Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Nieuwegein 2010

Geldend van 31-12-2016 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Nieuwegein 2010

Collegebesluit

Burgemeester en wethouders van Nieuwegein;

overwegende dat het in het belang van een doelmatige verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen wenselijk is nadere regels te stellen omtrent de dagen, tijden, plaatsen en wijze waarop afvalstoffen kunnen worden overgedragen of ter inzameling aangeboden aan de bij dit besluit aan te wijzen inzameldienst en andere inzamelaars, als bedoeld in de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Nieuwegein;

 

gelet op de artikelen 2, 3, tweede lid, 4, tweede lid, 9, derde lid, 10, derde tot en met vijfde lid, 11, 12, 14, derde lid, van de Afvalstoffenverordening Nieuwegein 2010;

 

besluit:

 

vast te stellen het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Nieuwegein 2010

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit Uitvoeringsbesluit wordt verstaan onder:

  • a.

    verordening: Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Nieuwegein;

  • b.

    minicontainer: inzamelmiddel als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de verordening;

  • c.

    verzamelcontainer: inzamelvoorziening als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b van de verordening, met dien verstande dat een ondergrondse of een inpandige huishoudelijke restafvalcontainer daar mede onder wordt begrepen;

  • d.

    hoogbouwbewoners: gebruikers van een aantal percelen, daaronder in ieder geval begrepen flatbewoners, aan wie voor het inzamelen van huishoudelijk restafval en gft een verzamelcontainer als bedoeld in onderdeel d ter beschikking is gesteld;

  • e.

    brengdepot: het afvalbrengstation, bedoeld in artikel 6, tweede lid, onderdeel j.

Artikel 2 Aanwijzing inzamelende instanties

  • 1. Als inzameldienst wordt aangewezen Reinigingsbedrijf Midden Nederland gevestigd te Soest.

  • 2. Als inzamelaar op grond van artikel 2, tweede lid, van de verordening worden aangewezen:

    • a.

      Afvalverwijdering Utrecht te Soest, voor het afzonderlijk inzamelen van verpakkingsglas;

    • b.

      Kringloop Nieuwegein voor het afzonderlijk inzamelen van herbruikbare goederen;

    • c.

      Sympany voor de inzameling van textiel met behulp van verzamelcontainers;

    • d.

      de volgende organisaties voor de huis-aan-huis inzameling van textiel:

    1˚Orange Babies jaarlijks in de maand maart;

    2˚Stichting SOS Samenwerken Ontwikkeling Sahellanden jaarlijks in de maand juni;

    3˚Stichting Sociaal Medische Hulpverlening Oost Europa jaarlijks in de maand september;

    4˚Kringloop Nieuwegein jaarlijks in de maand november.

    • e.

      Stichting K4N Kledingbank voor Nieuwegein voor de inzameling van textiel tijdens de openingstijden of via de brengcontainer bij het adres van de stichting;

  • 3. Een inzamelaar als bedoeld in het tweede lid, onderdeel d:

    • a.

      beschikt over een volledige positieve goedkeuring van het Centraal Bureau Fondsenwerving voor het lopende jaar;

    • b.

      zorgt dat aan gebruikers van percelen kenbaar wordt gemaakt vanaf welk tijdstip op de inzameldag het textiel mag worden aangeboden en op welk gedeelte van de middag of ochtend de inzameling plaatsvindt;

    • c.

      (vervallen);

    • d.

      zorgt dat het inzamelen van textiel niet plaats vindt op dezelfde dagen en in dezelfde wijken als wanneer het inzamelen van huishoudelijk afval door de inzameldienst plaatsvindt;

    • e.

      zorgt dat de inzameling van textiel plaats vindt tussen zonsopgang en zonsondergang;

    • f.

      is verplicht om achtergebleven dan wel uit elkaar gevallen zakken met textiel bij de inzameling op te ruimen en mee te nemen;

    • g.

      is gehouden bij een inzamelactie de gebruikelijke inzamelroute van de inzameldienst te volgen, tenzij bijzondere omstandigheden dit onmogelijk maken.

  • 4. (vervallen).

  • 5. Indien de houder van een aanwijzing als bedoeld in het tweede lid, onderdeel d, 1° tot en met 4° en onderdeel e, geen gebruik maakt van de aanwijzing komt de aanwijzing daarmee te vervallen. Aan deze houder van een aanwijzing zal door de gemeente geen nieuwe aanwijzing worden verstrekt.

  • 6. De houder van een aanwijzing als bedoeld in het tweede lid, onderdeel c sluit een dienstverleningsovereenkomst af met de gemeente over de wijze van inzameling en verwerking van textiel.

