Regeling vervallen per 01-09-2008

Verordening rekenkamercommissie Nijkerk

Geldend van 01-09-2008 t/m 31-08-2008

Intitulé

Verordening rekenkamercommissie Nijkerk

De raad van de gemeente Nijkerk;

gelezen het voorstel van de griffiers van de gemeenten Barneveld, Leusden, Nijkerk, Renswoude, Scherpenzeel en Woudenberg (Vallei-in-Perspectief) d.d. 22 december 2004;

gelet op artikel 81o van de Gemeentewet;

gelet op de besluitvorming eind 2003/ begin 2004, waarbij de gemeenten Barneveld en Leusden, alsmede de gemeenten Renswoude, Scherpenzeel en Woudenberg hebben aangegeven een gezamenlijke rekenkamercommissie in te willen stellen en de gemeente Nijkerk een eigen rekenkamercommissie;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende Verordening rekenkamercommissie Nijkerk.

HOOFDSTUK 1 - ALGEMEEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Gemeenteraad: de gemeenteraad van Nijkerk;

  • b.

    Rekenkamercommissie: de commissie die wordt ingesteld bij deze verordening en die ten doel heeft om door middel van beleidsevaluaties en doelmatigheidsonderzoeken een bijdrage te leveren aan de rechtmatigheid en doeltreffendheid van het beoogde beleid, alsmede de doelmatige voorbereiding en uitvoering ervan in de gemeente;

  • c.

    Rechtmatigheid: de mate waarin rechtsregels op correcte wijze zijn geïnterpreteerd en toegepast;

  • d.

    Doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin een organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken;

  • e.

    Doelmatigheid of efficiency: het streven om met een zo beperkt mogelijke inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken;

  • f.

    Gemeentelijk bestuursorgaan: de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester (tenzij handelend in zijn hoedanigheid van hoofd van de politie), alsmede gemeentelijke commissies waaraan bevoegdheden van de gemeenteraad of van burgemeester en wethouders zijn gedelegeerd;

  • g.

    Onderdeel: een gemeentelijke afdeling, kostenplaats of fonds;

  • h.

    Gesubsidieerde instelling: organisatie met rechtspersoonlijkheid naar burgerlijk recht, die een geldelijke bijdrage in welke vorm dan ook van de gemeente ontvangt. Onder gemeente worden ook de in art. 82 Gemeentewet genoemde commissies begrepen;

  • i.

    Ambtenaar: een ieder die in dienst van de gemeente werkzaam is.

HOOFDSTUK 2 – TAAK, SAMENSTELLING EN BEVOEGDHEDEN VAN DE GEMEENTELIJKE REKENKAMERCOMMISSIE

Artikel 2 Taak van de gemeentelijke rekenkamercommissie

  • 1. Er is een gemeentelijke rekenkamercommissie.

  • 2. Deze rekenkamercommissie doet onderzoek naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid alsmede naar de rechtmatigheid, doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gemeentelijk beheer en van de gemeentelijke organisatie, alsmede van (gesubsidieerde) instellingen waarvan de activiteiten mede door de gemeente worden bekostigd.

  • 3. De rekenkamercommissie stelt elk jaar voor 1 april een verslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar.

Artikel 3 Benoeming en samenstelling gemeentelijke rekenkamercommissie

  • 1. De rekenkamercommissie bestaat uit een voorzitter en 2 leden. Zij worden door de gemeenteraad benoemd voor een periode van drie jaar.

  • 2. De rekenkamercommissie wijst uit haar leden een plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 3. Voorzitter en leden kunnen geen lid zijn van de betrokken gemeentelijke bestuursorganen.

  • 4. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met zijn ondersteuning.

  • 5. Voorafgaand aan eventuele tussentijdse benoemingen pleegt de gemeenteraad overleg met de rekenkamercommissie.

