Regeling vervallen per 07-11-2013

Verordening Winkeltijden Nieuwegein

Geldend van 22-11-1996 t/m 06-11-2013 met terugwerkende kracht vanaf 01-06-1996

Intitulé

Verordening Winkeltijden Nieuwegein

Raadsbesluit

De raad van de gemeente Nieuwegein;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 september 1996;

gelet op het bepaalde in de Winkeltijdenwet en artikel 149 Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende “verordening, houdende bijzondere regels betreffende de winkelsluiting in de gemeente nieuwegein”.

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    de wet: de Winkeltijdenwet;

  • b.

    feestdagen: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag.

Artikel 2 Zon- en feestdagenregeling

  • 1. De verboden, vervat in de artikel 2, eerste lid, onder a en b, van de wet, gelden niet op ten hoogste acht, door burgemeester en wethouders aan te wijzen zon- en feestdagen per kalenderjaar.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk. Als afzonderlijke delen van de gemeente worden beschouwd de volgende wijken:

    • *

      Hoog-Zandveld;

    • *

      Vreeswijk/Zandveld;

    • *

      Fokkesteeg;

    • *

      Oudegein;

    • *

      Merwestein;

    • *

      Stadscentrum;

    • *

      Doorslag;

    • *

      Batau-Noord;

    • *

      Batau-Zuid;

    • *

      Lekboulevard;

    • *

      Jutphaas;

    • *

      Wijkersloot-Noord;

    • *

      Wijkersloot-Zuid;

    • *

      De Wiers;

    • *

      Plettenburg/Laagraven;

    • *

      Zuilenstein/Blokhoeve/Huis de Geer;

    • *

      Galecop;

    • *

      De Hoge Landen;

    • *

      Het Klooster;

    • *

      Rijnenburg.

Artikel 3 Ontheffing straathandel sportevenementen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de verboden vervat in artikel 2, eerste lid, van de wet ten behoeve van de straathandel binnen een afstand van ten hoogste 100 meter van de voor het publiek bestemde ingangen van sportcomplexen vanaf twee uren vóór het tijdstip van aanvang van aldaar te houden sportevenementen tot een half uur na afloop daarvan, doch uitsluitend voor de verkoop van vlaggen, speldjes, toeters en andere goederen die rechtstreeks verband houden met bedoelde evenementen.

Artikel 4 Ontheffing hotel-winkel

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de verboden vervat in artikel 2, eerste lid, van de wet ten behoeve van de verkoop in een winkel gelegen in een hotel, mits deze winkel geen rechtstreekse voor het publiek bestemde ingang vanaf de openbare weg heeft.

  • 2. De ontheffing geldt:

    • a.

      op zon- en feestdagen van 07.00 tot 23.00 uur;

    • b.

      op 24 december, 4 mei, Goede Vrijdag en andere werkdagen vanaf het wettelijk sluitingsuur tot 23.00 uur.

  • 3. De ontheffing geldt uitsluitend ten aanzien van de verkoop van dag- en nieuwsbladen, tijdschriften, pocketboeken, dameskousen, tabaksartikelen, bloemen en planten, wegenkaarten, drogisterij- en parfumerieartikelen, chocolaterie en kleine versnaperingen, foto- en filmrolletjes, postzegels, prentbriefkaarten en souvenirs.

Artikel 5 Openstelling avondwinkels op zon- en feestdagen.

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in artikel 2 eerste lid, onder a en b, van de wet vervatte verboden ten behoeve van winkels, die gesloten zijn op de in die verboden bedoelde zon- en feestdagen tussen 0 en 16.00 uur

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen voor ten hoogste één winkel per 15.000 inwoners van de gemeente ontheffing verlenen.

  • 3. Aan de ontheffing wordt ondermeer het voorschrift verbonden dat er uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren dienen te worden verkocht, met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet;

  • 4. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de avondwinkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de avondwinkel.

Artikel 6 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor bijzondere gelegenheden

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden voor zover deze betrekking hebben op de zondag, Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste of tweede Kerstdag ten behoeve van:

    • a.

      bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;

    • b.

      het uitstallen van goederen.

