Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nijkerk houdende regels omtrent de heffing en de invordering van leges (Legesverordening 2020)

Geldend van 04-07-2020 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nijkerk houdende regels omtrent de heffing en de invordering van leges (Legesverordening 2020)

De raad van de gemeente Nijkerk;

gelezen het collegevoorstel van 1 oktober 2019;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

b e s l u i t : vast te stellen de

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2020

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ‘maand’: het tijdvak dat loopt van de eerste dag in een kalendermaand tot de eerste dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    ‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de eerste dag in een kalenderjaar tot de eerste dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    ‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

  • c.

    het gebruik van gemeentegrond en de bijbehorende voorzieningen voor een standplaats op de markt of een andere standplaats;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, de houder van een markt- of standplaatsvergunning, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • c.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);

  • d.

    het in behandeling nemen van aanvragen om collectevergunning;

  • e.

    het afgeven van stukken, nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten en andere periodieke uitkeringen.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen tien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 9 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot wijzigen van deze verordening en de bijbehorende tarieventabel, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.5 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen)

    • 4.

      onderdeel 1.3.3 (eigen verklaring van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen);

    • 5.

      onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 6.

      onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 7.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 10 Intrekken oude regeling en overgangsrecht

  • 1. De Legesverordening 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing.

  • 2. De Legesverordening 2019 blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor de in het eerste lid bedoelde datum hebben voorgedaan.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2020

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2020.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad van de gemeente Nijkerk op

21 november 2019,

de griffier,

mevrouw A.G. Verhoef-Franken.

de voorzitter,

de heer mr. drs. G.D. Renkema.

Bijlage 1: Tarieventabel behorende bij de legesverordening 2020

Indeling tarieventabel:

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

Hoofdstuk 4. Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

Hoofdstuk 5 gereserveerd

Hoofdstuk 6 vervallen

Hoofdstuk 7 gereserveerd

Hoofdstuk 8 gereserveerd

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 2014

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

Hoofdstuk 13 gereserveerd

Hoofdstuk 14 vervallen

Hoofdstuk 15 gereserveerd

Hoofdstuk 16 Kansspelen

Hoofdstuk 17 Kabels en leidingen

Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 19 Diversen

Titel 2Omgevingsvergunningen

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 2 Vooroverleg en principeplan (toets haalbaarheid)

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 4 Vermindering

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

Hoofdstuk 6 gereserveerd

Hoofdstuk 7 gereserveerd

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

Hoofdstuk 9 gereserveerd

Hoofdstuk 10 In deze titel niet genoemde beschikking

Titel 3Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder Titel 2

Hoofdstuk 1 Horeca

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

Hoofdstuk 4 gereserveerd

Hoofdstuk 5 Standplaatsen op gemeentegrond

Hoofdstuk 6 vervallen

Hoofdstuk 7 In deze titel niet genoemde beschikking

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of een registratie van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk:

In het stadhuis

 

 

1.1.1.1

op maandag om 09.00 uur en om 09.30 uur

€ 0,00

1.1.1.1a

een eenvoudig huwelijk tweewekelijks op donderdag afwisselend om 10.30-12.00 uur of 15.30-17.00 uur

€ 160,75

1.1.1.2

op maandag tot en met vrijdag op hele uren tussen 10.00 uur en 17.00 uur

€ 383,00

 

 

 

1.1.1.3

op maandag tot en met vrijdag op hele uren tussen 17.00 uur en 20.00 uur

€ 721,00

1.1.1.4

 

op zaterdag op hele uren tussen 10.00 uur en 20.00 uur

op een andere vaste locatie dan in het stadhuis (Hoeve Sparrendam, de Klepperman, de Roode Schuur en De Salentein):

€ 721,00

 

1.1.1.5

op maandag tot en met vrijdag tussen 10.00 uur en 17.00 uur

€ 424,00

1.1.1.6

op maandag tot en met vrijdag tussen 17.00 uur en 20.00 uur

€ 777,00

1.1.1.7

 

op zaterdag tussen 10.00 uur en 20.00 uur

op een incidentele locatie:

€ 777,00

 

1.1.1.8

op maandag tot en met vrijdag tussen 10.00 en 17.00 uur

€ 530,00

1.1.1.9

op maandag tot en met vrijdag tussen 17.00 en 20.00 uur

€ 887,00

1.1.1.10

op zaterdag tussen 10.00 en 20.00 uur

€ 887,00

1.1.2

Het tarief als bedoeld in 1.1.1 wordt, indien een of meer gemeenteambtenaren moeten worden

 

 

ingeschakeld als getuige, per ingeschakelde ambtenaar verhoogd met:

€ 45,00

1.1.3

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

1.1.3.1

een trouwboekje of partnerschapboekje in een normale uitvoering

€ 12,40

1.1.3.2

een trouwboekje of partnerschapboekje in een luxe uitvoering

€ 31,75

1.1.3.3

Voor het kalligraferen van een trouwboekje als hierboven bedoeld, wordt de kostprijs in rekening gebracht na voorafgaande prijsopgaaf.

