.

  • 2.

    Indien een commissie als bedoeld in het eerste lid is ingesteld beslist het college op een aanvraag voor een jaarlijkse of een incidentele productiesubsidie binnen 16 weken na de datum waarop de aanvraag is gediend.

Artikel 14

(gereserveerd)

Artikel 15

(gereserveerd)

Artikel 16

(gereserveerd)

Hoofdstuk 2 Welzijn en maatschappelijke ondersteuning

Paragraaf 2.1 Welzijn en Sociaal cultureel werk, basisdeel

Artikel 17 Doelstellingen

De doelstelling van het beleidsveld ‘Welzijn en Sociaal cultureel werk, basisdeel’, is het bevorderen van:

  • a.

    maatschappelijke participatie;

  • b.

    zelfredzaamheid, onderlinge verdraagzaamheid en het nemen van eigen verantwoordelijkheid;

  • c.

    het tegengaan van sociale achterstanden;

  • d.

    behoud, versterking dan wel vernieuwing van de kwaliteit van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties ten behoeve van de doelstellingen genoemd in de onderdelen a tot en met c.

Artikel 18 Subsidiabele producten

De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 17, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:

  • a.

    het bevorderen van de leefbaarheid van woonwijken in Nieuwegein;

  • b.

    het organiseren van kortdurende activiteiten voor jongeren;

  • c.

    het organiseren van activiteiten ter voorkoming van sociaal isolement en eenzaamheid van bewoners in Nieuwegein dan wel het ondersteunen bij en het verhelpen van geconstateerd sociaal isolement en eenzaamheid bij bewoners in Nieuwegein;

  • d.

    het geven van informatie en advies over met name zorg, wonen en welzijn aan inwoners van Nieuwegein met een functiebeperking, waaronder ouderen;

  • e.

    het geven informatie en advies, het aanbieden van cursussen en trainingen aan vrijwilligers en het beheren van een vacaturebank ten behoeve van vrijwilligers;

  • f.

    het ondersteunen bij en het bevorderen van de sociale contacten tussen buurtbewoners;

  • g.

    het faciliteren en beheren van accommodaties in wijken en buurten van Nieuwegein ten behoeve van activiteiten en ontmoetingen;

  • h.

    het tijdig kunnen inspringen op ontwikkelingen in de samenleving door het houden van signaleringsbijeenkomsten;

  • i.

    exploitatie van de organisatie die zich ten doel heeft gesteld om de producten, bedoeld in de onderdelen a tot en met h te verrichten.

Artikel 19 Subsidiecriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    Beleidskader SCW 2009-2011;

  • b.

    Bij uitvoering van de subsidiabele producten, bedoeld in artikel 18 voldoet het personeel die de activiteiten coördineren, dan wel uitvoeren aan de kwalificatie die bij elke specifieke activiteit vereist is.

Artikel 20 Verdeelregels

Bij het verlenen van subsidie gelden de volgende verdeelregels:

  • a.

    de aanvrager die in het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie heeft aangevraagd voor de producten, bedoeld in artikel 18, en een subsidie heeft onvangen, heeft voorrang boven nieuwe aanvragers.

  • b.

    prioriteitsstelling van de producten, bedoeld in artikel 18 vindt plaats al naar gelang de behoeftes van de wijkbewoners voor de producten, bedoeld in artikel 18 en de subsidieontvanger, bedoeld in artikel 18, onderdeel i, met dien verstande dat de verdeling van de subsidie akkoord wordt bevonden nadat het college een belangenafweging heeft gemaakt of er voldoende rechtvaardiging is voor deze behoeftes.

Paragraaf 2.2 Welzijn en Sociaal cultureel werk, flexibel deel

Artikel 21 Doelstellingen

De doelstelling van het beleidsveld ‘Welzijn en Sociaal cultureel werk, flexibel deel’, is het bevorderen van:

  • a.

    maatschappelijke participatie;

  • b.

    zelfredzaamheid en onderlinge verdraagzaamheid en

  • c.

    het tegengaan van sociale achterstanden.

Artikel 22 Subsidiabele producten

De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 21, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:

  • a.

    het bevorderen van maatschappelijke participatie;

  • b.

    onverwachte agogische inzet van personeel in overleg met de Gemeente Nieuwegein;

  • c.

    het adviseren en voorlichten van jongeren met betrekking tot bij die jongeren levende hulpvragen door faciliteiten in het voortgezet onderwijs daarvoor aan te bieden;

  • d.

    het bevorderen van het bewegen en sporten door ouderen.

Artikel 23 Subsidiecriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    het Beleidskader SCW 2009-2011;

  • b.

    Bij uitvoering van de subsidiabele producten, bedoeld in artikel 22 voldoet het personeel die de activiteiten coördineren, dan wel uitvoeren aan de kwalificatie die bij elke specifieke activiteit vereist is.

Artikel 24 Verdeelregels

Bij de verdeling van de subsidie gelden de volgende verdeelregels:

  • a.

    de aanvrager die in het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie heeft aangevraagd voor de producten, bedoeld in artikel 22, en een subsidie heeft ontvangen, heeft voorrang boven nieuwe aanvragers.

  • b.

    prioriteitsstelling van de producten, bedoeld in artikel 22 vindt plaats al naar gelang de behoeftes van de wijkbewoners voor de producten, bedoeld in artikel 22 en de subsidieontvanger, met dien verstande dat de verdeling van de subsidie akkoord wordt bevonden nadat het college een belangenafweging heeft gemaakt of er voldoende rechtvaardiging bestaat voor deze behoeftes.

Paragraaf 2.3 Ondersteuning Mantelzorg

Artikel 25 Doelstellingen

De doelstelling van het beleidsveld ‘Ondersteuning Mantelzorg’ is het leveren van een bijdrage in de ondersteuning van mensen die mantelzorg verlenen.

Artikel 26 Subsidiabele producten

De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 25, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:

  • a.

    het ondersteunen of faciliteren van mantelzorgers bij in ieder geval het verlenen van individuele of collectieve respijtzorg;

  • b.

    het faciliteren van een informatie- en adviesfunctie door middel van een steunpunt;,

  • c.

    het faciliteren van lotgenotencontacten.

Artikel 27 Subsidiecriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    bij uitvoering van de subsidiabele producten, bedoeld in artikel 26, voldoet het personeel die de activiteiten coördineren, dan wel uitvoeren aan de kwalificatie die bij elke specifieke activiteit vereist is;

  • b.

    (gereserveerd).

Artikel 28 Verdeelregels

  • 1. Bij het verlenen van de subsidie gelden de volgende verdeelregels:

    • a.

      de aanvrager die in het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie heeft aangevraagd voor producten als bedoeld in artikel 26, en subsidie heeft ontvangen, heeft voorrang boven nieuwe aanvragers;

    • b.

      prioriteitstelling van de producten, bedoeld in artikel 26, vindt plaats al naar gelang de behoeftes van de wijkbewoners voor de producten, bedoeld in artikel 26, en de subsidieontvanger, met dien verstande dat de verdeling van de subsidie akkoord wordt bevonden, nadat het college een belangenafweging heeft gemaakt of er voldoende rechtvaardiging bestaat voor deze behoeftes.

  • 2. Bij de prioriteitstelling, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, geldt dat

    • a.

      de individuele benadering van de uitvoering van de producten, bedoeld in artikel 26, voor gaat op de collectieve benadering van de uitvoering van deze producten;

    • b.

      bij de producten, bedoeld in artikel 26, het coördineren van activiteiten door professionele medewerkers voor gaat op uitvoering van deze producten door vrijwilligers.

Paragraaf 2.4 Ondersteuning van vrijwilligers in de zorg

Artikel 29 Doelstellingen

De doelstelling van het beleidsveld ‘Ondersteuning van vrijwilligers in de zorg’ is:

  • a.

    het stimuleren van deelname aan vrijwilligerswerk;

  • b.

    het ondersteunen van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties.

Artikel 30 Subsidiabele producten

De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 29, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:

  • a.

    activiteiten die bijdragen aan voornoemde doelstellingen, zoals bemiddeling, promotie, informatie, advies en ondersteuning, belangenbehartiging, werkontwikkeling, organisatieontwikkeling;

  • b.

    het beschikbaar stellen en uitbetalen van vrijwilligersvergoedingen;

  • c.

    het zelf verrichten van vrijwilligersactiviteiten in de zorg.

Artikel 31 Subsidiecriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen moet voldaan zijn aan het criterium dat vrijwilligers zijn gespecialiseerd op het gebied van zorg en aansluiting hebben met de doelstellingen van de Wet maatschappelijke ondersteuning;

Artikel 32 Verdeelregels

Bij het verlenen van de subsidie gelden de volgende verdeelregels:

  • a.

    de aanvrager die in het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie heeft aangevraagd voor de producten, bedoeld in artikel 30, en een subsidie heeft ontvangen, heeft voorrang boven nieuwe aanvragers.

  • b.

    87% van het subsidiebedrag wordt beschikbaar gesteld voor de producten bedoeld in artikel 30, onderdeel a en b;

  • c.

    13 % van het subsidiebedrag wordt beschikbaar gesteld voor de producten, bedoeld in artikel 30, onderdeel c.

Paragraaf 2.5 Collectieve voorzieningen maatschappelijke ondersteuning

Artikel 33 Doelstelling

De doelstelling van het product ‘Collectieve voorzieningen maatschappelijke ondersteuning’ draagt bij aan het bevorderen van deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking.

Artikel 34 Subsidiabele producten

De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 33, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op het aanbieden van:

  • a.

    voorzieningen gericht op preventieve zorg;

  • b.

    vervoer van gehandicapten met een rolstoel of een scootmobiel;

  • c.

    het verrichten van klussen voor inwoners van Nieuwegein zodat zij zelfstandig kunnen blijven functioneren dan wel wonen;

  • d.

    maaltijdvoorzieningen;

  • e.

    een alarmsysteem aan bewoners in Nieuwegein die door hun lichamelijke of geestelijke conditie meer risico lopen dan anderen en zich daardoor onveilig voelen.

Artikel 35 Subsidiecriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen voor het product, bedoeld in artikel 34, onderdelen a, c en d worden vrijwilligers ingezet die voldoen aan de kwalificaties die aan de desbetreffende activiteiten worden gesteld.

Artikel 36 Verdeelregels

  • 1. Bij het verlenen van de subsidie gelden de volgende verdeelregels:

    • a.

      de aanvrager die in het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie heeft aangevraagd voor producten als bedoeld in artikel 34, en subsidie heeft ontvangen, heeft voorrang boven nieuwe aanvragers;

    • b.

      prioriteitstelling van de producten, bedoeld in artikel 34, vindt plaats al naar gelang de behoeftes van de wijkbewoners voor de producten, bedoeld in artikel 34, en de subsidieontvanger, met dien verstande dat de verdeling van de subsidie akkoord wordt bevonden, nadat het college een belangenafweging heeft gemaakt of er voldoende rechtvaardiging bestaat voor deze behoeftes.

  • 2. Bij de prioriteitstelling, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, geldt dat

    • a.

      de individuele benadering van de uitvoering van de producten, bedoeld in artikel 34, voor gaat op de collectieve benadering van de uitvoering van deze producten;

    • b.

      bij de producten, bedoeld in artikel 34, het coördineren van activiteiten door professionele medewerkers voor gaat op uitvoering van deze producten door vrijwilligers.

Paragraaf 2.6 Ondersteuning van mensen met een lichamelijke of zintuiglijke beperking dan wel psychische klachten

Artikel 37 Doelstellingen

De doelstelling van het product ‘Ondersteuning van mensen met een handicap dan wel psychische klachten’ draagt bij aan het bevorderen van deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking.

Artikel 38 Subsidiabele producten

De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 37, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:

  • a.

    dagopvang voor inwoners van Nieuwegein met een lichamelijke of zintuiglijke beperking;

  • b.

    dagopvang voor inwoners van Nieuwegein met een psychiatrisch verleden;

  • c.

    het verzorgen van projecten die gericht zijn op preventie van lichamelijke of psychische verslaving;

  • d.

    het verzorgen van reïntegratieprojecten voor inwoners van Nieuwegein met een psychiatrisch verleden.

