Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nijkerk houdende belastingtarieven voor lijkbezorging Verordening lijkbezorgingsrechten 2014

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2017

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2014

De raad der gemeente Nijkerk;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 oktober 2013;

gelet op artikel 229 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2014

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • -

    asbus: een bus tot berging van as van een overledene;

  • -

    begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaatsen in Nijkerk, Nijkerkerveen en Hoevelaken;

  • -

    beheerder: de door het college aangewezen ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;

  • -

    belanghebbende: de persoon aan wie een algemeen graf ter beschikking is gesteld;

  • -

    buitengewone uren: de uren voor begravingen of bijzettingen op werkdagen van 1 februari tot en met 31 oktober voor 10.00 uur en na 16.00 uur, op werkdagen van 1 november tot en met 31 januari voor 10.00 uur en na 15.00 uur en op zaterdag de uren voor 10.00 uur en na 15.00 uur;

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk;

  • -

    gedenkplaats: een plaats bestemd voor het begraven van menselijke stoffelijke resten anders dan bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet op de lijkbezorging;

  • -

    grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf;

  • -

    levenspartner: echtgeno(o)t(e) of geregistreerde partner;

  • -

    particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het verstrooien van as;

  • -

    particulier kindergraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van lijken van kinderen beneden de leeftijd van twaalf jaar;

  • -

    particulier urnengraf: een ruimte, een kelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • -

    particuliere urnennis: een nis in een urnenmuur of columbarium waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • -

    rechthebbende: de rechthebbende op een particulier graf of een particulier kindergraf, een particulier urnengraf of een particuliere urnennis;

  • -

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • -

    urnenruimte: een particulier urnengraf of een particuliere urnennis;

  • -

    verschuldigd recht: het bedrag, verschuldigd ingevolge de Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten;

  • -

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met deze begraafplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor het op rechtelijk bevel opgraven en weer in dezelfde grafruimte begraven van een lijk.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in de artikelen 2.5 en 2.6 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1. De onderhoudsrechten, bedoeld in de artikelen 2.5 en 2.6 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. Andere dan de in de artikelen 2.5 en 2.6 genoemde rechten van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in de artikelen 2.5 en 2.6 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in de artikelen 2.5 en 2.6 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in de artikelen 2.5 en 2.6 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere dan de in de artikelen 2.5 en 2.6 genoemde rechten van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen dertig dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan op grond van artikel 233a Gemeentewet nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 3. De ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2013” van 30 oktober 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 4. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

  • 5. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

  • 6. Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2014”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad van de gemeente Nijkerk op
28 november 2013,
de griffier, de voorzitter,
de heer O. VAN KOLCK de heer mr. drs. G.D. RENKEMA

Bijlage 1 Tarieventabel behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten 2014, tarieventabel per 1-1-2017

Hoofdstuk 1

Verlenen van rechten

 

1.1

Voor het ter beschikking stellen voor een periode van 20 jaar

 

 

wordt voor een algemeen graf geheven:

€ 504,00

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf of urnengraf

 

 

voor een periode van 20 jaar wordt geheven:

€ 1.009,00

1.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier kindergraf voor een periode van 20 jaar wordt geheven:

 

1.3.1

voor een kind jonger dan vier jaar:

€ 183,80

1.3.2

voor een kind in de leeftijd van vier tot en met elf jaar:

€ 312,10

1.4

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particuliere urnennis

 

 

voor een periode van 20 jaar wordt geheven:

€ 253,50

1.5

Voor het verlenen van het recht op een verstrooiingsplaats voor periode

 

 

van 20 jaar wordt geheven:

€ 77,75

1.6

Voor het verlengen van het uitsluitend recht, wordt per periode van 10 jaar geheven:

 

1.6.1

voor een particulier graf:

€ 504,00

1.6.2

voor een particulier kindergraf voor een kind jonger dan vier jaar:

€ 91,90

1.6.3

voor een particulier kindergraf voor een kind in de leeftijd van

 

 

vier tot en met elf jaar:

€ 156,55

1.6.4

voor een particuliere urnennis in columbarium en urnenmuur:

€ 126,25

1.6.5

voor een particulier urnengraf:

€ 126,25

1.6.6

voor een verstrooiingsplaats:

€ 40,40

 

 

 

Hoofdstuk 2

Onderhoud

 

2.1

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van graven en de begraafplaats wordt een éénmalig recht voor een periode van 20 jaar geheven van, voor een:

 

2.1.1

particulier graf of particulier urnengraf:

€ 867,60

2.1.2

particuliere urnennis in columbarium, urnenmuur en urnenkelder:

€ 867,60

2.1.3

particulier kindergraf:

€ 314,10

2.1.4

verstrooiingsplaats:

€ 433,30

2.1.5

algemeen graf:

€ 433,30

2.2

Voor het verlengen van het recht genoemd in 2.1, direct aansluitend op de periode van 20 jaar, wordt per periode van 10 jaar, een recht geheven gelijk aan 50% van de tarieven genoemd in 2.1.1 tot en met 2.1.4.

