REGELING SWA 2017

Geldend van 07-02-2017 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 07-02-2017

Intitulé

REGELING SWA 2017

HOOFDSTUK I: Begripsbepalingen

Artikel 1

1. In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:

a. de regeling: deze gemeenschappelijke regeling;

b. SWA: het rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam als bedoeld in artikel 2 van de regeling, waarin is opgegaan de gemeentelijke dienst Sociale Werkvoorziening Alphen aan den Rijn;

c. een deelnemende gemeente: een aan de regeling deelnemende gemeente;

d. de raad: de gemeenteraad van een deelnemende gemeente;

e. het college: het college van burgemeester en wethouders van een deelnemende gemeente;

f. Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland;

g. de directeur: de algemeen directeur van SWA.

2. In de regeling worden bepaalde artikelen van de Gemeentewet en van enkele andere wetten van toepassing verklaard. Waar in die artikelen wordt gesproken van gemeente, raad, college van burgemeester en wethouders resp. burgemeester, dient daarvoor te worden gelezen: SWA, algemeen bestuur, dagelijks bestuur, resp. voorzitter.

HOOFDSTUK II: Het openbaar lichaam

Artikel 2

1. Er is een openbaar lichaam, genaamd "SWA".

2. Het openbaar lichaam is rechtspersoon en is gevestigd te Alphen aan den Rijn.

Artikel 3

Het bestuur van SWA bestaat uit:

a. het algemeen bestuur;

b. het dagelijks bestuur;

c. de voorzitter.

HOOFDSTUK III: Doelstelling, taken en bevoegdheden

Artikel 4

1. SWA heeft tot doel het op een bedrijfsmatig verantwoorde wijze uitvoeren van taken van en voor de deelnemende gemeenten op het terrein van de gesubsidieerde arbeid.

2. Ter vervulling van het in lid 1 genoemde doel voert SWA de volgende taken uit:

a. de gemeentelijke taken, genoemd in de Wsw;

b. de uitvoering van, bij afzonderlijk besluit van de betreffende bestuursorganen, opgedragen en op te dragen taken op grond van regelingen ter bevordering van de arbeidsparticipatie van inwoners met een handicap op de arbeidsmarkt.

3. Aan SWA zijn alle taken en bevoegdheden overgedragen die de Wsw oplegt c.q. toekent aan de deelnemende gemeenten.

4. Aan SWA zijn bevoegdheden van regeling en bestuur toegekend binnen de grens van artikel 30 van de Wgr.

5. Aan SWA is, ten behoeve van de in het eerste lid genoemde doelstelling, de bevoegdheid toegekend om werkzaamheden die inherent zijn aan de taken bedoeld in lid 2, tegen marktconforme tarieven ook uit te voeren op andere beleidsterreinen.

6. Aan SWA is, ten behoeve van de in het eerste lid genoemde doelstelling, de bevoegdheid toegekend een of meer rechtspersonen op te richten en/ of deel te nemen in een of meer bestaande dan wel te vormen rechtspersonen.

7. SWA is bevoegd de taken, bedoeld in lid 2, tevens uit te voeren in opdracht van niet deelnemende gemeenten en van andere instanties, voorzover dat leidt tot een beter bedrijfsresultaat.

HOOFDSTUK IV: Het algemeen bestuur

Par. 1. De samenstelling

Artikel 5

Het algemeen bestuur bestaat uit twee leden per deelnemende gemeente, aangewezen door het college uit haar midden.

Artikel 6

1. De aanwijzing van de leden van het algemeen bestuur vindt plaats binnen drie maanden na de gemeenteraadsverkiezingen, resp. na het tussentijds ontstaan van een vacature.

2. Van een aanwijzing tot lid van het algemeen bestuur geeft het college binnen een week kennis aan de voorzitter van SWA

3. De leden van het algemeen bestuur treden af op de dag met ingang waarvan de leden van de raad in oude samenstelling aftreden.

4. Een lid van het algemeen bestuur treedt tussentijds af wanneer:

a. hij geen lid meer is van het college;

b. hij als zodanig ontslag neemt;

c. het college dat hem heeft aangewezen hem als zodanig ontslag verleent.