Artikel 4 Eed

Ten aanzien van voorzitter en leden is artikel 81g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Einde van het lidmaatschap

  • 1. De gemeenteraad ontslaat de voorzitter en leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2. Het lidmaatschap van de voorzitter of een lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    • c.

      wanneer hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • e.

      na het aflopen van de benoemingsperiode.

  • 3. Voorzitter en leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of andere gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie naar behoren te vervullen.

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de voorzitter en leden van de rekenkamercommissie

  • 1. De voorzitter en leden van de rekenkamercommissie genieten een door de gemeenteraad vast te stellen vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie.

  • 2. Voor de onderzoekswerkzaamheden van voorzitter en leden stelt de gemeenteraad een uurvergoeding vast van € 40,--

Artikel 7 Openbaarheid/ geheimhouding

  • 1. De rekenkamer vergadert in beslotenheid. De rekenkamercommissie kan besluiten vergaderingen of bijeenkomsten in het openbaar te houden.

  • 2. De rekenkamercommissie kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, geheimhouding opleggen omtrent de inhoud van stukken die aan haar worden overlegd alsmede het in een besloten vergadering daaromtrent behandelde.

  • 3. De geheimhouding wordt door allen, die bij de behandeling aanwezig waren en van deze stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de rekenkamercommissie haar opheft.

Artikel 8 Budget rekenkamercommissie

  • 1. De gemeenteraad stelt van de gelden die daartoe in de begroting zijn opgenomen, na overleg met de rekenkamercommissie, jaarlijks de middelen ter beschikking voor een goede uitoefening van de werkzaamheden van de rekenkamercommissie:

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen en onkosten van de voorzitter en de leden;

    • b.

      de ambtelijk secretaris;

    • c.

      interne onderzoeksmedewerkers;

    • d.

      externe deskundigen die door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

    • e.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de gemeenteraad.

  • 4. Het budget van de rekenkamercommissie bedraagt minimaal € 1,-- per gemeentelijke inwoner.

HOOFDSTUK 3 – DE WERKWIJZE VAN DE GEMEENTELIJKE REKENKAMERCOMMISSIE

Artikel 9 Reglement van orde

De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 10 Onderzoeksopdracht en bevoegdheden

  • 1. De rekenkamercommissie doet onderzoek naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid, alsmede naar de rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijk beheer en van de gemeentelijke organisatie, alsmede van (gesubsidieerde) instellingen waarvan de activiteiten mede door de gemeente worden bekostigd.

  • 2. De rekenkamercommissie kan anderen (zie artikel 11) in de gelegenheid stellen gemotiveerde voorstellen voor onderzoeksonderwerpen aan te dragen.

  • 3. De rekenkamercommissie stelt het werkprogramma vast en beslist welke onderwerpen worden onderzocht.

  • 4. De rekenkamercommissie beslist, waar zij dit nodig acht in overleg met de raad, of en in hoeverre spoedeisende onderzoeksvragen het vastgestelde werkprogramma doorkruisen.

  • 5. De rekenkamercommissie kan zogenaamde quick scans uitvoeren die betrekking hebben op een beperkter terrein of gepaard gaan met kleinere acties dan de onderzoeken die normaliter worden uitgevoerd.

  • 6. De rekenkamercommissie kan de gemeenteraad, mede gebaseerd op de uitkomsten van de in het vorige lid genoemde quick scans, gevraagd en ongevraagd adviseren.

  • 7. De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van een gemeentelijk bestuursorgaan en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van het onderzoek. De secretaris van de rekenkamercommissie kan de rekenkamercommissie daarbij vertegenwoordigen. De leden van het gemeentelijke bestuursorgaan en de ambtenaren van de gemeente verstrekken desgevraagd alle inlichtingen die de rekenkamercommissie ter vervulling van haar taak nodig acht.