Artikel 39 Subsidiecriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende criteria :

  • a.

    inzet van professioneel personeel, met dien verstande dat bij uitvoering van de producten, bedoeld in artikel 38 voldoet het personeel die de activiteiten coördineren, dan wel uitvoeren aan de kwalificatie die bij elke specifieke activiteit vereist is;

  • b.

    inzet van vrijwilligers.

Artikel 40 Verdeelregels

  • 1. Bij het verlenen van de subsidie gelden de volgende verdeelregels:

    • a.

      de aanvrager die in het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie heeft aangevraagd voor producten als bedoeld in artikel 38, en subsidie heeft ontvangen, heeft voorrang boven nieuwe aanvragers;

    • b.

      prioriteitstelling van de producten, bedoeld in artikel 38, vindt plaats al naar gelang de behoeftes van de wijkbewoners voor de producten, bedoeld in artikel 38, en de subsidieontvanger, met dien verstande dat de verdeling van de subsidie akkoord wordt bevonden, nadat het college een belangenafweging heeft gemaakt of er voldoende rechtvaardiging bestaat voor deze behoeftes.

  • 2. Bij de prioriteitstelling, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, geldt dat

    • a.

      de individuele benadering van de uitvoering van de producten, bedoeld in artikel 38, voor gaat op de collectieve benadering van de uitvoering van deze producten;

    • b.

      bij de producten, bedoeld in artikel 38, het coördineren van activiteiten door professionele medewerkers voor gaat op uitvoering van deze producten door vrijwilligers.

Paragraaf 2.7 Bibliotheekwerk

Artikel 41 Doelstellingen

De doelstellingen van het beleidsveld `Bibliotheekwerk´ is om de inwoners van Nieuwegein te stimuleren tot het lezen en leren, alsmede te informeren door het realiseren van digitale en fysieke mogelijkheden hiertoe.

Artikel 42 Subsidiabele producten

De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 41, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:

  • a.

    het bevorderen van de lees- en leerontwikkeling bij inwoners van Nieuwegein;

  • b.

    het verzamelen, aanbieden en toegankelijk maken van informatie teneinde de betrokkenheid van de inwoners van Nieuwegein bij hun leefomgeving te vergroten, zelfredzaamheid te bevorderen en zelfstudie te stimuleren;

  • c.

    het bevorderen van het welzijn van de bewoners van Nieuwegein, het bevorderen van de sociale cohesie in de stad Nieuwegein door middel van de ontmoetingsfunctie die de bibliotheek heeft;

  • d.

    het aanbieden van diensten, gericht op het bevorderen van taalontwikkeling, het voorkomen van taalachterstand en het stimuleren van leesplezier;

  • e.

    het verzamelen, ontsluiten en beschikbaar stellen van een samenhangende collectie gericht op cultuurbeleving en het bevorderen van actieve participatie in cultuur en literatuur;

  • f.

    het beschikbaar stellen van een leeszaal, studie- en werkplekken voor lezen, ontmoeten en studeren zowel individueel als voor groepen;

  • g.

    het aanbieden van een activiteitenprogramma in het kader van ontmoeting en informatievoorziening;

  • h.

    exploitatie van de organisatie die zich ten doel heeft gesteld om de producten, bedoeld in de onderdelen a tot en met g te verrichten.

Artikel 43 Subsidiecriteria

Om in aanmerking te komen voor een subsidie voor de producten, bedoeld in artikel 42 gelden de volgende criteria:

  • a.

    beleidskader bibliotheekwerk 2012-2015: De Koers op Digitaal en Virtueel;

  • b.

    de producten zijn afgestemd op de wensen van de gebruikers, daaronder begrepen de gebruikers en de potentiële gebruikers;

  • c.

    om effectief en efficiënt gebruik van de bibliotheek te bevorderen, zijn de openingsuren laagdrempelig;

  • d.

    het personeel van de bibliotheek is in staat om vragen te beantwoorden en bezoekers te begeleiden op de gebieden die door het bibliotheekwerk worden bestreken;

  • e.

    de aanvrager werkt samen met relevante lokale, regionale en landelijke organisaties;

  • f.

    de aanvrager is gecertificeerd conform de certificeringsnorm openbare bibliotheken;

  • g.

    bij de producten in de subsidieaanvraag staat vermeld op welke doelstelling, genoemd in artikel 42 eerste lid, zij zijn gericht;

  • h.

    de aanvrager hanteert een gedifferentieerd abonnementstarief voor klanten vanaf 16 jaar en ouder;

  • i.

    de bibliotheek zorgt ervoor dat de gemeente in het bezit is van een actueel beleidsplan, waarin voor een bepaald tijdsbestek beschreven wordt welke doelstellingen men nastreeft in relatie tot de tijd en de middelen die men daarvoor nodig heeft;

  • j.

    De producten, bedoeld in artikel 42, geven invulling aan de 2 kernfuncties:

    - lokaal informatiecentrum;

    - centrum voor lezen en schrijven.

Artikel 44 Verdeelregels

Bij het verlenen van subsidie gelden de volgende verdeelregels:

  • a.

    De aanvrager die in het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie heeft aangevraagd voor de producten, als bedoeld in artikel 42 en subsidie heeft ontvangen, heeft voorrang boven nieuwe aanvragers.

 

  • b.

    Prioriteitsstelling van de producten, bedoeld in artikel 42 vindt plaats al naar gelang de behoeftes van de inwoners van Nieuwegein voor deze producten, en de subsidieontvanger, met dien verstande dat de verdeling van de subsidie akkoord wordt bevonden nadat het college een belangenafweging heeft gemaakt of er voldoende rechtvaardiging is voor deze behoeftes.

Paragraaf 2.8 Emancipatie

Artikel 45 Doelstelling

De doelstelling van beleidsveld ´Emancipatie` is het bevorderen van emancipatie van (allochtone) vrouwen in Nieuwegein.

Artikel 46 Subsidiabele producten

De producten met de doelstelling, bedoeld in artikel 45, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op het organiseren van de Internationale Vrouwendag in Nieuwegein.

Artikel 47 Subsidiecriteria

Om in aanmerking te komen voor een subsidie de producten, bedoeld in artikel 46 wordt aan een activiteitenplan ingediend.

Artikel 48 Verdeelregels

Bij het verlenen van de subsidie geldt de verdeelregel dat de organisatie die in het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor een subsidie heeft aangevraagd voor het product, bedoeld in artikel 46 , en een subsidie ontving voorrang heeft boven nieuwe aanvragers.

Hoofdstuk 3 Sport, cultuur en recreatie

Paragraaf 3.1 Sportbeoefening in georganiseerd verband

Artikel 49 Doelstelling

De doelstelling van het beleidsveld Sport en bewegen is dat het bevorderen van sportbeoefening in georganiseerd verband door de bevolking van Nieuwegein.

Artikel 50 Subsidiabele producten

De producten met de doelstelling, bedoeld in artikel 49, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op georganiseerde sportbeoefening.

Deze producten zijn verdeeld in de volgende productonderdelen:

  • a

    Bondsafdracht;

  • b

    Huur accommodatie;

  • c

    Overige kosten.

Artikel 51 Subsidiecriteria

Om in aanmerking te komen voor een subsidie van het product, bedoeld in artikel 50 wordt aan de volgende criteria voldaan:

  • a.

    een aanvrager die de doelstelling, bedoeld in artikel 49 nastreeft is gevestigd in Nieuwegein

  • b.

    de aanvrager, bedoeld in onderdeel a, verricht sportactiviteiten in Nieuwegein met dien verstande dat onderscheid wordt gemaakt in de volgende sportactiviteiten:

  • atletiek;

  • badminton

  • cricket;

  • duiken;

  • gymnastiek;

  • handbal;

  • honk- en softbal;

  • korfbal;

  • kunstrolschaatsen;

  • 10°

    paardrijden;

  • 11°

    rugby;

  • 12°

    tafeltennis;

  • 13°

    voetbal;

  • 14°

    volleybal;

  • 15°

    zwemmen.

Artikel 52 Verdeelregel

Bij het verlenen van de subsidie geldt de verdeelregel dat elke sportvereniging die in het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie heeft aangevraagd voor het product, bedoeld in artikel 50 , en een subsidie heeft ontvangen, heeft voorrang boven nieuwe aanvragers.

Paragraaf 3.2 Ondersteuning sportorganisaties

Artikel 53 Doelstellingen

De doelstelling van het beleidsveld ‘Ondersteuning sportorganisaties’ is om het mogelijk te maken dat het Sportgala binnen het jaarlijks terugkerend evenement ‘Nieuwegein Award’ een plaats krijgt.

Artikel 54 Subsidiabele producten

De producten met de doelstelling, bedoeld in artikel 53, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op het participeren in het jaarlijks evenement ‘Nieuwegein Award’ door middel van het Sportgala.

Artikel 55 Subsidiecriteria

Om in aanmerking te komen voor een subsidie van de producten, bedoeld in artikel 54 voldoet de aanvrager, die de doelstelling, bedoeld in artikel 53 nastreeft aan de volgende criteria:

  • a.

    het sluiten van een rechtsgeldige overeenkomst met de organisatie die jaarlijks de ‘Nieuwegein Award’ organiseert.

Artikel 56 Verdeelregels

De aanvrager die in het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie heeft aangevraagd voor de producten bedoeld in artikel 54, en een subsidie heeft ontvangen, heeft voorrang boven nieuwe aanvragen.

Paragraaf 3.3 Voetbalweek Nieuwegein (vervallen)

Paragraaf 3.4 Ondersteuning sportbeoefening van mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking

Artikel 61 Doelstellingen

De doelstelling van het beleidsveld ´Ondersteuning sportbeoefening van mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking` is het bevorderen van het beoefenen van gehandicaptensport.

Artikel 62 Subsidiabele producten

De producten met de doelstelling, bedoeld in artikel 61, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:

  • a.

    de begeleiding van de gehandicaptensport door een daartoe bevoegd sporttechnisch kader;

  • b.

    het stimuleren van de deelname aan de cursussen en opleidingen, georganiseerd door overheden, sportbonden en andere organisaties.

Artikel 63 Subsidiecriteria

Om in aanmerking te komen voor een subsidie de producten, bedoeld in artikel 62 wordt aan een activiteitenplan ingediend.

Artikel 64 Verdeelregel

Bij het verlenen van de subsidie geldt de verdeelregel dat de aanvrager die het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie heeft aangevraagd voor producten als bedoeld in artikel 62, en subsidie heeft ontvangen, voorrang heeft boven nieuwe aanvragers.

Paragraaf 3.5 Amateurkunst, Activiteitenbudget

Artikel 65 Doelstelling

De doelstelling van het beleidsveld `Amateurkunst, Activiteitenbudget` is de uitbreiding van het culturele aanbod en vergroting van het publieksbereik op het terrein van kunst en cultuur.

Artikel 66 Subsidiabele producten

  • 1. De producten met de doelstelling, bedoeld in artikel 65, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:

    • a.

      projecten op cultureel gebied, uitgevoerd door amateurs, die een bijdrage leveren aan de doelstelling, met dien verstande dat hier onder wordt begrepen publiekspresentaties zoals exposities, tentoonstellingen, dans, orkestuitvoeringen, film en literatuur.

    • b.

      investeringen ten bate van de producten, bedoeld in onderdeel a.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op activiteiten door kerkelijke, levensbeschouwelijke of politieke instellingen dan wel van groepen of instellingen met een besloten karakter.

Artikel 67 Subsidiecriteria

  • 1. Om in aanmerking te komen voor een subsidie voor de producten, bedoeld in artikel 66, onderdeel a, wordt voldaan aan de volgende criteria:

    • a.

      een activiteitenplan met productbegroting, met gebruikmaking van het Aanvraagformulier subsidies amateurkunst Nieuwegein;

    • b.

      subsidies kunnen worden aangevraagd door inwoners, verenigingen, gezelschappen, clubs, etc., die woonachtig dan wek gevestigd zijn in Nieuwegein en actief op het terrein van amateurkunst;

    • c.

      van de groep bewoners of organisatie die subsidie aanvraagt bestaat 65% uit inwoners van Nieuwegein;

    • d.

      van de deelnemers aan het gesubsidieerde project bestaat minimaal 65% uit inwoners van Nieuwegein, met dien verstande dat het project is openbaar toegankelijk is;

    • e.

      het voorbereidingstraject van het project beslaat maximaal twee jaar;

    • f.

      het gesubsidieerde project wordt zo breed mogelijk aan de beschikbare media bekend gemaakt om een zo groot en breed mogelijk publiek te bereiken;

    • g.

      na toekenning van de subsidie wordt in alle uitingen over het project bekend gemaakt dat de gemeente (mede)financier is van het project.

