Regeling vervallen per 26-01-2023

Verordening financiële vergoeding aan huurders en eigenaar-bewoners van in het herstructureringsproject binnenstad begrepen woonruimte

Geldend van 05-02-1999 t/m 25-01-2023

Intitulé

Verordening financiële vergoeding aan huurders en eigenaar-bewoners van in het herstructureringsproject binnenstad begrepen woonruimte

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a.

herstructureringsproject binnenstad:

het herstructureringsproject waarvan de woonruimte is aangegeven op de bij dit plan behorende gewaarmerkte bijlage 1;

b.

woonruimte:

1. zelfstandige woningen;

2. wooneenheden;

3. HAT-woningen;

c.

zelfstandige woningen:

woningen al dan niet deel uitmakend van een complex woningen, met een eigen voordeur en voorzien van keuken, toilet, douche/badgelegenheid;

d.

onzelfstandige wooneenheden:

1. onzelfstandige woongelegenheid met een gemeenschappelijke voordeur en

2. onzelfstandige woongelegenheid waarin een eigen (binnen de wooneenheid gelegen) keuren, toilet en douche ontbreekt;

e.

HAT-woningen:

woningen voor één- en tweepersoonshuishoudens, gelegen aan de Kapittelstede en Luifelstede

f.

huurder:

een alleenstaande of twee of meer personen die op 18 juni 1998 de woonruimte daadwerkelijk bewoond hebben, in het bezit zijn/waren van een geldig huurcontract en als bewoner staan/stonden ingeschreven in het bevolkingsregister;

g.

eigenaar-bewoner:

de eigenaar die op 26 mei 1998 de woonruimte daadwerkelijk bewoonde en op deze datum als bewoner op dat adres stond ingeschreven in het bevolkingsregister en zijn woning op 26 mei 1998 nog niet had verkocht hetzij via een voorlopige koopovereenkomst hetzij via een notariële overdracht;

h.

vergoeding:

de financiële bijdrage die op basis van deze verordening éénmalig wordt toegekend ten gevolge van de sloop van de in het herstructureringsproject de binnenstad gelegen woonruimte;

i.

bouwkundige voorzieningen:

1. voorzieningen aangebracht aan de buitenkand van de woning, zoals een dakkapel en een dakraam;

2. met bouwkundige voorzieningen worden gelijkgesteld voorzieningen aan tuinen en terrassen;

j.

geriefverbeteringen:

voorzieningen die zijn aangebracht binnen de woning en die strekken tot verhoging van het woongenot, zoals badkamers en keukens met uitzondering van inbouwapparatuur in keukens, aangebrachte plavuizen, schrootjes, schoon-metselwerk, (eet)bars, sierpleister, hang- en sluitwerk en dergelijke.

Artikel 2 Toekenningsvoorwaarden vergoedingen

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van datgene wat in deze verordening wordt bepaald, aan huurders en eigenaar-bewoners van in het herstructureringsplan binnenstad begrepen woonruimte die wegens sloop moet worden ontruimd een vergoeding toekennen.

  • 2. Indien sprake is van bewoning door zowel een eigenaar-bewoners als een huurder wordt de vergoeding toegekend aan de eigenaar-bewoner.

  • 3. Per eigenaar-bewoner en huurder wordt slechts éénmaal een vergoeding toegekend.

Artikel 3 Hoogte en aard van de vergoeding

  • 1. Aan huurders worden de volgende vergoedingen toegekend:

    • a.

      een schadevergoeding;

    • b.

      een tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten;

    • c.

      een bijdrage in de kosten voor huuroverbrugging en

    • d.

      een tegemoetkoming in diverse andere te maken kosten en

    • e.

      een vergoeding voor de kosten van door huurders zelf aangebrachte bouwkundige voorzieningen en geriefverbeteringen.

  • 2. De som van de in het vorige lid bedoelde vergoedingen bedraagt maximaal:

    ƒ 10.000,00

    indien het onzelfstandige wooneenheden betreft;

    ƒ 14.000,00

    indien het HAT-woningen betreft;

    ƒ 20.000,00

    indien het zelfstandige woningen betreft met maximaal 3 kamers;

    ƒ 22.500,00

    indien het zelfstandige woningen betreft met 4 kamers en meer of indien het betreft een van de 24 huurwoningen aan de Weverstede 8 t/m 54.

  • 3. Indien de huurder van mening is dat de dagwaarde van de in lid 1 bedoelde vergoeding voor de kosten van door hem zelf aangebrachte bouwkundige voorzieningen en geriefverbeteringen hoger is dan ƒ 1.500,00 kan hij burgemeester en wethouders verzoeken de werkelijke dagwaarde te laten vaststellen door een onafhankelijke beëdigde taxateur.

