Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Nieuwkoop 2013

Geldend van 01-07-2013 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Nieuwkoop 2013

De gemeenteraad van de gemeente Nieuwkoop,

gelezen de voormalige Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Nieuwkoop 2012;

gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van Nieuwkoop

d.d. 23 april 2013;

gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Stb. 2006, 351);

besluit vast te stellen de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Nieuwkoop 2013.

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Nieuwkoop 2013

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen - In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1. Wet

    Wet maatschappelijke ondersteuning.

  • 2. College

    College van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwkoop.

  • 3. Compensatieplicht

    Compensatieplicht: de plicht van het College aan personen met een beperking, een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie, teneinde hen in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Daarbij legt artikel 4 van de wet het College de plicht op een resultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden en dat in het individuele geval maatwerk is.

  • 4. Aanmelding

    Aanmelding: de mededeling van een belanghebbende aan het college dat hij beperkingen ondervindt op grond waarvan hij verzoekt een afspraak te maken voor een gesprek.

  • 5. Gesprek

    Gesprek: het eerste contact na een aanmelding waarin met degene die maatschappelijke ondersteuning zoekt zijn gehele situatie wordt geïnventariseerd ten aanzien van de beperkingen en de gevolgen daarvan, de te bereiken resultaten, de te kiezen oplossingen via eigen mogelijkheden of via mogelijkheden van het netwerk dan wel via algemene, algemeen gebruikelijke collectieve, (wettelijk) voorliggende en individuele voorzieningen.

  • 6. Aanvraag

    Aanvraag: het verzoek van een belanghebbende om in aanmerking te komen voor één of meerdere voorzieningen om een resultaat te bereiken in het kader van deze verordening.

  • 7. Belanghebbende

    Belanghebbende: een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, die voor zichzelf of, met behulp van een machtiging, door een ander een aanmelding of een aanvraag doet of laat doen.

  • 8. Psychosociaal probleem

    Psychosociaal probleem: een situatie van verlies van zelfstandigheid en, met name, een gebrek aan mogelijkheden tot deelname aan het maatschappelijk verkeer, veroorzaakt door belemmeringen die iemand ondervindt in zijn relatie met anderen, met zijn sociale omgeving.

  • 9. Algemene voorziening

    Algemene voorziening: een voorliggende voorziening die weliswaar niet bestemd is voor, noch te gebruiken is door alle personen als bedoeld in artikel 4 lid 1 van de wet, maar die anderzijds door iedereen waarvoor de voorziening wel bedoeld is op eenvoudige wijze te verkrijgen of te gebruiken is, zonder een ingewikkelde aanvraagprocedure.

  • 10. Algemeen gebruikelijke voorziening

    Algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, dus ook door anderen gebruikt wordt, algemeen verkrijgbaar is en niet – aanzienlijk – duurder is dan vergelijkbare producten.

  • 11. Collectieve voorziening

    Collectieve voorziening: een voorziening die individueel wordt verstrekt maar die door meerdere personen tegelijk wordt gebruikt, in casu het collectief vraagafhankelijk vervoer.

  • 12. Voorliggende voorziening

    Voorliggende voorziening: een voorziening die normaal in de maatschappij aanwezig en beschikbaar is en bedoeld is voor iedereen die daar behoefte aan heeft.

  • 13. Wettelijk voorliggende voorziening

    Wettelijk voorliggende voorziening: een voorziening op grond van een wettelijke bepaling anders dan ingevolge de wet, waarmee het resultaat geheel of gedeeltelijk bereikt kan worden.

  • 14. Individuele voorziening

    Individuele voorziening: een voorziening die door het college ten behoeve van één persoon op basis van artikel 4 Wmo wordt verstrekt.

  • 15. Gebruikelijke zorg

    Gebruikelijke zorg: de zorg die op het gebied van het voeren van het huishouden voor alle meerderjarige leden van een leefeenheid als algemeen aanvaardbaar wordt beschouwd.

  • 16. Voorziening in natura

    Voorziening in natura: een voorziening, in te zetten om het resultaat te bereiken, in de vorm van goederen in (bruik)leen of in eigendom, of als persoonlijke dienstverlening.

  • 17. Persoonsgebonden budget

    Persoonsgebonden budget: een geldbedrag om te gebruiken voor het te bereiken resultaat, als alternatief voor een voorziening in natura.