    • h.

      Het project wordt in ieder geval aangekondigd op informatiebord@nieuwewegein.nl ;

    • i.

      de amateurkunstenaars die het project uitvoeren verwerven geen honorarium uit de te subsidiëren activiteit.

  • 2. Om in aanmerking te komen voor een subsidie voor de producten, bedoeld in artikel 66, onderdeel b, wordt voldaan aan de volgende criteria:

    • a.

      nut en noodzaak van de te subsidiëren activiteit, met dien verstande dat aangegeven wordt op welke termijn aanschaf noodzakelijk is en wie de gebruiker is;

    • b.

      de aanschaf levert een bijdrage aan de kwaliteit, het niveau of de ontwikkeling van de vereniging, club, etc;

    • c.

      er is een redelijke relatie tussen de hoogte van het aangevraagd subsidiebedrag en de totale kosten van de aanschaf;

    • d.

      bevorderen van gezamenlijk gebruik van investeringen door meerdere verenigingen, clubs, etc.

  • 3. Bij het verlenen van de subsidie voor de producten, bedoeld in artikel 66, onderdeel a, wordt deze aanvraag in een kalenderjaar telkens per 1 maart en 1 september ingediend.

Artikel 68 Verdeelregel

Bij het verlenen van subsidie gelden de volgende verdeelregels:

Bij het verlenen van de subsidie geldt de verdeelregel dat indien het totaal van alle aanvragen het plafond overstijgt, wordt de subsidie verdeelt conform de prioriteitenstelling die de commissie amateurkunst aan het college adviseert.

Paragraaf 3.6 Amateurkunst, theater (vervallen)

(vervallen)

Paragraaf 3.6 Podiumkunsten, theater

Artikel 69 Doelstelling

De doelstelling van het beleidsveld ‘Podiumkunsten, theater’ is uitbreiding van het culturele aanbod en vergroting van het publieksbereik op het terrein van kunst en cultuur.

Artikel 70 Subsidiabele producten

  • 1. De producten met de doelstelling, bedoeld in artikel 69, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op een basispakket, bestaande uit het geven van:

    • a.

      een aanbod van aan podiumkunsten

    • b.

      muziekonderwijs

  • 2. Naast het basispakket is er een flexibel pakket, dat bestaat uit:

    • a.

      verhuur dan wel dienstverlening ten behoeve van lokale amateurkunst en

    • b.

      het bieden van faciliteiten culturele verhuur dan wel dienstverlening, daaronder begrepen: exposities, film, etc.

Artikel 71 Subsidiecriteria

Om in aanmerking te komen voor een subsidie voor de producten, bedoeld in artikel, 70 wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    activiteitenplan met productbegroting;

  • b.

    de subsidieaanvrager moet een professionele organisatie in Nieuwegein zijn met meerjarige ervaring op het aanbieden van de producten genoemd in artikel 76 in Nieuwegein;

  • c.

    de subsidieaanvrager moet een locatie in Nieuwegein ter beschikking hebben waarin de producten adequaat kunnen worden aangeboden.

Artikel 72 Verdeelregel

Bij het verlenen van de subsidie geldt de verdeelregel dat de aanvrager die het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie heeft aangevraagd voor een product als bedoeld in artikel 70, en subsidie heeft ontvangen, voorrang heeft boven nieuwe aanvragers.

Paragraaf 3.7 Kunsteducatie

Artikel 73 Doelstelling

De doelstelling van het beleidsveld 'Kunsteducatie'is uitbreiding van het culturele aanbod en vergroting van het publieksbereik op het terrein van kunst en cultuur.

Artikel 74 Subsidiabele producten

De producten met de doelstelling, bedoeld in artikel 73, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op een basispakket, bestaande uit het geven van:

  • a.

    muziekonderwijs;

  • b.

    dansonderwijs;

  • c.

    toneelonderwijs;

  • d.

    onderwijs in beeldende kunst.

Artikel 75 Subsidiecriteria

Om in aanmerking te komen voor een subsidie voor de producten, bedoeld in artikel, 74 wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    activiteitenplan met productbegroting;

  • b.

    de subsidieaanvrager moet een professionele organisatie in Nieuwegein zijn met meerjarige ervaring op het aanbieden van de producten genoemd in artikel 76 in Nieuwegein;

  • c.

    de subsidieaanvrager moet een locatie in Nieuwegein ter beschikking hebben waarin de producten adequaat kunnen worden aangeboden.

Artikel 76 Verdeelregel

Bij het verlenen van de subsidie geldt de verdeelregel dat de aanvrager die het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie heeft aangevraagd voor een product als bedoeld in artikel 74, en subsidie heeft ontvangen, voorrang heeft boven nieuwe aanvragers.

Paragraaf 3.8 Podiumkunsten, pop

Artikel 77 Doelstelling

Uitbreiding van het culturele aanbod en vergroting van het publieksbereik op het terrein van kunst en cultuur.

Artikel 78 Subsidiabele producten

De producten met de doelstelling, bedoeld in artikel 77, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:

  • a.

    het organiseren van poppodium activiteiten in Nieuwegein;

  • b.

    het organiseren van poppodium activiteiten mede ten behoeve van Nieuwegeinse muzikanten;

  • c.

    het organiseren van een jaarlijks popfestival in Nieuwegein.

Artikel 79 Subsidiecriteria

Om in aanmerking te komen voor een subsidie voor de producten, bedoeld in artikel, 78 wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    activiteitenplan met productbegroting;

  • b.

    bij regionale activiteiten kan een deel van de totale aanvraag gesubsidieerd worden.

Artikel 80 Verdeelregel

Bij het verlenen van subsidie gelden de volgende verdeelregels:

  • a.

    de aanvrager die het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie heeft aangevraagd voor producten als bedoeld in artikel 78, en subsidie heeft ontvangen, voorrang heeft boven nieuwe aanvragers.

  • b.

    indien het totaal van alle aanvragen het plafond overstijgt, wordt de subsidie verdeelt conform de prioriteitstelling die de commissie pop aan het college heeft geadviseerd.

Paragraaf 3.9 Cultuureducatie

Artikel 81 Doelstelling

De doelstelling van het beleidsveld ‘Cultuureducatie’ is uitbreiding van het culturele aanbod en de vergroting van het publieksbereik op het terrein van kunst en cultuur.

Artikel 82 Subsidiabele producten

De producten met de doelstelling, bedoeld in artikel 81, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:

  • a.

    het aanbieden van het Kunstmenu en het programma Cultuurnetwerk in het primair onderwijs;

  • b.

    het aanbieden van Cultuurdagen (workshops) in het voortgezet onderwijs.

Artikel 83 Subsidiecriteria

Om in aanmerking te komen voor een subsidie voor de producten, bedoeld in artikel, 82 wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    activiteitenplan met productbegroting;

  • b.

    de subsidieaanvrager moet een professionele organisatie in de provincie Utrecht zijn met meerjarige ervaring op het aanbieden van de producten genoemd in artikel 82 in Nieuwegein.

  • c.

    de subsidieaanvraag voor de producten genoemd in artikel 82 sub b is een gezamenlijke van de drie Nieuwegeinse scholen voor voortgezet onderwijs, te weten het Anna van rijn College, het Cals College en het Oosterlicht College.

Artikel 84 Verdeelregel

Bij het verlenen van de subsidie geldt de verdeelregel dat de aanvrager die het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie heeft aangevraagd voor een product, bedoeld in artikel 82, en subsidie heeft ontvangen, voorrang heeft boven nieuwe aanvragers.

Paragraaf 3.10 Beeldende kunst

Artikel 85 Doelstelling

De doelstelling van het beleidsveld Beeldende kunst is het wekken van interesse bij een breed publiek voor hedendaagse beeldende kunst.

Artikel 86 Subsidiabele producten

De producten met de doelstelling, bedoeld in artikel 85, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:

  • a.

    het uitlenen en verkopen van kunstwerken van hedendaagse kunstenaars.

  • b.

    het houden van exposities en educatieve activiteiten voor inwoners van Nieuwegein en uit de regio.

Artikel 87 Subsidiecriteria

Om in aanmerking te komen voor een subsidie voor de producten, bedoeld in artikel, 86 wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    Activiteitenplan met productbegroting.

  • b.

    de subsidieaanvrager moet een professionele organisatie in Nieuwegein zijn met meerjarige ervaring op het aanbieden van de producten genoemd in artikel 86 in Nieuwegein.

  • c.

    de subsidieaanvrager moet een locatie in Nieuwegein ter beschikking hebben waarin de producten genoemd in artikel 86 adequaat kunnen worden aangeboden.

Artikel 88 Verdeelregel

Bij het verlenen van de subsidie geldt de verdeelregel dat de aanvrager, die in het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie heeft aangevraagd, voor een product als bedoeld in artikel 86, een subsidie heeft ontvangen, voorrang heeft boven nieuwe aanvragers.

Paragraaf 3.11 Beeldende kunst, kunstmarkt

Artikel 89 Doelstelling

De doelstelling van het beleidsveld ‘Beeldende kunst, kunstmarkt is het wekken van interesse bij een breed publiek voor hedendaagse beeldende kunst.

Artikel 90 Subsidiabele producten

De producten met de doelstelling, bedoeld in artikel 89, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op het organiseren van de jaarlijkse kunstmarkt in Nieuwegein.

Artikel 91 Subsidiecriteria

Om in aanmerking te komen voor een subsidie voor de producten, bedoeld in artikel, 90 wordt een activiteitenplan met productbegroting ingediend.

Artikel 92 Verdeelregel

Bij het verlenen van de subsidie geldt de verdeelregel dat de aanvrager, die in het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, voor een product, bedoeld in artikel 90, een subsidie heeft ontvangen, voorrang heeft boven nieuwe aanvragers.

Paragraaf 3.12 Cultureel erfgoed, historisch museum

Artikel 93 Doelstelling

De doelstelling van het beleidsveld ‘Cultureel erfgoed, historisch museum’ is het behouden van musea en het in een museum tonen van de cultuurhistorie van Nieuwegein.

Artikel 94 Subsidiabele producten

De producten met de doelstelling, bedoeld in artikel 93, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op het exploiteren en beheren van het historisch museum Warsenhoeck in Nieuwegein.

Artikel 95 Subsidiecriteria

Om in aanmerking te komen voor een subsidie voor de producten, bedoeld in artikel, 94 wordt een activiteitenplan met productbegroting ingediend.

Artikel 96 Verdeelregel

Bij het verlenen van de subsidie geldt de verdeelregel dat de aanvrager, die in het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie heeft aangevraagd voor een product als bedoeld in artikel 94 een subsidie heeft ontvangen, voorrang heeft boven nieuwe aanvragers.

Paragraaf 3.13 Cultureel erfgoed, museumwerf

Artikel 97 Doelstelling

De doelstelling van het beleidsveld ‘Cultureel erfgoed, museumwerf is het behouden van musea en het in een museum tonen van de cultuurhistorie van Nieuwegein; in het bijzonder de historie van de Nederlandse binnenvaartschepen in relatie tot de historie van het schippersdorp Vreeswijk.

Artikel 98 Subsidiabele producten

De producten met de doelstelling, bedoeld in artikel 97, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op

  • a.

    het exploiteren van en het onderhoud dan wel restaureren van historische binnenvaartschepen op de Museumwerf in Vreeswijk Nieuwegein.

  • b.

    het houden aan het ligplaatsenbeleid van de gemeente Nieuwegein voor Vreeswijk.

  • c.

    Het houden van exposities die de cultuurhistorie van de Nederlandse binnenvaartschepen in Vreeswijk en omstreken toont.

Artikel 99 Subsidiecriteria

Om in aanmerking te komen voor een subsidie voor de producten, bedoeld in artikel, 98 wordt een activiteitenplan met productbegroting ingediend.

Artikel 100 Verdeelregel

Bij het verlenen van de subsidie geldt de verdeelregel dat de aanvrager die het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie heeft aangevraagd voor producten als bedoeld in artikel 98, en subsidie heeft ontvangen, voorrang heeft boven nieuwe aanvragers.

