Regeling vervallen per 01-01-2022

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk houdende regels omtrent begraafplaatsen Nadere regels begraafplaatsen 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2021

Intitulé

Nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaatsen 2014

Burgemeester en wethouders van Nijkerk;

gelet op de artikelen 1, 2, 3, 6, 9, 11, 17, tweede lid en 20 van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Nijkerk;

b e s l u i t e n :

vast te stellen de volgende Nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaatsen 2014

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

Deze nadere regels verstaan onder:

  • a.

    grafbedekking:

    gedenkteken en grafbeplanting;

  • b.

    gedenkteken:

    voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren;

  • c.

    grafbeplanting:

    beplanting welke door de rechthebbende op een graf wordt aangebracht;

  • d.

    verordening:

    Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Nijkerk;

  • e.

    plantvak:

    het gedeelte van het graf zoals is aangegeven op het indelingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1 van deze nadere regels;

  • f.

    beheerder:

    de door het college aangewezen ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;

  • g.

    herdenkingszuil:

    een zuil of andersoortig collectief gedenkteken op of nabij een verstrooiingsplaats of gedenkplaats.

Hoofdstuk 2 Beheer begraafplaatsen

Artikel 2.1 Aanwijzing beheerder

Als beheerder van de begraafplaats wordt aangewezen de Wijkteamleider, verantwoordelijk voor de gemeentelijke begraafplaatsen of zijn vervanger.

Artikel 2.2 Indelingsplan en afmetingen graven

  • 1. Het college stelt de indelingsplannen vast overeenkomstig de bijlagen I, II en III behorende bij deze nadere regels, waarop zijn aangegeven de vakken, de afmetingen van de plantvakken, de categorieën, de nummering van de uit te geven graven en urnenruimten, de plaats van asverstrooiing en eventuele andere voorzieningen.

  • 2. De afmetingen van een particulier graf en algemeen graf bedragen 2,35 meter x 1,10 meter. De afmetingen van een particulier kindergraf voor een kind tot de leeftijd van 4 jaar bedraagt 1,25 meter x 0,75 meter; een particulier kindergraf voor een kind tot de leeftijd van 12 jaar bedraagt 1,75 x 0,90 meter.

Artikel 2.3 Gebruik aula Hoevelaken

  • 1. Het gebruik van de aula in Hoevelaken moet worden aangevraagd bij de beheerder.

  • 2. De aula is, behalve voor bezoek aan de opgebaarde overledene, ten behoeve van uitvaarten en condoleances op zondag gesloten.

  • 3. Het college kan afwijken van het genoemde in het tweede lid.

  • 4. De eventuele geluidsinstallatie op de begraafplaats mag maximaal 50 dB(A) aan geluid voortbrengen, gemeten bij de gevel van de dichtstbijzijnde woning.

Hoofdstuk 3 Openstelling, orde en rust op de begraafplaatsen

Artikel 3.1 Openstelling begraafplaatsen

De begraafplaatsen zijn dagelijks toegankelijk voor bezoekers van een half uur voor zonsopgang tot een half uur na zonsondergang.

Artikel 3.2 Ordemaatregelen

  • 1. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats(en) hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2. De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 3. Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats(en) te rijden:

    • a.

      elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen; motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen;

    • b.

      sneller dan 10 km per uur.

  • 4. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het derde lid.

Hoofdstuk 4 Aantal overledenen in graven en urnenruimten

Artikel 4.1 Aantal overledenen in graven en urnenruimten

  • 1. In een particulier graf en een algemeen graf mogen niet meer dan twee lijken of twee asbussen worden begraven. Op of in een vol particulier graf mag tevens de as van één lijk worden verstrooid of één extra asbus worden bijgezet.

  • 2. In een particulier kindergraf tot 4 jaar wordt één lijk begraven.

  • 3. In een urnenruimte mogen niet meer dan twee asbussen worden bijgezet.

Hoofdstuk 5 Eisen voor gedenktekens

Artikel 5.1 Melding aan beheerder

  • 1. Alvorens een gedenkteken mag worden aangebracht moet hiervan een melding worden gedaan aan de beheerder met behulp van een daartoe door het college vastgesteld formulier.

  • 2. Bij de melding tot het aanbrengen van een gedenkteken behoort een werktekening te worden ingediend.

  • 3. Op deze werktekening dienen tenminste voor te komen:

    • a.

      een boven , voor en zijaanzicht met alle hoogte , breedte , dikte en lengtematen,

    • b.

      de soort, kleur, bewerking van het te gebruiken materiaal;

    • c.

      de vermelding of de letters e.d. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

    • d.

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van figuratie(s),

    • e.

      de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop.

  • 4. Indien het uitgevoerde of in uitvoering zijnde ontwerp van het gedenkteken niet overeenkomt met de oorspronkelijke tekening moet een gewijzigde tekening worden ingediend.

  • 5. Steenhouwers dienen zich schriftelijk of telefonisch vooraf te melden bij de beheerder en moeten zich houden aan de door de beheerder gegeven aanwijzingen.

