Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nijkerk houdende regels omtrent de tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvang bij een sociaal-medische indicatie (Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang op basis van Sociaal Medische Indicatie (SMI) 2020)

Geldend van 10-07-2020 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nijkerk houdende regels omtrent de tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvang bij een sociaal-medische indicatie (Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang op basis van Sociaal Medische Indicatie (SMI) 2020)

De raad van de gemeente Nijkerk;

gelezen het collegevoorstel van 19 mei 2020 en 23 juni 2020;

gelet op de Wet Kinderopvang (Wko), alsmede het advies aangaande de Sociaal Medische Indicatie van de VNG;

b e s l u i t :

Vast te stellen de Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang op basis van Sociaal Medische Indicatie (SMI) 2020

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begrippen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    De wet: de Wet kinderopvang (Wko);

  • b.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk

  • c.

    Houder: degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een kindercentrum exploiteert;

  • d.

    Kind: jeugdige in de leeftijd van 0 jaar tot de leeftijd waarop ze naar het voortgezet onderwijs gaan, woonachtig in de gemeente Nijkerk.

  • e.

    Kinderopvang: opvang voor één of meerdere dagdelen of buitenschoolse opvang op grond van de Wet kinderopvang geleverd door een kindercentrum of gastouderbureau dat geregistreerd is in het Landelijk Register Kinderopvang;

  • f.

    Ouder(s): degene(n) die juridisch of feitelijk verantwoordelijk is (zijn) voor de dagelijkse zorg van het kind, waaronder worden begrepen ouders, pleegouders en voogden;

  • g.

    Sociaal-medische gronden: sociale, lichamelijke, zintuiglijk of psychische beperking van tijdelijke aard van ouders, waardoor zij onvoldoende voor hun kinderen kunnen zorgen én de ontwikkelingskansen van hun kinderen hierdoor onder druk staan;

  • h.

    Tegemoetkoming: bijdrage in de kosten van kinderopvang op basis van sociaal-medische gronden.

Hoofdstuk 2: Aanspraak op tegemoetkoming kosten kinderopvang op basis van SMI

Artikel 2. Doelgroep

Om voor een tegemoetkoming in aanmerking te komen moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    de ouder, die Nederlander is of die in het kader van de Participatiewet gelijkgesteld wordt met een Nederlander, met een lichamelijke, zintuigelijke, sociale en/of psychische beperking van tijdelijke aard, woonachtig in de gemeente Nijkerk, die geen of beperkt recht heeft op kinderopvangtoeslag en die;

  • b.

    een kind heeft van 0 jaar tot de leeftijd waarop het naar het voortgezet onderwijs gaat, voor wie kinderopvang nodig is om zich goed en gezond te kunnen ontwikkelen, en;

  • c.

    waarbij er een verband is tussen beperking of problematiek van de ouder en de noodzaak tot gebruik van kinderopvang.

Artikel 3. Weigeringsgronden

Het college weigert de tegemoetkoming in de kosten van SMI-kinderopvang, indien:

  • a.

    De ouder of zijn/haar kind niet valt onder de doelgroep, als bedoeld in artikel 2.

  • b.

    de kinderopvang wordt geëxploiteerd zonder toestemming van het college als bedoeld in artikel 1.46 van de wet en niet is opgenomen in het Landelijk register kinderopvang als bedoeld in artikel 1.46 lid 2 van de wet;

  • c.

    de opvang plaatsvindt door een gastouder zonder tussenkomst van een gastouderbureau dat is opgenomen in het Landelijk register kinderopvang als bedoeld in artikel 1.46 lid 2 van de wet;

  • d.

    de opvang niet zal plaatsvinden, niet adequaat is of de kwaliteit van de kinderopvang tekortschiet;

  • e.

    de ouder aanspraak kan maken op een adequate voorliggende voorziening of het eigen sociale netwerk;

  • f.

    Er in de periode van twee jaar voorafgaand aan de SMI-aanvraag een weigeringsbeschikking voor de SMI aanvraag is afgegeven door het college en de omstandigheden van de aanvraag sindsdien in de hoofdzaak niet gewijzigd zijn.

