Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk houdende regels omtrent de huisvestingsverordening (Nadere regels Huisvestingsverordening Nijkerk 2019)

Geldend van 01-11-2019 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk houdende regels omtrent de huisvestingsverordening (Nadere regels Huisvestingsverordening Nijkerk 2019)

Het college van de gemeente van Nijkerk;

gelet op artikel 5 van de Huisvestingsverordening Nijkerk 2018;

overwegende dat:

  • -

    nadere regels kunnen worden vastgesteld als een uitwerking van artikel 5 van de huisvestingsverordening, waarin de urgentiecategorieën zijn genoemd

  • -

    in deze nadere regels de urgentiecategorieën worden beschreven waarin woningzoekenden in aanmerking komen voor een urgentie, mits zij aan de hierna genoemde voorwaarden en criteria voldoen, alsmede hun situatie kunnen aantonen aan de hand van de gevraagde bescheiden;

b e s l u i t :

vast te stellen de nadere regels Huisvestingsverordening Nijkerk 2019

Paragraaf 1 Toelatingsvoorwaarden en maatschappelijke binding

Artikel 1 Toelatingsvoorwaarden

Om toegelaten te worden tot de in artikel 5 eerste lid van de Huisvestingsverordening genoemde urgentiecategorieën voldoet de aanvraag aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    Tenminste één van de leden van het huishouden is achttien jaar of ouder;

  • b.

    De leden van het huishouden bezitten de Nederlandse nationaliteit of worden op grond van een wettelijke bepaling als Nederlander behandeld of zijn vreemdeling en verblijven rechtmatig in Nederland als bedoeld in artikel 8, a t/m e en l van de Vreemdelingenwet 2000; en

  • c.

    Het inkomen van het huishouden is niet hoger dan de inkomensgrens voor de primaire doelgroep van corporaties, als bedoeld in artikel 48 van de Woningwet.

  • d.

    Voor de aanvrager van urgentie als bedoeld in artikel 5, eerste lid onder e (herstructurering) van de Huisvestingsverordening, geldt de inkomenseis als genoemd onder c niet.

Artikel 2 Maatschappelijke binding

  • 1. Onder maatschappelijke binding wordt verstaan dat:

    • a.

      De aanvrager het voorgaande kalenderjaar onafgebroken ingezetene van de gemeente is geweest; of

    • b.

      De aanvrager in de afgelopen 10 jaar tenminste 6 jaar aaneengesloten ingezetene van de gemeente is geweest.

  • 2. Voor urgentiecategorieën als genoemd in artikel 5, eerste lid onder d, e, f, g, en h van de Huisvestingsverordening geldt dat de aanvrager maatschappelijke binding met de gemeente Nijkerk moet hebben.

  • 3. Voor de urgentiecategorie als genoemd in artikel 5, eerste lid onder c van de Huisvestingsverordening geldt dat de mantelzorger dan wel de mantelzorgontvanger de vereiste binding moeten hebben.

Paragraaf 2 Algemene weigeringsgronden

Artikel 3 Algemene weigeringsgronden

Indien de aanvraag aan de in artikel 1 genoemde toelatingsvoorwaarden voldoet, dan wordt bij de aanvraag voor urgentie eerst getoetst aan de in artikel 6 van de Huisvestingsverordening genoemde algemene beoordelingsgronden. Deze gronden gelden voor iedere aanvraag, tenzij hiervoor op grond van het bepaalde in de Huisvestingswet 2014 een uitzondering is gemaakt. Er kan geen urgentie worden toegekend wanneer sprake is van één of meerdere van de volgende gronden:

  • a.

    Als de situatie waarin de aanvrager verkeert, aan het handelen van de aanvrager zelf is te verwijten;

  • b.

    Als de aanvrager niet voldoende zelfredzaam is;

  • c.

    Als de situatie van woningnood op een andere wijze kan worden opgelost, bijvoorbeeld met een voorliggende voorziening of door middel van huisvesting in de vorm van onzelfstandige woonruimte;

  • d.

    Als de aanvrager niet in staat is in de kosten van zijn of haar bestaan of de bewoning van een zelfstandige woning te voorzien; en/of

  • e.

    Als de aanvrager of één van de leden van het huishouden waartoe de aanvrager behoort langer dan 8 jaar ingeschreven is in WoningNet Eemvallei.