  • 2. De in het eerste lid genoemde ontheffing kan worden verleend in geval van: feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen en beurzen, kunstateliers en galeries.

Artikel 7 Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de verboden in artikel 2 van de wet, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen.

  • 2. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door openstelling van de winkel.

Artikel 8 Beslistermijn

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om ontheffing binnen 6 weken.

  • 2. Indien de beslissing niet binnen de in het vorige lid genoemde termijn kan worden gegeven, kunnen burgemeester en wethouders de beslissing verdagen. Zij stellen de aanvrager daarvan in kennis binnen de in het eerste lid genoemde termijn en noemen daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beslissing wel tegemoet kan worden gezien.

Artikel 9 Ter inzage geven ontheffing

Burgemeester en wethouders verbinden aan een ontheffing de voorwaarde dat de houder daarvan deze op eerste aanvraag behoorlijk ter inzage moet geven aan de personen belast met de handhaving van de naleving van de wet en deze verordening of met het opsporen van overtredingen daarvan.

Artikel 10 Overdracht van de ontheffing

  • 1. Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar na verkregen toestemming van burgemeester en wethouders.

  • 2. In geval van voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffingen doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan burgemeester en wethouders onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende, alsmede omtrent welke ontheffing het gaat.

Artikel 11 Intrekking of wijziging van de ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen een ontheffing intrekken of wijzigen indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste danwel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- of leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen de daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • f.

    de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

Artikel 12 Citeertitel/inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening winkeltijden Nieuwegein.

  • 2. Zij treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt en werkt terug tot 1 juni 1996.

  • 3. Op dat tijdstip vervalt de Winkelsluitingsverordening 1994.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 november 1996;

de secretaris
de voorzitter

TOELICHTING OP DE VERORDENING WINKELTIJDEN NIEUWEGEIN

Artikel 1

Voor de omschrijving van het begrip feestdagen is aansluiting gezocht bij artikel 2 van de wet. Koninginnedag is in de wet niet meer aangemerkt als feestdag, hetgeen inhoudt dat als die dag op een "werkdag" valt de winkels gewoon geopend mogen zijn.

Artikel 2

Artikel 3 eerste lid van de wet geeft de raad de bevoegdheid om vrijstelling te verlenen van de in de wet vervatte openstellingsverbod voor maximaal acht zon- en feestdagen. De raad kan - eventueel onder het stellen van regels - deze bevoegdheid in een besluit of in een verordening overdragen aan burgemeester en wethouders. Dit is - evenals in de voorgaande verordeningen - geregeld in dit artikel. Op grond van de regeling kunnen burgemeester en wethouders genoemd aantal dagen aanwijzen als dagen waarop de sluitingstijden als genoemd in de Winkeltijdenwet niet gelden.

Van deze vrijstellingsmogelijkheid is in het verleden al veel gebruik gemaakt ten behoeve van verkoop bij winkelweekakties, speciale winkeldagen, festiviteiten, openingen van zaken, shows, beurzen, tentoonstellingen, en dergelijke. Aangezien de diverse acties en festiviteiten niet op jaarlijks vast terugkerende tijdstippen worden gehouden, is het niet mogelijk om hiervoor een vrijstellingsomschrijving in de verordening zelf op te nemen; omdat bovendien voor dit soort evenementen dikwijls op korte termijn vrijstelling dient te worden verleend, hetgeen via een raadsbesluit niet of nauwelijks te verwezenlijken is, is voorgesteld deze bevoegdheid - evenals in het verleden - in de verordening op te nemen en middels ontheffingen op te dragen aan burgemeester en wethouders.