 

1.1.4

 

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand,

voor ieder daaraan besteed kwartier

 

€ 19,25

1.1.5

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand

 

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

1.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.2.1.1

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen geldt het maximum tarief zoals dat is opgenomen in artikel 6, tweede lid, van het Besluit paspoortgelden.

 

1.2.1.2

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1.1 (zakenpaspoort) geldt het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 6, tweede lid, van het Besluit paspoortgelden.

 

1.2.1.3

tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort) geldt het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 6, tweede lid, van het Besluit paspoortgelden.

 

1.2.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet maximum tarief zoals dat is opgenomen in artikel 6, tweede lid, van het Besluit paspoortgelden:

 

1.2.3

De tarieven genoemd in de onderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.3 alsmede in 1.2.2 worden bij een  versnelde uitreiking vermeerderd met het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 6, eerste lid, van het Besluit paspoortgelden.

 

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs het maximum tarief zoals dat landelijk is vastgesteld.

 

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met het tarief zoals dat is opgenomen in de ministeriële Regeling spoedprocedure afgifte rijbewijzen toeslag spoed.

 

1.3.3

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van een aanvraagformulier ter verkrijging van een verklaring van geschiktheid, het bedrag zoals dat is opgenomen in het door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen vastgestelde tarievenoverzicht.

 

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 8,10

1.4.3

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet is opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.

 

1.4.4

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.4.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 8,10

1.4.5

 

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17, tweede lid,

van het Besluit basisregistratie personen

 

€ 2,70

1.4.6

 

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie,

voor ieder daaraan besteed kwartier

 

€ 19,25

Hoofdstuk 5

Gereserveerd

Hoofdstuk 6

Vervallen

Hoofdstuk 7

Gereserveerd

Hoofdstuk 8

Gereserveerd

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.9.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag: het tarief zoals dat is opgenomen in de ministeriële Regeling vergoeding verklaring omtrent het gedrag en gedragsverklaring aanbesteden.

 

1.9.2

(vervallen)

 

1.9.3

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 8,10

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

1.10.1

 

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het

gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

 

€ 11,90

1.10.2

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van digitale kopieën van alle in het archief aanwezige

omgevingsvergunningen betreffende één bepaald perceel:

 

€ 11,50

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 2014

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.11.1

tot indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014 en art. 4 en 5 van de Huisvestingsverordening 2019:

   

€ 71,30

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.12.1

 

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in

artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

 

€ 71,30

1.12.2

 

tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in

artikel 15, vijfde lid, van de Leegstandwet

 

€ 35,65

1.12.3

Indien aanvragen als bedoeld in de onderdelen 1.12.1. en 1.12.2 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven.

Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.

 

Hoofdstuk 13

Gereserveerd

Hoofdstuk 14

vervallen

Hoofdstuk 15

Gereserveerd

Hoofdstuk 16 Kansspelen

1.16.1

De tarieven voor het in behandeling nemen van een aanwezigheidsvergunning voor een of meer kansspelautomaten zijn de tarieven als bedoeld in artikel 3 van het Speelautomatenbesluit 2000.

 

1.16.2

 

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld

in artikel 3 van de Wet op de Kansspelen (loterijvergunning) bedraagt

 

€ 25,00

Hoofdstuk 17 Kabels en leidingen

1.17.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamhedenals bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, of een melding of instemmingsbesluit als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructurenNijkerk, afhankelijk van de totale lengte van de aan te leggen of te wijzigen kabels en leidingen:

 

1.17.1.1

bij een lengte tot en met 25 meter :

€ 216,75

1.17.1.2

bij een lengte vanaf 25 meter tot en met 250 meter:

€ 342,38

1.17.1.3

bij een lengte vanaf 250 meter tot en met 1500 meter:

