Regeling vervallen per 26-07-2018

Verordening monumentencommissie 2010 gemeente Nieuwkoop

Geldend van 01-10-2010 t/m 25-07-2018

VERORDENING MONUMENTENCOMMISSIE 2010 gemeente Nieuwkoop

De raad van de gemeente Nieuwkoop;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2010;

gelet op artikel 84 van de Gemeentewet, artikel 15 van de Monumentenwet 1988, artikel 1 onder e van de Erfgoedverordening 2010 gemeente Nieuwkoop en artikel 1 onder j van de Subsidieverordening monumentenzorg 2010 gemeente Nieuwkoop;

besluit vast te stellen de Verordening monumentencommissie 2010 gemeente Nieuwkoop

Artikel 1. Taak

  • 1. De monumentencommissie is de op basis van art. 15 Monumentenwet 1988 ingestelde commissie met als taak het college op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Erfgoedverordening 2010 gemeente Nieuwkoop, de Subsidieverordening Monumentenzorg 2010 gemeente Nieuwkoop en het gemeentelijk beleid inzake cultuurhistorisch erfgoed.

  • 2. Over planologische maatregelen waarbij beschermde gemeentelijke monumenten, beschermde rijksmonumenten en / of beschermde gemeentelijke dorpsgezichten als bedoeld in de Erfgoedverordening 2010 gemeente Nieuwkoop zijn betrokken, dient de commissie door het college om advies te worden gevraagd.

  • 3. Voorts brengt de commissie advies uit in alle aangelegenheden waarover het college haar advies vraagt.

  • 4. De besluiten die het college neemt naar aanleiding van adviezen van de commissie worden zo spoedig mogelijk aan de commissie meegedeeld.

Artikel 2. Samenstelling

  • 1. De commissie bestaat uit maximaal zes leden, inclusief de voorzitter.

  • 2. In de commissie dient zo mogelijk deskundigheid op de volgende gebieden vertegenwoordigd te zijn: (restauratie)architectuur, archeologie, bouwkunst, bouwkunde, bouwgeschiedenis, lokale geschiedenis, monumentenrecht en bestuur.

  • 3. Van de leden wordt verwacht dat zij betrokken zijn bij de taakstelling en het inhoudelijke werk van de commissie en zo mogelijk een band met de Nieuwkoopse regio hebben.

  • 4. De commissie wordt bijgestaan door een door het college aangewezen secretaris, die geen lid is en geen stemrecht heeft.

  • 5. De commissie is bevoegd om ambtenaren, adviseurs en deskundigen te horen en in te schakelen, met dien verstande dat toestemming van het college nodig is indien aan het horen of inschakelen van adviseurs en deskundigen kosten voor de gemeente verbonden zijn.

Artikel 3. Benoeming en ontslag

  • 1. De leden worden voor een periode van vier (4) jaar, zo mogelijk gelijk met de raadsperiode, door het college benoemd en kunnen éénmaal worden herbenoemd. De leden treden af volgens een door de commissie op te stellen rooster.

  • 2. De commissie kiest uit haar midden een voorzitter.

  • 3. Een lid kan ontslag nemen door schriftelijke kennisgeving aan het college. Hij blijft zijn functie uitoefenen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 4. Wanneer het college blijkt dat een lid zijn taak niet of niet behoorlijk vervult, kunnen zij dit lid ontslaan als lid van de commissie.

  • 5. Ambtenaren die in dienst zijn bij de gemeente Nieuwkoop kunnen geen lid zijn van de commissie.

Artikel 4. Financiën

  • 1. De leden van de commissie ontvangen voor hun werkzaamheden een presentiegeldvergoeding en een reiskostenvergoeding die door het college jaarlijks worden vastgesteld.

  • 2. Tevens ontvangen de leden van de commissie een door het college vast te stellen bedrag voor werkzaamheden die zij buiten de vergaderingen om ten dienste van de commissie verrichten, met dien verstande dat enkel die werkzaamheden worden vergoed waarvan de leden vooraf aan de secretaris kenbaar hebben gemaakt dat ze die zouden gaan verrichten.

