Nadere regels Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Nieuwkoop 2020

Geldend van 29-12-2023 t/m heden

Intitulé

Nadere regels Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Nieuwkoop 2020

Het college van de gemeente Nieuwkoop;

  • -

    gelet op de artikelen 108, 149 van de Gemeentewet, titel 4.1. en 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Nieuwkoop 2017;

  • -

    overwegende dat het noodzakelijk is om nadere regels vast te stellen die in acht worden genomen bij het verstrekken van subsidies voor peuteropvang en het VVE in de gemeente;

besluit:

vast te stellen de Nadere regels Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Nieuwkoop 2020.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder: 

  • -

    ASV: Algemene subsidieverordening gemeente Nieuwkoop 2017;

  • -

    Bruto-ouderbijdrage: vastgestelde ouderbijdrage waarvan de ouder op basis van het inkomen een deel terugkrijgt via kinderopvangtoeslag of compensatie via de gemeentetoeslag, die wordt verrekend met de subsidie aan het geregistreerd kindercentrum;

  • -

    Doelgroeppeuter: een peuter met een VVE-indicatie

  • -

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

  • -

    Houder: de rechtspersoon die een geregistreerde voorschoolse voorziening in de gemeente exploiteert waar peuteropvang wordt aangeboden;

  • -

    Gemeentetoeslag: subsidie die aan de aanbieder van peuteropvang wordt toegekend ten behoeve van ouders die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag als tegemoetkoming in de kosten voor het afnemen van peuteropvang of voorschoolse educatie.

  • -

    Geregistreerd kindercentrum: in het landelijk register kinderopvang ingeschreven kindercentrum als bedoeld in artikel 1.46, tweede lid van de Wet kinderopvang;

  • -

    Inkomensverklaring: Verklaring Geregistreerd Inkomen (VGI, voorheen IB60-verklaring genoemd) van de Belastingdienst met inkomensgegevens over een bepaald belastingjaar. De inkomensverklaring bevat de volgende gegevens:

    • o

      naam en adres;

    • o

      het jaar waarover de inkomensverklaring wordt afgegeven;

    • o

      inkomensgegevens.

  • -

    Koptarief: verschil tussen de kostprijs per uur en de vastgestelde bruto-ouderbijdrage per uur;

  • -

    Kostprijs: de maximaal te subsidiëren prijs voor een uur peuteropvang.

  • -

    KOT: kinderopvangtoeslag, de toeslag die kinderopvangtoeslaggerechtigde ouders ontvangen van de Belastingdienst voor kinderopvang;

  • -

    LRK: landelijk register kinderopvang, register als bedoeld in artikel 1.47b, eerste lid van de Wet kinderopvang;

  • -

    Ouder: ouder als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang;

  • -

    Ouderbijdrage: eigen bijdrage die ouders betalen voor peuteropvang en/of VVE en die afhankelijk is van de hoogte van het gezinsinkomen;

  • -

    Peuteropvang: opvang (voorschools) aanbod voor peuter vanaf 2 jaar tot moment dat ze uitstromen naar basisonderwijs, gericht op ontwikkelingsstimulering en voorbereiding op de basisschool;

  • -

    VE (voorschoolse educatie): opvang waarbij peuters een gecertificeerd VE-programma krijgen aangeboden gericht op spraak-taal, rekenen, motorische en de sociaal-emotionele ontwikkeling;

  • -

    VE-indicatie: door de CJG coördinator afgegeven akkoord voor deelname aan extra uren VE.

  • -

    VE-vergoeding:

Artikel 2 Doel

Deze nadere regels hebben als doel het verlenen, verantwoorden en vaststellen van subsidie voor peuteropvang voor peuters van ouders zonder aanspraak op kinderopvangtoeslag (KOT) en voor het VE-aanbod voor doelgroeppeuters. De subsidie is bedoeld om ouders te stimuleren hun kinderen een voorschoolse voorziening te laten bezoeken en te laten deelnemen aan een voorschools programma, om zo vroegtijdig de risico’s op ontwikkelingsachterstanden te beperken.

Artikel 3 Onderdelen subsidie

  • 1. De subsidie is opgedeeld in twee onderdelen, namelijk;

    • a.

      Gemeentelijke toeslag

    • b.