  • 18. Financiële tegemoetkoming

    Financiële tegemoetkoming: een geldbedrag, al dan niet forfaitair of gemaximeerd, bedoeld om een voorziening mee aan te schaffen voor het te bereiken resultaat.

  • 19. Mantelzorger

    Mantelzorger: een persoon die mantelzorg in de zin van artikel 1, lid 1 onder b van de wet biedt.

  • 20. Hoofdverblijf

    Hoofdverblijf: de plaats waar een persoon staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie (GBA).

  • 21. Eigen bijdrage

    Een bijdrage die bij de verstrekking van een voorziening in natura of een persoonsgebonden budget betaald moet worden door de belanghebbende.

  • 22. Eigen aandeel

    Een bijdrage die bij de verstrekking van een financiële tegemoetkoming betaald moet worden door de belanghebbende.

  • 23. Woning:

    Een zelfstandige woonruimte die geschikt is voor permanente bewoning. Hotels/pensions, trekkerswoonwagens, kloosters, tweede woningen, vakantie/recreatiewoningen en kamers die zelfstandig verhuurd worden, worden niet als zelfstandige woonruimte beschouwd.

  • 24. Huisgenoot

    Iiedere persoon met wie de belanghebbende een duurzame en gezamenlijke huishouding voert.

  • 25. Goedkoopst-compenserend

    Een voorziening die, naar objectieve maatstaven gemeten, compensatie biedt voor de ondervonden belemmering. Indien er de keuze is tussen meerdere voorzieningen zal de goedkoopste voorziening worden verstrekt die voldoende compensatie biedt voor de ondervonden belemmering.

  • 26. Meerkosten

    Dat deel van de kosten van een voorziening dat meer bedraagt dan voor een persoon als algemeen gebruikelijk te beschouwen kosten.

  • 27. ICF

    International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF). Dit is een raamwerk van classificaties die tezamen een gestandaardiseerd begrippenapparaat vormen voor het beschrijven van het menselijk functioneren en de problemen die daarin kunnen optreden;

  • 28. Besluit

    Het meest recente Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Nieuwkoop.

  • 29. Nadere regels

    De meest recente Nadere Regels Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Nieuwkoop.

Hoofdstuk 2. Resultaatgerichte compensatie

Artikel 2. De te bereiken resultaten

De op basis van artikel 4 lid 1 van de wet via compenserende maatregelen te bereiken resultaten zijn:

a. een schoon en leefbaar huis:

b. wonen in een geschikt huis;

c. beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;

d. beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;

e. het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;

f. zich verplaatsen in en om de woning;

g. zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;

h. de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.

Hoofdstuk 3. Hoe te komen tot de te bereiken resultaten

Artikel 3. Scheiding aanmelding en aanvraag

  • 1. Aan een aanvraag voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet gaat een aanmelding voor een gesprek vooraf indien:

    a. De aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die nog niet eerder een aanvraag in het kader van de wet heeft gedaan;

    b. De aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die al eerder een gesprek heeft gevoerd maar waarbij sprake is van gewijzigde omstandigheden of gewijzigde te bereiken resultaten;

    c. Belanghebbende of het college daarom verzoekt.

  • 2. Indien belanghebbende aangeeft direct een aanvraag in te willen dienen en het college een gesprek voor de beoordeling van de aanvraag niet noodzakelijk acht, vervalt het gestelde in het eerste lid.

Artikel 4. Aanmelding voor een gesprek

Een aanmelding voor een gesprek kan schriftelijk of elektronisch worden gedaan bij het Klant Contact Centrum van de gemeente Nieuwkoop, door of namens een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren.

Artikel 5. Het gesprek

  • 1. Bij het voeren van het gesprek zal de International Classification of Functions, Disabilities and Health als basis voor het begrippenkader worden gehanteerd.

  • 2. Als de belanghebbende mantelzorg ontvangt kan het college indien zij dit van belang acht voor de beoordeling van de aanvraag, een apart gesprek met de betrokken mantelzorger(s) voeren.

  • 3. De aanvrager kan zich in het gesprek laten bijstaan door b.v. partner, kinderen, mantelzorger of adviseur.

Artikel 6. Het verslag

  • 1. Het gesprek moet worden afgesloten met een verslag. Opmerkingen van belanghebbende over dit verslag kunnen als bijlage aan het verslag worden toegevoegd. Uitsluitend een door belanghebbende ondertekend verslag kan als aanvraagformulier als bedoeld in artikel 7 lid 3 worden gebruikt.