  • 8. De rekenkamercommissie is bevoegd bij de besturen en of directies van de hierna genoemde organisaties de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek, het betreft:

    • a.

      openbare lichamen en gemeenschappelijke organen ingesteld krachtens de Wet Gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente deelneemt;

    • b.

      instellingen die een subsidie, lening of garantie van de gemeente ontvangen;

    • c.

      naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen waarin de gemeente aandeelhouder is;

    • d.

      rechtspersonen die een bij of krachtens de wet geregelde taak uitoefenen en daartoe geheel of gedeeltelijk worden bekostigd uit de opbrengst van bij of krachtens de wet ingestelde heffingen.

  • 9. De rekenkamercommissie kan zich laten bijstaan door deskundigen.

  • 10. Om de onderzoeken van de rekenkamercommissie naar behoren te kunnen uitvoeren zijn de stukken, die onder oplegging van geheimhouding aan de rekenkamercommissie ter beschikking worden gesteld, ook beschikbaar voor de secretaris van de rekenkamercommissie en de door de rekenkamercommissie aangewezen deskundigen.

Artikel 11 Initiatief met betrekking tot het uitvoeren van onderzoek

  • 1. Gemotiveerde verzoeken tot het verrichten van een onderzoek kunnen worden gedaan door:

    • a.

      de gemeenteraad;

    • b.

      commissies als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;

    • c.

      het college van burgemeester en wethouders;

    • d.

      in de gemeente gevestigde organisaties met rechtspersoonlijkheid;

    • e.

      één of meer inwoners van de gemeente.

  • 2. Indieners van een gemotiveerd verzoek tot het verrichten van een onderzoek krijgen binnen zes weken schriftelijk bericht over wat er met het verzoek wordt gedaan. Indien de commissie niet aan het verzoek voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

  • 3. De rekenkamercommissie doet geen onderzoek dat krachtens lid 1 is aangemeld indien:

    • a.

      het een klacht betreft in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van een bestuursorgaan;

    • b.

      het een bezwaar betreft in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van een bestuursorgaan, of

    • c.

      het een vraag betreft waarbij geen gemeentelijke bestuursbevoegdheden of –verantwoordelijkheden betrokken zijn.

Artikel 12 Uitvoering van het onderzoek en rapportage

  • 1. De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet;

  • 2. De rekenkamercommissie kan de verzoeker(s) tot het verrichten van een onderzoek tussentijds informeren over de voortgang van een onderzoek;

  • 3. De rekenkamercommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn in elk geval degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 4. Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport, de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college van burgemeester en wethouders en betrokkenen, aan de gemeenteraad aangeboden.

  • 5. De gemeenteraad stelt in openbaarheid de onderzoeksresultaten, de conclusies en de aanbevelingen vast.

HOOFDSTUK 4 – DE VERGADERINGEN VAN DE REKENKAMERCOMMISSIE

Artikel 13 Vergaderfrequentie

  • 1. De rekenkamercommissie vergadert periodiek op door haar te bepalen dagen en tijdstippen.

  • 2. In bijzondere gevallen belegt de voorzitter in afwijking van die regel een vergadering. Hij gaat daartoe in elk geval over wanneer een lid hem dat onder opgaaf van de redenen heeft gevraagd.

Artikel 14 Agenda

  • 1. De voorzitter roept de leden schriftelijk in vergadering bijeen, onder opgaaf van de punten die behandeld zullen worden.

  • 2. Hij zorgt dat stukken die op de agenda betrekking hebben tijdig aan de leden worden toegezonden of tijdig voor hen ter inzage worden gelegd.

  • 3. De rekenkamercommissie stelt bij aanvang van de vergadering de agenda vast.

  • 4. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter van het bepaalde in de vorige leden afwijken.

Artikel 15 Vergaderquorum, stemmingsquorum

  • 1. Voor het houden van een vergadering is vereist dat tenminste twee leden, onder wie de voorzitter, aanwezig zijn.

  • 2. De rekenkamercommissie beslist bij meerderheid van stemmen.