      VE-vergoeding

Artikel 4 Reikwijdte subsidieregeling

  • 1. Subsidie wordt uitsluitend verleend voor peuteropvang of VE in VE-locatie in de gemeente Nieuwkoop, met een VE registratie in het LRK.

  • 2. De subsidie kan alleen ingezet worden voor kinderen van 2 tot en met 4 jaar (of totdat ze uitstromen naar het basisonderwijs) die woonachtig zijn in de gemeente Nieuwkoop.

  • 3. De gemeentelijk toeslag is gelijk aan de landelijke kinderopvangtoeslag en geldt uitsluitend voor peuters van ouder die geen aanspraak hebben op de KOT.

  • 4. Aan subsidie van de gemeentetoeslag voor ouders zonder aanspraak op KOT is de voorwaarde verbonden dat de ouders een inkomensverklaring overleggen aan de houder op basis waarvan de houder de ouderbijdrage vaststelt.

  • 5. Voor het leveren van extra uren VE is een VE-indicatie voor de desbetreffende doelgroeppeuter afgegeven.

Artikel 5 Subsidieplafond

  • 1. Het college stelt voor de subsidiabele activiteiten jaarlijks een subsidieplafond vast.

  • 2. Als het subsidieplanfond niet toereikend is wordt het beschikbare bedrag verdeeld evenredig over het aantal aanvragen.

Artikel 6 Subsidiehoogte

  • 1. De subsidie is opgebouwd uit de volgende componenten:

    • a.

      Het maximum aantal te subsidiëren uren per peuter per jaar;

      • i.

        Reguliere peuters 2020

      • ii.

        VVE peuters 2020

    • b.

      De maximum te subsidiëren kostprijs per uur;

    • c.

      De bruto-ouderbijdrage;

      • i.

        Het normtarief

      • ii.

        Het koptarief

    • d.

      De gemeentetoeslag;

    • e.

      De VE subsidie voor extra uren VVE aanbod.

  • 2. De subsidieopbouw is nader gespecificeerd in bijlage A en wordt jaarlijks, voorafgaande aan het betreffende subsidiejaar, vastgesteld door het college.

Artikel 7 Vergoeding ouders

  • 1. De houder verrekent zelf vanuit de subsidie de gemeentetoeslag met de ouders.

  • 2. Bij de vergoeding van de VE wordt het onderscheid gemaakt tussen:

    • a.

      Vergoeding VE op de peuteropvang / halve dagopvang:

      • I.

        Ouders die recht hebben op KOT vragen dit aan voor de eerste 8 uur en betalen hiervoor zelf de ouderbijdrage.

      • II.

        Ouders die geen recht hebben op KOT ontvangen voor de eerste 8 uur gemeentetoeslag en betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage.

      • III.

        de overige 50% van de opvanguren wordt vergoed vanuit de gemeentelijke subsidie.

    • b.

      Vergoeding VE op de kinderopvang/hele dagopvang:

      • i.

        Ouders vragen KOT aan voor de uren dat ze normaal ook aanvroegen en betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage.

      • ii.

        De extra uren die nodig is om tot 960 uur te komen wordt volledig vanuit de gemeentelijke subsidie vergoed.

      • iii.

        Dit is alleen beschikbaar voor ouders die minder dan 3 dagen kinderopvang afnemen.

Artikel 8 Aanvraag en aanvraagtermijn

  • 1. De subsidie wordt aangevraagd door de houder van een geregistreerd kindercentrum die binnen de gemeente Nieuwkoop peuteropvang en/of VVE aanbiedt.

  • 2. De aanvraag wordt uiterlijk 1 oktober van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft bij het college ingediend.

  • 3. De houder vraagt de subsidie aan met een door het college vastgesteld aanvraagformulier (bijlage C).