5. Een lid van het algemeen bestuur dat ontslag neemt of overeenkomstig het derde lid moet aftreden, blijft zijn functie waarnemen totdat onherroepelijk in zijn opvolging is voorzien.

6. Het lid van het algemeen bestuur dat een tussentijds afgetreden lid is opgevolgd, treedt af op het tijdstip, waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, zou hebben moeten aftreden.

7. Het algemeen bestuur kan zich permanent of incidenteel doen bijstaan door een adviseur met inhoudelijke deskundigheid op het commerciële werkveld waarbinnen SWA moet opereren.

Artikel 7

Het lidmaatschap van het algemeen bestuur is onverenigbaar met een aanstelling als medewerker van SWA, resp. als ambtenaar in gewone dienst van een deelnemende gemeente, met uitzondering van onderwijzend personeel.

Par. 2. De bevoegdheden.

Artikel 8

1. Alle bevoegdheden in het kader van de regeling, die niet aan het dagelijks bestuur, de voorzitter of de directeur zijn opgedragen, behoren aan het algemeen bestuur.

2. Bij de uitoefening van deze bevoegdheden zijn de bij de Gemeentewet voor de raad gestelde bepalingen zoveel mogelijk van toepassing.

Par. 3. De werkwijze.

Artikel 9

Op het houden van de vergaderingen van het algemeen bestuur is artikel 22 van de Wgr van toepassing.

Artikel 10

1. Het aantal stemmen dat door een lid van het algemeen bestuur wordt uitgebracht is afhankelijk van het aantal in de betreffende gemeente woonachtige medewerkers van SWA, werkzaam op grond van de Wsw, met dien verstande dat minimaal drie leden van het algemeen bestuur een voorstel moeten steunen, wil sprake zijn van een besluit. Het aantal stemmen wordt gelijkelijk verdeeld over de twee leden van elke gemeente.

2. De stemverhouding wordt jaarlijks door het algemeen bestuur voor het komend dienstjaar vastgesteld op basis van het gemiddelde aantal medewerkers per 31 december,zoals vermeld in de laatste vier jaarrekeningen en/of jaarverslagen.

3. De stemverhouding bedoeld in lid 1 en 2 is niet van toepassing op een voorstel, zoals bedoeld in art 21 lid 2, waarin het vertrouwen in de voorzitter of een lid van het dagelijks bestuur wordt opgezegd.

HOOFDSTUK V: Het dagelijks bestuur

Par. 1. De samenstelling.

Artikel 11

Het dagelijks bestuur bestaat uit drie leden. Zij zijn aangewezen door en uit het algemeen bestuur. Zij zijn elk afkomstig uit een andere gemeente.

Artikel 12

1. De aanwijzing van de leden van het dagelijks bestuur vindt plaats in de eerste vergadering van het algemeen bestuur in nieuwe samenstelling.

2. De leden van het dagelijks bestuur treden als lid van dit bestuur af op de dag met ingang waarvan de leden van de raad in oude samenstelling aftreden

3. Een lid van het dagelijks bestuur treedt tussentijds af, wanneer:

a. hij geen lid meer is van het college;

b. hij als zodanig ontslag neemt;

c. het college dat hem heeft aangewezen hem als lid van het algemeen bestuur ontslag verleent;

d. het algemeen bestuur hem als zodanig ontslag verleent.

4. Een lid van het dagelijks bestuur dat tussentijds aftreedt, stelt tevens zijn zetel als lid van het algemeen bestuur ter beschikking.

5. Een lid van het dagelijks bestuur dat ontslag neemt of overeenkomstig het in het tweede lid bepaalde moet aftreden, blijft zijn functie waarnemen, totdat onherroepelijk in zijn opvolging is voorzien.

6. Indien tussentijds een plaats in het dagelijks bestuur vacant komt, kiest het algemeen bestuur een nieuw lid, zodra het college dat hem had aangewezen een nieuwe vertegenwoordiger in het algemeen bestuur heeft aangewezen.

Par. 2. De bevoegdheden.