  • 2. Na het voeren van een gesprek kan een belanghebbende, gebruik makend van het ondertekende verslag van het gesprek, dat in die situatie als aanvraagformulier dient, een aanvraag indienen voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet.

Artikel 7. De aanvraag

  • 1. De aanvraag van een individuele of collectieve voorziening moet schriftelijk of elektronisch plaatsvinden.

  • 2. Bij de aanvraag wordt, als er een ondertekend verslag van het gesprek aanwezig is, het ondertekende verslag als aanvraagformulier beschouwd.

Hoofdstuk 4. Beoordeling van de te bereiken resultaten

Paragraaf 1. Algemene regels

Artikel 8. Het maken van een afweging

  • 1. Het college gaat uit van de behoeften en persoonskenmerken van de belanghebbende. Daarbij zal onderzoek gedaan worden naar de noodzaak en mogelijkheid tot leveren van maatwerk ten aanzien van het te bereiken resultaat.

  • 2. Alle voorliggende, algemeen gebruikelijke en collectieve voorzieningen die beschikbaar en bruikbaar zijn, worden, als ze al niet tot een oplossing hebben geleid in het gesprek, of als er geen gesprek heeft plaatsgevonden, eerst beoordeeld (zie toelichting).

Paragraaf 2. De te bereiken resultaten

Artikel 9. Een schoon en leefbaar huis

  • 1. Het eerste te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het kunnen wonen in een huis dat schoon is. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrekken, keuken en sanitaire ruimten.

  • 2. Met het oog op een schoon en leefbaar huis kan een individuele voorziening getroffen worden voor het lichte en/of het zware huishoudelijke werk.

  • 3. Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen wordt dit eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld.

  • 4. Indien de belanghebbende mensen in zijn sociale omgeving heeft die beschikbaar zijn en in staat zijn werkzaamheden over te nemen, wordt dit eerst beoordeeld.

  • 5. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 10. Wonen in een geschikt huis

  • 1. Het tweede te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het normaal gebruik kunnen maken van 1 woning waar de belanghebbende zijn hoofdverblijf heeft. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrekken, keuken, sanitaire ruimten, berging, tuin of balkon.

  • 2. Met het oog op het normale gebruik van de woning kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van de woning.

  • 3. Voor zover de belanghebbende kan verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning welke verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden. Deze beoordeling vindt alleen plaats indien de aanpassing van de woning het bedrag dat hiervoor is vastgelegd in het Besluit te boven gaat.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt. Een verhuiskostenvergoeding kan dan wel verstrekt worden.

Artikel 11. Beschikken over goederen voor primaire

  • 1. Het derde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het voorzien zijn van de dagelijks benodigde hoeveelheid voedsel voor maaltijden en andere momenten waarop iets genuttigd wordt, evenals toiletartikelen en schoonmaakartikelen. Ook de noodzakelijke bereiding van maaltijden kan hieronder vallen.

  • 2. Met het oog op het beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het doen van boodschappen, voor wat betreft levensmiddelen, schoonmaakmiddelen, en toiletartikelen, alsmede het bereiden en aanreiken van maaltijden.

  • 3. Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen of voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare boodschappenservice of maaltijdvoorziening die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid 3 genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 12. Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding

  • 1. Het vierde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het aanwezig zijn kleding in gewassen en zo nodig gestreken, opgevouwen of opgehangen staat.

  • 2. Met het oog op het beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het wassen, drogen en strijken en opruimen van de dagelijkse was.

  • 3. Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen of voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare was- of strijkservice die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld.

  • 4. Indien de belanghebbende mensen in zijn sociale omgeving heeft die beschikbaar zijn en in staat zijn werkzaamheden over te nemen, wordt dit eerst beoordeeld.

  • 5. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 13. Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren

  • 1. Het vijfde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit de dagelijkse, gebruikelijke zorg voor in het huishouden aanwezige kinderen.

  • 2. Met het oog op het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het – zo mogelijk tijdelijk ter overbrugging van een periode noodzakelijk voor het nemen van meer definitieve maatregelen – vervangen van de ouder die in principe voor de kinderen zorgt.

  • 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een partner die beschikbaar en in staat is opvangtaken over te nemen of van een aanwezige en bruikbare voor- tussen- en naschoolse opvang, kinderopvang of andere opvangmogelijkheden die in de individuele situatie van de belanghebbende kunnen leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 4. Indien de belanghebbende mensen in zijn sociale omgeving heeft die beschikbaar zijn en in staat zijn werkzaamheden over te nemen, wordt dit eerst beoordeeld.