Artikel 4 Verwijtbaarheid

De situatie van woningnood waarin de aanvrager verkeert, moet buiten de schuld (of nalatigheid) van betrokkene zijn ontstaan. Dat wil zeggen dat de aanvrager niet verwijtbaar verantwoordelijk is te stellen voor het ontstaan of voortbestaan van het probleem. Voor zover er sprake is van verwijtbare verantwoordelijkheid voor ontstaan of voortbestaan het probleem geldt dit tot een maximum van 3 jaar na het ontstaan van de situatie van woningnood. Onder verwijtbaarheid als bedoeld in artikel 3, onder a wordt onder andere verstaan:

  • a.

    Als de situatie van woningnood voor aanvrager te voorzien was, ofwel de aanvrager in staat was tijdig maatregelen te nemen om de (huidige of aanstaande) situatie van woningnood te voorkomen;

  • b.

    Als aanvrager niet eerst zelf aantoonbaar naar een oplossing van het probleem heeft gezocht, voordat een urgentie wordt aangevraagd;

  • c.

    Als aanvrager had kunnen anticiperen door middel van tijdig reageren c.q. inschrijven als woningzoekende; of

  • d.

    Als de aanvrager in de gemeente is komen wonen zonder te zorgen voor adequate woonruimte voor zichzelf en eventuele andere leden van zijn of haar huishouden.

Artikel 5 Zelfredzaamheid

  • 1. Onder zelfredzaamheid als bedoeld in artikel 3, onder b wordt verstaan:

    • a.

      het voldoende zelfstandig kunnen functioneren in de maatschappij, zo nodig met begeleiding; en

    • b.

      het als huurder in staat zijn tot goed huurderschap.

  • 2. Ter beoordeling van de mate van zelfredzaamheid kunnen burgemeester en wethouders hierover advies vragen bij een onafhankelijk adviesorgaan. Een inschatting van de mate van zelfredzaamheid hangt af van de individuele omstandigheden van de aanvrager.

Artikel 6 Andere wijzen van oplossingen

Onder het op andere wijze van oplossen van de situatie van woningnood, als bedoeld in artikel 3, onder c wordt verstaan dat de situatie van woningnood kan worden opgelost door (tijdelijke) bewoning van onzelfstandige woonruimte, met inbegrip van inwoning. Aan dit criterium wordt voldaan indien er geen contra-indicatie is voor de bewoning van onzelfstandige woonruimte, met inbegrip van inwoning. Het toenemen van leeftijd kan een contra-indicatie zijn. Bewoning van onzelfstandige woonruimte, met inbegrip van inwoning, is voorts geen reden voor het toekennen van urgentie.

Artikel 7 Financiële draagkracht

Onder het in staat zijn te voldoen aan de kosten voor levensonderhoud of de kosten van bewoning van een zelfstandige woning wordt verstaan:

  • a.

    De aanvrager beschikt over voldoende inkomsten; en

  • b.

    De aanvrager heeft geen schulden of een afdoende schuldenregeling, waarbij voldoende inkomsten over blijven om de kosten van bewoning te kunnen voldoen.

Artikel 8 Inschrijvingsduur

Wanneer de aanvrager meer dan 8 jaar inschrijfduur heeft opgebouwd in WoningNet Eemvallei, is er voldoende inschrijftijd opgebouwd om zelf woonruimte te vinden in het reguliere woningaanbod op WoningNet Eemvallei, zonder de noodzaak tot voorrang op andere woningzoekenden. Bij een opgebouwde inschrijfduur van minder dan 8 jaar is het mogelijk dat de aanvrager niet zelf binnen een redelijk termijn in aanmerking komt voor een reguliere woning binnen het aanbod van WoningNet Eemvallei. Voor de aanvrager van urgentie als bedoeld in artikel 5, eerste lid onder c (mantelzorg) van de Huisvestingsverordening, is deze weigeringsgrond niet van toepassing.

Paragraaf 3 Beoordelingscriteria

Artikel 9 Urgentiecategorie uitstroom uit tijdelijke opvang in geval van huiselijk geweld

  • 1. Voor de aanvrager van urgentie als bedoeld in artikel 5, eerste lid onder a van de Huisvestingsverordening geldt dat deze daadwerkelijk moet verblijven in een erkende opvanginstelling voor personen die in verband met verregaande problemen van relationele aard en/of huiselijk geweld hun woning hebben moeten verlaten.

  • 2. De aanvrager dient in ieder geval de volgende bescheiden te overleggen:

    • a.

      Geldig paspoort of ander geldig identiteitsbewijs;

    • b.

      Uittreksel uit de Basisregistratie personen (inschrijving op adres opvanginstelling);

    • c.

