Regeling vervallen per 16-03-2018

Verordening op de raadscommissies Nieuwegein 2012

Geldend van 16-07-2014 t/m 15-03-2018

Intitulé

Verordening op de raadscommissies Nieuwegein 2012

De raad van de gemeente Nieuwegein;

gelezen het advies van het presidium d.d. 28 maart 2012;

gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    lid: lid van een raadscommissie, zijnde een raadslid of een commissielid, dat geen raadslid is;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

  • c.

    commissiegriffier: secretaris van een raadscommissie of diens vervanger;

  • d.

    griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

  • e.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie.

Hoofdstuk 2. Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2. Instelling raadscommissies

  • 1. De raad stelt de volgende raadscommissies in:

    • a.

      Algemene en Bestuurlijke Zaken (ABZ);

    • b.

      Ruimtelijke Ordening en Milieu (ROM);

    • c.

      Samenleving (SAM);

  • 2. De raadscommissie ABZ adviseert en overlegt met name over de volgende onderwerpen:

    • a.

      bestuurlijke vernieuwing;

    • b.

      mondiaal beleid;

    • c.

      financiën;

    • d.

      grondbedrijf;

    • e.

      personeel en organisatie;

    • f.

      openbare orde en veiligheid;

    • g.

      handhaving;

    • h.

      regiozaken;

    • i.

      informatie en communicatie;

    • j.

      wijkgericht werken;

  • 3. De raadscommissie ROM adviseert en overlegt met name over de volgende onderwerpen:

    • a.

      ruimtelijke ordening;

    • b.

      monumentenzorg;

    • c.

      stadsontwikkeling;

    • d.

      stadsbeheer;

    • e.

      verkeer en vervoer;

    • f.

      volkshuisvesting;

    • g.

      bouw- en woningtoezicht;

    • h.

      natuur en milieu;

    • i.

      parkeren;

  • 4. De raadscommissie Samenleving adviseert en overlegt met name over de volgende onderwerpen:

    • a.

      welzijn;

    • b.

      sociaal cultureel werk;

    • c.

      cultuur;

    • d.

      onderwijs

    • e.

      volksgezondheid;

    • f.

      sociale zaken;

    • g.

      sport en recreatie;

    • h.

      economische zaken;

  • 5. Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat, wordt het onderwerp in de afzonderlijke raadscommissies besproken, tenzij het presidium besluit dat een gezamenlijke vergadering van de raadscommissies wordt belegd of de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, het onderwerp behandelt.

  • 6. Indien een gezamenlijke vergadering van raadscommissies wordt belegd, vervult de voorzitter van de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, de taken van de voorzitter.

Artikel 3. Taken

Een raadscommissie heeft de volgende taken:

  • a.

    het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in artikel 2, tweede, derde of vierde lid, genoemde onderwerpen;

  • b.

    het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

  • c.

    het voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in artikel 2, tweede, derde of vierde lid, genoemde onderwerpen.

  • d.

    de adviezen van de commissie aan de raad worden aan de betreffende raadsstukken

    toegevoegd.

Artikel 4. Samenstelling

  • 1. Een raadscommissie bestaat per fractie uit ten minste één en maximaal drie leden, waarbij het aantal zetels van de fractie in de raad bepalend is en wel als volgt:

    • a.

      een zetel: een lid

    • b.

      twee of drie zetels: maximaal twee leden

    • c.

      vier zetels of meer: maximaal drie leden

  • 2. De leden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd.

  • 3. Een lid kan zowel raadslid als niet-raadslid zijn. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van een raadscommissie.

  • 4. Per fractie mogen maximaal twee commissieleden benoemd zijn, die geen raadslid zijn.

  • 5. Met ingang van het raadseizoen 2014-2018 is het bepaalde in het vierde lid alleen van toepassing op fracties, die door de gemeenteraadsverkiezingen in de raad zijn verkozen.

  • 6. Ieder lid is tevens plaatsvervangend lid voor een andere commissie, met dien verstande dat de bepalingen in dit artikel onverminderd van toepassing zijn.

  • 7. Vervanging geldt voor een gehele vergadering.

Artikel 5. Voorzitter

  • 1. De (plaatsvervangend) voorzitter wordt door de raad uit zijn midden benoemd en zijn uit hoofde van hun (plaatsvervangend) voorzitterschap lid van het presidium.

  • 2. De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.

  • 3. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening de voorzitter verder opdraagt.