Artikel 3 Afzonderlijke inzameling

De volgende omschrijvingen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen worden vastgesteld:

  • a.

    gft: dat deel van de huishoudelijke afvalstoffen dat van organische oorsprong is, beperkt is van omvang en apart wordt ingezameld;

  • b.

    klein chemisch afval: huishoudelijke afvalstoffen zoals vermeld op de KCA-lijst van het ministerie van VROM;

  • c.

    glas: op kleur gescheiden eenmalige glasverpakkingen zoals flessen, potten en andere glazen verpakkingen, met uitzondering van vlakglas, (glas)keramiek, gloei- en spaarlampen, TL-lampen, nagellakflesjes, stenen kruiken, porselein, kristal, spiegels, doppen van flessen, kunststofflessen en kurken;

  • d.

    oud papier en karton: huishoudelijk oud papier en karton dat droog, schoon en niet vervuild is met andere afvalfracties, en met uitzondering van drankenkartons voor zuivel en frisdranken, ordners en ringbanden met metaal en/of plastic onderdelen, geplastificeerd papier, sanitair papier, behang, vinyl en doorslagpapier;

  • e.

    pmd: plastic verpakkingsafval, metalen verpakkingen en drankenkartons zoals bedoeld in het kader van de Raamovereenkomst verpakkingen;

  • f.

    textiel: kleding, lakens, dekens, handdoeken en dergelijke, schoeisels, grote lappen stof en gordijnen die schoon zijn, niet vervuild met andere afvalfracties en niet eerder gebruikt als bijvoorbeeld poets- of verflappen;

  • g.

    elektrische en elektronische apparatuur: de producten zoals genoemd in de Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur;

  • h.

    bouw- en sloopafval: harde steenachtige materialen, zoals puin, gasbeton, dakpannen, serviesgoed, sloophout, isolatiematerialen, pvc en autobanden;

  • i.

    verduurzaamd hout: hout dat is geïmpregneerd, te herkennen aan groene of bruine kleur, zoals bielzen of tuinhout;

  • j.

    grof tuinafval: plantaardige of organische afvalstoffen door aard, samenstelling of omvang niet vallend onder gft en vrijkomend bij de aanleg, het onderhoud of verwijdering van particulier groen, zoals grof loofafval en snoeihout, met uitzondering van bielzen, tuinhekken en tuinschuttingen;

  • k.

    asbest en asbesthoudend materiaal: afval waarin zich asbest bevindt;

  • l.

    grof huishoudelijk afval: volumineus of zwaar huishoudelijk afval dat door afmeting of gewicht niet in een inzamelmiddel of via een inzamelvoorziening ter inzameling kan worden aangeboden;

  • m.

    huishoudelijk restafval: afval afkomstig uit particuliere huishoudens, dat overblijft na scheiding in andere deelstromen genoemd in artikel 3 van de verordening;

  • n.

    grof metaal: volumineuze of zware voorwerpen met als belangrijkste bestanddeel ferro en non-ferro, die door afmeting of gewicht niet in een inzamelmiddel of door middel van een inzamelvoorziening, met uitzondering van een brengdepot, ter inzameling kan worden aangeboden, zoals bedspiralen en metalen pijpen.

  • o.

    vlak glas: glas dat gebruikt wordt in ramen, spiegels, deuren en kozijnen

  • p.

    eps: geëxpandeerd polystyreen / piepschuim;

  • q.

    frituurvet en – olie: oliën en vetten die gebruikt zijn om te frituren;

  • r.

    matrassen: afgedankte matrassen.

Artikel 4 Aanwijzing inzamelmiddelen en -voorzieningen

  • 1. De volgende inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen worden aangewezen voor:

    • a.

      huishoudelijk restafval van gebruikers van een perceel: een van gemeentewege beschikbaar gestelde minicontainer met grijze deksel of het brengdepot;

    • b.

      gft van gebruikers van een perceel: een van gemeentewege beschikbaar gestelde minicontainer met groene deksel;

    • c.

      huishoudelijk restafval en gft van hoogbouwbewoners: een verzamelcontainer ten behoeve van hoogbouwbewoners of het brengdepot;

    • d.

      oud papier en karton: een van gemeentewege beschikbaar gestelde minicontainer met blauwe deksel, een inzamelvoorziening op wijkniveau of het brengdepot;

    • e.

      glas: een inzamelvoorziening op wijkniveau of het brengdepot;

    • f.

      textiel: een inzamelvoorziening op wijkniveau;

    • g.

      pmd: de door de gemeente ter beschikking gestelde plastic zakken, een speciaal hiervoor aangewezen verzamelcontainer ten behoeve van hoogbouwbewoners of het brengdepot;

    • h.

      klein chemisch afval: het brengdepot;

    • i.

      elektrische en elektronische apparatuur: het brengdepot;

    • j.

      bouw- en sloopafval: het brengdepot;

    • k

      verduurzaamd hout: het brengdepot;

    • l.

      grof tuinafval: het brengdepot;

    • m.

      asbest en asbesthoudend materiaal: het brengdepot;

    • n.

      grof huishoudelijk afval: het brengdepot;

    • o.

      grof metaal: het brengdepot.