€ 380,50

1.17.1.4

bij een lengte vanaf 1500 meter tot en met 5000 meter:

€ 477,90

1.17.1.5

bij een lengte vanaf 5000 meter, voor elke strekkende meter:

€ 0,10

1.17.1.6

Klein werk met een lengte tot 25 m

€ 93,50

1.17.2

Als met betrekking tot een melding of aangevraagd instemmingsbesluit overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente en de netbeheerder, al dan niet met andere beheerders van openbare grond of overige belanghebbenden, wordt het tarief,

 
 

bedoeld in 1.17.1.1 tot en met 1.17.1.5, per overleg verhoogd met:

€ 382,50

 
 
 

1.17.3

Indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, wordt het tarief bedoeld in 1.17.1.1 tot en

 
 

met 1.17.1.5, per lasgat verhoogd met:

€ 102,00

 
 
 

1.17.4

Als met betrekking tot een melding of aanvraag als bedoeld in 1.17.1, onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, wordt het tarief, bedoeld in 1.17.1.1 tot en met 1.17.1.5, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding of aanvraag aan de indiener meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 
 
 
 

1.17.5

Indien een begroting als bedoeld in 1.17.4 is uitgebracht, wordt een melding of aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding of aanvraag vóór deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer

1.18

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.18.1

 

tot het verkrijgen van een ontheffing van burgemeester en wethouders op grond van artikel 148 van de Wegenverkeerswet 1994 (wedstrijden op de weg)

 

€ 76,15

1.18.2

tot het verkrijgen van een ontheffing van burgemeester en wethouders op grond van een regeling als bedoeld in artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994 (verkeersregels en voertuigeisen):

 

1.18.2.1

geldig voor maximaal één dag:

€ 8,00

1.18.2.2

geldig voor onbepaalde tijd:

€ 37,20

1.18.2.3

 

noodzakelijk voor het kunnen bereiken van een woning, bedrijf of daarbij behorende parkeerplaats in een voetgangersgeboed of een gebiedwaar een geslotenverklaring geldt:

 

Kosteloos

1.18.3

 

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer(BABW)

 

€ 50,00

Hoofdstuk 19 Diversen

1.19.1

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere,

in deze titel niet benoemde beschikking:

 

 € 70,70

1.19.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.19.2.1

tot het verstrekken van afschriften, fotokopieën, printer- of plotterafdrukken van stukken of

bestanden, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling

een tarief is opgenomen per pagina op papier:

 

1.19.2.1.1

in formaat A4 of kleiner

€ 0,31

1.19.2.1.2

in formaat A3

€ 0,31

1.19.2.1.3

groter dan A3

€ 8,80

Titel 2 Omgevingsvergunningen

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 

2.1.1.1

 

aanlegkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

 

2.1.1.2

 

bouwkosten:

het product van de normkosten voor het uit te voeren werk en de bruto inhoud van het bouwwerk conform het (online) rekenprogramma "Basisbedragen Gebouwen" van het Nederlands Bouwkosten Instituut. Voor bouwwerken die niet passen binnen het regime van vaststelling van normatieve bouwkosten geldt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

Om de hoogte van de bouwleges te bepalen moeten de bouwkosten per bouwwerk berekend worden. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk met hergebruik van materialen plaatsvindt, wordt bij het bepalen van de bouwkosten uitgegaan van de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor nieuwe materialen. Voor het bepalen van de bouwkosten is de datum van indiening van de aanvraag leidend.

 

 

2.1.1.3

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijke voorschrift bedoeld.

 

Hoofdstuk 2 Vooroverleg en principeplan (toets haalbaarheid)

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het houden van vooroverleg:

 

2.2.1

waarbij een initiatief of bouwplan globaal ambtelijk wordt getoetst aan het bestemmingsplan en redelijke eisen van welstand:

 

€ 100,00

2.2.2

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een principeplan met een toets aan de haalbaarheid, waarbij in ieder geval sprake is van een buitenplanse afwijking van het bestemmingsplan, een uitwerkingsplicht, een wijzigingsbevoegdheid of herziening van het bestemmingsplan:

     

€ 2.400,00

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

2.3.1

Bouwactiviteiten

 

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.1.1.1

 

indien de bouwkosten minder dan € 200.000 bedragen:

3,20% van de bouwkosten, met een minimum van

 

€ 173,00

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen: plus 2,49% van het bedrag waarmee de bouwkosten € 200.000 te boven gaan.