Artikel 6. Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een lid en van de (plaatsvervangend) voorzitter eindigt in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Een lid houdt op lid te zijn van een raadscommissie indien deze niet meer voldoet aan de in artikel 4, derde lid, gestelde eisen.

  • 3. De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd. De fractie kan hierbij aangeven dat het betreffende lid in afwachting van de behandeling van het voorstel is geschorst.

  • 4. Het voorzitterschap eindigt op het moment dat de voorzitter niet langer raadslid is,

    dan wel door de raad ontslag wordt verleend. 5. Een lid of de voorzitter kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan

    schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke

    mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 en 5.

  • 7. Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7. Griffier en commissiegriffier

  • 1. De griffier zorgt voor de ambtelijke ondersteuning van de commissie.

  • 2. In iedere vergadering is een commissiegriffier aanwezig, ter ondersteuning van de commissie en de voorzitter.

  • 3. De commissiegriffier draagt zorg voor het vastleggen van het advies van de commissie aan de raad via een terugkoppelingsformulier.

  • 4. De commissiegriffier draagt zorg voor de geluidregistratie tijdens de vergadering en het opstellen van de besluitenlijst na de vergadering.

Hoofdstuk 3. Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

Artikel 8. Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

  • 1. Het presidium kan de burgemeester, één of meer wethouders en de gemeentesecretaris – al dan niet op hun verzoek- uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

  • 2. De burgemeester en/ of wethouders kunnen zich ambtelijk laten bijstaan.

Hoofdstuk 4. Vergaderingen

Paragraaf 1. Tijdstip van vergaderen en voorbereiding

Artikel 9. Vergaderfrequentie

  • 1. De vergaderingen van de raadscommissies vinden plaats volgens een door het presidium jaarlijks vast te stellen vergaderschema, waarbij de volgende uitgangspunten worden gehanteerd:

    • a.

      de vergaderingen worden doorgaans in de tweede week van de maand

      gehouden;

    • b.

      de vergaderingen van de commissies ABZ en Grondgebied worden in de regel op donderdag en die van de commissie Samenleving op woensdag gehouden.

  • 2. De vergaderingen van de raadscommissies vangen doorgaans aan om 20.00 uur, daarbij wordt gestreefd naar een eindtijd van 23.00 uur of vroeger en worden in het gemeentehuis gehouden

  • 3. Een raadscommissie vergadert voorts indien het presidium het nodig oordeelt of indien ten minste de helft van het aantal leden onder opgave van reden de wens daartoe schriftelijk of digitaal kenbaar heeft gemaakt

Artikel 10. Oproep

  • 1. De voorzitter zendt ten minste tien dagen voor een vergadering de leden een oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2. De voorlopige agenda, die door het presidium is vastgesteld, en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden ter beschikking gesteld.

  • 3. Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 11, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden ter beschikking gesteld.

Artikel 11. De agenda

  • 1. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 2. Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 3. Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan hij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 4. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 12. Rondvraag

  • 1. Aan het eind van de agenda wordt in principe een rondvraag opgenomen, waarbij leden vragen kunnen stellen aan het college of de burgemeester over het gevoerde bestuur ten aanzien van niet-geagendeerde onderwerpen die de commissie aangaan.

  • 2. Een lid dat van deze mogelijkheid gebruik wil maken, draagt ervoor zorg dat de commissiegriffier uiterlijk 24 uur voorafgaand aan de vergadering over de vragen beschikt.

  • 3. Indien er geen vragen zijn aangemeld komt de rondvraag te vervallen, tenzij de commissie bij de vaststelling van de agenda oordeelt dat sprake is van plotseling zeer urgente vragen, die geen uitstel dulden

Artikel 13. Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder beschikbaar gesteld.

  • 2. Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht en blijft –afgezien van de mogelijkheid het stuk terstond te kopiëren- aanwezig op de leesplek voor de raad.

  • 3. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet  geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier een lid inzage.

Artikel 14. Openbare kennisgeving

  • 1. De vergadering wordt door aankondiging in de gemeentepagina in een plaatselijk huis- aan-huisblad en door plaatsing op de gemeentelijke website openbaar gemaakt.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

  • 3. de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

  • 4. de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 17.

  • 5. Daarnaast worden de bij de voorlopige agenda behorende stukken, indien digitaal beschikbaar, op de website van de gemeente geplaatst.

Paragraaf 2. Orde der vergadering

Artikel 15. Presentielijst

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 16. Opening vergadering en quorum

  • 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

  • 3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 17. Spreekrecht burgers

  • 1. Bij het begin van de vergadering worden aanwezige inwoners en andere belanghebbenden in de gelegenheid gesteld om het woord te voeren over zaken die uitsluitend de onderwerpen van de commissie betreffen.