Paragraaf 3.14 Cultureel erfgoed, oudheidskamer

Artikel 101 Doelstelling

De doelstelling van het beleidsveld ‘Cultureel erfgoed, oudheidskamer is het behouden van musea en het in een museum tonen van de cultuurhistorie van Nieuwegein.

Artikel 102 Subsidiabele producten

De producten met de doelstelling, bedoeld in artikel 101, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op het exploiteren en beheren van de oudheidskamer Vreeswijk in Nieuwegein.

Artikel 103 Subsidiecriteria

Om in aanmerking te komen voor een subsidie voor de producten, bedoeld in artikel, 102 wordt een activiteitenplan met productbegroting ingediend.

Artikel 104 Verdeelregel

Bij het verlenen van de subsidie geldt de verdeelregel dat de aanvrager die het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie heeft aangevraagd voor een product als bedoeld in artikel 102, en subsidie heeft ontvangen, voorrang heeft boven nieuwe aanvragers.

Paragraaf 3.15 Scouting

Artikel 105 Doelstellingen

De doelstelling van het beleidsveld ‘Scouting’ is om bij te dragen aan het creëren van aanbod aan vrijetijdsactiviteiten voor kinderen en jongeren in Nieuwegein.

Artikel 106 Subsidiabele producten

De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 105, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:

  • a.

    het organiseren van spelbijeenkomsten voor de leeftijdsgroep van 7 tot en met 17 jaar;

  • b.

    het organiseren van kampactiviteiten voor de leeftijdsgroep van 7 tot en met 17 jaar.

Artikel 107 Subsidiecriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende criteria :

  • a.

    een aanvrager die scoutingsactiviteiten verricht is in Nieuwegein gevestigd;

  • b.

    opgeven actieve ledenbestand bij de aanvraag.

Artikel 108 Verdeelregels

Bij het verlenen van de subsidie gelden de volgende verdeelregels:

  • a.

    de aanvrager die in het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie heeft aangevraagd en subsidie heeft ontvangen, heeft voorrang boven nieuwe aanvragers, met dien verstande dat onderdeel b daarbij in acht wordt genomen.

  • b.

    indien er meer dan een aanvrager is voor subsidie voor de producten, bedoeld in artikel 105, wordt per aanvrager een vast subsidiebedrag van ten hoogste € 9.500,= verleend waarbij het subsidiebedrag met ten hoogste € 11,= per actief lid kan worden aangevuld.

Hoofdstuk 4 Milieu

(gereserveerd)

Hoofdstuk 5 Verkeer en vervoer

Artikel 108e Doelstellingen

De doelstelling van het beleidsveld Verkeer en Vervoer is:

  • a.

    een bijdrage leveren aan het in stand houden van een voet- en fietsveer op de Lek tussen de gemeente Nieuwegein en de gemeente Vianen ten behoeve van scholieren, woon- en werkverkeer en recreanten;

  • b.

    het bevorderen van het recreatieve fietsen.

Artikel 108f Subsidiabele producten

De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 108 e, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:

  • a.

    het in stand houden, faciliteren en bevorderen van vervoer van fietsers en voetgangers door middel van een veer op de Lek tussen de gemeente Nieuwegein en de gemeente Vianen;

  • b.

    de exploitatie van het voet- en fietsveer.

Artikel 108g Subsidiecriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    de aanvrager voorziet in een dienstregeling;

  • b.

    de aanvrager draagt zorg voor verkooppunten voor vaartkaarten.

Artikel 108h Verdeelregel

Bij het verlenen van de subsidie geldt de verdeelregel dat de aanvrager die het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie heeft aangevraagd voor  producten als bedoeld in artikel 108 f, en subsidie heeft ontvangen, voorrang heeft boven nieuwe aanvragers.

Hoofdstuk 6 Openbare orde en veiligheid

Paragraaf 6.1 Slachtofferhulp

Artikel 109 Doelstelling

De doelstelling van het beleid ‘Slachtofferhulp’ is het verlenen van hulp aan inwoners van de gemeente Nieuwegein die het slachtoffer zijn van een misdrijf of verkeersongeval.

Artikel 110 Subsidiabele producten

De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 109, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op: het in behandeling nemen van hulpvragen van inwoners van de gemeente Nieuwegein, die slachtoffer zijn van een misdrijf of verkeersongeval.

Artikel 111 Subsidiecriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen wordt voldaan het criterium dat de gemeente samenwerking stimuleert met dan wel aansluiting heeft bij Steunpunt Vrijwilligers Nieuwegein of het Netwerk Vrijwilligers in de Zorg.

Artikel 112 Verdeelregels

Bij het verlenen van de subsidie geldt de verdeelregel dat de aanvrager, die in het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie heeft aangevraagd voor een product als bedoeld in artikel 110 en subsidie heeft ontvangen, voorrang heeft boven nieuwe aanvragers.

Paragraaf 6.2 Dierenasiel (vervallen)

Hoofdstuk 7 Economie en werkgelegenheid

Paragraaf 7.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Artikel 116a Doelstellingen

De doelstelling van het beleidsveld ‘Maatschappelijk verantwoord ondernemen’ is:

  • a.

    het vergroten van het bewustzijn bij ondernemers van hun rol op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen;

  • b.

    netwerkvorming en kennisuitwisseling tussen ondernemers op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen;

  • c.

    het bevorderen van activiteiten die bijdragen aan maatschappelijk verantwoord ondernemerschap;

  • d.

    het leveren van een bijdrage aan het gezamenlijk aanpakken van actuele maatschappelijke thema’s.

Artikel 116b Subsidiabele producten

De producten met de doelstelling, bedoeld in artikel 116a, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:

  • a.

    het vormen en vergroten van een lokaal netwerk van ondernemers en maatschappelijke organisaties ten behoeve van maatschappelijk verantwoord ondernemen.

  • b.

    het organiseren van workshops en netwerkbijeenkomsten ten behoeve van maatschappelijk verantwoord ondernemen.

  • c.

    het bij elkaar brengen van vraag en aanbod rond  maatschappelijk verantwoord ondernemen, hierin faciliteren en hierover communiceren.

Artikel 116c Subsidiecriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen zorgt de aanvrager ervoor zij haar lokale partnernetwerk van ondernemers en maatschappelijke organisaties ten behoeve van maatschappelijk verantwoord ondernemen elk jaar vergroot door het uitvoeren van meerdere van de producten genoemd in artikel 116b.

Artikel 116d Verdeelregel

Bij het verlenen van de subsidie geldt de verdeelregel dat de aanvrager die het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie heeft aangevraagd voor een product als bedoeld in artikel 116b en subsidie heeft ontvangen, voorrang heeft boven nieuwe aanvragers.

Paragraaf 7.2 (gereserveerd)

Hoofdstuk 8 Onderwijs

Paragraaf 8.1 Peuterspeelzaal werk

Artikel 117 Doelstellingen

De doelstellingen van het beleidsveld ‘Peuterspeelzaalwerk’ dragen bij aan:

  • a.

    het samen spelen en elkaar ontmoeten van kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar;

  • b.

    het bevorderen van cognitieve, sociale en emotionele, motorische en creatieve ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar;

  • c.

    het signaleren van mogelijke achterstanden bij kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar;

  • d.

    het realiseren van voldoende aanbod peuterspeelzaalwerk in bijna alle wijken dat voldoet aan de doelstellingen genoemd in sub a tot en met c van dit artikel. Dit is ambitieniveau 1.

Artikel 118 Subsidiabele producten

De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 117, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op een product voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar, gedurende gemiddeld 2 dagdelen van maximaal drie en een half uur, gedurende 40 weken per jaar, gericht op de doelstellingen genoemd in artikel 117 op ambitieniveau 1.

Artikel 119 Subsidiecriteria

  • 1. Om voor subsidie in aanmerking te komen moet voldaan zijn aan de volgende criteria:

    • a.

      de peuterspeelzaalvestiging moet voldoen aan de kwaliteitseisen vermeld in de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en aan de ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzaalwerk gemeente Nieuwegein 2012;

    • b.

      de activiteiten moeten binnen de gemeente Nieuwegein worden aangeboden aan inwoners van Nieuwegein;

    • c.

      de door de subsidieaanvrager gehanteerde ouderbijdragen kennen een inkomensafhankelijk tarief en zijn akkoord bevonden door het college.

    • d.

      een peuterspeelzaalgroep telt 16 peuterspeelplaatsen tussen de 2,5 en 4 jaar. Vanwege oppervlakte-eisen per kind kan dit aantal minder zijn.

    • e.

      de subsidieaanvrager streeft naar een minimale gemiddelde bezettingsgraad op jaarbasis per groep van 92,5%.

    • f.

      de openstelling van het peuterspeelzaalwerk loopt qua aantal weken en qua periode gelijk met het basisonderwijs.

    • g.

      de subsidieaanvrager heeft twee dagdelen openstelling per week:

    • 1º Één ochtenddeel van tenminste 2,5 uur (maximaal 3,5 uur subsidiabel)

    • 2 º Één middag van 2,5 uur

    • h.

      de subsidieaanvrager heeft reguliere contacten met het primair onderwijs, onder andere voor de overdracht van informatie over kinderen.

  • 2. Indien een peuterspeelzaal niet aan oppervlakte-eisen voldoet kan het aantal toegestane kinderen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, in mindering worden gebracht.

  • 3. Van de uren genoemd in het eerste lid, onderdeel g kan maximaal 3,5 uur subsidie worden verleend.

Artikel 120 Verdeelregel

Bij het verlenen van de subsidie geldt de verdeelregel dat de aanvrager die het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie heeft aangevraagd voor een product als bedoeld in artikel 118, en subsidie heeft ontvangen, voorrang heeft boven nieuwe aanvragers.

Paragraaf 8.2 Onderwijsachterstandenbeleid

Artikel 121a Begripsbepaling

  • a.

    Doelgroepkind OAB: een kind dat een gewicht heeft op grond van de landelijke gewichtenregeling of waarbij sprake is van een dreigende Nederlandse taalachterstand, beoordeeld door het consultatiebureau volgens het protocol ‘ Indicatiestelling doelgroepkinderen OAB’. Het gaat hierbij niet om de kinderen met een aangeboren cognitieve of fysieke achterstand en/ of kinderen waarvoor specifieke voorzieningen zijn.

  • b.

    Gewichtenregeling: in het basisonderwijs gehanteerde landelijke regeling om aan de hand van het opleidingsniveau van de ouders te bepalen of een kind een verhoogd risico op een achterstand in de Nederlandse taal heeft.

  • c.

    VVE: een door het rijk erkend voor- of vroegschools educatie programma waarmee taalachterstanden bij kinderen in de voor- (leeftijd nul tot 4 jaar) en vroegschoolse periode (4 tot 6 jaar) effectief bestreden worden. In de voorschoolse periode op een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf (niet zijnde gastouder) en in de vroegschoolse periode op een basisschool in Nieuwegein.

  • d.

    VVE gecertificeerd: een met een certificaat afgeronde training in het VVE-programma Uk& Puk of Puk&Ko.

  • e.

    VVE-groep peuterspeelzaal: een groep van maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar op een peuterspeelzaal in Nieuwegein waarin maximaal 12 doelgroepkinderen OAB gedurende 4 dagdelen per week door de gemeente gesubsidieerde voorschoolse educatie aangeboden krijgen door 2 VVE gecertificeerde beroepskrachten.

  • f.

    VVE-groep kinderdagverblijf: een groep van maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar op een kinderdagverblijf in Nieuwegein waarin 5 dagen per week door de gemeente gesubsidieerde voorschoolse educatie aangeboden wordt aan minimaal 1 en maximaal 12 doelgroepkinderen per dag door 2 VVE gecertificeerde beroepskrachten. Een doelgroepkind moet minimaal 2 dagen per week deelnemen en krijgt bij plaatsing op de VVE groep voorrang op niet doelgroepkinderen.

Artikel 121 Doelstellingen

De doelstellingen van het beleidsveld ‘Onderwijsachterstandenbeleid’ is:

Het voorkomen en vroegtijdig aanpakken van een achterstand in de Nederlandse taal bij doelgroepkinderen OAB zodat zij zonder achterstand kunnen beginnen aan hun schoolloopbaan, een startkwalificatie kunnen behalen en zelfstandig kunnen participeren in de maatschappij, door:

  • 1.

    het realiseren van een dekkend (100%) en kwalitatief hoogwaardig aanbod van voorschoolse educatie aan doelgroepkinderen OAB.