Artikel 13

Aan het dagelijks bestuur van SWA is opgedragen:

a. het voorbereiden van hetgeen het algemeen bestuur ter overweging en beslis¬sing moet worden voorgelegd;

b. het uitvoeren van de besluiten van het algemeen bestuur;

c. het toezicht op het beheer van de inkomsten en de uitgaven van SWA;

d. het toezicht op het beheer en het onderhoud van alle werken, inrichtingen en eigendommen van SWA;

e. het houden van toezicht op al hetgeen SWA aangaat.

Par. 3. De werkwijze.

Artikel 14

Het dagelijks bestuur stelt voor zijn vergaderingen een reglement van orde vast. Het reglement wordt aan het algemeen bestuur medegedeeld.

HOOFDSTUK VI: Voorzitter en secretaris

Artikel 15

1. De voorzitter wordt uit het midden van het dagelijks bestuur aangewezen in de eerste vergadering van het algemeen bestuur in nieuwe samenstelling.

2. Tenzij betrokkene schriftelijk aangeeft niet voor aanwijzing in aanmerking te willen komen, wordt de vertegenwoordiger van de gemeente Alphen aan den Rijn aangewezen als voorzitter.

3. De voorzitter van het algemeen bestuur is tevens voorzitter van het dagelijks bestuur.

4. Bij verhindering of ontstentenis wordt de voorzitter vervangen door een door het dagelijks bestuur uit zijn midden aan te wijzen lid.

5. De voorzitter treedt af op de dag met ingang waarvan de leden van de raad in oude samenstelling aftreden.

6. De voorzitter treedt tussentijds af wanneer

a. hij geen lid meer is van het college;

b. hij als zodanig ontslag neemt;

c. het college dat hem heeft aangewezen als lid van het algemeen bestuur hem als zodanig ontslag verleent;

d. het algemeen bestuur hem als zodanig ontslag verleent.

7. De voorzitter die ontslag neemt of overeenkomstig het vijfde lid moet aftreden, blijft zijn functie waarnemen, totdat onherroepelijk in zijn opvolging is voorzien.

8. Indien de functie van voorzitter tussentijds vacant komt, wijst het algemeen bestuur een ander lid van het dagelijks bestuur aan als voorzitter. Gaat het vacant komen gepaard met het openvallen van een plaats in het algemeen bestuur, dan stelt het algemeen bestuur het aanwijzen van een nieuwe voorzitter uit, totdat de opengevallen plaats in het algemeen bestuur zal zijn bezet, doch voor niet langer dan drie maanden.

Artikel 16

1. De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur.

2. De voorzitter draagt er zorg voor dat de besluiten naar behoren worden uitgevoerd.

3. De voorzitter vertegenwoordigt SWA in en buiten rechte. Indien de voorzitter deel uitmaakt van het bestuur van een deelnemende gemeente die partij is in een geding of bij een buitengerechtelijke rechtshandeling, waarbij SWA is betrokken, oefent een ander door het dagelijks bestuur aan te wijzen lid van dat bestuur deze bevoegdheid uit.

4. De voorzitter kan de vertegenwoordiging aan een door hem gemachtigde schriftelijk opdragen.

Artikel 17

1. De secretaris van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur wordt door het algemeen bestuur benoemd, geschorst en ontslagen. Het dagelijks bestuur draagt de directeur, of een door hem aan te wijzen ambtenaar voor ter benoeming tot secretaris.

2. Het dagelijks bestuur benoemt op voordracht van de directeur een plaatsvervangend secretaris.

3. Artikel 103 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 18

De voorzitter en de secretaris ondertekenen de stukken die van het algemeen en het dagelijks bestuur uitgaan.

HOOFDSTUK VII: Informatie en verantwoording

Artikel 19

1. Het dagelijks bestuur brengt aan de raden ter kennis de besluiten van het algemeen bestuur betreffende:

a. de begroting, de rekening en het ondernemingsplan met de daarbij horende stukken;

b. het reglement van orde zoals bedoeld in artikel 9 van de regeling, subsidiair artikel 16 van de Gemeentewet;

c. de aankoop en verkoop van onroerende zaken.