De wijkindeling zoals opgenomen in het tweede lid is in het verleden zo gegroeid en was conform vermeld in voorgaande Winkelsluitingsverordeningen. De indeling is mede gebaseerd op winkelcentra, sociaal-culturele centra en sportcentra in de betreffende wijken waar zich mogelijk activiteiten/festiviteiten kunnen voordoen. In de opsomming zijn tevens meegenomen de gebieden: De Hoge Landen, Het Klooster en Rijnenburg; in deze gebieden vinden weliswaar geen winkelactiviteiten plaats, maar opneming in de lijst geeft de mogelijkheid om mogelijke (buurt)festiviteiten ter plaatse vergezeld te laten gaan met beperkte verkoopactiviteiten.

Jutphaas/Wijkersloot is gesplitst met het oog op de drie aparte winkelcentra die in dit gebied liggen, namelijk:

  • *

    Jutphaas (Herenstraat e.o., Utrechtsestraatweg en Nedereindseweg);

    het gedeelte van Jutphaas/Wijkersloot gelegen ten oosten van Sluyterslaan en Zwanenburgstraat;

  • *

    Wijkersloot-Noord (winkelcentrum Nedereind);

    het gedeelte van Jutphaas/Wijkersloot gelegen tussen Nedereindseweg, Zwanenburgstraat, Sluyterslaan en Richterslaan;

  • *

    Wijkersloot-Zuid (Makadocenter);

    het gedeelte van Jutphaas/Wijkersloot gelegen tussen Richterslaan, Sluyterslaan en Noordstedeweg, alsmede de Richterslaan zelf

Artikel 3

In het nieuwe Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet is voor een aantal zaken betreffende straathandel of verkoop van artikelen in culturele en sportcomplexen, waarvoor voorheen ontheffingsmogelijkheden moesten worden geregeld in de verordening, nu een automatische vrijstelling geregeld.

Niet geregeld in het nieuwe Vrijstellingenbesluit is de straathandel t.b.v. sportevenementen in sportcomplexen. In de sportcomplexen Merwestein, Blokhoeve en Heidehal vinden regelmatig nationale en internationale sportevenmenten plaats. Deze sportevenementen trekken grote aantallen publiek, waardoor ter plaatse mogelijkheden ontstaan voor de verkoop van de in dit artikel genoemde zogenaamde "supportersartikelen". Het verdient aanbeveling dit - evenals in de vorige Winkelsluitingsverordeningen - wederom op te nemen.

Artikel 4

Voor de wegrestaurants is een vrijstelling opgenomen in het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet; niet t.a.v. hotels.

Ten behoeve van de dienstverlening aan gasten is in hotelaccommodaties met een internationaal karakter meestal een winkel opgenomen. Zo is er ook een winkel gevestigd in het Mercure Hotel, de hotel-/restaurantaccommodaties naast het Schoenencentrum Nederland aan de Poort van Nieuwegein. Dit hotel heeft door eigen faciliteiten (vergaderzalen, permanente expositieruimte) alsmede door de zuigkracht van het Schoenencentrum een sterk internationaal karakter en door zijn ligging aan de rijkssnelweg A2 een directe relatie met de weg.

De winkel mag alle dagen van de week - dus ook op zondag en feestdagen - geopend zijn van 07.00 tot 23.00 uur. Om eventuele concurrentie met de plaatselijke middenstand zoveel mogelijk uit te sluiten is in de verordening bepaald dat deze winkel geen rechtstreekse voor het publiek bestemde toegang vanaf de openbare weg mag hebben en is voorts aangegeven tot welke artikelen de verkoop zich dient te beperken.

Artikel 5

Avondwinkels kunnen tegemoet komen aan de veranderde wensen van de consument. Door de toename van tweeverdieners en werkende alleenstaanden ontstaat het probleem dat deze groepen werken op het moment dat de winkels geopend zijn. Avondwinkels kunnen aan dit probleem tegemoet komen.