  • 5. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 14. Zich verplaatsen in en om de woning

  • 1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich verplaatsen in en om de woning bestaat uit het in staat zijn de woonkamer, het slaapvertrek en/of de slaapvertrekken, het toilet en de douche, de berging, de tuin of het balkon kunnen bereiken en er zich zodanig kunnen redden dat normaal functioneren mogelijk is.

  • 2. Met het oog op het verplaatsen in en om de woning kan een individuele voorziening worden getroffen bestaande uit een rolstoel voor dagelijks zittend gebruik, indien de rolstoel voor een periode van minimaal 6 maanden noodzakelijk is.

  • 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare rolstoelpool die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat, of een voorliggende voorziening als een rolstoel via de thuiszorgwinkel, wordt deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 15. Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel

  • 1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel bestaat uit het kunnen doen van dagelijkse boodschappen, het kunnen bezoeken van familie, kennissen en sociale activiteiten, alles binnen de directe woon- en leefomgeving.

  • 2. Met het oog op het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het verplaatsen over de korte afstand rond de woning en het verplaatsen over de langere afstand binnen de directe woon- en leefomgeving.

  • 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een algemeen gebruikelijke voorziening, openbaar vervoer, een aanwezige en bruikbare scootmobielpool of van collectief vraagafhankelijk vervoer van deur tot deur die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 16. De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten

  • 1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten bestaat uit het zo mogelijk kunnen afleggen van gewenste bezoeken en het deelnemen aan gewenste activiteiten.

  • 2. Met het oog op de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het vervoer naar de gewenste bestemmingen.

  • 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een algemene of collectieve voorziening of een of meer aanwezige en bruikbare (vrijwilligers)organisaties die in de individuele situatie van belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Hoofdstuk 5. Verstrekking in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming. Eigen bijdragen en eigen aandeel

Paragraaf 1. Verstrekking van voorzieningen

Artikel 17. Mogelijke verstrekkingwijzen

De te treffen voorzieningen kunnen als voorziening in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming worden verstrekt.

Paragraaf 2. Verstrekking in natura

Artikel 18. Inhoud beschikking

  • 1. Bij het treffen van een voorziening in natura wordt in de beschikking vastgelegd:

    a. wat de aard en omvang van de te treffen voorziening is;

    b. hoe de voorziening in natura verstrekt wordt of er sprake is van een overeenkomst waarin deze verstrekking is geregeld.

    c. dat bij niet-gebruik, verhuizing naar een andere gemeente of overlijden, de voorziening moet worden ingeleverd.

  • 2. Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage wordt dit in de beschikking opgenomen.

Paragraaf 3. Verstrekking als persoonsgebonden budget

Artikel 19. Overwegende bezwaren

Het college legt in het Besluit vast in welke situaties sprake is van overwegende bezwaren zodat er geen persoonsgebonden budget verstrekt wordt.

Artikel 20. Inhoud beschikking

  • 1. Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt in de beschikking vastgelegd:

    a. voor welk te bereiken resultaat het persoonsgebonden budget gebruikt moet worden, eventueel aangevuld met een programma van eisen waaraan bij de besteding voldaan moet worden;

    b. wat de omvang van het persoonsgebonden budget is en hoe deze omvang tot stand is gekomen;

    c. wat de duur is van de verstrekking waarvoor het persoonsgebonden budget bedoeld is;

    d. welke regels gelden ten aanzien van verantwoording van het persoonsgebonden budget;

    e. dat het deel van het budget dat niet is besteed aan het doel waarvoor het bestemd was, terugbetaald moet worden.

    f. dat bij niet-gebruik, verhuizing naar een andere gemeente of overlijden binnen de afschrijvingsperiode van de voorziening, het persoonsgebonden budget (deels) terug moet worden betaald.

  • 2. Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage wordt dit in de beschikking opgenomen.

Paragraaf 4. Verstrekking als financiële tegemoetkoming

Artikel 21. Inhoud beschikking

  • 1. Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming wordt in de beschikking vastgelegd:

    a. voor welk te bereiken resultaat de financiële tegemoetkoming bestemd is;

    b. wat de duur van de verstrekking is;

    c. of er sprake is van een overeenkomst waarin deze verstrekking is geregeld;

    e. wat de hoogte van de financiële tegemoetkoming is;

    f. dat het deel van de tegemoetkoming dat niet is besteed aan het doel waarvoor het bestemd was, terugbetaald moet worden.