  • 4. In het geval de in het vorige lid bedoelde werkelijke dagwaarde hoger blijkt te zijn dan ƒ 1.500,00 verhogen burgemeester en wethouders de ingevolge lid 2 van toepassing zijnde vergoeding met:

    • a.

      het verschil tussen de getaxateerde werkelijke dagwaarde en ƒ 1.500,00 en

    • b.

      de kosten voor het inschakelen van een taxateur.

  • 5. De verhoging als bedoeld in het vorige lid bedraagt niet meer dan ƒ 8.500,00 exclusief de kosten voor taxatie.

Artikel 4

  • 1. Aan eigenaar-bewoners worden de volgende vergoedingen toegekend:

    • a.

      een schadevergoeding;

    • b.

      een tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten;

    • c.

      een overbrugging van hogere vaste lasten en

    • d.

      een tegemoetkoming in te maken diverse andere kosten.

  • 2. De som van de in het vorige lid bedoelde vergoedingen bedraagt maximaal ƒ 22.500,00.

  • 3. Aan eigenaar-bewoners worden bovendien de volgende kosten vergoed:

    • a.

      de verkoopkosten van de huidige woning, te weten:

      • -

        de makelaarskosten en taxatiekosten;

      • -

        de afkoop van nog bestaande subsidie premie A-regeling;

    • b.

      de aankoopkosten van een passende vervangende woning, te weten:

      • -

        de makelaarskosten;

      • -

        de overdrachtsbelasting;

      • -

        de notariskosten;

      • -

        het kadastraal recht;

    • c.

      de kosten voor het afsluiten van een eventuele nieuwe hypotheek voor een passende vervangende woning, te weten:

      • -

        de taxatiekosten;

      • -

        de afsluitprovisie;

      • -

        de notariskosten;

      • -

        het kadastraal recht.

  • 4. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder een passende vervangende woning verstaan een woning met een vergelijkbare marktwaarde als de te verlaten woning op de datum van verkoop, vermeerderd met maximaal vijftien ten honderd.

  • 5. Voor de toepassing van dit artikel worden onder makelaarskosten bedoeld de kosten voor het inschakelen van een beëdigd makelaar.

Artikel 5

  • 1. Indien een huurder of eigenaar-bewoner een woning achterlaat die op basis van de Wet Voorziening Gehandicapten is aangepast zal de woning die strekt ter vervanging van deze woning op kosten van de gemeente worden aangepast.

  • 2. Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat de in het vorige lid bedoelde vervangende woning is aangepast op het moment dat de huurder of eigenaar-bewoner deze daadwerkelijk betrekt.

Artikel 6 Aanvraag en beslissing

  • 1. De vergoedingen als bedoeld in artikel 3 en 4, lid 2 moeten door de huurder c.q. eigenaar-bewoner op daarvoor bestemde formulieren bij burgemeester en wethouders worden aangevraagd binnen 8 weken na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

  • 2. De vergoedingen als bedoeld in artikel 4, lid 3, moeten door de eigenaar-bewoner op daarvoor bestemde formulieren bij burgemeester en wethouders worden aangevraagd binnen 8 weken na de datum waarop het verkoopcontract met de gemeente is ondertekend.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen voor de beoordeling van aanvragen om vergoedingen als bedoeld in artikel 3, lid 4, sub b en artikel 4, lid 3 inzage in of het overleggen van rekeningen en andere bewijsstukken verlangen.

  • 4. Van een besluit tot verlenging, weigering of aanhouding van een vergoeding als bedoeld in artikel 2 stellen burgemeester en wethouders de aanvrager zo spoedig mogelijk doch in elk geval binnen een termijn van acht weken schriftelijk op de hoogte.

  • 5. Indien aanvraagformulieren niet volledig zijn ingevuld of de daarbij over te leggen rekeningen en andere bewijsstukken niet zijn ontvangen of naar het oordeel van burgemeester en wethouders onvoldoende deugdelijk zijn vangt de in het vorige lid genoemde termijn aan op de dag waarop het aanvraagformulier naar het oordeel van burgemeester en wethouders op de juiste wijze is ingevuld c.q. de over te leggen stukken van dien aard zijn dat een juiste beoordeling van de aanvraag mogelijk is.

Artikel 7 Uitbetaling

  • 1. Uitbetaling van de op grond van het vorige artikel toegekende vergoedingen geschiedt overeenkomstig het in de volgende leden van dit artikel bepaalde.

  • 2.