  • 2.

    het realiseren van een doorgaande lijn voor- en vroegschoolse educatie.

  • 3.

    het voortzetten en uitbreiden van het aantal bovenschoolse schakelklassen.

  • 4.

    het vergroten van de betrokkenheid van ouders van doelgroepkinderen OAB bij de (taal)ontwikkeling van hun kind tijdens VVE.

Artikel 122 Subsidiabele producten

De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 121, die voor subsidie in aanmerking komen zijn

  • a.

    het indiceren van doelgroepkinderen OAB woonachtig in Nieuwegein;

  • b.

    het werven en toeleiden van doelgroepkinderen OAB naar VVE groepen op een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf in Nieuwegein;

  • c.

    het aanbieden van voorschoolse educatie in een VVE groep op een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf in Nieuwegein. 

  • d.

    een verlaging van de door het peuterspeelzaalwerk aan ouders van kinderen in een VVE-groep in Nieuwegein gevraagde ouderbijdrage tot maximaal de hoogte van de bijdrage die zij op grond van de Wet Kinderopvang zouden betalen in de kinderopvang;

  • e.

    activiteiten ter bevordering van de doorgaande lijn VVE en/of de betrokkenheid van ouders van doelgroepkinderen OAB bij VVE.

  • f.

    een bovenschoolse deeltijd schakelklas in Nieuwegein waarvoor draagvlak is bij de meerderheid van de schoolbesturen Primair Onderwijs  en waarvoor alle basisschoolkinderen in Nieuwegein die aan de toelatingscriteria van de schakelklas voldoen kunnen worden aangemeld;

  • g.

    een bovenschoolse schakelklas voor neveninstromers in Nieuwegein waarvoor draagvlak is bij de meerderheid van de schoolbesturen Primair Onderwijs en waarvoor alle basisschoolkinderen in Nieuwegein die aan de toelatingscriteria van de schakelklas voldoen kunnen worden aangemeld.

Artikel 123 Subsidiecriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen, moet aan de volgende criteria worden voldaan:

  • a.

    de subsidieaanvrager is een professionele organisatie;

  • b.

    de subsidiabele producten dragen bij aan de doelstellingen OAB;

  • c.

    subsidieaanvragen voor het aanbieden van voorschoolse educatie in een VVE-groep op een kinderdagverblijf in Nieuwegein bevatten naast de in artikel 10 van de ASV genoemde gegevens, ook: het aantal doelgroepkinderen OAB dat gaat deelnemen, een opleidingsplan, een pedagogisch plan, een vermelding van het volgsysteem waarmee gewerkt wordt en een beschrijving van de wijze waarop aan ouderbetrokkenheid wordt gewerkt.

 

Artikel 124 Verdeelregel

  • 1. Bij het verlenen van de subsidie geldt de verdeelregel dat de aanvrager die het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie heeft aangevraagd voor een product als bedoeld in artikel 122, en subsidie heeft ontvangen, voorrang heeft boven nieuwe aanvragers.

  • 2. Bij het verlenen van subsidie voor het aanbieden van voorschoolse educatie in een VVE groep op een kinderdagverblijf in Nieuwegein gelden de volgende verdeelregels:

    • a.

      Voor het aanbieden van voorschoolse educatie in een VVE groep op een kinderdagverblijf is een bedrag beschikbaar van maximaal € 220.000 (inclusief scholing en vervanging). 

    • b.

      Per kinderdagverblijflocatie komt maximaal 1 VVE-groep voor subsidie in aanmerking.

    • c.

      Aan de te verlenen subsidie wordt per onderdeel een maximum gesteld:

    • a.

      Scholing VVE: € 6.000 per groep (incidenteel, 1x per 3 jaar

    • b.

      Vervanging: € 7.500 per groep (incidenteel, 1x per 3 jaar

    • c.

      Coördinatie, voorbereiding, registratie etc.: € 6.000 per groep per jaar

    • d.

      Materialen en activiteiten VVE: € 1.000 per groep per jaar

    • e.

      Ouderbetrokkenheid: € 1.500 per groep per jaar

    • d.

      Wanneer de som van de aanvragen het subsidieplafond als genoemd onder a. overschrijdt, krijgen de aanvragen voor VVE groepen met een hoger aantal doelgroepkinderen OAB dat gaat deelnemen voorrang.

  • 3. Voor het verlenen van subsidie voor de producten zoals genoemd in artikel 122 onder e. is een bedrag beschikbaar van maximaal € 20.000. Dit bedrag wordt verdeeld op basis van prioritering.

  • 4. Voor het verlenen van subsidie voor de producten zoals genoemd in artikel 122 onder f. en g. is een bedrag beschikbaar van maximaal € 120.000. Dit bedrag wordt als volgt verdeeld:

    • a.

      € 85.000 voor de deeltijd Schakelklas

    • b.

      € 35.000 voor de Schakelklas Neveninstromers.

Paragraaf 8.3 Huiswerkbegeleiding

Artikel 125 Doelstellingen

De doelstelling van het beleidsveld ‘Huiswerkbegeleiding’ is:

Het bevorderen van de vakinhoudelijke onderwijsprestaties van allochtone leerlingen uit Nieuwegein in groep 6/7 tot en met leerlingen van het tweede leerjaar van het Voortgezet Onderwijs om schooluitval te voorkomen.

Artikel 126 Subsidiabele producten

De producten die voor subsidie in aanmerking komen, zijn:

  • 1.

    Huiswerkbegeleiding van minimaal 40 leerlingen gedurende 76 dagdelen per jaar (2 keer 2 uur per week).

  • 2.

    Werkbegeleiding van minimaal 10 begeleiders gedurende 2 keer per week.

  • 3.

    Training van minimaal 10 begeleiders 1 keer per jaar.

  • 4.

    Voortgangsoverleg begeleiders en schoolmentoren 1 keer per jaar.

 

Artikel 127 Subsidiecriteria

Om in aanmerking te komen voor subsidie voor de producten, bedoeld in artikel 126 worden de volgende gegevens beschikbaar gesteld en staan tevens in de verantwoording:

  • a.

    Het aantal leerlingen dat huiswerkbegeleiding krijgt;

  • b.

    De onderwijsprestaties van de leerlingen vóór en na de huiswerkbegeleiding;

  • c.

    Het aantal begeleiders dat huiswerkbegeleiding heeft gegeven;

Artikel 128 Verdeelregel

Bij het verlenen van subsidie geldt de verdeelregel dat de aanvrager, die in het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie heeft gevraagd voor producten als bedoeld in artikel 144 en subsidie heeft ontvangen, voorrang heeft boven nieuwe aanvragers.

Paragraaf 8.4 Brede School

Artikel 129 Doelstellingen

De doelstelling is:

het bieden van een aantrekkelijke (kindgericht), leerzame (bv. bestrijding van onderwijsachterstanden) en nuttige (gericht op bevordering gezondheid, culturele vorming en sociale vaardigheden) vrije tijdsbesteding aan kinderen van de betrokken scholen, betrokken opvangorganisaties en/of in de wijken.

Subdoelen:

  • a.

    het aantrekkelijker maken van de combinatie werk en (gezins)zorg. Het college stimuleert het bieden van voor- en naschoolse opvang op locaties in (of nabij) de school, maar financiert de opvang niet. De mogelijkheid om opvangkinderen gebruik te laten maken van een aantrekkelijk brede schoolaanbod kan belemme­ringen opheffen of zelfs stimulerend werken voor het tweeverdienersschap;

  • b.

    betrokken partners stimuleren om een integrale visie op kinderen te hanteren;

  • c.

    het multifunctionele gebruik van gebouwen, ook in de avonduren, waardoor leefbaarheid en veiligheid in de wijken toenemen en de kans op vandalisme afneemt;

  • d.

    continueren van de bestaande brede schoolactiviteiten in de brede scholen in Nieuwegein.

Artikel 130 Subsidiabele producten

De volgende activiteiten/producten met de doelstelling, bedoeld in artikel 129, komen in aanmerking voor subsidie:

  • a.

    activiteiten die aan minimaal twee van de bovengenoemde doelstellingen voldoen;

  • b.

    activiteiten die met name buiten schooltijd plaatsvinden;

  • c.

    activiteiten waarin de scholen, kinderopvang, peuterspeelzaalwerk, sport en culturele voorzieningen samenwerken.

Artikel 130a Subsidiecriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen wordt de aanvrager geacht mede gebruik te maken van het reeds aanwezige, gesubsidieerde aanbod van combinatiefunctionarissen sport, combinatiefunctionarissen cultuur en welzijnsactiviteiten van MOvactor.

De brede schoolsubsidie is nadrukkelijk aansluitend en niet concurrerend.

Artikel 131 Verdeelregels

  • .

    Het maximale subsidiebudget wordt in gelijke delen verdeeld over de drie preferente scholenclusters Hoog Zandveld, Wijkersloot en Fokkesteeg. Deze brede scholen komen als eerst in aanmerking voor subsidie.

  • .

    Indien er subsidie overblijft kunnen andere scholen in Nieuwegein aanspraak maken op de resterende subsidie, die niet door de preferente brede scholen is gebruikt.

  • .

    De subsidie wordt besteed gedurende de periode september van het lopende jaar (waarop deze verdeelregels van toepassing zijn) tot september van het daarop volgende jaar.

Paragraaf 8.5 Brede School, combinatiefuncties

Artikel 132 Doelstellingen

De doelstelling van het beleidsveld ‘Brede school, combinatiefuncties draagt bij aan:

  • a.

    het uitbreiden van het aantal brede scholen met sport- en cultuuraanbod in zowel het primair als het voortgezet onderwijs;

  • b.

    het versterken van de sportverenigingen met het oog op hun maatschappelijke functie en de inzet van sportverenigingen voor het onderwijs, de naschoolse opvang en de wijk;

  • c.

    het stimuleren van een dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen voor alle leerlingen;

  • d.

    het bevorderen dat de jeugd tot 18 jaar vertrouwd raakt met een of meer kunst- en cultuurvormen en het onder jongeren stimuleren van actieve kunstbeoefening;

Artikel 133 Subsidiabele producten

De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 132, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op

  • a.

    Het aanstellen van combinatiefunctionarissen voor onderwijs en sport of voor cultuur voor het realiseren van doelstelling verrmeld in artikel 131.

  • b.

    Alle combinatiefunctienarissen onderwijs en sport zijn bij één werkgever in dienst;

  • c.

    Alle combinatiefunctienarissen cultuur zijn bij één werkgever in dienst.

  • d.

    Dit zijn functionarissen die bij één werkgever in dienst zijn maar voor twee sectoren (onderwijs, sport en/of cultuur) activiteiten uitvoeren. De combinatiefunctionarissen sport en onderwijs komen in dienst bij de NV Sportinrichtingen. De combinatiefunctionarissen cultuur in dienst van de Kom.

Artikel 134 Verdeelregels

Bij het verlenen van subsidie gelden de volgende verdeelregels:

  • a.

    Uitgangspunt bij de verdeling van het aantal fte per sector is de landelijke verdeling.

  • b.

    De maximale subsidie voor de sport, primair onderwijs, voortgezet onderwijs en cultuur bedraagt € 50.000 per fte en 20 % overhead.

  • c.

    De subsidie voor de combinatiefunctionarissen onderwijs en sport wordt verleend aan één werkgever. Alleen werkgever die in 2012 een subsidieverlening heeft ontvangen voor deze combinatiefunctionarissen, komt in aanmerking voor een subsidieverling voor 2013.

  • d.

    De subsidie voor de combinatiefunctionarissen cultuur wordt verleend aan één werkgever. Deze werkgever dient het theater in Nieuwegein te exploiteren.

  • e.

    Voor de subsidieaanvragen is verder de volgende verdeelsleutel van toepassing:

Realisering fte

2011

2012

Landelijke verdeling in %

Sport

2,7

4,2

50%

Primair onderwijs

1,8

2,8

34%

Voortgezet onderwijs

0,8

10%

Cultuur

0,6

0,6

6%

Totaal

5,1

8,4

100%

Paragraaf 8.6 Jeugdgezondheidszorg en lokale zorg voor de jeugd

Artikel 135 Doelstellingen

De doelstelling van het beleidsveld Jeugdgezondheidszorg en lokale zorg voor de jeugd’ is het realiseren van een goede preventieve zorgstructuur voor jeugdigen van -9 maanden tot 23 jaar, zodat zij opgroeien in een goede fysieke en sociaal-emotionele gezondheid.