      Inkomensbewijs(zen) van werkgever dan wel uitkeringsinstantie;

    • d.

      Inkomensverklaring van de belastingdienst;

    • e.

      Verklaring van de opvanginstelling waaruit blijkt dat aanvrager in het opvanginstelling verblijft en dat aanvrager in staat is om uit te stromen;

    • f.

      Vrijwaringsbewijs hypotheekverstrekker in verband met verkoop echtelijke woning; en

    • g.

      Indien noodzakelijk aanvullende bewijsstukken.

Artikel 10 Urgentiecategorie vergunninghouders

Voor de houder van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 van de Huisvestingswet 2014 aan wie urgentie als bedoeld in artikel 5, onder b van de Huisvestingsverordening wordt toegekend, geldt dat betrokkene is voorgedragen door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) in het kader van de wettelijke taakstelling voor de huisvesting van statushouders en dat betrokkene direct na ontvangst van een verblijfsvergunning voor het eerst gaat uitstromen uit een COA-voorziening.

Artikel 11 Urgentiecategorie mantelzorg

  • 1. De aanvrager van urgentie als bedoeld in artikel 5, eerste lid onder c dient te voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      Er is een ondersteuningsplan als bedoeld in de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015, waaruit blijkt dat er minimaal sprake is van interventieniveau 4 als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning;

    • b.

      Er is aangetoond dat door verhuizing van de mantelzorgverlener of ‑ontvanger de mantelzorger beter in staat is om de mantelzorg te blijven bieden;

    • c.

      Het gebruik van een mobiele mantelzorg unit op het erf van aanvrager biedt aantoonbaar geen oplossing voor het verlenen van de benodigde zorg; en

    • d.

      De mantelzorgverlener dan wel de mantelzorgontvanger heeft een maatschappelijke binding met de gemeente Nijkerk.

  • 2. De aanvrager dient in ieder geval de volgende bescheiden te overleggen:

    • a.

      Geldig paspoort of ander geldig identiteitsbewijs;

    • b.

      Uittreksel uit de Basisregistratie personen;

    • c.

      Inkomensbewijs(zen) van werkgever dan wel uitkeringsinstantie;

    • d.

      Inkomensverklaring van de belastingdienst;

    • e.

      Ondersteuningsplan van een gebiedsteam uit de gemeente; en

    • f.

      Indien noodzakelijk aanvullende bewijsstukken.

Artikel 12 Urgentiecategorie uitstroom uit instellingen voor maatschappelijke opvang en beschermd / begeleid wonen

  • 1. De aanvrager van urgentie als bedoeld in artikel 5, eerste lid onder d dient te voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      De aanvrager is afkomstig uit een instelling voor maatschappelijke opvang of beschermd dan wel begeleid wonen waarmee burgemeester en wethouders afspraken hebben gemaakt over huisvesting na uitstroom;

    • b.

      De aanvrager beschikt over maatschappelijke binding aan de gemeente Nijkerk;

    • c.

      In aanvulling op het bepaalde in artikel 5 en artikel 7 heeft de aanvrager passende en zinvolle dagbesteding, functioneert de aanvrager sociaal stabiel, functioneert de aanvrager psychisch stabiel, heeft de aanvrager een stabiel inkomen en is de aanvrager financieel stabiel;

  • 2. Ter beoordeling van de financiële stabiliteit als bedoeld in het eerste lid onder c wordt inzage gegeven in eventuele schulden door de volgende bescheiden te overleggen, dan wel inzage te geven in:

    • a.

      Alle schulden en betalingsverplichtingen, waaronder een actueel overzicht van schulden zoals geregistreerd bij het Bureau Kredietregistratie (BKR);

    • b.

      Alle openstaande boetes en andere vorderingen van overheidswege bij het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB), waarbij aanvrager kan aantonen dat er geen kans is op detentie vanwege openstaande boetes en vorderingen; en

    • c.

      Een schriftelijk bewijs van deelname aan inkomensbeheer en/of een aantoonbaar naar behoren en stabiel werkend budgetplan en/of een overeenkomst met een schuldhulpverleningsbureau waarbij het schuldhulpverleningstraject naar behoren en stabiel werkt.

  • 3. Indien de aanvrager nog niet voldoet of kan voldoen aan het bepaalde in het tweede lid, kan een urgentie worden toegekend onder opschortende voorwaarden. In dat geval wordt er een tripartair huurcontract voor een bepaalde periode gesloten tussen huurder, corporatie en zorgaanbieder.