    • p.

      vlak glas: het brengdepot

    • q.

      eps: het brengdepot

    • r.

      frituurvet en – olie: het brengdepot

    • s.

      matrassen: het brengdepot

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid,

    • a.

      (vervallen)

    • b.

      onderdeel f, kan textiel ook ingezameld worden door een inzamelaar als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel c.

Artikel 5 Vrijstelling afzonderlijk ter inzameling aanbieden

Hoogbouwbewoners worden vrijgesteld om gft gescheiden aan te bieden.

Artikel 6 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

  • 1. Voor het gebruik van de van gemeentewege verstrekte inzamelmiddelen geldt dat:

    • a.

      het beheer van de inzamelmiddelen die in bruikleen zijn verstrekt door of namens de gemeente aan de gebruiker van een perceel, berust bij de inzameldienst.

    • b.

      de inzameldienst bevoegd is om een minicontainer te voorzien van een sticker waarop staat vermeld:

    • 1˚een barcode,

    • 2˚de afvalstroom waarvoor de minicontainer is bestemd,

    • 3˚het volume van de minicontainer,

    • 4˚een postcode, een plaatsnaam, een straatnaam of een huisnummer.

    • c.

      de door of namens de gemeente verstrekte inzamelmiddelen behoren bij de woning. Bij het opnieuw verstrekken van een inzamelmiddel in verband met verlies of beschadiging daarvan worden de kosten daarvoor in rekening gebracht bij de desbetreffende bewoner;

    • d.

      de door of namens de gemeente verstrekte toegangspasjes ten behoeve van het gebruik van ondergrondse verzamelcontainers behoren bij de woning van de desbetreffende hoogbouwbewoners. Bij het opnieuw verstrekken van een toegangspasje in verband met verlies of beschadiging daarvan worden kosten daarvoor in rekening worden gebracht bij de desbetreffende hoogbouwbewoner.

    • e.

      de gebruiker van een perceel zich tot de klantenservice van de inzameldienst dient te wenden, indien bij een verhuizing naar een perceel geen of een kapot door of namens de gemeente te verstrekken inzamelmiddel wordt aangetroffen, en bij verdwijning, vermissing of beschadiging van een door of namens de gemeente  te verstrekken inzamelmiddel;

    • f.

      de gebruiker van een perceel zich tot de klantenservice van de inzameldienst dient te wenden voor het tegen betaling verkrijgen van extra inzamelmiddelen voor huishoudelijk restafval dan wel gft, voor het omwisselen van een inzamelmiddel voor een ander inzamelmiddel met een ander volume en voor het innemen van een inzamelmiddel;

    • g.

      De gebruikers van een aantal percelen zijn gehouden om zich per omgaande tot de klantenservice van de inzameldienst te wenden indien een verzamelcontainer kapot is, een storingsmelding geeft of vol is;

    • h.

      de inzamelmiddelen eigendom blijven van de verstrekker en bij normale slijtage voor haar rekening technisch worden onderhouden;

    • i.

      de gebruiker verantwoordelijk is voor het gebruik en het onderhoud van de in bruikleen ontvangen inzamelmiddelen als ware deze zijn eigendom;

    • j.

      de gebruiker verplicht is de inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen zodanig te gebruiken dat deze geen overlast voor derden veroorzaakt;

    • k.

      de verstrekte inzamelmiddelen voor gft alleen mogen worden gereinigd met water.

  • 2. Bij huishoudelijke afvalstoffen geldt dat:

    • a.

      het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen in minicontainers ordelijk dient te geschieden door plaatsing van de minicontainer op het voetpad, zo dicht mogelijk bij de rijweg, of, bij het ontbreken van een voetpad, aan de kant van de openbare weg, dan wel op een inzamel- of clusterplaats, zodanig dat het voetgangers- en overige verkeer niet wordt gehinderd of in de doorgang wordt belemmerd en gevaar of schade wordt voorkomen en waarbij aanwijzingen van de inzameldienst dienen te worden opgevolgd. In ieder geval wordt de handgreep van de container naar de straat gericht, behalve op locaties die zijn aangewezen voor inzameling met een zijbelader, daar is de handgreep van de straat gericht en worden de containers met 30 cm tussenruimte op de aangewezen plaatsen gezet.

