Regeling vervallen per 01-01-2020

Besluit inzake de vaststelling van nadere regels en een sanctiebeleid ingevolge hoofdstuk 10d van de CAR/UWO

Geldend van 04-09-2009 t/m 31-12-2019

Intitulé

Besluit inzake de vaststelling van nadere regels en een sanctiebeleid ingevolge hoofdstuk 10d van de CAR/UWO

Besluit inzake de vaststelling van nadere regels en een sanctiebeleid ingevolge hoofdstuk 10d van de CAR/UWO

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwkoop;

Handelende in overeenstemming met de commissie voor Georganiseerd Overleg;

Gelet op de artikelen 10d:13 en 10d:19 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling;

B E S L U I T:

  • 1.

    In dit besluit wordt verstaan onder:

    • a.

      WW: de Werkloosheidswet;

    • b.

      UWV: Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen;

    • c.

      CAR/UWO: de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst in de sector Gemeenten

    • d.

      Het college: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwkoop;

    • e.

      Betrokkene: de (gewezen) ambtenaar, aan wie ingevolge hoofdstuk 10d van de CAR/UWO een aanvullende en/of nawettelijke uitkering is toegekend;

    • f.

      Maatregelenbesluit: het Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten.

  • 2.

    Het college geeft ter zake van het opleggen van sancties overeenkomstige toepassing aan het sanctiebeleid van het UWV, tenzij en behoudens voor zover daarvan in dit besluit wordt afgeweken.

  • 3.

    De aanvullende en nawettelijke uitkering worden blijvend geheel geweigerd indien het ontslag waaruit dat recht voortkomt is te wijten aan eigen schuld of toedoen van de betrokkene.

  • 4.

    De aanvullende en de nawettelijke uitkering kunnen geheel of gedeeltelijk vervallen worden verklaard

    • a.

      indien de betrokkene nalaat het college op zijn verzoek of onverwijld uit eigen beweging alle feiten en omstandigheden mede te delen, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op uitkering, het geldend maken van het recht op uitkering, de hoogte of de duur van de uitkering, of op het bedrag van de uitkering dat aan de betrokkene wordt betaald;

    • b.

      indien de betrokkene zich zonder toestemming van het college in het buitenland vestigt of geacht moet worden aldaar duurzaam te verblijven;

    • c.

      indien de betrokkene zich zodanig gedraagt dat hem ontslag zou zijn verleend als hij in dienst was gebleven, alsmede:

    • d.

      indien achteraf blijkt, dat vóór het aan de betrokkene verleende ontslag zich feiten en/of omstandigheden hebben voorgedaan, die, zo deze eerder bekend waren, aanleiding zouden hebben gevormd hem als ambtenaar met toepassing van artikel 8:13 van de CAR/UWO ontslag te verlenen.

  • 5.

    a. Indien de betrokkene ter zake van de niet naleving van de verplichtingen ingevolge artikel 24 van de WW wordt geconfronteerd met een blijvend gehele weigering van de uitkering ingevolge de WW, vervalt diens recht op nawettelijke uitkering geheel. Indien de uitkering ter zake van de niet naleving van de verplichtingen ingevolge artikel 24 van de WW anders dan blijvend geheel wordt geweigerd, vervalt het recht op nawettelijke uitkering voor 50 % van het uitkeringsbedrag.

    b. Indien de uitkering ingevolge de WW gedeeltelijk of geheel aan de betrokkene wordt

    onthouden wegens het niet naleven van enige andere wettelijke verplichting, wordt de getroffen sanctie evenredig toegepast op de nawettelijke uitkering.

  • 6.

    De maatregelen die ingevolge het bepaalde bij en krachtens het Maatregelenbesluit kunnen worden getroffen, zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de nawettelijke uitkering van de betrokkene die niet voldoet aan één of meer van de navolgende verplichtingen:

    • a.

      het meewerken aan een voor hem gewenst onderzoek naar zijn arbeidsgeschiktheid door een arts, een psycholoog of een beroepskeuzeadviseur;

    • b.

      het bij deelname aan een re-integratietraject, onmiddellijk mededelen van de reden van het niet naleven van re-integratieverplichtingen aan het re-integratiebedrijf;

    • c.

      de registratie als werkzoekende bij het CWI en het tijdig verlengen van die registratie;

    • d.

      het meewerken aan scholing, opleiding of activiteiten zoals bedoeld in de hoofdstukken VI en XA van de WW;

    • e.

      het voorkomen werkloos te zijn of te blijven door in onvoldoende mate te trachten passende arbeid te verkrijgen of door in verband met te verrichten arbeid eisen te stellen die het aanvaarden of verkrijgen van passende arbeid belemmeren;

    • f.

      het zich zodanig gedragen dat hij de gemeente niet benadeelt of zou kunnen benadelen.

  • 7.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van 4 september 2009.

  • 8.

    Dit besluit wordt aangehaald als: “Sanctiebeleid aanvullende en nawettelijke uitkering”.

Dit besluit wordt op een geëigende wijze bekendgemaakt.

Vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 23 juni 2009.

©capra2008