Artikel 136 Subsidiabele producten

Producten die gericht zijn op de volgende activiteiten komen in aanmerking voor subsidie:

  • 1.

    Activiteiten die passen binnen het gemeentelijk beleid, zoals geformuleerd in de nota “Doorontwikkeling Centrum voor Jeugd en Gezin”:

1˚Universele preventie, waaronder in ieder geval bedoeld wordt:

  • .

    Voorlichting en collectieve preventie;

  • .

    Ontwikkeling en ondersteuning van netwerken van en voor ouders;

  • .

    Ambulant of accomodatiegebonden jongerenwerk ten behoeve van informering, participatie, signalering en toeleiding;

  • .

    Non-specifieke inzet in de front- of backoffice CJG vanuit kernpartners

2˚Opvoedhulp , waaronder in ieder geval bedoeld wordt:

  • .

    Hulpverleningstrajecten algemeen of schoolmaatschappelijk werk en andere ondersteuningstrajecten in de eerste lijn;

  • .

    Opvoedondersteuning;

  • .

    Het begeleiden van risicokinderen/ en -ouders bij de overgang van primair naar voortgezet onderwijs

3˚Afstemming en coördinatie van zorg, waaronder in ieder geval bedoeld wordt:

  • .

    Deelname aan of coördinatie van het MDO primair onderwijs;

  • .

    Methodiek gericht op gezinscoaching, coördinatie van zorg en/of versterken van zelfredzaamheid gezin

  • 2.

    Voor activiteiten die vanuit de jeugdgezondheidszorg worden uitgevoerd geldt dat het uniform en maatwerkdeel jeugdgezondheidszorg voor 0-4 jarige conform het basistakenpakket van toepassing is.

 

Artikel 137 Subsidiecriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    subsidie wordt uitsluitend verleend aan professionele organisaties die werkzaam zijn in de lokale preventieve jeugdzorg, daaronder begrepen welzijn of jeugdgezondheidszorg;

  • b.

    de aanvrager committeert zich aan structurele samenwerking binnen het lokale netwerk op het gebied van jeugd.

Artikel 138 Verdeelregels

  • 1. Bij de verlening van de subsidie gelden de volgende verdeelregels:

    • a.

      er is een verdeling van het budget over de producten vermeld in artikel 136;

    • b.

      voor de Jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar:

    • het basistakenpakket van het RIVM;

    • de verlening wordt gebaseerd op het aantal 0-4 jarigen in Nieuwegein.

  • 2.

    • a.

      organisaties die het jaar voorafgaande aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft subsidieverlening hebben ontvangen voor producten vermeld in artikel 136, hebben voorrang bij subsidieverlening voor gelijke producten in het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft;

    • b.

      aanvragen die betrekking hebben op pilots in het kader van de transitie jeugdhulp hebben voorrang boven andere nieuwe aanvragen.

  • 3. Het beschikbare budget voor de diverse producten kan worden herverdeeld:

    • a.

      indien een product geen meerwaarde heeft bij het nastreven van een individuele doelstelling en/of van de algemene doelstelling, vallend onder artikel 136 lid 1 en lid 3 onder a en b, dan kan de gemeente Nieuwegein kiezen voor een ander product en/of aanbieder;

    • b.

      indien een product binnen het algehele aanbod van producten geen meerwaarde heeft bij het nastreven van de algemene doelstelling, vallend onder artikel 136, lid 1 en lid 3 onder a en b, dan kan de gemeente Nieuwegein kiezen voor een ander product en/of aanbieder;

    • c.

      indien een nieuwe aanvrager in nauw overleg met de gemeente Nieuwegein aan kan tonen dat zijn producten, vallend onder artikel 136, ten opzichte van het huidige aanbod een meerwaarde vormen bij het nastreven van de algemene doelstelling.

Paragraaf 8.7 Schoolbegeleiding

Artikel 139 Doelstellingen

De doelstelling van beleidsveld ‘Schoolbegeleiding’ is:

  • a.

    het bevorderen van een optimale schoolloopbaan van leerlingen in het primair onderwijs;

  • b.

    schoolbesturen in staat stellen om diensten op het gebied van schoolbegeleiding in te kopen.

Artikel 140 Subsidiabele producten

  • 1. De producten die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op schoolbegeleidingsactiviteiten.

  • 2. De activiteiten zijn onder te verdelen in vier categorieën:

    • a.

      Leerlingbegeleiding: Activiteiten die tot doel hebben leerlingen te ondersteunen in hun ontwikkeling en leerproces.

    • b.

      Leerkrachtbegeleiding: Activiteiten die tot doel hebben leerkrachten te begeleiden bij het analyseren van problemen in de klas en zoeken naar oplossingen

    • c.

      Systeembegeleiding: Activiteiten die tot doel hebben het systeem functioneren van de school te verbeteren

    • d.

      Organisatiebegeleiding: Activiteiten die tot doel hebben het management van de school en van het bestuur te ondersteunen

Artikel 141 Subsidiecriteria

Om in aanmerking te komen voor subsidie van de producten, bedoeld in artikel 140 zien de schoolbesturen erop toe op inkoop van kwalitatief goede producten.

Artikel 142 Verdeelregels

Bij het verlenen van de subsidie gelden de volgende verdeelregels:

 

  • a.

    Het beschikbare budget schoolbegeleiding wordt verdeeld op grond het percentage leerlingen van een schoolbestuur ten opzichte van het totaal aantal leerlingen in het primair onderwijs in Nieuwegein gebaseerd op de 1 oktobertellingen van het kalenderjaar van de subsidie -2. De subsidie voor 2012 is dus gebaseerd op de 1 oktobertelling van 2010.

  • b.

    Uiterlijk 2 maanden voor de indieningtermijn van de subsidieaanvraag ontvangen de schoolbesturen van de beleidsadviseur Onderwijs per mail een overzicht van de beschikbare subsidiebedragen per schoolbestuur.

  • c.

    Subsidies worden verstrekt en verantwoord per kalenderjaar, terwijl het onderwijs werkt met schooljaren. Bij producten die betrekking hebben op een heel schooljaar (bijvoorbeeld elk kwartaal een trainingsonderdeel), wordt de systematiek van 7/12e en 5/12e van het totaalbedrag van het product toegepast bij de toekenning en vaststelling van de subsidie.

  • d.

    Eenmalige begeleidingsactiviteiten (zoals een studiedag) worden bekostigd met de subsidie die bedoeld is voor het kalenderjaar waarin de activiteit plaatsvindt.

Paragraaf 8.8 Speel-o-theek (vervallen)

Paragraaf 8.9 Volwasseneneducatie, aanvullend cursusaanbod

Artikel 147 Doelstellingen

De doelstelling van het beleidsveld Volwasseneneducatie, aanvullend cursusaanbod’ is het verzorgen van aanbod op het terrein van volwasseneneducatie, zoveel mogelijk in afstemming dan wel samenwerking met andere aanbieders van (educatieve) activiteiten in Nieuwegein.

Artikel 148 Subsidiabele producten

De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 147 zijn gericht op het verzorgen van cursussen op terrein van volwasseneneducatie.

Artikel 149 Subsidiecriteria

Om in aanmerking te komen voor subsidie voor de producten, bedoeld in artikel 148 wordt een bij de aanvraag ingediende begroting en activiteitenplan.

Artikel 150 Verdeelregels

Bij het verlenen van de subsidie gelden de volgende verdeelregels:

  • a.

    De hoogte van de subsidie bedraagt € 8,33 per deelnemende cursist in 2012.

  • b.

    € 8330,- is maximaal beschikbaar voor de organisatie die in 2011 een subsidieverlening is toegekend op basis van de regels genoemd in deze paragraaf.

  • c.

    € 1865,- is maximaal beschikbaar voor een andere organisatie die in Nieuwegein cursussen volwasseneneducatie verzorgt. Hiervoor geldt wie het eerst komt, wie het eerst maalt.

Hoofdstuk 9 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening

Paragraaf 9.1 Algemeen maatschappelijk werk

Artikel 151 Doelstellingen

De doelstelling van het beleidsveld ´Algemeen maatschappelijk werk` draagt bij aan de volgende doelstellingen:

  • a.

    het bieden van laagdrempelige toegang tot eerstelijns hulpverlening, algemeen maatschappelijk werk aan de inwoners van Nieuwegein met psychische, sociale en materiële problemen;

  • b.

    het vergroten van de zelfstandigheid en het benutten van de eigen mogelijkheden van de cliënten bij het oplossen van hun problemen, zodanig dat zij weer of beter kunnen deelnemen aan het maatschappelijk verkeer.

Artikel 152 Subsidiabele producten

De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 151, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:

  • a.

    cliëntgerichte hulpverlening;

  • b.

    dienstverlening aan zorginstellingen door middel van ondersteuning van professionelen en vrijwilligers in hun werk met betrekking tot het adviseren en begeleiden van cliënten in het kader van de verbetering en gebruikmaking van de ziekenhuizen, huisartsen en andere zorginstellingen;

  • c.

    het signaleren van ontwikkelingen en omstandigheden die ten grondslag kunnen liggen aan psychosociale nood- en achterstandsproblemen;

  • d.

    het signaleren van het ontbreken van voorzieningen of van knelpunten in de toegang;

  • e.

    tot de voorzieningen met betrekking tot de ontwikkelingen en omstandigheden, bedoeld onder c;

  • f.

    het organiseren van sociaal raadsliedenwerk.

Artikel 153 Subsidiecriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    het aangaan van een uitvoeringsovereenkomst;

  • b.

    inzet van professioneel personeel, met dien verstande dat bij uitvoering van de subsidiabele producten, bedoeld in artikel 152 voldoet het personeel die de activiteiten coördineren, dan wel uitvoeren aan de kwalificatie die bij elke specifieke activiteit vereist is;

Artikel 154 Verdeelregel

Bij het verlenen van de subsidie geldt de verdeelregel dat de aanvrager die in het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie heeft aangevraagd voor een product als bedoeld in artikel 152, en een subsidie heeft ontvangen, voorrang heeft boven nieuwe aanvragers.

Paragraaf 9.2 Belangenbehartiging ouderen

Artikel 155 Doelstelling

De doelstelling van het beleidsveld ‘Belangenbehartiging ouderen is een ouderenbond in staat stellen om voorlichting voor ouderen te organiseren.

Artikel 156 Subsidiabele producten

De producten met de doelstellingen van het beleidsveld belangenbehartiging ouderen is het organiseren van voorlichting door ouderenbonden, eventueel in de vorm van een stichting.

Artikel 157 Subsidiecriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen moet voldaan zijn aan de volgende criteria:

  • a.

    een ouderenbond gevestigd te Nieuwegein .

  • b.

    twee bijeenkomsten organiseren rond een thema in het kader van belangenbehartiging aan ouderen.

  • c.

    indiening van een activiteitenplan met daarin een productbegroting,

Artikel 158 Verdeelregel

Bij het verlenen van de subsidie geldt de verdeelregel dat de aanvrager, die in het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie heeft aangevraagd voor  producten als bedoeld in artikel 156, en subsidie heeft ontvangen, voorrang heeft boven nieuwe aanvragers.

Paragraaf 9.3 Maatschappelijke opvang

Artikel 159 Doelstellingen

De doelstelling van het product ‘Maatschappelijke opvang’ draagt bij aan het bieden van maatschappelijke opvang en hulp aan bewoners met specifieke problemen.

Artikel 160 Subsidiabele producten

De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 159, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op het bieden op het bieden van tijdelijk onderdak en ondersteunende begeleiding ten behoeve van terugkeer naar reguliere huisvesting.

Artikel 161 Subsidiecriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende criteria :

  • a.

    (gereserveerd);

  • b.

    (gereserveerd).

Artikel 162 Verdeelregel

Bij het verlenen van de subsidie geldt de verdeelregel dat de aanvrager, die in het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie heeft aangevraagd voor  producten als bedoeld in artikel 160, voorrang heeft boven nieuwe aanvragers.