  • 4. De subsidieaanvraag bevat:

    • a.

      het nummer waaronder het geregistreerd kindercentrum in het LRK geregistreerd staat;

    • b.

      een prognose van het aantal op te vangen peuters per locatie in het volgende kalenderjaar;

    • c.

      een onderverdeling waaruit blijkt:

      • i.

        het aantal peuters zonder VVE indicatie waarvan de ouders in aanmerking komen voor KOT;

      • ii.

        het aantal peuters met VVE indicatie waarvan de ouders in aanmerking komen voor KOT;

      • iii.

        het aantal peuters zonder VVE indicatie waarvan de ouders in aanmerking komen voor gemeentetoeslag;

      • iv.

        het aantal peuters met VVE indicatie waarvan de ouders in aanmerking komen voor gemeentetoeslag;

  • 5. Indien de aanvrager meer aanvraagt dan het toeslagtarief en gebruik wil maken van het koptarief dan moet de aanvrager dit in de aanvraag onderbouwen met in ieder geval een volledig inzicht in de kostenopbouw van het tarief aan de hand van het expertmodel kostenopbouw peuteropvang (benchmark).

Artikel 9 Weigeringsgronden

  • 1. Het college kan, onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, een aanvraag voor subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren indien:

    • a.

      De aanvrager niet alle benodigde vergunningen en ontheffingen te behoeve van de gesubsidieerde activiteiten heeft of zal kunnen verkrijgen;

    • b.

      Niet voldaan wordt aan de wettelijke vereisten voor het te exploiteren voorschoolse aanbod;

    • c.

      De behoefte aan het te subsidiëren aanbod onvoldoende is onderbouwd.

    • d.

      Voor één van de locaties van de houder binnen de gemeente een bestuursrechtelijke handhavingsprocedure voor het kinderopvang aanbod van kracht is.

Artikel 10 De subsidieverlening

  • 1. Het college beslist op een tijdig ingediende subsidieaanvraag uiterlijk binnen een periode van 8 weken.

Artikel 11 Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1. De houder stelt op basis van de aanvraag van ouders vast tot welke categorie (zie artikel 8 lid 4 c) de ouder behoort.

  • 2. De houder vraagt ouders die in aanmerking komen voor gemeentetoeslag een inkomensverklaring aan te leveren en stelt op basis daarvan de ouderbijdrage vast.

  • 3. De houder brengt de subsidie in mindering op de door ouders van peuters te betalen kosten voor het gebruik van peuteropvang en VE en is zelf verantwoordelijk voor niet-betalers.

  • 4. Doelgroeppeuters worden warm overgedragen naar het primair onderwijs.

  • 5. De houder biedt op alle groepen met gesubsidieerde peuters een VE-programma aan, ongeacht of er doelgroeppeuters aanwezig zijn.

  • 6. De peuteropvang/VE-locatie werkt samen met jeugdgezondheidszorg en andere partners om preventie en zorg te bieden aan de peuters die het nodig hebben.

  • 7. De houder die subsidie ontvangt is verplicht om uiterlijk op de datum van de start van de te subsidiëren activiteiten op hun website het overzicht van de geldende ouderbijdragen per inkomensgroep voor de peuteropvang te tonen.

  • 8. Voor de uitvoering dan VE zijn de afspraken uit het VVE-beleid 2020-2023 gemeente Nieuwkoop leidend.

Artikel 12 Verantwoording en vaststelling subsidie

  • 1. Een aanvraag tot subsidievaststelling wordt 1 juni in het opvolgende jaar ingediend.

  • 2. De houder rapporteert per locatie per geplaatste peuter de volgende gegevens:

    • 1.

      klantnummer peuter / ouder(s);

    • 2.

      aantal contracturen;

    • 3.

      toepasselijkheid categorieën als genoemd in artikel 8, lid 4, onder c;

    • 4.

      onderbouwing ouderbijdrage;

    • 5.

      VVE indicatie.

  • 3. De subsidie wordt vastgesteld op basis van het daadwerkelijk aantal opgevangen peuters en opvanguren per peuter aan de hand van de afgesproken subsidiehoogte, de berekende ouderbijdrage en de toepasselijkheid van de categorieën, genoemd in artikel 8, lid 4, onder c.

  • 4. Bij de verantwoording dient ook een accountantsverklaring ingediend te worden, hiervoor is het controle protocol in bijlage B van toepassing. Dit geldt voor alle houders die subsidie ontvangen voor peuteropvang en VE, ongeacht de hoogte van het bedrag. Hiermee wordt afgeweken van hetgeen wat in de ASV staat over accountantsverklaring.