Hoofdstuk 3. Aanvraag tegemoetkoming kosten kinderopvang op basis van SM

Artikel 4. Aanvraag tegemoetkoming kosten kinderopvang op basis van SMI

  • 1. De aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvang op sociaal-medische gronden wordt door een ouder door middel van het aanvraagformulier ingediend bij het College, uit te voeren namens hem door het gebiedsteam van de gemeente.

  • 2. Een aanvraag bevat in ieder geval:

    • a.

      naam, adres en burgerservicenummer van de ouder;

    • b.

      indien van toepassing: naam en burgerservicenummer van de partner en, als dit afwijkt van het adres van de ouder: het adres van de partner;

    • c.

      naam, geboortedatum en burgerservicenummer van het kind of de kinderen, waarop de aangevraagde tegemoetkoming betrekking heeft;

    • d.

      het aantal uren waarvoor en de periode waarin kinderopvang volgens de aanvrager noodzakelijk is;

    • e.

      bewijsstukken waaruit blijkt dat de afname van kinderopvang ten behoeve van het kind op sociaal- medische gronden noodzakelijk is;

    • f.

      bewijsstukken waaruit blijkt hoe hoog het brutoverzamelinkomen van de ouder en diens eventuele partner is;

    • g.

      bewijsstukken waaruit blijkt dat de ouder, en indien van toepassing diens partner, geen of beperkt recht heeft op kinderopvangtoeslag;

    • h.

      een offerte of contract van de kinderopvangorganisatie of gastouderbureau dat de kinderopvang gaat verzorgen waarin in ieder geval wordt aangegeven:

      • i.

        het aantal uren kinderopvang per kind

      • ii.

        de kostprijs per uur en

      • iii.

        de ingangsdatum en eventueel de einddatum van de overeenkomst met de kinderopvang

    • i.

      een machtiging voor rechtstreekse betaling van de tegemoetkoming aan de kinderopvang;

    • j.

      de handtekening van de ouder of diens wettelijke vertegenwoordiger en, als de ouder een partner heeft, van de partner;

    • k.

      Overige gegevens die door het college in het aanvraagformulier worden gevraagd.

Hoofdstuk 4. Toekenning tegemoetkoming op basis van SMI

Artikel 5. Ingangsdatum

  • 1. Het college stelt de ingangsdatum van de tegemoetkoming in de kosten van de SMI-kinderopvang vast op de dag dat de kinderopvang begint.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde ingangsdatum ligt, behoudens bijzondere omstandigheden, niet voor de dag waarop de aanvraag voor een SMI-tegemoetkoming is ingediend.

Artikel 6. Noodzaak tegemoetkoming kosten SMI-kinderopvang

Het college beoordeelt of er een tegemoetkoming in de kosten van SMI-kinderopvang noodzakelijk is, voor welke omvang en voor welke duur en geeft hier een toekenning van de tegemoetkoming voor af.

Artikel 7. Tijdsomvang van de tegemoetkoming

  • 1. De tegemoetkoming wordt slechts verleend voor het aantal uren per week waarvoor de inzet van de kinderopvang op sociaal medische gronden naar het oordeel van het college, voor hem uit te voeren door een gebiedsteammedewerker, noodzakelijk is.

  • 2. De ouder doet al het mogelijke om het aantal uren waarop noodzakelijke kinderopvang moet worden afgenomen, zo gering mogelijk te laten zijn.

Artikel 8. Periode van tegemoetkoming

  • 1. De geldigheidsduur van de indicatie wordt bepaald door het college, uit te voeren namens hen door het gebiedsteam, maar is nooit langer dan 6 maanden. Na afloop van deze periode wordt verdere noodzaak geëvalueerd indien verlenging is aangevraagd door de ouder(s).

  • 2. Een verzoek voor een sociaal medische indicatie dat aansluit op een voorafgaande tegemoetkoming SMI-kinderopvang zoals bedoeld in lid 1 wordt door het college beschouwd als een verzoek tot verlenging van de sociaal medische indicatie.

  • 3. De geldigheidsduur van de tegemoetkoming SMI kan steeds worden verlengd met nogmaals 3 of 6 maanden bij verzoek van de ouder hiertoe, nadat de noodzaak van verlenging is vastgesteld door het college, uit te voeren namens hen door het gebiedsteam. In beginsel vindt er bij elke verlenging een evaluatie plaats aangaande de noodzakelijkheid van de verlenging.