    • a.

      Na ommekomst van een afgesproken termijn tussen partijen van ten hoogste een jaar, waarin aanvrager de tijd krijgt om te voldoen aan de voorwaarden zoals bepaald in artikel 6 van de Huisvestingsverordening en de in het eerste en tweede lid gestelde aanvullende voorwaarden, kan de urgentie definitief worden toegekend en kan het huurcontract worden gecontinueerd met betrokkene.

    • b.

      Als blijkt dat de aanvrager na ommekomst van de afgesproken periode van het tripartair huurcontract niet voldoet aan de voorwaarden zoals bepaald in artikel 6 van de Huisvestingsverordening en de in het eerste en tweede lid gestelde aanvullende voorwaarden kan de urgentie die onder opschortende voorwaarden is toegekend, definitief worden ingetrokken.

  • 4. De aanvrager dient in ieder geval de volgende bescheiden te overleggen:

    • a.

      Geldig paspoort of ander geldig identiteitsbewijs;

    • b.

      Uittreksel uit de Basisregistratie personen (inschrijving op adres opvanginstelling);

    • c.

      Inkomensbewijs(zen) van werkgever dan wel uitkerende instantie;

    • d.

      Inkomensverklaring van de belastingdienst;

    • e.

      Inzicht in eventuele schulden zoals bedoeld in het tweede lid;

    • f.

      Inschrijfbewijs als woningzoekende;

    • g.

      Verklaring van de instelling waaruit blijkt dat aanvrager voldoet aan de voorwaarden zoals bedoeld in het eerste lid onder c;

    • h.

      Een begeleidingsplan waaruit blijkt aan welke doelstellingen aanvrager moet gaan voldoen indien een urgentie onder opschortende voorwaarden als bedoeld in het derde lid wordt toegekend; en

    • i.

      Indien noodzakelijk aanvullende bewijsstukken.

Artikel 13 Urgentiecategorie herstructurering

  • 1. De aanvrager van urgentie als bedoeld in artikel 5, eerste lid onder e dient te voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      De aanvrager is huurder van woonruimte in de gemeente, die wegens een door de corporatie of andere verhuurder opgesteld en door de gemeente goedgekeurd sloop- of herstructureringsplan wordt gesloopt of gerenoveerd;

    • b.

      De aanvrager beschikt over een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd.

  • 2. De aanvrager dient in ieder geval de volgende bescheiden te overleggen:

    • a.

      Geldig paspoort of ander geldig identiteitsbewijs;

    • b.

      Uittreksel uit de Basisregistratie personen;

    • c.

      Huurovereenkomst; en

    • d.

      Indien noodzakelijk aanvullende bewijsstukken.

Artikel 14 Urgentiecategorie woonlastenproblematiek met minderjarige kinderen

  • 1. De aanvrager van urgentie als bedoeld in artikel 5, eerste lid onder f dient te voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      Het huishoudinkomen blijvend te laag is voor de hypotheeklast dan wel de huur van de huidige zelfstandige woonruimte;

    • b.

      Een last van de hypotheekverstrekker tot verkoop van de woning is opgelegd, of een schriftelijk voornemen tot beëindiging van het huurovereenkomst door de verhuurder is gedaan;

    • c.

      Geen woonkostentoeslag mogelijk is;

    • d.

      In de situatie waarin de aanvrager reeds schulden heeft, dient deze de volgende bescheiden te overleggen:

      • i.

        een overzicht van alle schulden en betalingsverplichtingen; en

      • ii.

        inzicht in inkomensbeheer zit; en/of een stabiel werkend budgetplan en/of een overeenkomst heeft met een schuldhulpverleningsbureau waarbij het schuldhulpverleningstraject voorspoedig loopt.

    • e.

      De aanvrager beschikt over maatschappelijke binding aan de gemeente Nijkerk.

  • 2. De aanvrager dient in ieder geval de volgende bescheiden te overleggen:

    • a.

      Geldig paspoort of ander geldig identiteitsbewijs;

    • b.

      Uittreksel uit de Basisregistratie personen;

    • c.

      Huurovereenkomst in het geval van een huurwoning;

    • d.

      Inkomensbewijs(zen) van werkgever dan wel uitkeringsinstantie;

    • e.

      Inkomensverklaring van de belastingdienst;

    • f.

      Stukken inzake woonkostentoeslag indien van toepassing;

    • g.

      Stukken van de hypotheekverstrekker;

    • h.

      Voornemen ontbinding huurovereenkomst in het geval van een huurwoning;

    • i.