€ 6.636,00

2.3.1.1.3

indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen: plus 2,39% van het bedrag waarmee de bouwkosten € 500.0000 te boven gaan.

€ 14.378,00

2.3.1.1.4

indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen: plus 2,26% van het bedrag waarmee de bouwkosten € 1.000.000 te boven gaan.

€ 26.762,00

2.3.1.1.5

indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000 bedragen: plus 2,21% van het bedrag waarmee de bouwkosten € 2.000.000 te boven gaan

€ 50.183,00

2.3.1.1.6

indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen: plus 0,83% van het bedrag waarmee de bouwkosten € 5.000.000 te boven gaan met een maximum van € 125.000,--

 

€ 118.736,00

2.3.1.1.7

In afwijking van het bepaalde in de onderdelen 2.3.1.1.1 tot en met 2.3.1.1.6 bedraagt het tarief voor een afzonderlijke aanvraag omgevingsvergunning voor een tijdelijke woon-unit:

   

€ 173,00

 

2.3.1.1.8

In afwijking van het bepaalde in de onderdelen 2.3.1.1.1 tot en met 2.3.1.1.6 bedraagt het tarief voor een kleine wijziging van een verleende omgevingsvergunning:

 

€ 173,00

2.3.1.2 

Achteraf ingediende aanvraag

Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1.1 en 2.3.4.2. bedraagt het tarief, indien de in deze onderdelen bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang van gebruik en/of gereedkomen van de bouwactiviteit dan wel tijdens de behandeling van de aanvraag met de bouw c.q. het gebruik wordt aangevangen: 50% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

 

 

 

 

2.3.2

 

 

Aanlegactiviteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo,

bedraagt het tarief:

 

 

€ 363,00

2.3.3

gereserveerd

 

 

 

 

2.3.4.1

 

Planologisch strijdig gebruik (met bouwactiviteit)

Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit:

 

 

2.3.4.1.1

 

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast

(binnenplanse afwijking):

 

€ 242,50

2.3.4.1.2

 

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast

(buitenplanse kleine afwijking)

 

€ 242,50

2.3.4.1.3

 

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast

(buitenplanse afwijking): het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager medegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college is opgesteld.

 

 

 

 

 

2.3.4.1.4

 

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast

(afwijking van exploitatieplan):

 

€ 485,00

2.3.4.1.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast

 

 

(afwijking van provinciale regelgeving):

€ 485,00

2.3.4.1.6

 

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast

(afwijking van nationale regelgeving):

 

€ 485,00

2.3.4.1.7

   

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast

(afwijking van voorbereidingsbesluit):

 

€ 242,50

2.3.4.2

 

Planologisch strijdig gebruik (zonder bouwactiviteit)

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit:

 

 

2.3.4.2.1

 

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast

(binnenplanse afwijking):

 

€ 242,50

2.3.4.2.2

 

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast

(buitenplanse kleine afwijking):

 

€ 242,50

2.3.4.2.2a

 

In afwijking van 2.3.4.2.1 en 2.3.4.2.2 bedraagt het tarief ten behoeve van het organiseren

van een evenement van minder dan drie dagen:

 

€ 71,70

2.3.4.2.3

 

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast

(buitenplanse afwijking): het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager medegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college is opgesteld.

 

 

 

 

 

2.3.4.2.4

 

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast

(afwijking van exploitatieplan):

 

€ 485,00

2.3.4.2.5

 

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast

(afwijking van provinciale regelgeving):

 

€ 485,00

2.3.4.2.6

 

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast

(afwijking van nationale regelgeving):

 

€ 485,00

2.3.4.2.7

 

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast

(afwijking van voorbereidingsbesluit):

 

€ 242,50

2.3.5 In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

2.3.5.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief een basisbedrag plus een toeslag, per oppervlaktecategorie, op basis van de volgende tabel:

Categorie

gebruiksoppervlakte overeenkomstig NEN 2580, in m²

Tarief, basisbedrag

Tarief, toeslag per m²

1

0 t/m 100

€ 393,50

---

2

101 t/m 500

€ 259,00

€ 1,30

3

501 t/m 2.000

€ 673,00

€ 0,50

4

2.001 t/m 5.000

€ 1.399,00

€ 0,15

5

5.001 t/m 50.000

€ 1.917,00

€ 0,05

6

meer dan 50.001

€ 3.990,00

€ 0,01

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten

 