    • a.

      van de toegekende vergoedingen als bedoeld in artikel 3 wordt:

      • -

        de helft uitbetaald zo spoedig mogelijk nadat de huur van de te verlaten woning schriftelijk is opgezegd en het huurcontract van de woning die strekt ter vervanging van deze woning is ondertekend en

      • -

        de resterende helft uitbetaald zo spoedig mogelijk nadag de te verlaten woning correct is opgeleverd en de sleutels van deze woning zijn ingleverd;

    • b.

      van de toegekende vergoedingen als bedoeld in artikel 4, lid 2 wordt:

      • -

        de helft uitbetaald zo spoedig mogelijk nadat het verkoopcontract met de gemeente is ondertekend en

      • -

        de resterende helft uitbetaald zo spoedig mogelijk nadat het juridisch transport van de woning heeft plaatsgevonden en de woning op correcte wijze aan de gemeente is opgeleverd (met inbegrip van de inleveren van de sleutels);

    • c.

      de toegekende vergoeding als bedoeld in artikel 4, lid 3, sub a wordt uitbetaald zo spoedig mogelijk nadat het verkoopcontract met de gemeente is ondertekend en

    • d.

      de toegekende vergoedingen als bedoeld in artikel 4, lid 3, sub b en c worden uitbetaald zo spoedig mogelijk nadat het juridisch transport van de woning heeft plaatsgevonden en de woning op correcte wijze aan de gemeente is opgeleverd (met inbegrip van het inleveren van de sleutels).

Artikel 8 Terugvordering

In geval van verstrekking van onjuiste gegevens door de aanvrager van de vergoeding die van invloed zijn geweest op de vergoeding en de hoogte daarvan, zijn burgemeester en wethouders gerechtigd tot gehele of gedeeltelijke terugvordering hiervan. De aanvrager is verplicht op eerste aanzegging van burgemeester en wethouders de ten onrechte ontvangen vergoeding te restitueren.

Artikel 9 Bijzondere bepalingen

  • 1. Indien een verhuurde woonruimte na 18 juni 1998 voor bewoning beschikbaar is gekomen en voorafgaande aan de sloop opnieuw is betrokken, wordt aan de nieuwe bewoner geen vergoeding verstrekt.

  • 2. Indien een woonruimte van een eigenaar-bewoner na 26 mei 1998 voor bewoning beschikbaar is gekomen en voorafgaande aan de sloop opnieuw is betrokken, wordt aan de nieuwe bewoner geen vergoeding verstrekt.

  • 3. Voor een vergoeding komt evenmin in aanmerking een bewoner aan wie woonruimte is verhuurd op basis van een der huurovereenkomsten genoemd in artikel 1623A van het Burgerlijk Wetboek of op basis van een vergunning als bedoeld in artikel 15 van de Leegstandswet.

Artikel 10 Hardheidsclausule

Indien vanwege bijzondere omstandigheden de strikte toepassing van deze verordening naar het oordeel van burgemeester en wethouders tot een onaanvaardbare hardheid zou leiden, kunnen burgemeester en wethouders niettemin een (aanvullende) vergoeding verstrekken, mits de aard en strekking van de verordening niet worden aangetast.

Artikel 11 Nadere regelgeving

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.

Artikel 12 Slotbepalingen

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen voorzieningen treffen ten aanzien van aanvragen welke in deze verordening niet of naar hun oordeel onvoldoende zijn geregeld.

  • 2. Burgemeester en wethouders beslissen in geschillen welke omtrent de uitleg en toepassing van deze verordening rijzen.

  • 3. Beslissingen genoemd onder 1 en 2 worden door burgemeester en wethouders onverwijld aan de raad kenbaar gemaakt door tussenkomst van de functionele raadscommissie.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening financiële vergoeding aan huurders en eigenaar-bewoners van in het herstructureringsproject binnenstad begrepen woonruimte.

  • 5. De verordening treedt in werking op de dag nadat het Masterplan Binnenstad 2010 c.a. (raadsvoorstel 1998-555) definitief door de gemeenteraad is vastgesteld.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 januari 1999.

de secretaris
de voorzitter

Bijlage als bedoeld in artikel 1, sub a van de Verordening financiële vergoeding aan huurders en eigenaar-bewoners van in het herstructureringsproject binnenstad begrepen woonruimte

Adres

  • -

    Spoorstede 1 t/m 35

  • -

    Meerminstede 2 t/m 8

  • -

    Meerminstede 1 t/m 9

  • -

    Meerminstede 10 t/m 24

  • -

    Meerminstede 11 t/m 25

  • -

    Hagestede 1 t/m 43

  • -

    Hagestede 2 t/m 22

  • -

    Hagestede 40 t/m 44

  • -

    Hagestede 24 t/m 38

  • -

    Hagestede 46 t/m 60

  • -

    Schouwstede 18 t/m 26

  • -

    Schouwstede 2 t/m 16

  • -

    Schouwstede 28 t/m 42

  • -

    Kapittelstede 1 t/m 39

  • -

    Luifelstede 2 t/m 38

  • -

    Tinnegieterstede 1 t/m 21

  • -

    Schakelstede 17 t/m 73

  • -

    Schakelstede 22 t/m 104

III. De in het Sociaal Plan Binnenstad aangeduide woningen te bestemmen voor sloop.

IV. Een krediet ad ƒ 8.200.000,00 beschikbaar te stellen voor de uitvoering van het Sociaal Plan Binnenstad door middel van vaststelling van de 6e wijziging van de begroting 1999.