Paragraaf 9.4 Armoedebestrijding

Artikel 163 Doelstellingen

De doelstellingen van het beleidsveld ‘Armoedebestrijding’ zijn:

  • a.

    het aanbieden van financiële hulpverlening aan inwoners van Nieuwegein die in een urgente financiële noodsituatie verkeren;

  • b.

    het voorkomen van sociaal isolement dan wel sociale uitsluiting van schoolgaande kinderen of jongeren uit gezinnen uit de laagste inkomensklasse.

Artikel 164 Subsidiabele producten

  • 1. De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 163, onderdeel a, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:

    • a.

      exploitatie voor het afhandelen en verwerken van aanvragen voor urgente financiële ondersteuning;

    • b.

      het begeleiden naar voorzieningen ten behoeve van armoedebestrijding;

    • c.

      het fungeren als expertise- en adviescentrum en gespreksplatform.

  • 2. De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 163, onderdeel b, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:

    • a.

      directe financiële hulpverlening;

    • b.

      bijdrage in de infrastructurele kosten.

Artikel 165 Subsidiecriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen moet voldaan zijn aan de volgende criteria:

  • a.

    de subsidie voor een product als bedoeld in artikel 164, eerste lid, wordt niet aangewend voor directe financiële hulpverlening;

  • b.

    de verhouding kosten versus directe hulp voor een product als bedoeld in artikel 164, tweede lid, mag maximaal 25-75% bedragen.

Artikel 166 Verdeelregel

Bij het verlenen van de subsidie geldt de verdeelregel dat de aanvrager die in het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie heeft aangevraagd voor producten als bedoeld in artikel 164 en subsidie heeft ontvangen, voorrang heeft boven nieuwe aanvragers.

Paragraaf 9.5 Vluchtelingenwerk

Artikel 167 Doelstellingen

De doelstelling van het beleidsveld ‘Vluchtelingenwerk’ is dat aan een volwaardige participatie wordt bijgedragen van al dan niet voormalige vluchtelingen dan wel asielzoekers die zich vestigen in de gemeente Nieuwegein of met uitzetting bedreigd worden.

Artikel 168 Subsidiabele producten

  • 1. 1.De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 167, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:

    • a.

      materiële, psychische en juridische begeleiding van vluchtelingen of asielzoekers al dan niet met een generaal pardon status en overige nieuwkomers bij hun vestiging in Nieuwegein;

    • b.

      materiële, psychische en juridische begeleiding van vluchtelingen die bedreigd worden met uitzetting;

    • c.

      exploitatiekosten.

  • 2. In dit artikel wordt onder exploitatiekosten uitsluitend personeelskosten begrepen.

Artikel 169 Subsidiecriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen moet worden voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    inzet van professioneel personeel, met dien verstande dat bij uitvoering van de subsidiabele producten, bedoeld in artikel 168 voldoet het personeel die de activiteiten coördineren, dan wel uitvoeren aan de kwalificatie die bij elke specifieke activiteit vereist is;

  • b.

    inzet van vrijwilligers die ondersteunende werkzaamheden verrichten.

Artikel 170 Verdeelregel

Bij het verlenen van de subsidie geldt de verdeelregel dat de aanvrager die in het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie heeft aangevraagd voor producten als bedoeld in artikel 168 en subsidie heeft ontvangen, voorrang heeft boven nieuwe aanvragers.

Hoofdstuk 10 Volksgezondheid

Artikel 171 Doelstellingen

De doelstelling van het beleidsveld `Volksgezondheid´ draagt bij aan het bevorderen van de volksgezondheid met name gericht op de verslavingszorg alsmede het bestrijden van ongevallen.

Artikel 172 Subsidiabele producten

De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 171, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op

  • a.

    het geven van voorlichting dan wel het aanbieden voorlichtingsprogramma´s aan voornamelijk jongeren ter preventie van alcohol- en drugsmisbruik;

  • b.

    het bieden van een ondersteuningsprogramma voor alcoholisten, verricht door vrijwilligers;

  • c.

    het leveren van eerste hulp bij ongelukken aan bewoners en het bieden van cursussen met betrekking tot het leveren van eerste hulp bij ongelukken aan bewoners.

Artikel 173 Subsidiecriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    gekwalificeerd personeel wordt ingezet bij het product, bedoeld in artikel 172, onderdeel a;

  • b.

    er is sprake van een lokale EHBO, die in Nieuwegein gevestigd is voor de producten, bedoeld in artikel 172, onderdeel c.

  • c.

    er is sprake van een ontmoetingsplek voor verslaafden in Nieuwegein bij het product, bedoeld in artikel 172, onderdeel b;

Artikel 174 Verdeelregels

Bij de verdeling van de subsidie gelden de volgende verdeelregels:

  • a.

    de aanvrager die in het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor hij een subsidie heeft aangevraagd en daarvoor een subsidie ontving heeft voorrang boven nieuwe aanvragers met inachtneming van de onderdelen b en c.

  • b.

    de producten, bedoeld in artikel 172, onderdeel a gaan in rangorde voor de producten, bedoeld in artikel 172, onderdeel b;

  • c.

    de producten, bedoeld artikel 172 onderdeel b gaan in rangorde voor de producten, bedoeld in artikel 172, onderdeel c.

Hoofdstuk 11 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting

(gereserveerd)

Hoofdstuk 12 Integratie en inburgering

Paragraaf 12.1 Internationale samenwerking

Artikel 175 Doelstellingen

De doelstelling van het beleidsveld ‘Internationale samenwerking’ draagt bij aan:

  • a.

    het bevorderen van bewustwording van de problematiek in ontwikkelingslanden;

  • b.

    het vergroten van kennis en betrokkenheid bij Europa;

  • c.

    het leveren van een bijdrage aan de democratische en bestuurlijke ontwikkelingen op lokaal niveau in andere landen;

  • d.

    bevorderen van internationale contacten in zijn algemeenheid, in het bijzonder met Stedenband gemeenten Pulawy (Polen) en Rundu (Namibië);

  • e.

    het bevorderen van het behalen van Milleniumdoelstellingen op lokaal en internationaal niveau.

Artikel 176 Subsidiabele producten

De producten die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:

  • a.

    het geven van voorlichting over internationale samenwerking aan de bewoners van Nieuwegein.

  • b.

    het (doen) organiseren van publieksgerichte activiteiten in Nieuwegein op het gebied van internationale samenwerking.

Artikel 177 Subsidiecriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen wordt bij de aanvraag een begroting en activiteitenplan ingediend.

Artikel 178 Verdeelregel

Bij het verlenen van de subsidie geldt de verdeelregel dat de aanvrager die in het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie heeft aangevraagd voor producten als bedoeld in artikel 176 en subsidie heeft ontvangen, voorrang heeft boven nieuwe aanvragers.

Paragraaf 12.2 Internationale samenwerking, activiteitenbudget (vervallen)

Paragraaf 12.3 Wereldwinkel

Artikel 183 Doelstellingen

De doelstelling van het beleidsveld ‘Wereldwinkel’ is het bevorderen van bewustwording van de problematiek in ontwikkelingslanden.

Artikel 184 Subsidiabele producten

  • 1.

    Verkoop van producten die gericht zijn op het bevorderen van bewustwording van de problematiek in ontwikkelingslanden door middel van een wereldwinkel

  • 2.

    Het geven van voorlichting over producten en eerlijke handel

  • 3.

    Het uitvoeren van activiteiten die bijdragen aan bewustwording over eerlijke handel en fairtradeproducten

Artikel 185 Subsidiecriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen wordt bij de aanvraag een begroting en activiteitenplan ingediend. De volgende gegevens zijn beschikbaar en staan in de verantwoording:

  • a.

    aantal bezoekers, respectievelijk klanten dat de Wereldwinkel bezocht heeft;

  • b.

    aantal bezoekers, respectievelijk klanten in relatie tot het landelijk gemiddelde van de Wereldwinkels;

  • c.

    openstellingtijden van de Wereldwinkel;

  • d.

    gebruik dat door de aan de stichting verwante organisaties is gemaakt van de ruimte en op welke wijze voorlichting aan het publiek is verstrekt over de derde wereldproblematiek.

Artikel 186 Verdeelregel

Bij het verlenen van subsidie geldt de verdeelregel dat de aanvrager die het jaar voorafgaand aan het jaar subsidie heeft aangevraagd voor producten als bedoeld in artikel 185 en subsidie heeft ontvangen, voorrang heeft boven nieuwe aanvragers.

Hoofdstuk 13 Slotbepalingen

Artikel 187 Intrekking beleidsregels

De uitvoeringsregels sport 1996 worden ingetrokken.

Artikel 188 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

Artikel 189 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit verdeelregels productsubsidies.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 26 juni 2012,
de secretaris, de burgemeester,

Bijlage Tabel 2014 behorende bij het Besluit verdeelregels productsubsidies

Subsidieplafonds bij het Besluit verdeelregels productsubsidies

  Werkveld

 Indexering 2014

 Toelichting

 Subsidieplafond

2 Welzijn en Maatschappelijke ondersteuning

 

 

 

2.1 Welzijn en sociaal cultureel werk, basisdeel

0%

€ 1.448.758

2.2 Welzijn en sociaal cultureel werk, Flexibel deel

0%

€ 359.242

2.3 Ondersteuning Mantelzorg

0%

 

€ 190.000

2.4 Ondersteuning van vrijwilligers in de zorg

0%

 

€ 110.472

2.5 Collectieve voorzieningen maatschappelijke ondersteuning

0%

 

€ 80.217

2.6 Ondersteuning van mensen met een lichamelijke of zintuigelijke beperking dan wel psychische klachten

0%

 

€ 112.284

2.7 Bibliotheekwerk

0%

 

€ 1.815.369

2.8 Emancipatie

0%

 

€ 1.249

3 Sport, Cultuur en Recreatie

 

 

 

3.1 Sportbeoefening in georganiseerd verband

0%

 

€ 675.278

3.2 Ondersteuning sportorganisaties

0%

 

€ 7.500

3.3 Voetbalweek Nieuwegein (vervallen v.a. 2013)

0%

 

€ 0

3.4 Ondersteuning sportbeoefening van mensen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking

0%

 

€ 6.686

3.5 Amateurkunst, activiteitenbudget

0%

 

€ 62.244

3.6 Podiumkunsten, theater

0%

 

€ 2.871.682

3.7 Kunsteducatie

0%

 

€ 0

3.8 Podiumkunsten, pop

0%

Poppodiumkunsten

€ 40.198

Popfestival:

€ 10.366

3.9 Cultuureducatie

0%

Kunstmenu PO

€ 13.000

Cultuurnetwerk PO

€ 8.700

Verdiepingspro­gramma PO

€ 11.600

Coördinator

€ 2.250

Cultuurdagen VO

€ 7.557

3.10 Beeldende kunst (vervallen)

0%

 

€ 0

3.11 Beeldende kunst, kunstmarkt

0%

 

€ 1.531

3.12 Cultureel erfgoed, historisch museum Warsenhoeck

0%

 

€ 14.343

3.13 Cultureel erfgoed, museumwerf

0%

 

€ 134.325

3.14 Cultureel erfgoed, oudheidskamer

0%

 

€ 3.750

3.15 Scouting

0%

 

€ 23.100

4 Milieu (gereserveerd)

0%

 

 

5. Verkeer en vervoer

 

 

 

Verkeer en vervoer

0%

 

€ 40.000

6 Openbare orde en veiligheid

 

 

 

6.1 Slachtofferhulp

0%

 

€ 8.453

7 Economie en werkgelegenheid (gereserveerd)

0%

 

 

8 Onderwijs

 

 

 

8.1 Peuterspeelzaalwerk

0%

 

€ 364.000

8.2 Onderwijsachterstanden-beleid

0%

€ 403.560

8.3 Huiswerkbegeleiding

0%

 

€ 24.508

8.4 Brede school

0%

 

€ 30.000

8.5 Brede school, sport en cultuur, combinatiefunctie

0%

€ 510.000

8.6 Jeugdgezondheidszorg en lokale zorg voor de jeugd

0%

 

€ 1.300.000

8.7 Schoolbegeleiding

0%

 

€ 172.266

8.8 Speel-o-theek (vervallen)

0%

 

€ 0

8.9 Volwasseneneducatie, aanvullend cursusaanbod

0%

 

€ 10.195

9 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening

 

 

 

9.1 Algemeen maatschappelijk werk

0%

 

€ 731.367

9.2 Belangenbehartiging ouderen

0%

 

€ 2.250

9.3 Maatschappelijke opvang

0%

 

€ 41.200

9.4 Armoedebestrijding

0%

 

€ 60.000

9.5 Vluchtelingenwerk

0%

 

€ 0

10 Volksgezondheid

 

 

 

10 Volksgezondheid

0%

 

€ 14.360

11 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting (gereserveerd)

 

 

 

12 Integratie en inburgering

 

 

 

12.1 Internationale samenwerking

0%

 

€ 10.000

12.2 Internationale samenwerking, activiteitenbudget (vervallen)

0%

 

€ 0

12.3 Wereldwinkel

0%

 

€ 8.234

Totaal

 

€ 11.742.094

Toelichting bij het Besluit verdeelregels productsubsidies

Algemeen

Op grond van artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Nieuwegein kan het college nadere regels stellen ten aanzien van de uitvoering van de verordening. In het onderhavige besluit worden nadere regels gesteld ten aanzien van de jaarlijkse productsubsidies. Het betreft hier met name verdeelregels die gelden bij het verlenen van jaarlijkse productsubsidies. De verdeelregels gelden indien er sprake is van een subsidieplafond en in geval sprake is van een gereserveerd budget voor een desbetreffende te subsidiëren product.

