Regeling vervallen per 01-01-2008

Verordening op de heffing en invordering van haven- kade- en liggelden 2007

Geldend van 01-01-2008 t/m 31-12-2007

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van haven- kade- en liggelden 2007

De raad van de gemeente Nijkerk;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 september 2006;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN HAVEN-, KADE- EN LIGGELDEN 2007

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van de bepalingen van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a

    Vaartuig: een drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvend lichaam één geheel uitmakende voorwerpen;

  • b

    Zeeschip: een zeeschip is een schip dat wordt gebruikt voor de vaart ter zee en hiervoor bestemd is. Er bestaan wadkrabbers en kruiplijncoasters die zowel bestemd zijn voor de zeevaart als voor de binnenvaart;

  • c

    Binnenschip: een vaartuig - niet zijnde een pleziervaartuig - dat uitsluitend wordt gebruikt voor de vaart op de binnenwateren;

  • d

    Bedrijfsvaartuig voor het goederen vervoer: een vaartuig hoe ook genaamd en van welke aard ook, dat wordt gebruikt als of is bestemd tot opslagruimte en/of voor de uitoefening van enig bedrijf dan wel uitsluitend of hoofdzakelijk voor de uitoefening van enig beroep gericht op het vervoer van goederen;

  • e

    Bedrijfsvaartuig voor het personenvervoer: een vaartuig hoe ook genaamd en van welke aard ook, dat wordt gebruikt als of is bestemd tot opslagruimte en/of voor de uitoefening van enig bedrijf dan wel uitsluitend of hoofdzakelijk voor de uitoefening van enig beroep gericht op het vervoer van personen;

  • f

    Kraanschip op een onder d of e bedoeld vaartuig, dat ingericht is voor het laden en lossen van schepen en althans niet in hoofdzaak voor de vaart wordt gebruikt;

  • g

    Pleziervaartuig: een vaartuig, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor de recreatie, niet zijnde een passagiersschip;

  • h

    Sleepboot: een binnenschip, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het slepen of duwen van andere vaartuig. Een sleep- of duwboot wordt alleen als zodanig beschouwd als deze sleept of duwt. In alle andere gevallen wordt een sleep- of duwboot beschouwd als beroepsvaart of als recreatievaart als deze als zodanig omgebouwd zijn als pleziervaartuig;

  • i.

    bunkerboot: een binnenvaartschip dat gebruikt wordt voor de bevoorrading van brandstof van binnenvaartschepen;

  • i

    Meetbrief: het document als bedoeld in artikel 782, vierde lid, van het Wetboek van Koophandel juncto het besluit van 24 oktober 1983, Stb. 584;

  • k

    Laadvermogen: het in tonnen uitgedrukte verschil tussen de zoetwaterverplaatsing van het schip bij de grootst toegelaten diepgang en die van het ledige schip;

  • l

    Ton: een massa van 1000 kilogram;

  • m

    GT (Gross Tonnage): de tonnenmaat van een zeeschip zoals deze is vermeld op de internationale meetbrief;

  • n

    Tabel: de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel;

  • o

    De havens: de Arkervaart met aangrenzende havens/sluis;

  • p

    Termijn: een in de tarieventabel genoemd tijdvak waarin het gebruik van de haven plaatsvindt;

  • q

    Een dag: een aaneengesloten periode van 24 uren;

  • r

    Zeven dagen: een tijdvak van zeven aaneengesloten dagen;

  • s

    Een maand: een tijdvak dat aanvangt op een datum van een kalendermaand en eindigt op de dag, voorafgaande aan diezelfde datum van de volgende kalendermaand;

  • t

    Een jaar: een kalenderjaar.

Artikel 2 Belastbaar feit

Overeenkomstig hetgeen in de volgende artikelen is bepaald, worden rechten geheven onder de naam van:

  • a

    havengeld, voor het met het vaartuigen ligplaats nemen of voor anker gaan in de voor de openbare dienst bestemde havens;

  • b

    kadegeld, voor het gebruik van de bij de havens behorende, voor de openbare dienst bestemde, kaden en wallen van de gemeente, voor de tijdelijke opslag van goederen;

  • c

    liggeld, voor het hebben van een door burgemeester en wethouders op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek aangewezen vaste ligplaats in de havens;

  • d

    winterliggeld voor bedrijfsvaartuigen ten behoeve van het personenvervoer, voor het hebben van een door burgemeester en wethouders op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek aangewezen vaste ligplaats, zonder bewoning, in de havens in de periode van 15 oktober tot 15 april;

  • e

    Schutgeld, voor pleziervaartuigen die niet overnachten in de gemeente maar wel gebruik maken van de Arkersluis.

Artikel 3 Belastingplicht

De in artikel 2 genoemde rechten worden geheven als volgt:

  • a

    Havengeld: van de kapitein, de gezagvoerder, de schipper, de reder, de eigenaar of de bevrachter van het vaartuig, dat ligplaats neemt of voor anker gaat in de havens;

  • b

    Kadegeld: van degene die van een voor de openbare dienst bestemde kade of wal van de havens gebruik maakt om tijdelijk goederen op te slaan;

  • c

    Liggeld: van de kapitein, de gezagvoerder, de schipper, de reder, de eigenaar of de bevrachter van het vaartuig dat een vaste ligplaats is toegewezen in de havens.