      Inzicht in eventuele schulden (Bureau Kredietregistratie en schuldenregeling of schuldhulpverleningsplan);

    • j.

      Bij urgentieverlening onder opschortende voorwaarden, een begeleidingsplan waaruit blijkt aan welke doelstellingen aanvrager moet gaan voldoen; en

    • k.

      Indien noodzakelijk aanvullende bewijstukken.

Artikel 15 Urgentiecategorie medische redenen

  • 1. De aanvrager van urgentie als bedoeld in artikel 5, eerste lid onder g dient te voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      In een schriftelijk advies van een door burgemeester en wethouders in te schakelen onafhankelijk medisch adviesorgaan is vastgesteld dat – in afwijking van de reguliere wachttijd – een snellere oplossing van het huisvestingsprobleem uit medisch oogpunt noodzakelijk is, waarbij een relatie dient te bestaan tussen de medische problematiek en de huidige woonsituatie; of

    • b.

      Er is in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) sprake van aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek die leiden tot problematisch gebruik van de woning en verhuizing naar een meer geschikte woning is naar oordeel van burgemeester en wethouders spoedeisend en de goedkoopst adequate voorziening; en

    • c.

      De aanvrager beschikt over maatschappelijke binding aan de gemeente Nijkerk.

  • 2. De aanvrager dient in ieder geval de volgende bescheiden te overleggen:

    • a.

      Geldig paspoort of ander geldig identiteitsbewijs;

    • b.

      Uittreksel uit de Basisregistratie personen;

    • c.

      Inkomensbewijs(zen) van werkgever dan wel uitkeringsinstantie;

    • d.

      Inkomensverklaring van de belastingdienst; en

    • e.

      Indien noodzakelijk, aanvullende bewijsstukken.

Artikel 16 Urgentiecategorie Echtscheiding met minderjarige kinderen

  • 1. De aanvrager van urgentie als bedoeld in artikel 5, eerste lid onder h dient te voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      Er is een rechterlijke (eind-)beschikking waarin is bepaald dat het huwelijk is ontbonden;

    • b.

      De echtscheidingsbeschikking is in het register van de burgerlijke stand ingeschreven;

    • c.

      Uit het huwelijk één of meer kinderen zijn voort gekomen, die ten tijde van de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in het register van de burgerlijke stand, minderjarig zijn en waarover de ouder die de urgentieverklaring aanvraagt (mede) ouderlijk gezag uitoefent en waarbij ook minderjarige kinderen die uit een eerder huwelijk of eerdere samenleving voortkomen, worden meegerekend;

    • d.

      Uit het ouderschapsplan of alternatief formeel document blijkt dat sprake is van co-ouderschap en waarbij aanvrager tenminste 51% of meer van de ouderlijke zorg heeft;

    • e.

      Uit de echtscheidingsbeschikking blijkt dat de aanvrager met de minderjarige kinderen de echtelijke woning zal kunnen blijven bewonen, totdat andere woonruimte beschikbaar is;

    • f.

      De voormalige echtelijke koopwoning moet worden verkocht, dan wel de huurwoning wordt toegewezen aan voormalige echtgenoot van aanvrager wegens gebrek aan financiële draagkracht bij de aanvrager;

    • g.

      De aanvraag om urgentie binnen 12 maanden nadat de echtscheidingsbeschikking in het register van de burgerlijke stand is ingeschreven, is ingediend; en

    • h.

      De aanvrager beschikt over maatschappelijke binding aan de gemeente Nijkerk.

  • 2. De aanvrager dient in ieder geval de volgende bescheiden te overleggen:

    • a.

      Geldig paspoort of ander geldig identiteitsbewijs;

    • b.

      Uittreksel uit de Basisregistratie personen;

    • c.

      Inkomensbewijs(zen) van werkgever dan wel uitkeringsinstantie;

    • d.

      Inkomensverklaring van de belastingdienst;

    • e.

      Echtscheidingsbeschikking;

    • f.

      Regeling omtrent de zorg voor de kinderen (ouderschapsplan); en

    • g.

      Indien noodzakelijk aanvullende bewijsstukken.

  • 3. Voor gevallen waarbij geen sprake is van een echtscheiding, maar het verbreken van een andere vorm van een duurzaam gemeenschappelijk samenlevingsverband worden de criteria genoemd in het eerste lid voor zover mogelijk analoog toegepast, indien uit een notariële akte of een ander door een onafhankelijke partij opgestelde en door beide partijen en een onafhankelijke partij ondertekende vaststellingovereenkomst blijkt dat:

    • a.