2. Voorzover de besluiten bedoeld in lid 1. de goedkeuring behoeven van Gedeputeerde Staten brengt het dagelijks bestuur de beslissing van Gedeputeerde Staten ter kennis van de raden.

Artikel 20

1. Het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur verstrekken aan de raden alle inlichtingen die door een raad worden gevraagd.

2. Een lid van het algemeen bestuur geeft aan de raad die het lid heeft aangewezen alle inlichtingen die door de raad, of een of meer leden daarvan wordt gevraagd.

3. Een lid van het algemeen bestuur kan door het college dat het lid heeft aangewezen ter verantwoording worden geroepen voor het door hem in dat bestuur gevoerde beleid.

4. Het geven van inlichtingen en het afleggen van verantwoording gebeurt op de in de deelnemende gemeente gebruikelijke wijze.

5. Het college kan een door hem aangewezen lid van het algemeen bestuur dat zijn vertrouwen niet meer bezit, als zodanig ontslag verlenen. De artikelen 49 en 50 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 21

1. Het dagelijks bestuur en een of meer leden daarvan geven aan het algemeen bestuur, of aan een of meer leden daarvan, de gevraagde inlichtingen dan wel leggen verantwoording af, indien daartoe geroepen door het algemeen bestuur.

2. Het algemeen bestuur kan de voorzitter of een lid van het dagelijks bestuur dat niet meer het vertrouwen bezit van de andere leden van het algemeen bestuur als zodanig ontslag verlenen. De artikelen 49 en 50 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

3. Als een besluit tot het verlenen van ontslag als voorzitter, resp. als lid van het dagelijks bestuur niet wordt gevolgd door het aftreden van betrokkene als lid van het dagelijks bestuur en/of algemeen bestuur, resp. als lid van het algemeen bestuur, worden de bepalingen in artikel 15 lid 2 en in artikel 11 lid 2 tot en met 4 buiten werking gesteld tot het algemeen bestuur na de volgende gemeenteraadsverkiezingen weer in nieuwe samenstelling bijeen komt.

HOOFDSTUK VIII: Vergoedingen

Artikel 22

1. Het algemeen bestuur kan voor de leden van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur, binnen het kader van artikel 21 van de Wgr, een regeling vaststellen tot tegemoetkoming in de kosten.

2. Het algemeen bestuur kan voor de leden van het dagelijks bestuur, binnen het kader van artikel21 van de Wgr, een regeling vaststellen tot vergoeding van hun werkzaamheden.

HOOFDSTUK IX: Directeur en ambtelijk apparaat

Artikel 23

1. Het algemeen bestuur beslist omtrent benoeming, schorsing en ontslag van de directeur.

2. De directeur wordt bij verhindering of ontstentenis vervangen op een door het algemeen bestuur te bepalen wijze.

Artikel 24

1. Aan de directeur van SWA is opgedragen:

a. het voorbereiden van hetgeen het dagelijks bestuur ter overweging en beslis¬sing moet worden voorgelegd;

b. het uitvoeren van de besluiten van het dagelijks bestuur;

c. het beheer van de inkomsten en uitgaven van SWA;

d. het beheer en het onderhoud van alle werken, inrichtingen en eigendommen van SWA.

2. De directeur is bevoegd om deel te nemen aan de vergaderingen van het algemeen en het dagelijks bestuur. Hij heeft daarin een adviserende stem.

3. De directeur is -binnen de grenzen van het jaarlijks door het algemeen bestuur vast te stellen ondernemingsplan en het voor 31 december jaarlijks met het dagelijks bestuur te sluiten managementcontract - bevoegd naar eigen inzicht leiding en sturing te geven aan het apparaat en de medewerkers van SWA.

4. De directeur is bevoegd tot benoeming, schorsing en ontslag van personeel in dienst van SWA en tot tewerkstelling van personeel op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.

5. De directeur is bevoegd om -binnen de kaders van het vastgestelde ondernemingsplan en de begroting- financiële verplichtingen aan te gaan en prioriteiten te stellen bij de uitvoering van bedoelde plannen.