Artikel 13 Betaling en terugvordering

  • 1. De subsidie wordt in twee delen uitbetaald. Het eerste deel in januari en het tweede deel in september van het betreffende subsidiejaar.

  • 2. In juni van het jaar waarvoor de subsidie is aangevraagd dient de organisatie een tussenstand van het aantal te subsidiëren (doelgroep) peuters door te geven. In de loop van het jaar kan bij een organisatie namelijk het aantal peuters stijgen of dalen. Indien halverwege het jaar blijkt dat het aantal peuters afwijkt van de aangevraagde subsidieplaatsen, dan vindt in overleg met de betrokken organisatie(s) een heroverweging van de subsidie plaats. Mocht de heroverweging leiden tot een wijziging in de subsidieverlening, dan ontvangt de organisatie een vervangend besluit van het college.

  • 3. Wanneer het vastgestelde bedrag lager is dan verleende voorschot, wordt het teveel betaalde bedrag teruggevorderd.

  • 4. Indien gedurende de periode waarop de subsidieverlening betrekking heeft blijkt dat de betreffende houder niet voldoet aan de wettelijke voorwaarden dan kan dit leiden tot herzien of intrekken van het besluit tot subsidieverlening.

Artikel 14 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 15 Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking op 15 juli 2020.

  • 2. Voor het eerste jaar is de aanvraag datum 15 juli in plaats van 1 oktober zoals genoemd in artikel 8, lid 2 van deze regeling.

Artikel 16 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als “Nadere regels Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Nieuwkoop 2020”.

Ondertekening

Bijlage A Subsidieopbouw 2021

Vastgesteld door burgemeester en wethouders gemeente Nieuwkoop op 3 oktober 2023

Inwerkingtreding per: 1 november 2023

Subsidieopbouw van de Nadere regels Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Nieuwkoop 2020 is opgebouwd uit verschillende componenten en wordt - conform artikel 5 - jaarlijks door het College vastgesteld. Het collegebesluit omvat:

  • a.

    het maximum aantal te subsidiëren uren per peuter per jaar;

  • b.

    de maximum te subsidiëren kostprijs per uur voor peuteropvang;

  • c.

    de bruto-ouderbijdrage;

  • d.

    de gemeentetoeslag;

  • e.

    de subsidie voor de extra uren VVE aanbod.

A. het maximum aantal te subsidiëren uren per peuter per jaar 2024

Jaarlijks stelt het college het maximum aantal te subsidiëren uren per peuter per jaar vast. Daarbij worden de volgende 2 categorieën onderscheiden: 1. reguliere peuters zonder VE-indicatie en 2. VE peuters mét VVE indicatie.

  • 1.

    Reguliere peuters: een maximum van 320 uur per peuter per jaar

  • 2.

    VVE peuters: een maximum van 640 uur per peuter per jaar. Dit zijn peuters waarvoor wel een indicatie voor voorschoolse educatie geldt. Er mag maar 6 uur per dag gerekend worden als VE-uren

B. maximum te subsidiëren kostprijs per uur voor peuteropvang

De maximum te subsidiëren kostprijs per uur voor peuteropvang bedraagt in 2024 € 11,83.

C. 1. Bruto-ouderbijdrage per uur en 2.Koptarief

Het normtarief voor de bruto-ouderbijdrage bedraagt in 2023 € 10,25 per uur. Dat betekent dat de gemeente een koptarief subsidieert van € 1,58 per uur (€11,83 maximum te subsidiëren kostprijs minus € 10,25 aan bruto- ouderbijdrage).

Het koptarief is van toepassing op:

  • -

    maximaal 320 uur per jaar per peuter;

  • -

    een gecontracteerd opvang aanbod dat maximaal 6 uur per dag omvat.

D. Gemeentetoeslag

De gemeentetoeslag is gelijk aan de landelijke kinderopvangtoeslagregeling (zie Besluit kinderopvangtoeslag) en geldt uitsluitend voor peuters van ouders die geen aanspraak hebben op kinderopvangtoeslag. Deze subsidiebijdrage is van toepassing op maximaal 320 uur per jaar per peuter.

E. VVE subsidiebijdrage per uur

De maximale VVE subsidiebijdrage per uur bedraagt in 2022 € 11,83 en is van toepassing op de extra 320 uren per jaar waarop VVE peuters aanspraak kunnen maken.