In de Winkeltijdenwet wordt wederom de mogelijkheid gecreëerd om één avondwinkel te vestigen op iedere 15.000 inwoners; voor Nieuwegein betekent dat op dit moment (1996) de mogelijkheid tot vestiging van maximaal drie van dergelijke winkels (v.w.b. openstelling ook op de zon- en feestdagen). In de Winkeltijdenwet wordt bepaald dat deze winkels op zon- en feestdagen slechts geopend kunnen zijn tussen 16.00 en 24.00 uur; ook aan het assortiment wordt door de wet - overigens ook uitsluitend voor de zon- en feestdagen - een beperking ingebouwd. Een en ander betekent dus dat een avondwinkel op werkdagen geopend zou kunnen zijn van 06.00 tot 24.00 uur (of nog later) en op die dagen ook een assortiment naar keuze zou kunnen voeren. De ontheffing voor een avondwinkel voor de werkdagen wordt verstrekt op grond van artikel 7 van de verordening.

Bij de beoordeling van een aanvraag om ontheffing voor een avondwinkel dient bekeken te worden of een aanvraag voldoet aan het gestelde in de wet (artikel 3), aan de verordening (artikel 5) en aan het ter zake door burgemeester en wethouders vastgestelde beleid. Dit beleid gaat uit van de voorkeur voor één avondwinkel centraal in Nieuwegein, één in Nieuwegein-Noord en één in Nieuwegein-Zuid. Daarbij wordt vestiging in de volgende winkelcentra het meest geschikt geacht: het Stadscentrum (functie voor geheel Nieuwegein) en winkelcentra de Batau en Hoogzandveld (wijkfunctie voor resp. noord en zuid). De achtergrond hiervan is dat spreiding de beste garantie geeft dat alle inwoners van Nieuwegein op relatief korte afstand gebruik kunnen maken van een avondwinkelvoorziening.

Indien er geen animo bestaat voor genoemde winkelcentra, dan worden aanvragen voor andere lokaties in overweging genomen, waarbij gestreefd wordt naar de eerdergenoemde spreiding over centrum, noord en zuid.

Artikel 6

Dit artikel is gebaseerd op artikel 4 van de Winkeltijdenwet. Als bijzondere gelegenheden waarvoor openstelling van winkel- en straathandel kan plaatsvinden zijn aan te merken feestelijkheden, bijzondere bijeenkomsten en gebeurtenissen, enzovoort. Voorts kan ontheffing verleend worden van het sluitingsgebod voor het ten verkoop uitstallen van goederen. Bij dit laatste moet wordt gedacht aan beurzen, veilingen, e.d. Hierbij behoeft - blijkens informatie van Economische Zaken -niet langer de restrictie in acht genomen te worden dat het hoofdzakelijk uitstalling dient te betreffen.; wel dient e.e.a. zoals gezegd zich te beperken tot beurzen, veilingen e.d. De specifieke bepaling welke in de Winkelsluitingswet betrekking had op beurzen met verkoopachtige activiteiten (verplichte duur minimaal 3 dagen) is uit de wet en uitvoeringsregelingen verdwenen.

In artikel 4 van het oude Besluit gemeentelijke ontheffingen Winkelsluitingswet 1976 was een bijzondere regeling opgenomen voor kunstateliers en galeries. Dit besluit is, bij de inwerkingtreding van de Winkeltijdenwet op 1 juni 1996, vervallen. Onder de Winkeltijdenwet bestaat geen afzonderlijke regeling meer. Op grond van artikel 4, lid 2, van de wet - uitgewerkt in artikel 6, 1e lid van de verordening - kunnen burgemeester en wethouders hiervoor ontheffing verlenen op de zon- en feestdagen.

Artikel 7

Artikel 7 van de wet geeft de mogelijkheid de openingstijden op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur te regelen. Dat kan door gebieden aan te wijzen waarvoor het verbod niet geldt of door het aanwijzen van bepaalde vormen van detailhandel. Ook kan in afzonderlijke gevallen ontheffing worden verleend.

De verordening gaat voor het verlenen van toestemming voor de nachtelijke openstelling uit van het systeem van de ontheffing. Op deze wijze is per geval (en tijdstip) dan een afweging te maken of de gewenste openstelling zich verhoudt met belangen van de woon- en leefomgeving en de openbare orde. De ontheffingen kunnen onder beperkingen en voorschriften worden verleend.