6. De directeur is verplicht om eenmaal per kwartaal, binnen een maand na afloop van het betreffende kwartaal, het dagelijks bestuur te informeren over de voortgang van de uitvoering van de bedrijfsdoelstellingen die zijn vastgelegd in de begroting en het ondernemingsplan.

7. De directeur is verplicht om onvoorziene ontwikkelingen, waarvan de gevolgen buiten het kader van begroting en ondernemingsplan vallen, met spoed voor te leggen aan het dagelijks bestuur.

8. De directeur informeert de voorzitter maandelijks over de voortgang der werkzaamheden.

Artikel 25

1. Het algemeen bestuur regelt de verantwoordelijkheden en de positie van de directeur nader in een organisatieverordening.

2. Het algemeen bestuur regelt de bezoldiging , alsmede overeenkomstig artikel 125 van de Ambtenarenwet 1929 de rechtspositie van de directeur.

Artikel 26

Het algemeen bestuur regelt de bezoldiging alsmede overeenkomstig de artikelen 125 en 134 van de Ambtenarenwet 1929, de rechtspositie van de ambtenaren van SWA.

Artikel 27

1. Zolang het algemeen bestuur geen regeling heeft vastgesteld als bedoeld in artikel 25, tweede lid en in artikel 26 zijn op de ambtenaren van SWA van overeenkomstige toepassing de regelingen inzake rechtspositie welke zijn of worden vastgesteld voor het personeel in dienst van de gemeente Alphen aan den Rijn.

2. Waar in deze regelingen wordt gesproken van raad, college van burgemeester en wethouders, burgemeester resp. secretaris dient daarvoor te worden gelezen: algemeen bestuur, dagelijks bestuur, voorzitter, resp. directeur. Waar in deze regelingen andere functionarissen worden genoemd met bevoegdheden tot regeling en uitvoering, dient daarvoor te worden gelezen: directeur.

HOOFDSTUK X: Financiële bepalingen

Artikel 28

1. Met betrekking tot de organisatie van de financiële administratie en het kasbeheer van SWA en met betrekking tot de controle op het geldelijk beheer en de boekhouding van SWA zijn de artikelen 212 en 213 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

2. De deelnemende gemeenten zullen er steeds zorg voordragen dat SWA over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen.

3. Indien aan het algemeen bestuur blijkt dat een deelnemende gemeente weigert deze uitgaven op de begroting te zetten, doet het algemeen bestuur onverwijld aan Gedeputeerde Staten het verzoek over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 en 195 van de Gemeentewet (oud)

Artikel 29

1. Het dagelijks bestuur stelt jaarlijks een ontwerp-begroting op met de daarbij horende toelichting.

2. De ontwerp-begroting wordt tien weken, voordat zij in het algemeen bestuur wordt besproken, toegezonden aan de raden.

3. In de begroting wordt aangegeven de naar raming door elke deelnemende gemeente voor het jaar, waarop de begroting betrekking heeft, verschuldigde bijdrage voor te werk te stellen personen.

4. Voor de berekening van de in het derde lid bedoelde bijdrage wordt uitgegaan van:

a. het feitelijk aantal volgens de administratie van SWA te werk gestelde personen woonachtig in de deelnemende gemeente, uitgedrukt in fulltime equivalenten (fte’s) zoals bedoeld in de Wsw.

b. de meest recente door het algemeen bestuur bij rekening vastgestelde of bij begroting geraamde bijdrage per te werk te stellen persoon, gecorrigeerd voor loon- en prijsontwikkelingen tussen het komend dienstjaar en het betreffende dienstjaar.

5. De deelnemende gemeenten betalen bij wijze van voorschot jaarlijks vòòr 1 februari de in het derde lid bedoelde bijdrage.

6. Het algemeen bestuur stelt de begroting vast vòòr 15 juli van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting moet dienen.

7. Terstond na de vaststelling wordt de begroting in afdruk toegezonden aan de raden die elk het voor de betreffende gemeente als bijdrage geraamde bedrag, in de gemeentebegroting opnemen.