2.3.6.1

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens de Erfgoedverordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die

verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

 

€ 259,00

 

 

 

2.3.7

Gereserveerd

 

 

 

 

2.3.8

 

 

Aanleggen of veranderen weg

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de

Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

€ 363,00

 

 

 

2.3.9

 

 

Uitweg/inrit

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van de Algemene plaatselijke verordening Nijkerk 2003 een vergunning is vereist, als bedoeld in

 

 

artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 71,70

2.3.10

 

 

Kappen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2 van de Bomenverordening Nijkerk een vergunning of ontheffing vereist, als bedoeld in

 

 

artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 71,70

2.3.11

gereserveerd

 

 

 

 

2.3.12

 

Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van een Natura 2000-gebied)

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit ruimtelijke ordening (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen

 

 

 

bedoelde activiteiten:

€ 242,50

 

vermeerderd met de leges die door de provincie aan de gemeente in rekening worden gebracht

 

 

 

 

2.3.13

Handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van soorten)

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen

 

 

bedoelde activiteiten:

€ 242,50

 

vermeerderd met de leges die door de provincie aan de gemeente in rekening worden gebracht

 

 

 

 

2.3.14

 

Andere activiteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

 

 

2.3.14.1

 

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i,

van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

€ 242,50

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.14.2.1

  • -

    als het een gemeentelijke verordening betreft:

€ 242,50

2.3.14.2.2

  • -

    als het een provinciale of waterschapsverordening betreft:

€ 485,00

 

 

 

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

2.3.16

Beoordeling rapporten van derden

 

 

 

 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande leden van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een rapport van derden wordt beoordeeld:

 

2.3.16.1 

Voor elk te beoordelen rapport: 

€ 242,50

2.3.17

Advies

 

 

 

 

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.17.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

2.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

 

 

 

 

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

2.3.18.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 485,00

2.3.18.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om en omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.18.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

Indien volgend op vooroverleg als bedoeld in artikel 2.2.1 binnen een jaar, voor hetzelfde plan een aanvraag om omgevingsvergunning in behandeling wordt genomen, bestaat aanspraak op vermindering van de leges met het op grond van artikel 2.2.1 betaalde bedrag.

 

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

 

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.8 intrekt, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. Minimaal blijft een bedrag van € 173,00 verschuldigd.

 

 

 

 

De teruggaaf bedraagt 50 %

 

 

van het legesbedrag, indien de aanvraag binnen 4 weken na indiening van de aanvraag wordt ingetrokken

 

 

De teruggaaf bedraagt 40 % indien de aanvraag binnen 8 weken na indiening van de aanvraag wordt ingetrokken.

 

 

De teruggaaf bedraagt 30 % indien de aanvraag na 8 weken na indiening van de aanvraag wordt ingetrokken. 

 

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning

 

 

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.3.1 intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits de aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt.

 

 

De teruggaaf bedraagt

30%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit

 

 

verschuldigde leges, met dien verstande dat ten minste een bedrag van

€ 173,00

 

is verschuldigd.

 

 

 

 

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van buiten behandeling laten aanvraag om omgevingsvergunning

 

 

Als de gemeente een aanvraag omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.3.1, buiten behandeling stelt omdat de aanvrager, nadat hij daartoe schriftelijk in de gelegenheid is gesteld, niet of niet volledig aan de indieningsvereisten heeft voldaan, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.

 

 

De teruggaaf bedraagt:

80%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges

 

 

met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft:

€ 173,00

     

 

 

2.5.4

Teruggaaf als gevolg van weigering omgevingsvergunning

 

 

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.3.1 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.

 

 

De teruggaaf bedraagt

20%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit

 

 

verschuldigde leges, met dien verstande dat ten minste een bedrag van

€ 173,00

 

is verschuldigd.

 

2.5.5

Een bedrag minder dan € 173,00 wordt niet teruggegeven.

Hoofdstuk 6

Gereserveerd

Hoofdstuk 7

Gereserveerd

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.8.1

Een verzoek om advies omtrent een herziening of wijziging van een bestemmingsplan voor ieder daaraan besteed kwartier,

 

 

met uitzondering van het eerste kwartier:

€ 20,00

 

indien het advies wordt gevolgd door een procedure als bedoeld in onderdeel 2.8.2 of 2.8.3 worden de geheven leges voor de advisering verrekend met de daar vermelde leges dan wel met de kosten, bedoeld in onderdeel 2.8.5

 

 

 

 

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening (Wro):

 

2.8.2.1

indien toepassing wordt gegeven aan artikel 3.8 van de Wro: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager medegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.8.2.2

indien toepassing wordt gegeven aan artikel 3.9 van de Wro: 20% van het op grond van 2.8.2.1 gemelde bedrag.