  • 2. Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

    • d.

      de lijst van ingekomen stukken, de mededelingen, besluitenlijst, raadskalender en

      onderwerpen voor de rondvraag,

  • 3. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk een half uur

    voor de aanvang van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

  • 4. De voorzitter geeft het woord bij ieder onderwerp en vervolgens op volgorde van aanmelding. Over een onderwerp dat niet op de agenda staat, wordt het woord gevoerd aan het begin van de vergadering. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend, met dien verstande dat de spreektijd in eerste termijn maximaal 5 minuten bedraagt en in tweede termijn maximaal 3 minuten en de totale tijd voor alle insprekers in eerste termijn maximaal 15 minuten bedraagt en in tweede termijn 9 minuten.

  • 6. De voorzitter kan de deelnemers aan de commissievergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

  • 7. De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

Artikel 18. De besluitenlijst

  • 1. De commissiegriffier draagt zorg voor het vastleggen van het gesprokene in een opiniërende vergadering op een digitale geluidsdrager, die bij voorkeur binnen drie werkdagen voor eenieder raadpleegbaar is.

  • 2. De commissiegriffier draagt zorg voor een besluitenlijst, die uiterlijk gelijktijdig met de oproep voor de volgende vergadering aan de leden wordt toegezonden.

  • 3. De besluitenlijst wordt in de eerstvolgende vergadering door de commissie vastgesteld.

  • 4. Het verslag houdt in:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de commissiegriffier, de burgemeester en de wethouders, de gemeentesecretaris en de ter vergadering aanwezige leden, allen voorzover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      welke leden afwezig waren;

    • c.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • d.

      een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de ingenomen politieke standpunten en stellingnames en conclusies;

    • e.

      bestuurlijk gedane toezeggingen;

    • f.

      een samenvatting van het advies aan de raad onder vermelding van de namen van de leden die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring, en met aantekening van de namen van de leden die zich niet uitgelaten hebben;

  • 5. De besluitenlijst wordt opgesteld door de commissiegriffier onder de verantwoordelijkheid van de griffier.

  • 6. De door de commissie vastgestelde besluitenlijst wordt door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 19. Aantal spreektermijnen

  • 1. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in beginsel in één termijn en ten hoogste in twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3. Een fractie mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Bij de bepaling hoeveel maal een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 20. Spreektijd

  • 1. Indien het presidium het verdelen van spreektijd over de verschillende onderwerpen op de agenda noodzakelijk acht, wordt hiervan op de agenda melding gemaakt.

  • 2. Een lid kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden.

  • 3. Het presidium kan bepalen dat voor de hele vergadering de spreektijdregeling van toepassing is, zoals die voor de vergaderingen van de gemeenteraad geldt. Indien hiertoe wordt besloten, wordt hiervan op de voorlopige

Artikel 21. Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 22. Handhaving orde; schorsing

  • 1. Een spreker wordt in zijn betoog niet gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2. Indien een spreker zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker, hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4. De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen.

  • 5. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 23. Beraadslaging

  • 1. De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 24. Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1. De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 25. Advies

  • 1. Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3. Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4. In het advies worden de standpunten van alle aanwezige fracties opgenomen

  • 5. Een voorstel wordt als bespreekstuk aangemerkt, indien ten minste drie aanwezige fracties dit aangeven.

  • 6. In geval een fractie aangeeft dat een voorstel een bespreekstuk is, wordt aangegeven welk onderdeel dat betreft.

Hoofdstuk 5. Besloten vergadering

Artikel 26. Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 27. Verslag

  • 1. Het verslag van een besloten vergadering wordt niet rondgedeeld, maar ligt uitsluitend voor de leden ter inzage bij de griffier.

  • 2. Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van dit verslag. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 28. Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen. Artikel 22 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 29. Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6. Toehoorders en pers

Artikel 30. Toehoorders en pers

  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3. De voorzitter is bevoegd toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 31. Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 32. Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, voor zover die niet dienste van de vergadering zelf zijn en inbreuk vormen op de orde van de vergadering, zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

Artikel 33. Uitleg verordening

  • 1. Voor zover de bepalingen overeenkomstig het model-reglement van de VNG zijn, is de daarbij behorende toelichting van toepassing ten aanzien van de uitleg daarvan.

  • 2. In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 34. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2012.

Op dat tijdstip vervalt de Verordening op de raadscommissies Nieuwegein van 8 juli 2009.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 30 mei 2012
de griffier, de voorzitter,