Bij de opbouw van het besluit zijn de beleidsvelden als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de verordening als leidraad gehanteerd.

De indeling van het besluit is als volgt:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 2 Welzijn en maatschappelijke ondersteuning

Hoofdstuk 3 Sport, cultuur en recreatie

Hoofdstuk 4 Milieu

Hoofdstuk 5 Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 6 Openbare orde en veiligheid

Hoofdstuk 7 Economie en werkgelegenheid

Hoofdstuk 8 Onderwijs

Hoofdstuk 9 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening

Hoofdstuk 10 Volkgezondheid

Hoofdstuk 11 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting

Hoofdstuk 12 Integratie en inburgering

Hoofdstuk 13 Slotbepalingen

Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat de indeling die in de huidige Beleidsregels voor subsidieverstrekking gemeente Nieuwegein 2011 wordt gehanteerd is losgelaten. Een gevolg hiervan is dat ook de aanduiding van de budgetten in de begroting voor zo ver van toepassing, zijn aangepast. In de toelichting bij de begroting is een en ander hieromtrent verwerkt.

Artikelsgewijs

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Paragraaf 1.1

Artikel 8 Indexering

De budgetten waar in dit besluit aan wordt gerefereerd zijn budgetten op basis van de begroting van 2011. De indexering van de budgetten is voorlopig door het college bepaald op 0%. Na de behandeling van de begroting in de gemeenteraad van november a.s. wordt definitief bekend welke indexering op de budgetten van toepassing is. De subsidieaanvragers worden hierover per brief geïnformeerd.

Artikel 10 Egalisatiereserve en eigen vermogen

Bij lid 1: De gemeente hanteert dit uitgangspunt ten behoeve van de continuïteit van de instellingen en daarmee het mogelijk maken van duurzame samenwerking met instellingen die subsidie ontvangen.

Bij lid 2: Het verschil tussen de gehanteerde norm van 10% en de werkelijke hoogte van de egalisatiereserve kan aanleiding zijn voor het college om hierover het gesprek aan te gaan met de instelling en tot nadere afspraken te komen Criteria die het college daarbij hanteert zijn de mate van afhankelijkheid van de gemeentelijke subsidie en de financiële risico’s van de instelling.

Bij lid 3: Het vormen en in stand houden van deze reserve is de verantwoordelijkheid van de instelling zelf.

Artikel 12 Voorzieningen

Bij instellingen worden eigendommen niet altijd gelijkmatig afgeschreven en wordt niet altijd gespaard voor grote uitgaven, met als gevolg dat het vervangen van bijvoorbeeld inventaris vaak afhankelijk is van financiële meevallers, schenkingen of eenmalige, aanvullende subsidies van de gemeente. Om de zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van de instellingen te benadrukken, wordt gekozen voor dit systeem.

Groot planmatig onderhoud onroerend goed

Om de voorziening voor groot onderhoud op het vereiste niveau te brengen wordt de daartoe noodzakelijke dotatie structureel in de begroting opgenomen. Voor het toevoegen en onttrekken van middelen aan de voorziening is toestemming van het college nodig gelet op het bepaalde in artikel 4:71 van de Awb. In dit artikel wordt bepaald welke toestemmingsvereisten kunnen gelden bij rechtshandelingen door subsidieontvangers.

Met deze procedure wil het college voorkomen dat een instelling onvoldoende vermogen opbouwt om toekomstige uitgaven te financieren die onontkoombaar zijn en waarvan de uitgaven niet binnen de exploitatiebegroting van 1 jaar kunnen worden opgevangen.

Hoofdstuk 2 Welzijn en maatschappelijke ondersteuning

Paragraaf 2.1 Welzijn en Sociaal cultureel werk, basisdeel

Artikel 18 Subsidiabele producten

In de praktijk de cursussen worden aangeboden door de vrijwilligersacademie Lekstroom.

Paragraaf 2.3 Ondersteuning mantelzorg

Artikel 26 Subsidiabele producten

Aandacht voor jonge mantelzorgers en initiatieven die de samenwerking tussen informele en formele zorg verbetert.

Artikel 28 Gereserveerd budget en verdeelregels

De volgende instellingen kunnen als voorbeelden genoemd worden:

Steunpunt Mantelzorg (Vitras)

Ontmoetingscentrum (Vitras)

´Handje helpen´ (thuishulpcentrale)

Alzheimer Café (St. Alzheimer Cafe Nederland)

St. Terminale Thuiszorg

Vriendendienst (SWN)

Nederlands Rode Kruis, afdeling Nieuwegein

Hospice

Buddyhulp (Stade)

Paragraaf 2.4 Ondersteuning van vrijwilligers in de zorg

Artikel 31 Subsidiecriteria

Geen ondersteuning voor verzekeringen voor vrijwilligers.

Artikel 32 Verdeelregels

De onderstaande instanties die vorig jaar subsidie ontvingen waren:

Unie van vrijwilligers

Netwerk vrijwilligers in de zorg (Vitras)

Ondersteuning vrijwilligers, deel basispakket SWN (hier PM)

Ondersteuning van vrijwilligerswerk in de sport valt buiten dit budget.

Deze raming is op basis van de huidige inzet/subsidies en een deel van het budget dat wordt ingezet bij de SWN (SCW basisdeel).

Gemeente ondersteunt vrijwilligers ook m.b.v. vrijwilligersverzekeringen; deze vorm van ondersteuning wordt niet ingevuld met het instrument subsidie en ontbreekt daarom in deze opsomming.

Paragraaf 2.7 Bibliotheekwerk

Artikel 42 Subsidiabele producten

Eerste lid

Ten tweede: betreft een zogenaamde hotspot (digitale voorziening) die door telecommunicatiebedrijven wordt geïnstalleerd.

Artikel 43

Dit kan door middel van doorlopende klanttevredenheidsonderzoeken;

het personeel in het filiaal is in staat om vragen te beantwoorden en bezoekers te begeleiden op het gebied van de nieuwe media. In de praktijk is het steeds meer in zwang is om geen specifieke opleidingskwalificaties voor bibliotheek te hanteren, maar de nadruk wordt steeds meer gelegd op de vaardigheden van personeel;

de aanvrager werkt samen met relevante lokale, regionale en landelijke organisaties (voorbeeld: overheidsorganisaties).

Paragraaf 3.2 Ondersteuning sportorganisaties

Artikel 53

De Stichting Sportraad Nieuwegein is op 30 juni 2003 officieel opgericht. De formele doelstelling is de informatievoorziening en advisering aan en de ondersteuning van sportverenigingen en sporters in Nieuwegein te verbeteren en uit te breiden. Dit vindt onder andere plaats via een sportloket, het Sportservicepunt (het SSP). Het merendeel van de Nieuwegeinse Sportverenigingen is aangesloten bij de Sportraad. De Sportraad heeft zich mede ten doel gesteld om alle Nieuwegeinse sportverenigingen zich bij de Sportraad te laten aansluiten.

Artikel 54

Bij het sportloket kunnen verenigingen terecht met allerlei vragen. Deze vragen kunnen een breed terrein bestrijken, zoals bijvoorbeeld het vrijwilligersbeleid, ledenwerving en -behoud, wet- en regelgeving, hulp bij het maken van beleidsplannen en exploitatiebegrotingen met betrekking tot accommodatiebeheer, algemene vragen met betrekking tot accommodaties, subsidies en juridische adviezen. Dit is nog maar een kleine greep uit veel praktijkvoorbeelden. Er wordt van elke deelnemende vereniging een scan gemaakt om een beeld te vormen op welk terrein het SSP ondersteuning kan verlenen aan de verenigingen. Het sportloket werkt met een groot aantal backoffices waar veel informatie en deskundigheid vandaan gehaald wordt ter ondersteuning van het Sportloket.

Paragraaf 8.2 Onderwijsachterstandenbeleid

Artikel 124

Het door de raad voor OAB bepaalde budget in de begroting over 2012 is hoger dan de optelsom van de beschikbare bedragen in artikel 123 lid 2. Het verschil tussen is op dit moment nog niet bestemd voor bepaalde producten binnen het OAB. Wanneer deze bestemming plaatsvindt, worden nadere regels opgesteld zodat nog in 2011 of gedurende 2012 aanvragen voor incidentele productsubsidies voor deze producten kunnen worden ingediend.

Paragraaf 8.7 Schoolbegeleiding

Artikel 140 lid 2

  • a.

    Bijvoorbeeld diagnostische onderzoeken (persoonlijkheidsonderzoeken, intelligentie- leerpotentie onderzoeken, specialistische diagnostiek, zoals onderzoek naar dyslexie, begaafdheid, autisme, adhd etc.)

  • b.

    Bijvoorbeeld observaties in/buiten de groep, ondersteuning in het voeren van oudergesprekken, ondersteuning bij het opstellen en uitvoeren van handelingsplannen etc.

  • c.

    Bijvoorbeeld ondersteuning bij het implementeren van een nieuwe methode, verbetering van didactiek, diverse schoolontwikkelingstrajecten etc.

  • d.

    Bijvoorbeeld coaching van de directeur, ondersteuning bij het opstellen van integraal personeelsbeleid, kwaliteitszorg etc.

Artikel 141

De schoolbesturen zijn vrij de schoolbegeleidingsactiviteiten in te kopen bij elke organisatie die schoolbegeleiding aanbiedt. Dit kan een voorheen gesubsidieerde schoolbegeleidingsdienst zijn of een andere aanbieder. Het afnemen van diensten bij een ander schoolbestuur of binnen het eigen schoolbestuur is daarbij ook een mogelijkheid.

Artikel 142 lid 3 onder c

Voorbeeld: Een activiteit heeft plaatsgevonden gedurende het hele schooljaar 2011/2012. 5/12e van de totaalkosten komen dan ten laste van de subsidie schoolbegeleiding voor het kalenderjaar 2011 (periode augustus tot en met december 2011) en 7/12e van de totaalkosten van de activiteit komen ten laste van de subsidie schoolbegeleiding voor het kalenderjaar 2012 (periode januari tot en met juli 2012).

Paragraaf 8.9 Volwasseneneducatie, aanvullend cursusaanbod

Voor volwasseneneducatie ontvangt de gemeente geld van het rijk; voor deze middelen geldt tot 2013 gedwongen winkelnering bij het ROC. Naast deze inkoop van cursussen uit deze rijksbijdrage, heeft de gemeente een beperkt eigen budget dat zij kan inzetten ten behoeve van lokale initiatieven.

Paragraaf 9.5 Vluchtelingenwerk

Artikel 168

De exploitatiekosten worden gebaseerd op de berekeningssytematiek in de Productovereenkomst tussen Vitras en gemeente Nieuwegein.

Artikel 169

De verstrekking van subsidie boven 1 fte is gebaseerd op de beschikbare resterende middelen vanuit de Tijdelijke Regeling eenmalige tegemoetkoming gemeenten ter afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet (Generaal Pardon-regeling).