Artikel 5. Vergaderingen

  • 1. De vergaderingen van de commissie zijn openbaar en kunnen door eenieder als toehoorder worden bijgewoond.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de vergadering, of een deel daarvan, in beslotenheid plaatsvinden, wanneer de meerderheid van het aantal aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter het nodig acht.

  • 3. Het college en de gemeentesecretaris kunnen de besloten vergaderingen als toehoorder bijwonen.

  • 4. De commissie vergadert eenmaal per vier (4) weken of zo vaak als het college of de voorzitter dit nodig acht, dan wel nadat tenminste drie leden schriftelijk en onder opgaaf van redenen om een vergadering hebben verzocht.

  • 5. De voorzitter belegt de vergaderingen in overleg met de secretaris. De secretaris zorgt ervoor dat de agenda, spoedeisende gevallen uitgezonderd, tenminste zeven dagen van te voren wordt verzonden met vermelding van de te behandelen onderwerpen en inclusief de bijbehorende stukken.

  • 6. Bij verhindering van de voorzitter wordt deze vervangen door een door de commissie, voorafgaand aan de vergadering, aan te wijzen lid.

Artikel 6. Gang van zaken tijdens de vergadering en besluitvorming

  • 1. De vergadering wordt niet gehouden als blijkens de presentielijst niet tenminste de helft van de leden ter vergadering aanwezig is.

  • 2. Als een vergadering als gevolg van het bepaalde onder het eerste lid niet doorgaat, dan wordt zo mogelijk met een tussentijd van tenminste vierentwintig (24) uur een nieuwe vergadering belegd. Wanneer ook dan het vereiste aantal leden niet is opgekomen, wordt over de op de agenda vermelde onderwerpen beraadslaagd en geadviseerd door de aanwezig zijnde leden.

  • 3. De commissie adviseert bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen wordt de advisering aangehouden tot de volgende vergadering. Als de stemmen dan andermaal staken beslist de voorzitter. De minderheid kan vorderen dat haar afwijkende mening uit het advies blijkt.

  • 4. Adviezen worden met redenen omkleed en door de voorzitter en de secretaris getekend.

  • 5. Op voorstel van de voorzitter kan de advisering plaatsvinden door toezending van een voorstel aan de leden, die daarover schriftelijk of per e-mail hun mening kenbaar kunnen maken.

  • 6. De commissie, alsook de voorzitter, kan geheimhouding opleggen omtrent hetgeen in een besloten vergadering is behandeld en omtrent de inhoud van de stukken die aan de commissie worden overgelegd. Geheimhouding wordt in acht genomen door de leden die bij de behandeling aanwezig waren, de secretaris en diegenen die ingevolge artikel 2, vierde lid, aanwezig waren. De geheimhouding wordt in acht genomen tot de commissie of de voorzitter de geheimhouding opheft.

Artikel 7. Verslaglegging

  • 1. Van het besprokene in een vergadering wordt door de secretaris een zakelijk verslag gemaakt met vermelding van de door de commissie uitgebrachte adviezen.

  • 2. Dit verslag wordt in de eerstvolgende vergadering van de commissie vastgesteld en door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

  • 3. De secretaris draagt zorg voor het ter kennisneming brengen van het verslag aan het college.

Artikel 8. Jaarverslag

Van de werkzaamheden van de commissie wordt jaarlijks, vóór 1 april van het daaropvolgende jaar, een schriftelijk verslag gemaakt dat ter kennis wordt gebracht aan het college.

Artikel 9. Intrekken oude regeling

De Verordening Monumentencommissie, vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 31 maart 2009, wordt ingetrokken op het in artikel 10 genoemde tijdstip.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op het tijdstip waarop de Erfgoedverordening 2010 gemeente Nieuwkoop en de Subsidieverordening Monumentenzorg 2010 gemeente Nieuwkoop in werking treden.