  • 2. Als er sprake is van een te betalen eigen aandeel wordt dit in de beschikking opgenomen.

Paragraaf 5. Eigen bijdrage en eigen aandeel

Artikel 22. Eigen bijdragen en eigen aandeel

  • 1. Bij het verstrekken van een voorziening is een eigen bijdrage of een eigen aandeel verschuldigd ten aanzien van de volgende resultaten:

    a. een schoon en leefbaar huis;

    b. wonen in een geschikt huis;

    c. beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;

    d. beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;

    e. het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;

    f. zich verplaatsen in, om en nabij de woning voor zover het geen rolstoel betreft;

    g. zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;

    h. de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.

  • 2. De bedragen en percentages die gelden voor de eigen bijdrage dan wel eigen aandeel zijn gelijk aan de bedragen zoals opgenomen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning, Stb.2006 nr. 450, artikel 4.1, lid 1, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met uitzondering van de eigen bijdrage aan het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer.

  • 3. De eigen bijdrage aan het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer is afhankelijk van het gebruik van de voorziening en wordt jaarlijks vastgesteld in het portefeuillehoudersoverleggen Verkeer en Vervoer en Sociale Agenda van Holland Rijnland en vastgelegd in de contractafspraken met de uitvoerder van de Regiotaxi Holland Rijnland.

Hoofdstuk 6. Procedurele bepalingen rond onderzoek, advies en besluitvorming, intrekking en terugvordering

Artikel 23. Beslistermijn

  • 1. De termijn waarbinnen een besluit genomen moet worden bedraagt voor:

    • a.

      Een voorziening voor het wonen in een schoon en leefbaar huis: maximaal 8 weken.

    • b.

      Een voorziening voor het beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften: maximaal 8 weken.

    • c.

      Een voorziening voor het beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding: maximaal 8 weken.

    • d.

      Een voorziening voor het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren: maximaal 8 weken.

    • e.

      Een voorziening voor het wonen in een geschikt huis:

      • 1.

        als het gaat om een voorziening waarvoor geen bouwkundige offertes opgevraagd moeten worden: maximaal 8 weken;

      • 2.

        als het gaat om voorzieningen waar wel bouwkundige offertes opgevraagd moeten worden: maximaal 8 weken.

    • f.

      Een voorziening voor het zich verplaatsen in en om de woning: maximaal 8 weken.

    • g.

      Een voorziening voor het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel: maximaal 8 weken.

    • h.

      Een voorziening voor het ontmoeten van medemensen het op basis daarvan sociale verbanden aangaan: maximaal 8 weken.

  • 2. Indien het college dit noodzakelijk acht kan door middel van een spoedprocedure de afhandelingstijd sterk verkort worden.

Artikel 24. Beperkingen

  • 1. Een voorziening kan slechts worden toegekend voor zover:

    a. De noodzaak voor het te bereiken resultaat langdurig is, tenzij kortdurende hulp bij het huishouden leidt tot het te bereiken resultaat.

    b. De te verstrekken voorziening als de goedkoopst-compenserende voorziening aan te merken is.

    c. De kosten van de voorziening in redelijke verhouding staan tot de resterende technische levensduur van de woonruimte of de voorziening.

  • 2. Geen voorziening wordt toegekend:

    a. Indien de voorziening algemeen gebruikelijk is.

    b. Indien de belanghebbende niet woonachtig is in de gemeente Nieuwkoop.

    c. Voor zover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de belanghebbende voorafgaand aan het moment van aanvragen of het moment van beschikken heeft gemaakt.

    d. Indien de belanghebbende op basis van een andere wettelijke bepaling of regeling recht heeft op een vergelijkbare voorziening.

    e. Voor zover een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn (vermeld in het Besluit) van de voorziening nog niet verstreken is.

    f. Indien de afschrijvingstermijn van een eerder vergoede of verstrekte voorziening verstreken is maar de voorziening nog in goede staat voor gebruik verkeerd.

Artikel 25. Advisering

  • 1. Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op de aangevraagde voorziening, degene door wie een aanvraag is ingediend, diens mantelzorgers en/of bij gebruikelijke zorg diens relevante huisgenoten:

    a. Op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip en hen te bevragen.

    b. Op een door het college te bepalen plaats en tijdstip door een of meer daartoe aangewezen deskundigen te doen bevragen en/of onderzoeken.