 

 

 

 

2.8.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening:

 

2.8.3.1

indien toepassing wordt gegeven aan artikel 3.9a, lid 1, van de Wro: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager medegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.8.3.2

indien toepassing wordt gegeven aan artikel 3.9a, lid 2, van de Wro: 20% van het op grond van 2.8.3.1 gemelde bedrag.

 

2.8.4

De heffing van de leges, genoemd in de onderdelen 2.8.2.1 en  2.8.3.1 blijft achterwege voor diensten waarvan de kosten krachtens een overeenkomst of krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening zijn of worden verhaald.

 

Hoofdstuk 9

Gereserveerd

Hoofdstuk 10 In deze titel niet genoemde beschikking

2.10

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om

een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

 

€ 173,00

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder Titel 2

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

3.1.1

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van

 

 

artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 177,40

3.1.2

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2.3.1.2, eerste lid, van de Algemene

 

 

plaatselijke verordening

€ 64,20

3.1.3

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4,

 

 

vierde lid, van de Drank- en Horecawet

€ 64,20

3.1.4

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

€ 64,20

3.1.5

een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a,

 

 

tweede lid, van de Drank- en Horecawet

€ 64,20

3.1.6

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35

 

 

van de Drank- en Horecawet

€ 25,50

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

3.2.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder evenement: een evenement zoals omschreven in art. 2.2.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Nijkerk 2003.

 

3.2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in art. 2.2.2, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Nijkerk (evenementenvergunning) voor het organiseren van een evenement, waarbij:

 

3.2.2.1

ten hoogste 1500 bezoekers tegelijkertijd worden verwacht

€ 71,75

3.2.2.2

meer dan 1500 bezoekers tegelijkertijd worden verwacht

€ 142,65

3.2.3

In afwijking van 3.2.2 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een evenementenvergunning:

 

3.2.3.1

met een geldigheidsduur van maximaal 5 jaar: 200% van het onder 3.2.2.1 respectievelijk 3.2.2.2 vermelde bedrag;

 

3.2.3.2

voor het organiseren van meerdere evenementen, het tarief zoals vermeld onder 3.2.2.1 respectievelijk 3.2.2.2 vermeerderd met 25% van het onder 3.2.2.1 respectievelijk 3.2.2.2 vermelde bedrag per extra evenement;

 

3.2.3.3

voor meerdere evenementen met een geldigheidsduur van maximaal 5 jaar, het tarief zoals genoemd onder 3.2.3.1 vermeerderd met het tarief zoals genoemd onder 3.2.3.2

 

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

3.3.1

een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.2.1, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening, anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3.3.2:

 

3.3.1.1

voor een seksinrichting

€ 965,00

3.3.1.2

voor een escortbedrijf

€ 481,90

3.3.2

wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3.4.2 van de Algemene plaatselijke verordening:

 

3.3.2.1

voor een seksinrichting

€ 242,50

3.3.2.2

voor een escortbedrijf

€ 242,50

Hoofdstuk 4

gereserveerd

Hoofdstuk 5 Standplaatsen op gemeentegrond

3.5

Van de houder van een vergunning voor een standplaats als bedoeld in artikel 5.2.3.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Nijkerk 2003 worden over de oppervlakte van de standplaats waarvoor vergunning is verleend de volgende rechten geheven:

 

 

bij een tijdsduur van meer dan 5 aaneengesloten uren, per m2 per dag:

€ 1,13

 

bij een tijdstuur van ten hoogste 5 aaneengesloten uren, per m2 per dag:

€ 0,56

Hoofdstuk 6 Camperplaatsen op gemeentegrond

3.6

Het tarief voor het gebruik maken van een camperplaats aan de Watergoorweg bedraagt per nacht:

€ 7,50

Hoofdstuk 7 In deze titel niet genoemde beschikking

3.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere,

 

 

in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 70,70

Behoort bij raadsbesluit van 21 november 2019, nr. 2019-072-A

de griffier,

mevrouw A.G. Verhoef-Franken