In het Vrijstellingenbesluit is voor een aantal vormen van detailhandel alleen de openstelling op zon- en feestdagen geregeld. De openstelling van deze vormen van detailhandel op de uren tussen tien uur 's-avonds en zes uur 's-morgens op werkdagen wordt door deze verordeningsbepaling geregeld.

Ook de ontheffing voor avondwinkels voor de werkdagen dient te geschieden op basis van dit artikel; dus eveneens voor de avondwinkels die op grond van de 15.000 inwonersregeling op de zon- en feestdagen geopend mogen zijn. Voor avondwinkels uitsluitend voor de werkdagen geldt niet de restrictie van 1 per 15.000 inwoners. Met het verlenen van ontheffingen voor deze avondwinkels zal echter terughoudend worden omgegaan, omdat Nieuwegein (momenteel) geen bijzondere omstandigheden kent (zoals bijv. toerisme, grensoverschrijdend verkeer, e.d.) om af te wijken van het landelijk beleid dat winkels om 22.00 uur gesloten dienen te zijn.

Artikel 8

De Algemene wet bestuursrecht (artt. 4.13 en 4.14) gaat uit van een beslistermijn van 8 weken. Wij zijn van mening dat de meer eenvoudige ontheffingen ingevolge deze verordening, met inwinning van adviezen bij de diverse (interne en externe) instanties gerealiseerd moet kunnen worden binnen zes weken. Voor de complexe aanvragen waarvoor die termijn niet toereikend blijkt geeft het tweede lid een verdagingsmogelijkheid.

Artikel 9

Deze bepaling - welke gebruikelijk gesteld wordt bij ontheffingen en vergunningen - is opgenomen ten einde een goede controle op de naleving van de Winkeltijdenwet, deze verordening en de verleende ontheffingen mogelijk te maken.

Artikel 10

De ontheffingen op basis van de artikelen 3 (straathandel), 4 (hotel-winkel) en 5 (avondwinkel) hebben een overwegend zakelijk karakter. Het gaat hier om een ontheffing die betrekking heeft op de verkoopactiviteiten in verband met bepaalde omstandigheden en in feite geen relatie heeft met de persoon van de ondernemer. De bepaling in dit artikel dat de overdracht van de ontheffing is gebonden aan toestemming van burgemeester en wethouders geeft het college de gelegenheid om inzicht te krijgen in de handel en wandel van de opvolger.

De ontheffing voor een avondwinkel heeft eveneens geen persoonlijk karakter, omdat ook deze ontheffing geen verband houdt met de persoon van de ondernemer. Indien er echter in een bepaalde gemeente meer aanvragen zijn ingediend voor een avondwinkel dan er in verband met de wettelijke bepalingen (wet en/of verordening) verleend kunnen worden, kan overwogen worden om de ontheffing in te trekken op het moment dat de houder daarvan met die avondwinkelactiviteit stopt, zodat een andere ondernemer in aanmerking kan komen voor de betreffende ontheffing. Deze mogelijkheid dient echter wel duidelijk in de ontheffing tot uitdrukking te zijn/worden gebracht.

Artikel 11

In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is niet aangegeven in welke situaties een besluit ingetrokken kan worden. Het verdient dan ook aanbeveling om deze criteria/condities aan te geven in de verordening. Op het besluit tot intrekking is de Awb van toepassing.

Op overtreding van de voorwaarden van de ontheffing of het handelen zonder ontheffing is in deze verordening geen strafsanctie gesteld, omdat in deze verordening alleen de ontheffingen worden geregeld. Handelt iemand daarmee in strijd, dan overtreedt hij daarmee tevens de bepalingen van de Winkeltijdenwet, waarvan de strafbaarstelling is geregeld in de Wet op de economische delicten. Resteert bij niet juiste naleving van de voorwaarden dus de administratieve sanctie van intrekking van de ontheffing.

Artikel 12

De wet kent geen overgangsregeling. Het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening zal, om de bestaande ontheffingen en vrijstellingen te kunnen laten doorlopen, moeten worden gekoppeld aan het tijdstip van inwerking treden van de wet, te weten 1 juni 1996.