Artikel 11. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening monumentencommissie 2010 gemeente Nieuwkoop”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Nieuwkoop van 23 september 2010,

griffier voorzitter

E.R. van Holthe F. Buijserd

Toelichting op de Verordening monumentencommissie 2010 gemeente Nieuwkoop

Op grond van artikel 15 van de Monumentenwet 1988 stelt de gemeenteraad een verordening vast waarin tenminste de inschakeling wordt geregeld van een commissie op het gebied van de monumentenzorg die het college van burgemeester en wethouders adviseert over aanvragen om vergunning voor het afbreken, verstoren, verplaatsen of wijzigen van rijksmonumenten. In Nieuwkoop is de taak van de commissie breder. Ze adviseert namelijk ook over beschermde gemeentelijke monumenten, beschermde gemeentelijk dorpsgezichten, monumentensubsidies en het gemeentelijk beleid inzake cultuurhistorisch erfgoed in brede zin.

De Verordening monumentencommissie 2010 gemeente Nieuwkoop vervangt de in 2009 vastgestelde Verordening monumentencommissie, die nog naar de oude Erfgoedverordening en de oude Subsidieverordening monumentenzorg verwijst. Vanwege de vaststelling van de Erfgoedverordening 2010 gemeente Nieuwkoop en de Subsidieverordening monumentenzorg 2010 gemeente Nieuwkoop wordt nu ook een nieuwe Verordening monumentencommissie vastgesteld.

De verordening regelt onder andere de taak, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de monumentencommissie. Ten opzichte van de Verordening monumentencommissie uit 2009 is er niet veel gewijzigd. In bepalingen waar wel significante wijzigingen zijn aangebracht, wordt dit uitdrukkelijk aangegeven in de hieronder te raadplegen artikelsgewijze toelichting.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Taak

In deze bepaling zijn de taken en bevoegdheden van de monumentencommissie geregeld. Uit de bepaling blijkt duidelijk dat de monumentencommissie een belangrijke rol vervult met betrekking tot de monumentenzorg in de gemeente. Het college is immers verplicht advies te vragen van de commissie over maatregelen die de monumentenzorg betreffen. Daarnaast kan de commissie ook uit eigen beweging advies uitbrengen over aan de monumentenzorg gerelateerde aangelegenheden. Anderzijds kan het college de commissie vrijwillig om advies vragen.

Artikel 2. Samenstelling

Deze bepaling regelt de samenstelling van de commissie, alsook de gewenste deskundigheid. Nu er als gevolg van hogere wetgeving steeds meer zaken op het gebied van monumentenzorg op gemeentelijk niveau moeten worden afgehandeld, is het van niet te onderschatten belang dat de gewenste deskundigheid ook daadwerkelijk aanwezig is in de commissie.

De commissie wordt ondersteund door een secretaris, die de in belangrijke mate verantwoordelijk is voor de contacten met de ambtelijke organisatie en het college.

Artikel 3. Benoeming en ontslag

Leden van de commissie worden voor hooguit twee (2) perioden van vier (4) jaar aangesteld. Daarna treden zij af. Daarnaast kunnen zij zelf terugtreden uit de commissie en heeft het college de mogelijkheid om leden te ontslaan als zij niet goed functioneren.

Artikel 4. Financiën

De leden van de commissie ontvangen voor hun werkzaamheden presentiegelden en een reiskostenvergoeding. De presentiegelden worden jaarlijks door het college vastgesteld op grond van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden en de jaarlijkse Circulaire vergoeding commissieleden, die door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt uitgebracht.