Artikel 4 Vrijstellingen

  • 1 Haven- en liggelden worden niet geheven ter zake van:

    • a

      vaartuigen, rechtstreeks in gebruik bij de gemeente Nijkerk;

    • b

      rijkspolitie- en marinevaartuigen, als zodanig gebruikt;

    • c

      vaartuigen, welke tot het uitbaggeren van de havens worden gebruikt;

    • d

      hospitaalschepen en reddingsboten;

    • e

      vaartuigen, die uit het Nijkerkernauw binnenkomen om zich uitsluitend tot het ondergaan van herstellingen naar de werf te begeven en dadelijk na de herstelling weer van de werf naar het Nijkerkernauw vertrekken;

    • f

      vaartuigen, die ten gevolge van averij, ijsgang of noodweer uit het Nijkerkernauw binnenkomen, mits zij terstond na de opheffing van de belemmering naar het Nijkerkernauw vertrekken;

    • g

      vaartuigen, die in de haven verblijven en ten gevolge van ijs niet kunnen vertrekken, gedurende de tijd dat vertrek daardoor niet mogelijk is;

    • h

      boten en sloepen tot een ander vaartuig behorende en daaraan verbonden;

    • i

      vaartuigen, gelegen in de aan de Zeil- en Motorbootvereniging “De Zuidwal” en aan de Hengelsportvereniging “Hoop Op Geluk” verhuurde jachthavens;

    • j

      pleziervaartuigen die zich van 10.00 uur tot 16.00 uur in de haven bevinden;

    • k

      bunkerboten;

    • l

      sleep- en duwboten die in werking zijn als een bedrijfsvaartuig bij binnenkomst voor één dag.

  • 2 Het kadegeld wordt niet geheven ter zake van goederen:

    • a

      toebehorende aan de gemeente Nijkerk;

    • b

      bestemd voor of afkomstig van hospitaalschepen of reddingboten.

Artikel 5 Heffingsgrondslagen

  • 1 Grondslagen voor de berekening van het haven-, kade- en liggeld zijn:

    • a

      het laadvermogen van het vaartuig, uitgedrukt in tonnen;

    • b

      de oppervlakte van het vaartuig, uitgedrukt in vierkante meters;

    • c

      de lengte van het vaartuig, uitgedrukt in meters;

    zoals deze blijken uit de meetbrief of ambtshalve worden vastgesteld.

  • 2 In de tabel is per soort vaartuig aangegeven welke maatstaf van heffing van toepassing is.

Artikel 6 Tarieven

Het haven-, kade- en liggeld wordt geheven naar de tarieven die zijn opgenomen in de tabel, zulks met inachtneming van daarin gegeven aanwijzingen en van het bepaalde in artikel 7.

Artikel 7 Tarieftoepassing

Voor de toepassing van de tarieven:

  • 1

    geldt als laadvermogen in tonnen van een vaartuig, het aantal tonnen van een vaartuig zoals dat blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

  • 2

    wordt de oppervlakte van een vaartuig gesteld op het product van de lengte over alles en de grootste breedte, mits deze blijken uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

  • 3

    wordt de lengte van een vaartuig gesteld op de lengte over alles, zoals die blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

  • 4

    wordt, in afwijking van het in de onderdelen 1, 2 en 3 bepaalde, het laadvermogen in tonnen dan wel de grootste breedte en/of de lengte over alles ambtshalve vastgesteld indien de in de onderdelen 1,2 en 3 bedoelde meetbrief niet wordt overlegd of indien deze de vereiste gegevens niet vermeldt;

  • 5

    worden gedeelten van tijdvakken en eenheden waarover de tarieven worden berekend, voor een geheel gerekend.

Artikel 8 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld

Haven-, kade- en liggeld is verschuldigd voor alle vaartuigen zodra het gebruik van de havens, kaden of wallen begint.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het haven-, kade- en liggeld, behoudens het bepaalde in het derde en vierde lid, worden betaald op het tijdstip waarop de kennisgeving als bedoeld in artikel 8 wordt uitgereikt.

  • 2 In afwijking van artikel 9,eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het haven-, kade- en liggeld, behoudens het bepaalde in het derde en vierde lid, in geval de kennisgeving als bedoeld in artikel 8 wordt toegezonden, worden betaald binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 3 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het bij jaarabonnement berekende havengeld in twee gelijke termijnen worden betaald, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van de kennisgeving is vermeld en de tweede drie maanden later.

  • 4 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het per jaar berekende liggeld in drie gelijke termijnen worden betaald, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op de maand die in de dagtekening van de kennisgeving is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens drie maanden later.

  • 5 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van haven-, kade-, en liggelden.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De “Verordening haven-, kade-, en liggelden 2006" van 1 november 2005, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2007.

  • 4 Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening haven-, kade- en liggelden 2007”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad van de gemeente Nijkerk op

7 november 2006.

De griffier

F.E. CONTANT

De voorzitter

B. VRIES