    • b.

      inzamelmiddelen goed gesloten dienen te zijn en inzamelingvoorzieningen moeten na gebruik goed gesloten worden;

    • c.

      uit de inzamelmiddelen en de inzamelvoorzieningen geen huishoudelijk restafval mag steken en er mag geen los huishoudelijk restafval of andere huishoudelijke afvalstoffen worden bijgeplaatst;

    • d.

      d.  afvalstoffen welke ten onrechte of op een onjuiste wijze zijn aangeboden en welke na inzameling daardoor in de inzamelvoorziening, met uitzondering van een brengdepot, zijn achtergebleven, dienen onverwijld door de aanbieder uit de minicontainer dan wel verzamelcontainer te worden verwijderd;

    • e.

      het gewicht van de hoeveelheid afvalstoffen en het eigen gewicht van de ter lediging aangeboden minicontainer mag in zijn totaliteit niet zwaarder zijn dan 75 kilogram;

    • g.

      in het kader van het container managementsysteem worden alleen minicontainers die voorzien zijn van een door de inzameldienst verstrekte sticker geleegd, containers zonder sticker worden door de inzameldienst ingenomen;

    • h.

      h.  het gewicht van de aangeboden hoeveelheid huishoudelijk klein chemisch afval mag per keer niet zwaarder zijn dan 50 kilogram;

    • i.

      klein chemisch afval mag om veiligheidsredenen niet aan de openbare weg worden aangeboden, maar moet persoonlijk worden overhandigd bij het brengdepot;

    • j.

      het afvalbrengstation aan de Utrechthaven 3 wordt aangewezen als brengdepot waar de afvalstoffen als vermeld in artikel 3, eerste lid, van de verordening kunnen worden achter gelaten;

    • k.

      bij de afgifte van afvalstoffen op het brengdepot zijn de acceptatievoorwaarden van de inzameldienst van toepassing zoals die zijn vastgelegd in hun milieuhandboek;

    • l.

      de ontdoener van afvalstoffen moet zich bij of op het brengdepot kunnen legitimeren;

    • m.

      de inzameling van grof huishoudelijk afval, grof tuinafval en grote elektrische en elektronische apparaten vindt op afroep plaats, de aanbieder dient voor deze inzameling op afroep een afspraak te maken met de inzameldienst;

    • o.

      het grof afval dient op de afgesproken dag en tijd op de afgesproken (voor het inzamelmaterieel goed bereikbare) plaats bij de woning klaar te staan;

    • p.

      grof huishoudelijk afval of grof tuinafval mag bij het overdragen of het aanbieden geen groter volume hebben dan 2 m3;

    • r.

      stukken grof huishoudelijk afval moeten in één of meer bundels samengedrukt en –gebonden worden overgedragen of aangeboden waarbij een bundel niet langer mag zijn dan 1,5 meter en niet zwaarder dan 25 kilogram;

    • s.

      grof tuinafval moet in één of meer bundels samengedrukt en –gebonden worden overgedragen of aangeboden waarbij een bundel niet langer mag zijn dan 1,5 meter en niet zwaarder dan 25 kilogram.

  • 3. Grof huishoudelijk afval, grof tuinafval en grote elektrische en elektronische apparaten kunnen zonder inzamelmiddel maar wel gescheiden ter inzameling worden aangeboden.

Artikel 7 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

De dagen en de tijden voor het ter inzameling aanbieden van categorieën van huishoudelijke

afvalstoffen worden jaarlijks door het college vastgesteld in een afvalkalender, met dien verstande dat:

  • a.

    inzamelmiddelen moeten worden aangeboden op de vastgestelde inzameldag vóór 7:30 uur;

  • b.

    inzamelmiddelen anders dan zakken voor kunststof verpakkingen mogen de avond voor de vastgestelde inzameldag vanaf 21:30 uur op de juiste wijze worden aangeboden;

  • c.

    de inzamelmiddelen moeten zo spoedig mogelijk na lediging door de inzameldienst, doch uiterlijk om 20:00 uur op de vastgestelde inzameldag, van de weg zijn verwijderd;

  • d.

    grof huishoudelijk afval, grof tuinafval en grote elektrische en elektronische apparatuur worden op afroep ingezameld, deze categorieën mogen slechts worden aangeboden op de dag en het tijdstip dat is afgesproken;

  • e.

    in verband met geluidhinder mogen glasbakken alleen tussen 7:00 uur en 20:00 uur worden gebruikt;

  • f.

    inpandige verzamelcontainers mogen niet op of aan de openbare weg geplaatst worden anders dan voor onmiddellijke overdracht aan de inzamelaar;

  • g.

    inpandige verzamelcontainers dienen na lediging onmiddellijk te worden teruggeplaatst in of op het perceel.