8. Met betrekking tot wijziging van de begroting is het bepaalde in de voorgaande leden -behalve het zesde lid - van dit artikel van overeenkomstige toepassing.

9. Van het bepaalde in het voorgaande lid kan worden afgeweken ten aanzien van begrotingswijzigingen die:

a. geen wijziging inhouden van de gemeentelijke bijdrage bedoeld in lid 3;

b. geen afwijking inhouden van het algemeen en financieel beleid, zoals vastgelegd in begroting en ondernemingsplan.

10.Af- en overschrijving op posten van de begroting zonder begrotingswijziging is mogelijk, wanneer hiertoe bij een - door Gedeputeerde Staten goedgekeurd- besluit van het algemeen bestuur machtiging is verleend, mits af- en overschrijvingen geen negatief effect hebben op het exploitatiesaldo.

Artikel 30

1. Onder overlegging van de concept-jaarrekening met toelichting legt het dagelijks bestuur verantwoording af aan het algemeen bestuur over de rechtmatigheid en de doelmatigheid van de inkomsten en uitgaven over het verstreken dienstjaar. Het dagelijks bestuur voegt daarbij een verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening, ingesteld door de op grond van artikel 28 van de regeling, subsidiair artikel 213 van de Gemeentewet, aangewezen accountant.

2. Het algemeen bestuur onderzoekt de rekening en stelt haar vast vòòr 15 juli van het jaar volgend op het dienstjaar, waarvoor de rekening is opgemaakt.

3. Artikel 199 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.

4. De vaststelling van de rekening strekt het dagelijks bestuur tot decharge, behoudens later in rechte gebleken valsheid in geschrifte of andere onregelmatigheden.

5. In de rekening wordt de door elk der deelnemende gemeenten over het betreffende jaar werkelijk verschuldigde bijdrage opgenomen voor de te werk gestelde personen.

6. SWA kent een egalisatiefonds dat tot doel heeft te voorkomen dat de deelnemende gemeenten worden geconfronteerd met uitbetalingen of nabetalingen omdat de gemeentelijke bijdrage in de rekening afwijkt van de raming in de begroting. Het algemeen bestuur bepaalt hoe dit fonds -zonder directe financiering door de deelnemende gemeenten- gevuld wordt en wat de maximale vulling mag zijn.

Het bij de rekening vastgestelde verschil tussen de werkelijke en de geraamde gemeentelijke bijdrage wordt ten bate of ten laste van het egalisatiefonds gebracht, zolang de maximale vulling van het fonds niet is bereikt, resp. zolang het fonds over voldoende middelen beschikt. Wanneer het fonds de maximale vulling bereikt heeft wordt een positief verschil uitbetaald aan de gemeenten. Wanneer het fonds geen middelen meer bevat, wordt een negatief verschil als opslag verwerkt in de begroting voor het komend jaar.

HOOFDSTUK XI: Geschillen

Artikel 31

1. Voordat over een geschil conform artikel 28 van de Wgr de beslissing van Gedeputeerde Staten wordt gevraagd, legt het algemeen bestuur of het bestuur van een of meer deelnemende gemeenten het geschil voor aan een commissie van goede diensten.

2. De commissie bestaat uit drie personen, waarvan de twee partijen, waartussen het geschil bestaat, er elk een aanwijzen. Deze twee personen kiezen samen een derde persoon.

3. De commissie hoort de bij het geschil betrokken besturen.

4. De commissie brengt binnen drie maanden advies uit over de mogelijkheden om partijen tot overeenstemming te brengen.

HOOFDSTUK XII: Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing

Artikel 32

Toetreding door andere gemeenten vindt plaats indien:

a. het college van de betreffende gemeente daartoe strekkende besluiten neemt;

b. de regeling van de gevolgen van de toetreding wordt goedgekeurd door de colleges van tenminste tweederde deel van de deelnemende gemeenten.

Artikel 33

1. Een deelnemende gemeente kan uit de regeling treden door toezending aan het algemeen bestuur van de daartoe strekkende besluiten van haar college.

