Subsidieregeling bomen Nijkerk

Geldend van 21-08-2003 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling bomen Nijkerk

De college van de gemeente Nijkerk;

gelet op de Algemene subsidieverordening gemeente Nijkerk en Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de volgende Subsidieregeling bomen Nijkerk.

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bomenverordening:

    de bij raadsbesluit van 21 februari 2002 vastgestelde Bomenverordening Nijkerk;

  • b.

    monumentale of waardevolle boom: een boom die voorkomt op de lijst, bedoel in artikel 3 van de Bomenverordening;

  • c.

    overige houtopstand:

    een houtopstand, niet zijnde een monumentale of waardevolle als bedoeld in onderdeel b, die niet zonder kapvergunning gekapt mag worden;

  • d.

    houtopstand:

    de houtopstand, bedoeld in artikel 1 van de Bomenverordening;

  • e.

    kapvergunning:

    de vergunning, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Bomenverordening.

  • f.

    eigenaar:

    • -

      de eigenaar van de grond waarop zich de houtopstand bevindt;

    • -

      een natuurlijk of rechtspersoon die krachtens een persoonlijk of zakelijk recht het feitelijke gebruik heeft van de grond waarop zich de houtopstand bevindt.

  • g.

    college:

    het college van burgemeester en wethouders van Nijkerk.

Artikel 2 Subsidie

  • 1. Het college verleent, met inachtneming van de bepalingen van deze verordening, aan een eigenaar subsidie in de kosten van maatregelen, die noodzakelijk zijn voor het duurzaam instandhouden van een monumentale of waardevolle boom.

  • 2. Een subsidie, zoals bedoeld in het eerste lid, kan ook worden verleend aan de eigenaar van een overige houtopstand, die een kapvergunning heeft aangevraagd, indien de betreffende houtopstand naar het oordeel van het college voldoet aan de criteria die in de Bomenverordening worden gesteld aan een monumentale of waardevolle boom.

Artikel 3 Subsidieplafond

  • 1. Het college stelt jaarlijks het bedrag vast dat in een begrotingsjaar ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies op grond van artikel 2.

  • 2. De subsidie-aanvragen worden, onverminderd het bepaalde in deze verordening, gehonoreerd in volgorde van binnenkomst.

  • 3. De bekendmaking van het subsidieplafond, bedoeld in dit artikel, vindt plaats door publicatie in een plaatselijk verschijnend weekblad.

HOOFDSTUK 2 Subsidievaststelling

Artikel 4 Aanvraag

  • 1. De aanvraag om subsidie dient schriftelijk bij het college te worden ingediend, vóór de aanvang van de werkzaamheden.

  • 2. Bij de aanvraag dienen te worden overgelegd:

    • a.

      een volledig ingevuld aanvraagformulier, ondertekend zijn door zowel de eigenaar als de gebruiker van de grond waarop zich de houtopstand bevindt.

    • b.

      een begroting van de kosten, opgesteld door een deskundig boomverzorger.

  • 3. Het college kan bepalen dat naast de bescheiden, bedoeld in het tweede lid, andere bescheiden dienen te worden overgelegd.

Artikel 5 Subsidiabele kosten

  • 1. Subsidie kan worden verleend in de kosten van de volgende maatregelen:

    • a.

      het onderzoek naar de kwaliteit van de houtopstand en de groeiplaats;

    • b.

      structurele groeiplaatsverbetering;

    • c.

      bescherming van de groeiplaats;

    • d.

      kroonsnoei (herstel- en stabilisatiesnoei);

    • e.

      kroonverankering;

    • f.

      overige maatregelen die nodig zijn voor het behoud van de houtopstand.

  • 2. Bij het bepalen van de subsidiabele kosten worden uitsluitend onderhoudswerkzaamheden in aanmerking genomen die, blijkens de overgelegde offerte, zullen worden uitgevoerd door een deskundig boomverzorger.

Artikel 6 Subsidievaststelling

  • 1. Het college neemt een besluit op de subsidieaanvraag binnen 12 weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2. De termijn, bedoeld in het eerste lid, kan met ten hoogste 12 weken worden verlengd.

  • 3. Het besluit tot subsidievaststelling vermeldt:

    • a.

      het subsidiebedrag;

    • b.

      de betalingstermijn en de wijze van betalen;

    • c.

      de termijn waarbinnen de werkzaamheden moeten worden uitgevoerd;

    • d.

      het bedrijf of andere instantie dat de werkzaamheden zal uitvoeren;

    • e.

      een opgave van de schriftelijke stukken die na uitvoering van de werkzaamheden bij het college moeten worden ingediend;

    • f.

      de verplichting om de door het college aangewezen deskundige(n) de gelegenheid te geven de uitvoering van de werkzaamheden te controleren;

    • g.

      overige door het college noodzakelijk geachte voorschriften.

  • 4. De aanvraag wordt geweigerd indien:

    • a.

      met de uitvoering van de werkzaamheden al een begin is gemaakt;

    • b.

      het subsidieplafond ten gevolge van de subsidievaststelling zou worden overschreden;

    • c.

      de maatregelen waarvoor subsidie wordt gevraagd niet of in onvoldoende mate bijdragen aan het behoud van de monumentale of waardevolle boom, of overige houtopstand;

    • d.

      eerder voor dezelfde houtopstand subsidie is verkregen van de gemeente, tenzij inmiddels meer dan 15 jaren zijn verstreken;

    • e.

      overigens niet voldaan aan het bepaalde in deze verordening.

Artikel 7 Gereedmelding

  • 1. De aanvrager dient binnen vier weken na de feitelijke beëindiging van de onderhoudswerkzaamheden een gereedmelding in bij het college.

  • 2. Bij de gereedmelding, bedoeld in het eerste lid, worden de volgende gegevens overgelegd:

    • a.

      een verklaring dat de werkzaamheden conform de aan de subsidieverlening verbonden voorschriften zijn uitgevoerd, ondertekend door de aanvrager en het in de beschikking tot subsidievaststelling vermelde bedrijf of andere instantie;

    • b.

      de op de uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden betrekking hebbende rekeningen en betalingsbewijzen.

Artikel 8 Intrekking of wijziging van de subsidievaststelling

Aan het bepaalde in artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht wordt in elk geval toepassing gegeven indien na de datum van subsidievaststelling niet binnen een jaar met de werkzaamheden is begonnen.

HOOFDSTUK 3 Bijzondere en slotbepalingen

Artikel 9 Verslaglegging

Het college verantwoordt zich voor de uitvoering van deze verordening door middel van de gemeenterekening en/of het gemeentelijk jaarverslag.

Artikel 10 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als de "Subsidieregeling bomen Nijkerk";

  • 2. Zij treedt in werking met ingang van de datum waarop de bomenverordening in werking treedt.

Ondertekening

Aldus besloten in de collegevergadering

d.d. 8 juli 2003

de secretaris

M.J. Doeven

de loco-burgemeester,

H.A. LAMBOOIJ

1e wijziging