Over de eerste helft van het aanbod (320 uur per jaar) is de inkomensafhankelijke ouder- en subsidiebijdrage van toepassing (zie c). Over de tweede helft van het aanbod (tot een maximum van 320 uur per jaar) geldt geen ouderbijdrage en subsidieert de gemeente het uurtarief volledig tot een maximum van € 11,83 per uur.

afbeelding binnen de regeling

De doelstelling van het koptarief is om voor alle peuters een laagdrempelige en goed toegankelijke voorbereiding op de basisschool te bieden. De gemeentetoeslag vervangt de kinderopvangtoeslag voor ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag en borgt voor kinderen uit deze gezinnen de toegankelijkheid.

De VE subsidie borgt dat kinderen met een onderwijsachterstandsrisico geen financiële belemmeringen hebben om een extra VE aanbod van 320 uur per jaar te volgen.

Bijlage B Controle protocol subsidieverantwoording peuteropvang en VE 2020

Gelet op het specifieke karakter van de Nadere regels Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse educatie gemeente Nieuwkoop is dit controleprotocol opgesteld.

Het controleprotocol vergt een steekproefsgewijze controle op het aantal peuters, het aantal uren en de vaststelling van de ouderbijdrage door de aanbieder conform de subsidieregeling.

Bij aanvraag van de subsidie heeft de houder in het Excel-aanvraagformulier prognoses gegeven voor de uit te voeren activiteiten. Bij de verantwoording vermeldt de houder de werkelijke realisatie van de uitgevoerde activiteiten in het Excel-verantwoordingsformulier.

Bij verleende subsidie voor peuteropvang en VE overlegt de houder bij het Excel-verantwoordingsformulier een controlerapport van een onafhankelijk accountant. De accountant waarmerkt het Excel-verantwoordings-formulier. Hieronder is een toelichting en een werkwijze voor de accountant opgesteld.

Onderwerp controle A

De houder vermeldt in het Excel-verantwoordingsformulier het aantal kinderen en het aantal contracturen gedurende de subsidieperiode voor de voorschoolse voorziening.

De registratie van kinderen en uren gedurende het subsidiejaar wordt ondertekend door een persoon die bevoegd is namens het bestuur voor de verantwoording van de subsidie te ondertekenen.

Als er sprake is van een digitaal registratiesysteem dan is een papieren registratie met ondertekening niet vereist. In dat geval verklaart een daartoe bevoegd persoon dat de hiervoor genoemde gegevens in het digitale registratiesysteem zijn opgenomen.

Toelichting en werkwijze accountantscontrole A

De accountant controleert of de aantallen kinderen en uren zoals opgenomen in het Excel-aanvraag- en verantwoordingsformulier overeenkomen met de contract- en factuurgegevens in het registratiesysteem van de aanbieder.

Onderwerp controle B

De houder vermeldt in het verantwoordingsformulier het aantal kinderen aan wie gedurende de subsidieperiode een voorschoolse voorziening is aangeboden en van wie de ouders hebben bevestigd geen recht te hebben op kinderopvangtoeslag. Deze ouders betalen een inkomensafhankelijke netto-ouderbijdrage conform de voor de subsidieregeling vastgestelde ouderbijdragetabel.

Toelichting en werkwijze accountantscontrole B

De accountant controleert of voor kinderen van wie de ouders hebben bevestigd geen recht te hebben op kinderopvangtoeslag een verklaring is afgegeven en een inkomensafhankelijke ouderbijdrage is gefactureerd.

Onderwerp controle C

De houder vermeldt in het Excel-verantwoordingsformulier de gefactureerde ouderbijdrage. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen ouderbijdragen van ouders met recht op kinderopvangtoeslag en ouderbijdragen van ouders die hebben bevestigd dat zij geen recht hebben op kinderopvangtoeslag.

Toelichting en werkwijze accountantscontrole C

De accountant controleert of de totalen van de gefactureerde ouderbijdragen zoals vermeld in het Excel-verantwoordingsformulier overeenkomen met de administratie van de houder.

Onderwerp controle D

De houder vermeldt in het Excel-verantwoordingsformulier het aantal peuters en het aantal uren per peuter met een VVE indicatie.