Artikel 8 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Als het voor de inzameldienst door werkzaamheden of bijzondere omstandigheden  niet mogelijk is om de normale inzamelplaatsen te bereiken, kunnen op grond van artikel 12 van de verordening, door de inzameldienst voor de duur van de werkzaamheden tijdelijke inzamelplaatsen worden aangewezen, welke worden bekendgemaakt op de website van de inzameldienst en in het huis-aan-huisblad.

Artikel 9 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

Het college stelt op grond van artikel 15, eerste lid, van de verordening de volgende regels:

  • a.

    de inzamelmiddelen mogen niet op of aan de openbare weg geplaatst worden anders dan voor onmiddellijke overdracht aan de inzamelaar;

  • b.

    de gebruikte inzamelmiddelen dienen na lediging onmiddellijk te worden teruggeplaatst in of op het perceel van de gebruiker overeenkomstig de daarvoor geldende regels;

  • c.

    het inzamelmiddel wordt goed gesloten aangeboden zonder dat sprake is van uitsteeksels die kunnen leiden tot verwondingen of zwerfafval;

  • d.

    het inzamelmiddel waarin bedrijfsafval aan een ander dan de inzameldienst wordt aangeboden, wordt duidelijk zichtbaar voorzien van de naam van die inzamelaar.

Artikel 10 Aanwijzen categorieen bedrijfsafvalstoffen

Door de inzameldienst kunnen de volgende categorieen bedrijfsafvalstoffen worden ingezameld:

  • a.

    naar aard en omvang op huishoudelijk restafval gelijkend bedrijfsafval;

  • b.

    naar aard en omvang op huishoudelijk restafval gelijkend oud papier en karton van bedrijven.

Artikel 11 Nadere regels aan de inzameldienst aangeboden bedrijfsafvalstoffen

Artikel 6, eerste lid a tot en met c en g tot en met i, artikel 6 tweede lid a tot en met g en artikel 7 a en c zijn overeenkomstig van toepassing op aan de inzameldienst aangeboden bedrijfsafvalstoffen.

Artikel 12 Slotbepalingen

  • 1. De Uitvoeringsregels op grond van de Afvalstoffenverordening Nieuwegein 2005 en de Aanwijzingen op grond van Afvalstoffenverordening Nieuwegein 2005 worden ingetrokken.

  • 2. Dit besluit treedt gelijktijdig in werking met de Afvalstoffenverordening Nieuwegein 2010.

Artikel 13 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening  Nieuwegein 2010.

Ondertekening

 
 

Toelichting behorende bij het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Nieuwegein 2010

Algemene toelichting 

In de Afvalstoffenverordening is ervoor gekozen om meer gedetailleerde regels, die aan veranderingen onderhevig kunnen zijn, in Uitvoeringsbesluiten van het college op te nemen. Het onderhavig Uitvoeringsbesluit voorziet hierin.

 

Aanwijzing en afzonderlijke overeenkomsten met de inzamelaars

De systematiek van de verordening is dat de raad aan het college de bevoegdheid heeft gedelegeerd om inzamelaars van huishoudelijke afvalstoffen aan te wijzen.

Met de inzamelaars van textiel en van papier en karton wordt een overeenkomst afgesloten. In deze overeenkomst zijn voorschriften en beperkingen opgenomen met als doel de veiligheid tijdens de inzameling te garanderen, de gescheiden inzameling te stimuleren, de inzamelresultaten te kunnen monitoren en de basis voor eventuele vergoedingen vast te leggen en dergelijke.

 

Handhaving

In vervolg op de Afvalstoffenverordening wordt een handhavingsplan opgesteld. Dit plan omvat

  • een plan van aanpak voor de handhaving. Handhaving heeft (ook) een preventieve werking tot doel. Daarbij is de trits communiceren – waarschuwen – beboeten van belang. Daarnaast wordt aangegeven wanneer we ons richten op één soort overtreding (bijvoorbeeld het goed scheiden van oud papier) en wanneer we gebiedsgericht te werk gaan.

  • welke strafbare bepalingen krijgen prioriteit bij de handhaving

  • op welke manier zal de handhaving plaats vinden (bestuursrechtelijke, privaatrechtelijke, strafrechtelijke of bestuurlijke boete). Voor verschillende soorten overtredingen kan voor een andere aanpak worden gekozen.