  • 2. Het college kan een door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies vragen indien:

    a. Het handelt om een aanvraag van een persoon die niet eerder een voorziening heeft gehad c.q met wie niet eerder een gesprek als bedoeld in artikel 3 is gevoerd.

    b. Het handelt om een aanvraag van een persoon die wel eerder een voorziening heeft gehad of een gesprek zoals bedoeld in artikel 3 heeft gevoerd, maar van wie de medische omstandigheden zodanig zijn veranderd dat die gewijzigde omstandigheden de noodzaak van een voorziening of de soort van voorziening kunnen beïnvloeden.

    c. Het college dat overigens gewenst vindt.

Artikel 26. Wijziging situatie

  • 1. Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht zo spoedig mogelijk en schriftelijk aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.

  • 2. Het college is bevoegd, na toekenning van een voorziening op grond van deze verordening, deze persoon op te roepen of hem schriftelijk om informatie te vragen, teneinde vast te stellen of de omstandigheden die hebben geleid tot toekenning van de voorziening, ongewijzigd zijn.

Artikel 27. Intrekking

  • 1. Het college kan een besluit, genomen op grond van deze verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken indien aan 1 van de volgende voorwaarden is voldaan:

    a. Niet of niet meer is of wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening.

    b. Beschikt is op grond van gegevens waarvan gebleken is dat die gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen.

    c. De voorwaarden gesteld in de bruikleenovereenkomst niet worden nageleefd.

    d. Degene aan wie de voorziening is verstrekt, verhuist naar een andere gemeente of komt te overlijden.

    e. Een besluit tot verlening van een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget kan worden ingetrokken indien blijkt dat de tegemoetkoming of het budget binnen de vastgestelde termijn of binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van het resultaat waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.

Artikel 28. Terugvordering

  • 1. Indien een besluit is ingetrokken en het recht op een voorziening vervalt, kan op basis daarvan een in bruikleen verstrekte voorziening in natura, een reeds uitbetaalde financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget worden teruggevorderd.

  • 2. Ingeval het recht op een in eigendom verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggevorderd indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens.

  • 3. Eventuele schade aan een in bruikleen toegekende voorziening kan, met inachtneming van de bepalingen in de bruikleenovereenkomst, worden verhaald op de belanghebbende.

  • 4. In geval een in bruikleen verstrekte voorziening als gevolg van verwijtbare gedragingen van de belanghebbende niet meer aanwezig is, kan de restwaarde van de voorziening in rekening worden gebracht bij de belanghebbende.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

Artikel 29. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 30. Indexering

Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Nieuwkoop geldende bedragen verhogen of verlagen aan de hand van de prijsindex voor de gezinsconsumptie, zoals bepaald in artikel 4.5 lid 1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (Stb. 2006, 450).

Artikel 31. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2013.

Artikel 32 Overgangs- en afbouwbepalingen

  • 1. Deze verordening treedt in de plaats van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Nieuwkoop 2012, zoals vastgesteld door de raad op 1 maart 2012.

  • 2. De bepalingen in deze verordening zijn van toepassing op alle aanvragen van een voorziening op grond van de Wmo, ingediend op of na de dag van inwerkingtreding van deze verordening, alsmede op de beoordeling of wijziging van een voorziening, op of na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

  • 3. Op voorzieningen die op grond van de in het eerste lid bedoelde verordening zijn toegekend blijven de bepalingen uit laatstgenoemde verordening van toepassing, tot het tijdstip dat de aanspraak op een voorziening opnieuw moet worden vastgesteld of gewijzigd.

  • 4. In afwijking van het bepaalde in lid 3 geldt dat voor de voorzieningen collectief vraagafhankelijk vervoer, een financiële tegemoetkoming voor het gebruik van de eigen auto of een financiële tegemoetkoming voor gebruik van een (rolstoel)taxi op basis van verblijf in een AWBZ-instelling en bovenregionaal gebruik, deze verordening op alle verstrekkingen van toepassing is per 1 januari 2014.

Artikel 33. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Nieuwkoop 2013”.

Artikel 34. Cliëntenparticipatie

In overeenstemming met artikel 11 van de Wet betrekt het college de Wmo-adviesraad bestaande uit vertegenwoordigers van belangengroeperingen bij het opstellen en wijzigen van deze verordening, het Besluit en de Nadere regels alsmede bij het opstellen van nieuwe versies hiervan.

Artikel 35. Gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen, die de uitvoering van deze verordening betreffen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.