Toelichting en werkwijze accountantscontrole D

De accountant controleert of van de peuters die in het verantwoordingsformulier geregistreerd zijn als peuters met een VVE indicatie de VVE indicatie vanuit CJG beschikbaar is.

Criteria betrouwbaarheid en nauwkeurigheid controle

De controle moet zodanig worden ingepland en uitgevoerd dat een redelijke mate zekerheid wordt verkregen dat deze geen afwijkingen (fouten) en onzekerheden van materieel belang bevat. Indien dit begrip door het gebruik van statistische technieken gekwantificeerd moet worden, betekent dit dat een betrouwbaarheidsniveau van 95 procent gehanteerd moet worden. Een verklaring met een goedkeurende strekking impliceert, dat, gegeven de bovengenoemde betrouwbaarheid, in het verslag geen afwijkingen (fouten) en onzekerheden voorkomen die groter zijn dan de percentages in de hieronder opgenomen materialiteitstabel. Als omvangbasis geldt hierbij het totaalbedrag van de verleende subsidie.

Type afwijking

Goedkeuring

Fouten in de financiële verantwoording (% van de verleende subsidie)

< 1%

Onzekerheden in de controle (% van de verleende subsidie)

< 3 %

Controleverklaring

Er worden door de gemeente geen specifieke voorwaarden gesteld ten aanzien van de tekst van de controleverklaring.

Bijlage C Aanvraagformulier Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Nieuwkoop 2020

[Het aanvraagformulier kunt u tevens als externe bijlage downloaden.]

Gemiddelde bezetting:

LRK-nr locatie

Naam aanbieder

aantal kinderen met kinderopvangtoeslag

aantal kinderen zonder kinderopvangtoeslag

VVE-geïndiceerd (a)

niet VVE- geïndiceerd (b)

VVE-geïndiceerd (c)

niet VVE-geïndiceerd (d)

Totaal Nieuwkoop

 
 
 
 
 

Totaal

 

0

0

0

0

Kostendekkend uurtarief aanbod

 

Maximum tarief subsidiebijdrage:

€ 9,60

Vaste subsidiebijdrage

€ -

Norm bruto uurtarief ouderbijdrage:

€ 8,17

Verkooptarief

 
 

Totaal aantal peuters:

0

Aandeel toeslagpeuters:

0%

 
 

aantal peuters

basis uren

extra uren

kosten basis p/uur

kosten extra p/uur

 

Totale kosten

 
 
 

ouders / verzorger

gemeente

ouders / verzorger

gemeente

aantal weken

ouders / verzorgers

gemeente

uren

Peuters met kinderopvangtoeslag

geïndiceerd

0

8

8

€ -

€ -

€ -

€ -

40

€ -

€ -

0

 

niet geïndiceerd

0

8

 

€ -

€ -

€ -

€ -

40

€ -

€ -

0

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Peuters zonder kinderopvangtoeslag

geïndiceerd

0

8

8

€ 0,33

€ -

€ -

€ -

40

€ -

€ -

0

 

niet geïndiceerd

0

8

 

€ 0,87

€ -

€ -

€ -

40

€ -

€ -

0

 
 
 
 
 
 
 
 
 

Totale kosten:

€ -

€ -

0

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Exploitatiedekking totaal:

€ -

#######

Subsidiebijdrage 2020:

€ -

Bijlage bij aanvraagformulier "Subsidie Peuteropvang (voorscholen) en voorschoolse educatie gemeente"

Ouderbijdrage tabel peuteropvang obvtabel kinderopvangtoeslag 2020 1e kind

 
 
 
 
 

max. uurtarief

€ 8,17

 
 
 
 
 
 
 

Verzamelinkomen gezin

Ouderbijdrage in %

van maximum uurtarief toeslag

1e kind

Netto-ouderbijdrage in €

per uur

totaal

< max tarief

per uur 2020

Verkorte tabel (cf VNG)

 
 