      Er sprake is geweest van een duurzaam gemeenschappelijk samenlevingsverband voor de duur van minimaal 12 maanden;

    • b.

      Het duurzaam gemeenschappelijk samenlevingsverband is beëindigd;

    • c.

      Er sprake is van co-ouderschap voor het minderjarige kind/de minderjarige kinderen;

    • d.

      Dat de aanvrager voor tenminste 51% of meer de ouderlijke zorg heeft;

    • e.

      De aanvrager moet de voorheen duurzaam gemeenschappelijk bewoonde koop- of huurwoning verlaten, omdat de woonlasten van deze woning een onaanvaardbaar groot beslag leggen op het totale inkomen van de aanvrager;

    • f.

      De aanvraag om urgentie binnen 12 maanden na het opstellen van de notariële akte of de vaststellingsovereenkomst is ingediend;

    • g.

      De aanvrager beschikt over maatschappelijke binding aan de gemeente Nijkerk.

  • 4. Daarnaast dient de aanvrager in een situatie als bedoeld in het derde lid in ieder geval de volgende bescheiden te overleggen:

    • a.

      Geldig paspoort of ander geldig identiteitsbewijs;

    • b.

      Uittreksel uit de Basisregistratie personen;

    • c.

      Inkomensbewijs(zen) van werkgever dan wel uitkeringsinstantie;

    • d.

      Inkomensverklaring van de belastingdienst;

    • e.

      Echtscheidingsbeschikking;

    • f.

      Ouderschapsplan;

    • g.

      Bankafschriften;

    • h.

      Belastingaangiften;

    • i.

      Hypotheekakte;

    • j.

      Huurovereenkomst;

    • k.

      Regeling omtrent de zorg voor de kinderen (ouderschapsplan);

    • l.

      Notariële akte of een vaststellingsovereenkomst; en

    • m.

      Indien noodzakelijk aanvullende bewijsstukken.

  • 5. De bewijsstukken genoemd in het vierde lid en in een situatie als bedoeld in het derde lid dienen het volgende aan te tonen:

    • a.

      De aanvangsdatum van het duurzaam gemeenschappelijk samenlevingsverband, blijkend uit een uittreksel uit de Basisregistratie personen;

    • b.

      De regeling omtrent zorgdeling van kinderen, uitgedrukt in tijden;

    • c.

      De regeling omtrent verdeling van gezamenlijk onroerend goed en eventueel ander gezamenlijk vermogen;

    • d.

      Informatie over de positie van de beide partners in de huurovereenkomst in het geval van een huurwoning, om te kunnen vaststellen of de woning door de aanvrager op grond van het huurrecht geclaimd zou kunnen worden;

    • e.

      De ontbinding van de relatie;

  • 6. Slechts in zeer uitzonderlijke situaties als bedoeld in het derde lid kan worden volstaan met een eenzijdige ondertekening van de vaststellingsovereenkomst. De redenen hiervoor moeten aan de hand van geobjectiveerde informatie aangeleverd worden. Hier kan onder andere sprake van zijn wanneer:

    • a.

      De voormalige partner in het buitenland verblijft;

    • b.

      De voormalige partner met onbekende bestemming is vertrokken;

    • c.

      Het contact met de voormalige partner ernstig gevaar voor de aanvrager oplevert.

Paragraaf 4 Overige en slotbepalingen

Artikel 17 Grootte van de woning

In het zoekprofiel voor woningzoekenden aan wie een urgentieverklaring is toegekend en die zelf mogen reageren op het woningaanbod wordt opgenomen dat de woning ten hoogste één kamer meer heeft dan het aantal personen in het huishouden, met een maximum van vijf kamers.

Artikel 18 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze nadere regels worden bekendgemaakt in het elektronisch gemeenteblad en treden één dag na bekendmaking in werking.

  • 2. De inwerkingtreding van deze nadere regels heeft geen gevolgen voor de geldigheid van reeds toegekende urgentieverklaringen op grond van de Huisvestingsverordening Nijkerk 2015 en daarbij horende nadere regels.

  • 3. Deze nadere regels worden aangehaald als “Nadere regels Huisvestingsverordening Nijkerk 2019”.

Ondertekening

Aldus besloten in de collegevergadering

van 15 oktober 2019,

Burgemeester en wethouders van Nijkerk,

de secretaris,

de heer E. Donga

de burgemeester,

de heer mr. drs. G.D. Renkema