Omdat commissieleden buiten vergaderingen om ook regelmatig werk verrichten ten dienste van de commissie, bijvoorbeeld in de vorm van het ter plaatse opnemen van beschermde monumenten, biedt de verordening de nieuwe mogelijkheid dat zij daarvoor een vergoeding ontvangen. Deze wordt door het college, binnen de door de raad bepaalde budgettaire kaders, jaarlijks vastgesteld. De vergoeding per uur is in ieder geval niet hoger dan de vergoeding die de leden ontvangen per vergaderd uur. De vergoeding per vergaderd uur wordt bepaalde door presentiegeld van één (1) vergadering te delen door het aantal uren dat een gemiddelde vergadering dat jaar heeft geduurd.

Artikel 5. Vergaderingen

In lijn met de voorgestane transparante werkwijze van de gemeente is ook de vergadering van de monumentencommissie openbaar. Dit betekent dat eenieder als toehoorder de vergadering bij kan worden. Het voorgaande is alleen anders als de meerderheid of de voorzitter van de commissie het nodig acht dat agendapunten of hele vergaderingen in beslotenheid wordt gevoerd. In dat geval mogen alleen het college en de gemeentesecretaris de vergadering bijwonen.

Om de commissieleden de mogelijkheid te geven zich goed voor te bereiden op de vergadering dienen de stukken ten minste zeven (7) dagen voor de vergadering te worden verzonden. In afwijking van de vorige verordening is de verantwoordelijkheid voor het beleggen van de vergaderingen bij de secretaris en de voorzitter gezamenlijk gelegd, in plaats van enkel bij de voorzitter. Dit is in de praktijk namelijk ook al gebruikelijk en dat werkt goed. De verantwoordelijkheid voor het tijdig verzenden van de agenda en de stukken is, in plaats van bij de voorzitter, bij de secretaris gelegd. Die beschikt namelijk als eerste over de stukken en heeft ook de faciliteiten om de stukken snel te verveelvoudigen en te verzenden.

Artikel 6. Gang van zaken tijdens de vergadering en besluitvorming

Om een weloverwogen en breed gedragen advisering te borgen kan de commissie in beginsel alleen adviseren als ten minste de helft van het aantal leden bij de vergadering aanwezig is.

Een belangrijke wijziging in de verordening is te vinden in het derde lid van deze bepaling. De oude verordening voorziet namelijk niet in het geval dat de stemmen tweemaal staken. In de nieuwe verordening beslist de voorzitter in een dergelijk geval. Dit om te voorkomen dat het college verstoken blijft van een belangrijk advies.

Een andere vernieuwing is dat de commissie de mogelijkheid heeft om per e-mail te vergaderen. Gelet op het beginsel dat de advisering in openbaarheid plaatsvindt is het belangrijk dat van de mogelijkheid om per e-mail te vergaderen alleen in uitzonderingsgevallen gebruik wordt gemaakt. Hierbij kan in het bijzonder worden gedacht aan gevallen waarin de advisering op zeer korte termijn moet plaats vinden en er redelijkerwijs geen mogelijkheid is om de commissie binnen die termijn voor een vergadering bijeen te roepen.

Artikel 7. Verslaglegging

Door het college regelmatig op de hoogte te houden van de werkzaamheden van de commissie houdt het college een goed zicht op de werkzaamheden van de commissie. De secretaris is verantwoordelijk voor het ter kennisneming aanbieden van het verslag aan het college, hetgeen vrijwel altijd via de voor monumentenzorg verantwoordelijke wethouder zal geschieden.

Artikel 8. Jaarverslag

Ondanks dat het college op grond van artikel 7 al regelmatig op de hoogte wordt gehouden van de werkzaamheden van commissie, biedt de commissie het college jaarlijks een verslag aan met daarin een overzicht van de verrichte werkzaamheden. In het verslag wordt teruggeblikt op het afgelopen jaar en kan ook worden vooruitgeblikt op het komende jaar.

Artikel 9 – 11. Slotbepalingen

Deze bepalingen regelen de intrekking van de oude verordening, de inwerkingtreding van deze nieuwe verordening en de citeertitel van deze verordening.