 

lager dan

€ 19.890

4,0%

€ 0,33

€ 0,33

€ 19.891

€ 30.581

5,0%

€ 0,41

€ 0,41

€ 30.582

€ 42.082

10,7%

€ 0,87

€ 0,87

€ 42.083

€ 57.238

16,7%

€ 1,36

€ 1,36

€ 57.239

€ 82.276

28,9%

€ 2,36

€ 2,36

€ 82.277

€ 114.011

49,2%

€ 4,02

€ 4,02

€ 114.012

en hoger

66,2%

€ 5,41

€ 5,41

Toelichting

Artikel 2 Doel

Deze nadere regels hebben als doel het verlenen, verantwoorden en vaststellen van subsidie voor peuteropvang voor peuters van ouders zonder aanspraak op kinderopvangtoeslag (KOT) en voor het Voorschoolse Educatie (VE) aanbod voor doelgroeppeuters. De subsidie is bedoeld om ouders te stimuleren hun kinderen een voorschoolse voorziening te laten bezoeken en te laten deelnemen aan een voorschools programma, om zo vroegtijdig de risico’s op ontwikkelingsachterstanden te beperken.

In het VVE-beleid staan de doelstellingen en resultaatafspraken voor de Voor en Vroegschoolse educatie beschreven. Deze nadere regels dragen bij aan de uitvoering van dit VVE-beleid.

Artikel 3 Onderdelen subsidie

De nadere regels zijn bedoeld voor zowel de gemeentelijke toeslag als voor de VVE-vergoeding. De kinderopvangorganisaties vragen subsidie bij de gemeente aan om peuteropvang aan te kunnen bieden aan ouders die geen recht hebben op de KOT. Daarnaast is de regeling bedoeld om de VE te kunnen bekostigen.

Artikel 4 Reikwijdte subsidieregeling

Artikel 4, lid 1

Subsidie wordt uitsluitend verleend voor peuteropvang of VE in een VE-locatie in de gemeente Nieuwkoop. Deze locatie moete ook een VE-registratie in het LRK hebben. De GGD controleert of de locatie ook voldoet aan de wettelijke eisen voor een VE-locatie.

Artikel 4, lid 2

De subsidie kan alleen ingezet worden voor kinderen van 2 tot en met 4 jaar. Daarnaast moeten kinderen woonachtig zijn in de gemeente Nieuwkoop.

Artikel 4, lid 3

De gemeentetoeslag is gelijk aan de landelijke kinderopvangtoeslagregeling en geldt uitsluitend voor peuters van ouders die geen aanspraak hebben op KOT. Deze subsidiebijdrage is van toepassing op maximaal 320 uur per jaar (8 uur per week) per peuter.

Artikel 4, lid 4

De kinderopvangorganisaties verrekenen zelf de gemeentetoeslag met ouders die geen recht hebben op de KOT. Daarom moeten ouders ook een inkomensverklaring overleggen aan de houder als ze gebruik willen maken van deze toeslag. Op basis van de inkomensverklaring kan de houder de ouderbijdrage vaststellen.

Artikel 4, lid 5

Voordat een peuter in aanmerking kan komen voor de extra uren VE is er een VE-indicatie nodig. In het VVE-beleid staat beschreven hoe dit verloopt en wat hier de afspraken over zijn. Er moet eerst een aantal observaties hebben plaats gevonden en uiteindelijk geeft het CJG een indicatie af. Organisaties kunnen niet zelf bepalen of een kindje hiervoor in aanmerking komt.

Artikel 5 Subsidieplafond

Het college stelt voor de subsidiabele activiteiten jaarlijks een subsidieplafond vast. Dit is het maximale bedrag dat voor dat jaar beschikbaar is aan subsidie voor alle kinderopvangorganisaties. Als het subsidieplanfond niet toereikend is dan wordt het beschikbare bedrag verdeeld evenredig over het aantal aanvragen.

Artikel 6 Subsidiehoogte

De subsidieopbouw is nader gespecificeerd in bijlage A en wordt jaarlijks, voorafgaand aan het betreffende subsidiejaar, vastgesteld door het college.

Artikel 7 Vergoeding ouders

Artikel 7, lid 1

De houder verrekent zelf vanuit de subsidie de gemeentetoeslag met de ouders. Zie artikel 4 lid 3.