HOOFDSTUK 5 - ONDERSTEUNING VAN DE REKENKAMERCOMMISSSIE

Artikel 16 Secretariaat

  • 1. De gemeenteraad van Barneveld benoemt een ambtelijk secretaris op voordracht van de voorzitter van de rekenkamercommissie.

  • 2. De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging, de vorming van dossiers en verder voor alles wat nodig is voor een goede ondersteuning van het werk van de rekenkamercommissie.

  • 5. De rekenkamercommissie wordt op verzoek en waar nodig bijgestaan door de raadsgriffier.

HOOFDSTUK 6 - SLOTBEPALINGEN

Artikel 17 Voorziening

In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslist de rekenkamercommissie de gemeenteraad gehoord.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Rekenkamercommissie Nijkerk.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering

van de raad van de gemeente Nijkerk d.d.

3 februari 2005

de griffier

F.E. CONTANT

de voorzitter

B. VRIES

Toelichting

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven.

Waar in deze verordening ‘’hij’’ staat, moet ook ‘’zij’’ gelezen worden.

Artikel 2

Wanneer gemeenten geen rekenkamer instellen, stellen zij op grond van artikel 81o, hfst. IVB, van de Gemeentewet regels vast voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie. Voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie zijn de artikelen 182 en 185 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3

In de samenwerkingsovereenkomst is de intentie opgenomen dat de gemeenteraden voor de drie rekenkamercommissies een gemeenschappelijke voorzitter benoemen. De twee leden kunnen in meer commissies worden benoemd. Zowel voorzitter als leden zijn extern, dat wil zeggen niet in dienst van of nauw betrokken bij de gemeentelijke bestuursorganisatie, noch politiek, ambtelijk of anderszins.

Op de voorzitter en de leden van de rekenkamercommissie is art. 81f van de Gemeentewet, behoudens het eerste lid, onder j en o, van overeenkomstige toepassing.

Voorzitter en leden worden voor drie jaar benoemd. Herbenoeming is mogelijk.

Artikel 4

De verplichting deze eed of verklaring en belofte af te leggen vloeit voor de rekenkamer rechtstreeks voort uit artikel 81g van de Gemeentewet. Deze bepaling wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de leden van de rekenkamercommissie.

Artikel 5

Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting) hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties.

Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat voorzitter en/of leden worden ontslagen omdat de gemeenteraad de inhoudelijke analyses en oordelen van de rekenkamercommissie niet deelt.

Artikel 6

In dit artikel is vastgelegd dat de leden voor hun werkzaamheden een vergoeding ontvangen. Voorzitter en leden ontvangen een door de gemeenteraad vast te stellen bedrag voor hun aanwezigheid en inbreng in de vergaderingen van de rekenkamercommissie, alsmede een reiskostenvergoeding.

De gemeenteraad stelt een uurvergoeding vast van € 40,-- voor de tijd die voorzitter en leden besteden aan onderzoeksaangelegenheden, buiten het vergaderwerk om, en (desgewenst) het zelf uitvoeren van onderzoek.

Artikel 7

De rapporten van de rekenkamercommissie zijn in beginsel openbaar, maar op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt.

Artikel 8

De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat beschikbaar is gesteld voor de uitvoering van haar taak. Dit budget is gerelateerd aan het inwonertal per gemeente en bedraagt minimaal € 1,-- per gemeentelijke inwoner. Als de rekenkamercommissie bij aanvang slechts een deel van een kalenderjaar functioneert, is het een proportioneel deel van dit bedrag.

Ten laste van dit budget worden de kosten gebracht bedoeld in art. 6 en art. 8 lid 2.

Onder de overige uitgaven vallen o.a. de kosten voor het detacheren van de ondersteuning bij de gemeente Barneveld.

Artikel 9

Artikel 81i van de Gemeentewet wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de rekenkamercommissie. In het reglement van orde worden onderwerpen geregeld als de verhouding voorzitter-secretaris, de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken, hoe wordt omgegaan met verzoeken van derden om onderzoek te verrichten enzovoorts.