 

 

Opbouw besluit

Het Uitvoeringsbesluit is als volgt opgebouwd:

Artikel  1: Begripsomschrijvingen

Artikel  2: Aanwijzing inzamelende instanties           

Artikel  3: Afzonderlijke inzameling

Artikel  4: Aanwijzing inzamelmiddelen en -voorzieningen

Artikel  5: Vrijstelling afzonderlijk ter inzameling aanbieden

Artikel  6: Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel  7: Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

Artikel  8: Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel  9: Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

Artikel 10: Slotbepalingen

Artikel 11: Citeerbepaling

 

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2. Aanwijzing inzamelende instanties

In dit Uitvoeringsbesluit is gekozen voor een generieke aanwijzing. Daarnaast zijn ook de betrokken organisaties en individuen individueel aangewezen.

 

Dienstenrichtlijn

Bij de bepaling van de voorschriften en beperkingen van de aanwijzingen is gelet op het bepaalde van de artikelen 10, 14 en 15 van de Dienstenrichtlijn. Uit deze bepalingen volgt dat de aanwijzingen onder het vergunningbegrip van de Dienstenrichtlijn valt. Voorschriften en voorwaarden van de aanwijzing moeten non-discriminatoir, ondubbelzinnig en objectief zijn. De voorschriften en beperking zoals bepaald in artikel 2 voldoen aan de bepalingen van artikelen 10, 14 en 15 van de Dienstenrichtlijn.

 

In het eerste lid wordt RMN als inzameldienst aangewezen.

Nieuwegein maakt deel uit van de Gemeenschappelijke Regeling Reinigingsbedrijf Midden Nederland (GR) die op 11 december 2007 door het college is ondertekend.  De GR is een samenwerkingsverband tussen de gemeenten Soest, Zeist en Nieuwegein en heeft als doel “het realiseren van een effectieve, efficiënte en kwalitatief hoogwaardige en klantvriendelijke uitvoering van de voormalige reinigingsdiensttaken”.

 

In het tweede lid worden andere inzamelaars aangewezen.

Nieuwegein maakt sinds 1984 deel uit van de Gemeenschappelijke Regeling Afval Verwijdering Utrecht (AVU). De AVU is een samenwerkingsverband tussen alle gemeenten in de provincie Utrecht en heeft tot doel “op een doelmatige en uit oogpunt van milieuhygiëne verantwoorde wijze sturing en uitvoering te geven aan het afvalstoffenbeleid in de provincie Utrecht”. Waar RMN zich richt op de inzameling van het afval, richt de AVU zich voornamelijk op de afvoer en verwerking van het afval. Daarnaast biedt AVU inzameldiensten aan van o.a. glas en oud papier.

 

De inzameling van textiel en oud papier wordt van oudsher uitgevoerd door charitatieve instellingen, scholen en dergelijke. Dit heeft als voordeel dat inwoners doorgaans eerder bereid zijn deze afvalstoffen gescheiden aan te bieden. De instellingen verwerven inkomsten uit de verkoop van het materiaal, de gemeente vermijdt (een deel van) de inzamelkosten.

De voorschriften en beperkingen zijn opgenomen in het belang van het milieu en van een doelmatige inzameling.

Artikel 3. Afzonderlijke inzameling

Met uitzondering van de stromen die wettelijk gescheiden ingezameld moeten worden is de gemeente vrij om te bepalen welke afvalstromen gescheiden worden ingezameld. De genoemde zijn de meest voorkomende.

 

Groente-, fruit en tuinafval

Bedoeld worden loof, schillen en resten van groenten en fruit en aardappelen, gekookte etenswaren, brood, eierschalen, doppen van pinda’s en nootjes, snijbloemen, gras, stro, bladeren, klein snoeiafval, resten van tuinplanten, kort gemaakte takken en composteerbare zakken en composteerbare verpakkingsmaterialen. T.a.v. dit laatste onderdeel wordt opgemerkt dat de zakken en verpakkingsmaterialen voorzien dienen te zijn van een kiemplantlogo met een nummer dat aangeeft dat het product voldoet aan de Europese norm voor composteerbare verpakkingen (NEN-EN 13432).

 

Grof huishoudelijk afval

Tot grof huishoudelijk afval wordt ook gerekend gipsblokken, gipsplaten en houtsoorten van gipsplamuur. Grof huishoudelijk afval wordt onderscheiden in goedzooi en rotzooi. Tot goedzooi worden gerekend de herbruikbare en verkoopbare producten en materialen die, na eventuele reparatie, in het hergebruikcircuit worden gebracht. De inzamelaars van goedzooi zijn kringloopbedrijven. Rotzooi is het grof huishoudelijk afval dat niet in het hergebruikcircuit wordt gebracht, maar door de inzameldienst wordt ingezameld ter verwerking elders.