Artikel 7, lid 2

Bij de vergoeding van de VE wordt het onderscheid gemaakt tussen vergoeding VE op de peuteropvang/halve dagopvang en voor VE op de kinderopvang/hele dagopvang. De halve dagopvang kan het meest vergeleken worden met het oude peuterspeelzaalwerk. Ouders kiezen hier vaak voor omdat zij hun peuter in aanraking willen laten komen met andere kinderen en omdat het goed is voor hun ontwikkeling. De hele dagopvang is vaak een keuze omdat ouders beiden werken en er voor de kinderen opvang nodig is. Bij beide vormen van opvang wordt gewerkt aan de ontwikkeling van de peuter en wordt gewerkt via de uitgangspunten en afspraken uit het VVE-beleid en met het zelfde VVE-programma.

Omdat er veel verschil zit in de uren die door ouders binnen de hele en halve dagopvang worden afgenomen is er gekozen om in de subsidieregeling ook een onderscheid hierin te maken. Binnen de hele dagopvang wordt vaak al meer uur door ouders afgenomen dan bij de halve dagopvang. Dit zorgt ervoor dat de peuters op de hele dag opvang eerder aan de 960 uur komen en de doelgroeppeuter minder extra uren naar de opvang hoeft te komen.

lid 2, a Vergoeding VE op de peuteropvang / halve dagopvang:

Het uitgangspunt is dat ouders die recht hebben op KOT dit ook aanvragen en ouders die geen recht hebben op KOT een gemeentetoeslag aanvragen bij hun kinderopvangorganisaties. Ouders betalen over de eerste 8 uur een inkomensafhankelijke ouderbijdrage. De overige 50% van de opvanguren die nodig is om aan de 960 uur te komen wordt vergoed vanuit de gemeentelijke subsidie.

lid 2, b Vergoeding VE op de kinderopvang/hele dagopvang:

Deze vergoeding is alleen beschikbaar voor ouders waarvan de kinderen niet aan de 960 uur komen. Ouders vragen voor de uren dat ze al afnamen KOT aan en betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage. De extra uren die nodig zijn om tot 960 uur te komen worden volledig vanuit de gemeentelijke subsidie vergoed.

Artikel 8 Aanvraag en aanvraagtermijn

Dit artikel beschrijft hoe de subsidie aangevraagd moet worden en wat de aanvraag moet bevatten.

Artikel 8, lid 5

Indien de aanvrager meer aanvraagt dan het maximale toeslagtarief van de belastingdienst en gebruik wil maken van het koptarief, dan moet de aanvrager dit in de aanvraag onderbouwen met in ieder geval een volledig inzicht in de kostenopbouw van het tarief aan de hand van het expertmodel kostenopbouw peuteropvang (benchmark). De gemeente zal met de onderbouwing beoordelen of deze organisatie het koptarief nodig heeft om de peuteropvang en VE te kunnen aanbieden.

Artikel 9 Weigeringsgronden

Het college kan, onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, een aanvraag voor subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren. Dit artikel beschrijft wanneer het college een aanvraag kan weigeren.

Artikel 10 De subsidieverlening

Het college beslist op een tijdig ingediende subsidieaanvraag uiterlijk binnen een periode van 8 weken.

Artikel 11 Verplichtingen subsidieontvanger

In dit artikel staat beschreven welke verplichtingen hangen aan het ontvangen van deze subsidie.

Artikel 12 Verantwoording en vaststelling subsidie

Dit artikel beschrijft wat de subsidieontvangers moeten doen voor de verantwoording en vaststelling van de subsidie. Zie bijlage B voor de controle protocol.

Artikel 13 Betaling en terugvordering

De subsidie wordt in twee delen uitbetaald zodat er in juni nog een eventuele heroverweging kan plaatsvinden over de hoogte van de subsidie. Verder staat in dit artikel beschreven wanneer de subsidie gedeeltelijk of geheel teruggevorderd kan worden.

Artikel 14 Hardheidsclausule

In dit artikel is geregeld dat het college in bijzondere gevallen een artikel van deze regeling buiten toepassing kan laten of daarvan kan afwijken.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Omdat de regeling halverwege het jaar 2020 in werking treedt is ervoor gekozen om voor 2020 een afwijkende aanvraagdatum in te stellen. In 2020 zal er subsidie aan te vragen zijn voor de periode van september tot en met december.