  • 6. Gedenktekens moeten voldoen aan de voorschriften zoals vastgelegd in dit hoofdstuk.

Artikel 5.2 Algemene voorschriften gedenktekens

  • 1. Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen, glas of een verduurzaamde houtsoort (bij gebruik van houten gedenktekens dient het hout te behoren tot kwaliteitsklasse A, Kwaliteitseisen voor hout, KVH 1995: NEN 5466).

  • 2. Een gedenkteken moet gedragen worden door deugdelijke gewapende betonnen fundering.

  • 3. De lengte en de breedte van het gedenkteken mogen die van het plantvak niet overschrijden.

  • 4. De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

  • 5. De gedenktekens moeten deugdelijk en zuiver te lood worden geplaatst.

  • 6. Het plaatsen van voorwerpen binnen het plantvak is toegestaan, mits deze voorwerpen niet ontsierend zijn, een en ander ter onzer beoordeling.

  • 7. Beplanting mag worden aangebracht. De beplanting mag de grenzen van het plantvak niet overschrijden en geen grotere hoogte bereiken dan 1,00 meter.

  • 8. Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen. De beheerder mag deze onaangekondigd en zonder enig recht op aanspraak verwijderen bij verwaarlozing.

  • 9. Op particuliere graven is het aanbrengen van marmerslag en/of grind als grafbedekking toegestaan, mits dit is omsloten door een duurzame rand van 0,05 meter op een geschikte fundering binnen de grenzen van het plantvak.

  • 10. Gedenktekens mogen geen afbeeldingen of teksten bevatten die aanstootgevend, ontsierend of kwetsend kunnen zijn voor anderen; gedenktekens mogen geen reclame bevatten.

  • 11. Gedenktekens mogen geen voorwerpen bevatten die door licht, geluid of anderszins hinder kunnen veroorzaken.

  • 12. Het plaatsen van een zwerfkei met een maximale hoogte van 60 cm., een maximale breedte van 60 cm. en een maximale lengte van 60 cm. is toegestaan.

  • 13. Niet toegestaan is/zijn:

    • a.

      ijzeren hekjes, palen of banden ter aanduiding van de grootte van het graf. Het college kan uitzonderingen maken voor de oude gedeelten van de begraafplaatsen;

    • b.

      steenhouwwerk met opschrift van verheven letters of onderdelen daarvan, die elk minder dan 3 mm boven de ondergrond uitsteken;

    • c.

      steenhouwwerk met een inscriptie van ingebeitelde letters of onderdelen daarvan die minder dan 3 mm zijn ingehakt.

  • 14. De beheerder is gemachtigd gedenktekens of delen daarvan te verwijderen of veilig te stellen indien deze een gevaar voor de omgeving of het gedenkteken zelf gaat opleveren.

Artikel 5.3 Voorschriften gedenktekens op algemene graven

  • 1. Op een algemeen graf mag een liggend gedenkteken worden aangebracht met een lengte van 0,40 meter, een breedte van 0,60 meter en een dikte van 0,05 meter.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid is de minimale dikte van een te plaatsen glazen gedenkteken 0,02 meter.

Artikel 5.4 Voorschriften gedenktekens op kindergraven

  • 1. Op een particulier kindergraf voor een kind tot 4 jaar mag een gedenkteken worden aangebracht met een hoogte van maximaal 60 cm., een breedte van maximaal 60 cm., een lengte van maximaal 100 cm. en een dikte van minimaal 0,05 meter.

  • 2. Op een particulier kindergraf voor een kind van 4 tot 12 jaar mag een gedenkteken worden aangebracht met een hoogte van maximaal 0,90 meter, een breedte van maximaal 80 cm., een lengte van maximaal 150 cm. en een dikte van minimaal 0,05 meter.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid is de minimale dikte van een te plaatsen glazen gedenkteken 0,02 meter.

  • 4. Op een particulier kindergraf is een combinatie van een staand en liggend gedenkteken, met inachtneming van de geldende voorschriften, toegestaan.

Artikel 5.5 Voorschriften gedenktekens op particuliere graven op de begraafplaatsen Frieswijkstraat Nijkerk, Van Dijkhuizenstraat Nijkerkerveen en Kerkepad Hoevelaken met uitzondering van graven in de vakken C, E, F, G, J, L, M, R en S

  • 1. Op een particulier graf mag een gedenkteken worden aangebracht met een maximale hoogte van 1,00 meter, een dikte van minimaal 0,08 meter en een breedte van maximaal 1,00 meter.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid is de minimale dikte van een te plaatsen glazen gedenkteken 0,02 meter.

  • 3. Gedenktekens op de uitbreiding van de begraafplaats Frieswijkstraat Nijkerk moeten worden geplaatst op de daarvoor aangebrachte funderingsbalk.

  • 4. Op een particulier graf mag een liggend gedenkteken worden geplaatst met een maximale afmeting van 2,00 m. lang x 1,00 meter breed.

  • 5. Op een particulier graf is een combinatie van een staand en liggend gedenkteken, met inachtneming van geldende voorschriften, toegestaan.