 

Mogelijke overige definities van stromen die gescheiden ingezameld kunnen worden:

  • banden: schone banden van motoren, personenauto’s, vrachtvoertuigen, tractoren en shovels, zonder velgen;

  • kringloopafval: de niet herbruikbare en niet-verkoopbare restfractie, afkomstig van een kringloopbedrijf;

  • metaal: producten met als belangrijkste bestanddeel ferro en non-ferro;

  • zand/grond: grond die niet zichtbaar vermengd is met resten puin, kool, gas, hout, ijzer of asbest, en niet verontreinigd is op basis van het historisch gebruik van de locatie van herkomst of op basis van uitgevoerd milieukundig onderzoek (conform NEN 5740 of AP04). Onder deze categorie worden ook graszoden (afkomstig uit particuliere tuinen) ingenomen;

  • tapijt: vloerbedekking van textiel, vrij van rubber of bitumen;

  • kleine dode huisdieren: dode dieren, die niet zijn bestemd of worden gehouden voor dierlijke of andere productie en afkomstig zijn van particulieren, dierenartsenpraktijken, dierenklinieken of worden aangeboden door reinigingsdiensten;

  • dakleer: dakbedekkingsmaterialen, ook wel genoemd dakleer, bestaand uit beplatingmateriaal van hout of kunststof, voorzien van een laag koolteer of bitumen dit is inclusief dakgrind, waaraan zich teer of bitumen bevindt;

  • luiers: eenmalige (wegwerp)luiers, babyverzorgingsdoekjes en incontinentiemateriaal;

  • landbouwfolie: kunststofafval afkomstig van toepassing van folies in land- en tuinbouw, waaronder kuilfolie, plastic veevoederzakken en wikkelfolie.

Artikel 4. Aanwijzing inzamelmiddelen- en voorzieningen

In dit artikel moet voor elk in artikel 3, eerste lid, van de verordening aangewezen afzonderlijk in te zamelen huishoudelijke afvalstroom worden aangewezen, welke inzamelmiddelen of inzamelvoorzieningen worden gebruikt.

Artikel 5. Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

In dit artikel moet aangegeven worden voor welke personen de gescheiden gft-inzamelplicht niet van toepassing is. Door deze manier van verwijzen (dus niet opnieuw opnoemen) wordt voorkomen dat er verschil ontstaat tussen deze artikelen.

 

In Nieuwegein zijn hoogbouwbewoners uitgezonderd omdat bij deze woningen zeer weinig gft vrij komt (ze hebben immers geen tuin) en omdat het ingezamelde gft van zeer slechte kwaliteit is. Dat laatste werd veroorzaakt door vervuiling van het gft in de verzamelcontainers met gewoon huishoudelijk restafval.

Artikel 6. Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

De gemeente moet de tekst van dit artikel aanpassen op basis van het gevoerde beleid. Zo kent niet elke gemeente bijvoorbeeld een chemokar.

 

Eerste lid

Andere mogelijke bepalingen zijn:

  • de door de <inzameldienst/gemeente> verstrekte inzamelmiddelen zijn of worden uitgerust met chip;

  • de gebruiker van een perceel dient zich tot de klantenservice van de <inzameldienst/gemeente> te wenden voor het uitzetten van extra inzamelmiddelen voor rest- en/of gft, voor het omwisselen van een inzamelmiddel voor een ander inzamelmiddel met een ander volume en voor het innemen van een gft inzamelmiddel;

  • het is verboden de binnenbak uit de het gft-inzamelmiddel te verwijderen;

  • voor het beschadigen of het verdwijnen van een door of namens de gemeente verstrekt inzamelmiddel is de gebruiker aansprakelijk tenzij de gebruiker via een aangifte bij de politie kan aantonen dat het één of ander buiten zijn schuld is geschied;

  • het uiterlijk van de container mag niet worden veranderd door deze bijvoorbeeld te beschilderen of te beplakken, anders dan met een voor de gebruiker herkenbare sticker met een maximale afmeting van 15 bij 15 cm.

 

Tweede lid, onderdeel g

De verstrekte inzamelmiddelen worden voorzien van een adressticker met barcode ten behoeve van het Containermanagementsysteem (collegebesluit 2009-10937).

