Regeling reis- en verblijfskosten dienstreizen gemeente Nieuwkoop 2014

Geldend van 07-01-2014 t/m heden

Intitulé

Regeling reis- en verblijfskosten dienstreizen gemeente Nieuwkoop 2014

Regeling reis- en verblijfskosten dienstreizen gemeente Nieuwkoop 2014

Registratienummer: 13.25614

(Uitvoeringsbesluit, zoals bedoeld in artikel 15:1:22, lid 2, van de CAR/UWO.)

Begripsomschrijvingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a.Medewerker:

De ambtenaar, zoals bedoeld in artikel 1:1, lid 1, onder a., van de CAR/UWO;

b.Dienstreis:

Een noodzakelijk geachte verplaatsing van de medewerker buiten de plaats van tewerkstelling en het hiermee verband houdende verblijf, met uitzondering van verplaatsingen die plaatsvinden in het kader van de Regeling studiefaciliteiten gemeente Nieuwkoop 2011;

c.Plaats van tewerkstelling:

Het gebouw of terrein, waar of van waaruit de medewerker gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht.

Algemene bepaling

Artikel 2

De medewerker heeft voor het maken van een dienstreis vooraf toestemming nodig.

Reiskosten

Artikel 3

  • 1.

    • Onder noodzakelijke reiskosten voor dienstreizen worden de kosten verstaan die gemaakt zijn:

      • -

        in lijn met de normale uitoefening van de functie;

      • -

        voor het werken buiten de standplaats;

  • 2. Verkeersovertredingen worden niet aangemerkt als reiskosten.

Artikel 4

  • 1 Tenzij een andere opdracht is gegeven, behoort een dienstreis via de kortste route te worden gemaakt. Voor het bepalen van de afstand wordt gebruik gemaakt van de routeplanner van de ANWB, op basis van postcode en de kortste route.

  • 2 De plaats van tewerkstelling wordt als begin- en eindpunt aangemerkt. Het aantal kilometers wordt naar boven afgerond tot het naast hogere hele getal.

  • 3 In afwijking van het bepaalde in het vorige lid kan de woning van de medewerker of een andere plaats als beginpunt, respectievelijk eindpunt van de dienstreis worden aangemerkt, tenzij op de heenreis of op de terugreis de plaats van tewerkstelling wordt bezocht.

Vergoeding reiskosten

Artikel 5

  • 1 De kosten van het openbaar vervoer worden volledig vergoed. Als van de trein gebruik wordt gemaakt, dan vindt vergoeding plaats naar de kosten van de tweede klas.

  • 2 De kosten van het gebruik van een eigen motorvoertuig of (brom)fiets worden vergoed conform de “Reisregeling Binnenland” van het Ministerie van Binnenlandse Zaken (zie bijlage).

  • 3 Als de medewerker kan beschikken over een dienstfiets, dan moet hij deze gebruiken. Het gebruik van de eigen fiets komt in dat geval niet voor vergoeding in aanmerking.

Verblijfskosten

Artikel 6

Onder noodzakelijke verblijfskosten voor dienstreizen worden de kosten verstaan die gemaakt zijn:

  • -

    in lijn met de normale uitoefening van de functie;

  • -

    in verband met een dienstreis.

Vergoeding verblijfskosten

Artikel 7

  • 1 Verblijfskosten worden vergoed conform de “Reisregeling Binnenland” van het Ministerie van Binnenlandse Zaken (zie bijlage).

  • 2 Voor vergoeding komen in aanmerking de kosten van lunch en avondmaaltijd, logies en ontbijt.

Vergoeding overige kosten

Artikel 8

Kosten die direct verband houden met de dienstreis (parkeerkosten, tolgeld, veergeld, e.d.) worden gebruteerd vergoed.

Overwerk na 18.00 uur

Wanneer een medewerker overwerkt en deze tijd langer dan 1,5 uur bedraagt na 18.00 uur heeft de medewerker recht op een vergoeding voor een avondmaaltijd volgens de “Reisregeling Binnenland” van het Ministerie van Binnenlandse Zaken (zie bijlage).

Declaratie

Artikel 9

Uitbetaling van reis- en verblijfskosten gebeurt achteraf, op declaratiebasis. Declaraties moeten voorzien zijn van originele bewijsstukken en moeten worden ingediend door middel van het “Declaratieformulier reis- en verblijfkosten”.

Artikel 10

De declaraties van de in een kalendermaand gemaakte kosten moeten zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen één maand na die kalendermaand, ingediend worden.

Voorbehoud fiscale wijzigingen

Artikel 11

Burgemeester en wethouders behouden zich het recht voor deze regeling te herzien bij wijzigingen in de fiscale wetgeving.

Aansprakelijkheid bij schade

Artikel 12

Bij schade aan eigen motorvoertuig of (brom)fiets tijdens uitoefening van de dienst, als gevolg van verwijtbaar gedrag van de medewerker, is de werkgever niet aansprakelijk voor die schade. Het al of niet verwijtbaar zijn van gedrag wordt vastgesteld door de verzekeringsmaatschappij waar het motorvoertuig is verzekerd.

Onvoorziene gevallen

Artikel 13

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kunnen burgemeester en wethouders een bijzondere regeling treffen.

Vaststelling en ingangsdatum

Artikel 14

  • 1 Deze regeling kan worden aangehaald als de ”Regeling reis- en verblijfskosten dienstreizen gemeente Nieuwkoop 2014”.

  • 2 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

  • 3 De “Regeling reis- en verblijfkosten gemeente Nieuwkoop 2011” vervalt met ingang van de inwerkingtreding van de “Regeling reis- en verblijfkosten gemeente Nieuwkoop 2014”.

    Vastgesteld in het college van 7 januari 2014.

Bijlage

Artikel 5

Vergoedingen van het gebruik van een eigen motorvoertuig of (brom)fiets € 0,37 per afgelegde kilometer. In verband met de wet op de loonheffing wordt er een bepaald bedrag (peildatum 1 november 2013 maximaal € 0,19 netto per km) netto vergoed en wordt het overige deel (peildatum 1 november 2013 € 0,18 bruto) bruto vergoed.

Artikel 7

Voor ieder vol etmaal dat de dienstreis duurt een bedrag van € 4,50 voor kleine uitgaven overdag (dagcomponent) alsmede een bedrag van € 13,43 voor kleine uitgaven 's avonds (avondcomponent) vermeerderd met:

  • a)

    € 14,18 voor een lunch (lunchcomponent);

  • b)

    € 21,45 voor een avondmaaltijd (dinercomponent);

  • c)

    € 85,40 voor logies (logiescomponent);

  • d)

    € 8,34 voor een ontbijt (ontbijtcomponent).