Artikel 5.6 Voorschriften gedenktekens op particuliere graven op de begraafplaats Kerkepad Hoevelaken voor graven in de vakken C, E, F, G, J, L, M, R en S

  • 1. Op een particulier graf mag een gedenkteken worden aangebracht met een maximale hoogte van 1,00 meter, een dikte van minimaal 0,08 meter en een breedte van maximaal 0,90 meter.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid is de minimale dikte van een te plaatsen glazen gedenkteken 0,02 meter.

  • 3. Liggende gedenktekens mogen uitsluitend worden aangebracht op het plantvak (100 cm. breed en 75 cm. lang) en mogen de oppervlakte van het plantvak niet overschrijden.

  • 4. Staande gedenktekens moeten worden geplaatst op de daarvoor aangebrachte funderingsbalk.

  • 5. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid mogen gedenktekens op graven in vak A een maximale breedte hebben van 0,60 meter

Artikel 5.7 Voorschriften gedenktekens urnenruimte en urnenkelder

  • 1. Op de herdenkingszuil op de begraafplaatsen in Nijkerk en Hoevelaken mag uitsluitend het door de beheerder ter beschikking gestelde gedenkplaatje worden geplaatst.

  • 2. Een urnenruimte dient te worden afgedekt met de door de beheerder ter beschikking gestelde granieten dekplaat of een eigen dekplaat van gelijke vorm en grootte.

  • 3. Indien geen afdekplaat gebruikt wordt bij een urnenruimte, is de gemeente niet aansprakelijk voor schade of ontvreemding van de asbus of urn. Deze dient dan ook tenminste vast gemonteerd te worden aan de urnenruimte.

  • 4. Een urnenkelder wordt door een schuinaflopende kunststof deksel afgesloten. Op deze deksel wordt een afdekplaat van kunststeen aangebracht van 50 x 50 x 3 cm. Het is toegestaan deze dekplaat te vervangen door een natuurstenen exemplaar. Het is eveneens toegestaan op deze afdekplaat een zuil of sculptuur aan te brengen. Een en ander moet binnen de ruimte blijven van 50 x 50 x 50 cm. Gerekend vanaf de bovenkant van de urnenkelder.

  • 5. Het is niet toegestaan bij een urnenkelder bloemen en planten te plaatsen naast het gedenkteken anders dan in de door de beheerder beschikbaar gestelde steekvazen. Beplanting zoals bollen, struiken en vaste planten mogen niet in de grond gepoot worden.

Artikel 5.8 Voorschriften gedenktekens bij veld voor begraven immatuur geborenen

  • 1. Bij dit veld mogen uitsluitend gedenktekens worden opgehangen in de daarvoor bestemde (vlinder-)boom.

  • 2. Op de (vlinder-)boom mag uitsluitend het door de beheerder ter beschikking gestelde gedenkplaatje worden geplaatst.

Hoofdstuk 6 Onderhoud grafmonumenten door de gemeente

Artikel 6.1 Werkzaamheden onderhoud

  • 1. Indien het onderhoud aan het gedenkteken bij de gemeente is afgekocht, heeft men recht op de volgende werkzaamheden:

    • a.

      minimaal één keer per jaar wordt het totale gedenkteken gereinigd;

    • b.

      onleesbaar geworden letters worden bijgeschilderd. Gouden letters worden voor het eerst na tien jaar onderhouden, waarbij versleten letters met goudverf worden behandeld; opliggende bronzen letters worden niet onderhouden cq. schoongemaakt;

    • c.

      sterk vervuild grind wordt vervangen of gewassen;

    • d.

      het gedenkteken wordt recht in het lood gezet en gehouden

    • e.

      het voldoende maaien van het gras;

    • f.

      het in ordelijke staat houden van planten en het wieden van onkruid;

    • g.

      alle andere werkzaamheden welke geacht kunnen worden tot normaal onderhoud te behoren.

  • 2. Onder onderhoud wordt niet verstaan: herstellings- of vernieuwingswerkzaamheden, zoals timmer , smeed-, metsel- of steenhouwwerk, alsmede de leveranties van de voor die werkzaamheden benodigde materialen. Indien de rechthebbende nalaat de herstellings- of vernieuwingswerkzaamheden uit te voeren, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zonodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is. De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht. Het college kan de rechthebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen en citeertitel

Artikel 7.1 Slotbepalingen

Deze nadere regels treden in werking op 1 januari 2014. Op deze datum vervallen de per 1 januari 2010 in werking getreden Nadere regels begraafplaatsen. Bestaande rechten en verplichtingen blijven in stand.

Artikel 7.2 Citeertitel

Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: Nadere regels begraafplaatsen 2014.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en
wethouders van Nijkerk d.d. 24 september 2013.
de secretaris, mevrouw mr. M.D. Haalstra
de burgemeester, de heer mr. drs. G.D. Renkema 

BIJLAGEN bij de Nadere regels begraafplaatsen 2014:

De bijlagen I, II en III liggen ter inzage bij de gemeente