Bewoners van laagbouwwoningen krijgen standaard twee containers: een groene voor gft en een grijze voor restafval. Uit een steekproef is gebleken dat een groot aantal van de huishoudens een extra grijze en/of groene container heeft. Extra grijze containers zijn, met name uit milieuoogpunt, niet gewenst. Door het “gemak” van een extra container wordt het scheiden en voorkómen van afval niet gestimuleerd. Extra gft containers zijn wel gewenst. Het gescheiden afvoeren en verwerken van gft is beter voor het milieu en goedkoper dan van het afvoeren als restafval.

Het invoeren van een Containermanagementsysteem en het instellen van een tarief (via de  afvalstoffenheffing) voor eventuele extra containers heeft de volgende voordelen:

  • Inwoners worden gestimuleerd het afval goed te scheiden;

  • Lagere kosten (ten gunste van de afvalstoffenheffing) door minder restafval;

  • Voor een 2e container geldt: de vervuiler betaalt .

 

In de 2e helft van 2010 wordt het Containermanagementsysteem, wijk voor wijk, ingevoerd in heel Nieuwegein. Alle geregistreerde containers (de twee basiscontainers en de eventuele extra container tegen betaling) krijgen een sticker. Na invoering in een wijk worden containers zonder sticker niet geleegd en ingenomen door de inzameldienst.

 

Tweede lid

Aanwijzingen van de inzameldienst kunnen betrekking hebben op de wijze van plaatsen van de inzamelmiddelen, bijvoorbeeld met voor of achterzijde naar de straat.

Andere bepalingen die opgenomen kunnen worden in dit artikel zijn:

  • Elektrische en elektronische apparatuur die in een draagtas passen kunnen ook worden ingeleverd bij de chemokar;

  • Luierafval en incontinentiemateriaal dienen te worden gedeponeerd in de luiercontainers die zijn opgesteld bij kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en het afvalbrengpunt. Dit afval dient te worden verpakt in de speciaal hiervoor bestemde luierzakken, welke op verzoek bij de gemeente verkrijgbaar zijn.

 

Derde lid

Daarnaast moet in dit artikel aangegeven worden welke huishoudelijke afvalstromen zonder inzamelmiddel aangeboden kunnen worden.

Artikel 7. Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

De tijden voor het aanbieden van afval zijn vastgelegd in dit artikel. De dagen worden jaarlijks vastgelegd in de afvalkalender. In de afvalkalender en de bijbehorende stratenlijst is per straat de inzameldagen voor de minicontainers, het plastic afval en de huis-aan-huis inzameling van oud papier aangegeven. Ook de dagen die afwijken van het vaste stramien (bij feestdagen) staan er op vermeld. Als gevolg van veranderingen in de inzamelroutes (als gevolg van wijzigingen in het beleid of t.b.v. een efficiëntere inzameling) moet de afvalkalender regelmatig bijgesteld worden. Het college dan deze bevoegdheid, ten behoeve van een slagvaardige afvalinzameling mandateren aan het afdelingshoofd Duurzame Ontwikkeling.

Artikel 8. Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Als het voor de inzameldienst door werkzaamheden niet mogelijk is om de normale inzamelplaatsen te bereiken (bijvoorbeeld in geval van extreme weersomstandigheden), kunnen op grond van artikel 16 van de verordening, door de <inzameldienst/gemeente> voor de duur van de werkzaamheden tijdelijke inzamelplaatsen worden aangewezen, welke worden bekendgemaakt in het huis-aan-huis-blad.

Artikel 9.,10 en 11

Bedrijven die krachtens artikel 14, derde lid, van de verordening bedrijfsafvalstoffen aanbieden, dienen deze aan te bieden overeenkomstig de in de verordening en dit Uitvoeringsbesluit gestelde regels. Bedrijven mogen geen afvalstoffen aanbieden op het brengdepot.

 

In Nieuwegein haalt de inzameldienst (RMN) geen bedrijfsafvalstoffen op. De gemeenteraad heeft hiertoe besloten op 15 december 2005. Bedrijven mogen ook geen afvalstoffen aanbieden op het brengdepot (Collegebesluit van 26 september 2007).

Artikel 12. Slotbepalingen

In de Afvalstoffenverordening is ervoor gekozen om meer gedetailleerde regels, die aan veranderingen onderhevig kunnen zijn, in Uitvoeringsbesluiten van het college op te nemen. Ze zijn daardoor onlosmakelijk verbonden met de Afvalstoffenverordening.

 

De Uitvoeringsbesluiten op grond van de Afvalstoffenverordening 2005 komen niet meer overeen met de Afvalstoffenverordening Nieuwegein 2010. Het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Nieuwegein 2010 moet daarom tegelijk met de Afvalstoffenverordening 2010 in werking treden.