Artikel 10

De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. Het in handen van de commissie leggen van de uitwerking van de vraagstelling en de vaststelling van de onderzoeksopzet bevordert de onafhankelijkheid.

De rekenkamercommissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Het onderzoek van de commissie is gericht op structurele leereffecten en in mindere mate op incidenten. Toch kan een bepaald incident aanleiding een onderzoek (ad hoc) in te stellen, bijvoorbeeld als de commissie van mening is dat uit onderzoek van dit incident ook in meer structurele zin lering kan worden getrokken.

Ook andere overwegingen kunnen aanleiding zijn om een onderzoek in te stellen. Het is aan de commissie om hiervoor criteria te ontwikkelen en voorliggende onderzoeksvragen daaraan te toetsen. Daarin betrekt de commissie ook de afweging in hoeverre ad hoc-onderzoek reeds in gang gezet onderzoek kan doorkruisen c.q. doen vertragen. De commissie informeert in voorkomende gevallen de raad over haar besluit en de onderliggende overwegingen. Zie ook de toelichting bij artikel 14.

Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek voor het vormen van objectieve oordelen over voldoende en relevante gegevens kan beschikken, is het van belang over zo ruim mogelijke bevoegdheden tot het inwinnen van informatie te beschikken. Daarom is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen bij alle leden c.q onderdelen van de gemeentelijke bestuursorganen en van alle ambtenaren van betrokken gemeente(n). Wil conform het achtste lid hiertoe een bevoegdheid bestaan, dan zal hiertoe een grondslag en rechtstitel in de gemeentelijke subsidieverordening moeten worden opgenomen.

De in lid 5 genoemde quick scans kunnen een vervolg krijgen door het geven van commentaar op ontwikkelingsprocessen die zich in de gemeentelijke organisatie afspelen. Dit commentaar wordt in een brief aan de betreffende gemeenteraad aangereikt.

Artikel 11

Zie ook toelichting bij artikel 10. Het verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid van de Gemeentewet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt er een bepaald gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de rekenkamercommissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek zal zij daarvoor goede gronden moeten aanvoeren.

Artikel 12

Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij(en) de kans krijgt (krijgen) om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) concept-onderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betrokkenen worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden eruit te halen dan wel correcties voor te stellen. Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke wethouder of het college de gelegenheid geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de rekenkamer verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de rekenkamer een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.

Ook kan de rekenkamer variatie aanbrengen in de manier waarop de uitkomsten van onderzoek naar buiten worden gebracht. Naast rapporten kan worden gedacht aan het organiseren van conferenties en workshops of zelfs het publiceren van handreikingen. Vanzelfsprekend zal hieraan een rapportage ten grondslag liggen.

Artikelen 13, 14 en 15

Deze artikelen behoeven geen toelichting.

De commissie vergadert als regel in beslotenheid (zie art. 7, lid 1). Ten aanzien van het verhandelde is art. 86 Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Overeenkomstig de gewenste profilering van de rekenkamercommissie wordt, waar dit dienstig is aan het onderzoek, maximale openheid en transparantie omtrent de werkwijze van de commissie nagestreefd. Uitgebrachte rapporten en het jaarverslag van de commissie zijn openbaar.

Artikel 16

De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris. De ambtelijk secretaris en eventueel andere ondersteuning is gedetacheerd bij de gemeente Barneveld. Daarom vindt de benoeming van de ambtelijke secretaris plaats door de gemeenteraad van Barneveld. De vorm van de ondersteuning is uitgewerkt in een samenwerkingsovereenkomst tussen de deelnemende gemeenten.

De rekenkamercommissie dient zelfstandig te functioneren en in het derde lid is voorzien in een rechtstreekse verantwoordingsrelatie van de secretaris ten opzichte van de rekenkamercommissie.

Artikel 17 tot en met 19

Deze artikelen behoeven geen toelichting.