2. De uittreding treedt in werking met inachtneming van een termijn van een jaar, te rekenen vanaf

1 januari van het jaar volgend op het jaar, waarin de uittredingsbesluiten zijn toegezonden.

3. De uittredende gemeente is verplicht de bijdrage als bedoeld in artikel 29 en 30 te blijven voldoen voor iedere inwoner die op het tijdstip van formele uittreding is aangesteld bij SWA op grond van de Wsw en wel tot het tijdstip van beëindiging van de dienstbetrekking.

4. Het algemeen bestuur regelt , onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten, de overige financiële en andere gevolgen van de uittreding.

Artikel 34

1. Zowel het algemeen bestuur, op voorstel van het dagelijks bestuur, als de colleges der deelnemende gemeenten kunnen voorstellen tot wijziging van de regeling doen.

2. De regeling kan worden gewijzigd bij eensluidende besluiten van de colleges van tenminste tweederde deel van het aantal deelnemende gemeenten, waaronder in ieder geval de gemeente Alphen aan den Rijn.

Artikel 35

1. De regeling wordt opgeheven indien de colleges van tenminste tweederde deel van het aantal deelnemende gemeenten daartoe besluiten.

2. In geval van opheffing van de regeling besluit het algemeen bestuur tot liquidatie en stelt hij daarvoor de nodige regels.

3. Het liquidatieplan wordt door het algemeen bestuur, de colleges van de deelnemende gemeenten gehoord, vastgesteld.

4. Het liquidatieplan regelt de gevolgen voor het ambtelijk apparaat en voorziet in de verplichting van de deelnemende gemeenten tot deelneming in de personele gevolgen van de beëindiging van de regeling.

5. De deelnemende gemeenten verbinden zich in geval van opheffing van SWA de rechten en plichten van het openbaar lichaam te verdelen overeenkomstig de stemverhouding bedoeld in artikel 10 lid 2.

6 De bestuursorganen van SWA blijven in functie totdat de liquidatie is voltooid.

HOOFDSTUK XIII: Duur van de regeling

Artikel 36

De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.

HOOFDSTUK XIV: Het archief

Artikel 37

1. Voor de uitvoering van de Archiefwet en de daaraan verbonden voorschriften zijn de voorschriften van de gemeente Alphen aan den Rijn van overeenkomstige toepassing.

2. Als archiefbewaarplaats bedoeld in artikel 31 van de Archiefwet wordt aangewezen de archiefbewaarplaats van de gemeente Alphen aan den Rijn.

3. De gemeentearchivaris is belast met het beheer van de naar de bewaarplaats overgebrachte archiefbescheiden.

4. De directeur is belast met het beheer van de archiefbescheiden, voorzover deze niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats bedoeld in lid 2 en 3.

HOOFDSTUK XV: Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 38

Als het gemeentebestuur bedoeld in artikel 26 lid 1 van de Wgr wordt dat van Alphen aan den Rijn aangewezen.

Artikel 39

1. De regeling kan worden aangehaald onder de titel: "Regeling SWA 2017".

2. Zij treedt in werking op de dag na publicatie in de Staatscourant

Aldus - na de van de gemeenteraad verkregen toestemming, zoals bedoeld in artikel 1 lid 2 en 3 van de Wet gemeenschappelijke regelingen -besloten door het college van B. & W van Alphen aan den Rijn op 6 december 2016

Secretaris, Burgemeester,

drs. P.W. Jeroense, mr. drs. J.W.E. Spies

Aldus - na de van de gemeenteraad verkregen toestemming, zoals bedoeld in artikel 1 lid 2 en 3 van de Wet gemeenschappelijke regelingen - besloten door het college van B. & W. van Kaag en Braassem op 24 januari 2017

Secretaris, Burgemeester,

M.E. Spreij, mr. K.M. van der Velde-Menting

Aldus - na de van de gemeenteraad verkregen toestemming, zoals bedoeld in artikel 1 lid 2 en 3 van de Wet gemeenschappelijke regelingen - besloten door het college van B. & W. van Nieuwkoop op 20 december 2016

Secretaris, Burgemeester,

mt. G.G.G. Slooters, F. Buijserd

Ondertekening