 

2.3

Voor het door of vanwege de gemeente openen en sluiten van een grafkelder

 

 

wordt geheven:

€ 666,60 

2.4

Voor het door of vanwege de gemeente wegnemen en herplaatsen wordt geheven voor:

 

2.4.1

een gedenkteken:

€ 406,00

2.4.2

beplanting zonder gedenkteken:

€ 65,65

2.5

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van graven en de begraafplaats welke voor 1 januari 2002 in Hoevelaken zijn uitgegeven, wordt geheven per grafruimte per jaar:

 

2.5.1

voor een algemeen graf:

€ 59,60

2.5.2

voor een particulier graf:

€ 80,80

2.5.3

voor een particulier kindergraf voor een kind jonger dan vier jaar:

€ 31,30

2.6

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van particuliere urnennissen en de begraafplaats, welke voor 1 januari 2002 in Hoevelaken zijn uitgegeven,

 

 

wordt geheven per urnenruimte, per jaar:

€ 42,40

2.7

De rechten genoemd in 2.5 en 2.6 kunnen voor de nog resterende graftermijn worden afgekocht. Dit recht wordt berekend door het aantal jaren van de resterende graftermijn van respectievelijk 20 en 30 jaar te delen door 20 en te vermenigvuldigen met de tarieven bedoeld in 2.1.1 tot en met 2.1.4.

 

2.8

Voor het verlengen van het recht genoemd in 2.5.2, 2.5.3 en 2.6 met 10 jaar, wordt een recht geheven gelijk aan 50% van de tarieven bedoeld in 2.1.1 tot en met 2.1.4.

 

 

 

 

Hoofdstuk 3

Begraven

 

3.1

Voor het begraven van een lijk van een persoon van twaalf jaar of ouder wordt geheven:

€ 748,40

3.2

Voor het begraven van een lijk van een persoon van twaalf jaar of ouder buiten de reguliere volgorde van begraven, zoals bedoeld in artikel 10, derde lid, van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Nijkerk, wordt een toeslag berekend van 50% van het tarief zoals vermeld onder 3.1

 

3.3

Voor het begraven van een lijk van een kind jonger dan twaalf jaar, wordt geheven:

€ 265,65

3.4

Voor het begraven op buitengewone uren worden de

 

 

tarieven zoals vermeld onder 3.1 en 3.3 verhoogd met:

€ 244,40

3.5

Voor het begraven van immatuur geboren vruchten wordt geheven:

€ 141,40

3.6

Voor extra werkzaamheden bij bijzondere begravingen wordt per uur geheven:

€ 70,70

 

 

 

Hoofdstuk 4

Bijzetten van asbussen en urnen

 

4.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:

 

4.1.1

in een particuliere urnennis:

€ 280,80

4.1.2

in een particulier urnengraf:

€ 280,80

4.2

Voor het bijzetten van een asbus of urn op buitengewone uren of in een graf, zoals bedoeld in artikel 10, derde lid, van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Nijkerk, wordt het recht,

 

 

bedoeld in 4.1.1 en 4.1.2, verhoogd met:

€ 244,40

 

 

 

Hoofdstuk 5

Opgraven, ruimen en verstrooien

 

5.1

Voor het opgraven van een lijk of overblijfselen daarvan wordt geheven:

€ 748,40

5.2

Voor het opgraven en weer opnieuw begraven in hetzelfde graf wordt geheven:

 

5.2.1

voor het eerste lijk of de overblijfselen daarvan:

€ 1.123,10

5.2.2

voor een volgend lijk of de overblijfselen daarvan:

€ 748,40

5.3

Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven:

€ 1.496,80

5.4

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven:

 

5.4.1

uit een particulier urnengraf:

€ 280,80

5.4.2

uit een particuliere urnennis in columbarium of urnenmuur:

€ 65,65

5.4.3

bij het weer terugplaatsen van de asbus wordt geheven:

€ 65,65

5.5

Voor het door of vanwege de gemeente verstrooien van as op een

 

 

verstrooiingsplaats wordt geheven:

€ 65,65

5.6

Voor het door nabestaanden verstrooien van as op

 

 

een verstrooiingsplaats wordt geheven:

€ 65,65