  • 4. De gebiedsteamconsulent kan ervoor kiezen evaluatie aan het einde van een periode te laten vervallen, indien er voor de tweede maal achtereen een verlenging plaatsvindt én de omstandigheden van de tegemoetkoming in hoofdzaak ongewijzigd blijven.

Artikel 9. Hoogte van de tegemoetkoming

  • 1. De hoogte van de tegemoetkoming wordt vastgesteld overeenkomstig de methodiek van de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst, rekening houdend met het inkomen van de ouder en diens (eventuele) partner.

  • 2. De ouder is een eigen bijdrage verschuldigd aan de houder van de kinderopvang. De eigen bijdrage is inkomensafhankelijk en wordt conform de belastingtabel kinderopvangtoeslag door de houder van kinderopvang berekend.

  • 3. Voor de kosten van de kinderopvang wordt maximaal het door het Rijk jaarlijks vastgestelde fiscale tarief gehanteerd. Eventuele meerkosten komen voor rekening van de ouder.

Artikel 10. Verplichtingen

  • 1. De ouder is verplicht alle relevante wijzigingen die van invloed kunnen zijn op de tegemoetkoming in de kosten voor de SMI-kinderopvang onmiddellijk bij het college te melden.

  • 2. De ouder doet het college onmiddellijk, na het bekend worden daarvan, uit eigen beweging schriftelijk mededeling van inlichtingen en gegevens die kunnen leiden tot een verlaging van de vergoeding.

  • 3. De houder van de kinderopvang verstrekt desgevraagd aan het college alle gegevens en inlichtingen die voor de vaststelling van de aanspraak van de ouder op de tegemoetkoming van het college van belang zijn.

  • 4. De ouder doet al het mogelijke om de periode waarin noodzakelijke kinderopvang moet worden afgenomen, zo kort mogelijk te laten zijn.

  • 5. Binnen een termijn van vier weken na afloop van de beschikking wordt door de kinderopvangorganisatie of door het gastouderbureau de facturering van de kinderopvang aan het college overlegd.

Artikel 11. Betaling en terugvordering

  • 1. De tegemoetkoming wordt in de vorm van maandelijkse termijnen als voorschot uitbetaald aan de houder van de kinderopvang. De kinderopvang brengt de eigen bijdrage in rekening bij de ouders.

  • 2. Wanneer blijkt dat de tegemoetkoming onterecht is uitgekeerd, wordt het teveel betaalde teruggevorderd. Van onterechte uitkering is in ieder geval sprake:

    • a.

      indien de ontvanger niet degene is door wie de aanvraag is gedaan;

    • b.

      er zonder geldige reden niet of niet volledig gebruik gemaakt is van de kinderopvang;

    • c.

      indien de tegemoetkoming is verkregen op grond van onjuiste gegevens, en ouder redelijkerwijs had kunnen begrijpen dat de tegemoetkoming geheel of gedeeltelijk ten onrechte is uitbetaald.

Artikel 12. Beperking duur tegemoetkoming

De tegemoetkoming SMI-kinderopvang kan na vaststelling en toekenning worden herzien of beëindigd, indien:

  • a.

    de ouder niet voldoet aan de verplichtingen zoals bedoeld in artikel 10;

  • b.

    de ouder of het kind niet meer woonachtig is in de gemeente Nijkerk;

  • c.

    een van de voorwaarden voor SMI-kinderopvang zoals beschreven in artikel 2 vervalt;

  • d.

    er zonder geldige reden niet of niet volledig gebruik gemaakt is van de kinderopvang;

  • e.

    de hoogte van de tegemoetkoming is vastgesteld op grond van onjuiste of onvolledig verstrekte inlichtingen en de ouder redelijkerwijs had kunnen begrijpen dat de tegemoetkoming geheel of gedeeltelijk ten onrechte is uitbetaald.

Artikel 13. Verantwoording na beëindiging SMI-kinderopvang

  • 1. Het college kan binnen twee jaar na de beëindiging van de SMI-kinderopvang verlangen dat de ouder aantoont dat de gegevens waar de tegemoetkoming op is gebaseerd juist zijn door overlegging van een jaaropgave van de kinderopvangorganisatie of gastouder en de aanslag inkomstenbelasting van het betreffende jaar.

  • 2. Indien uit de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onjuistheden blijken te zitten die ouders hadden moeten en kunnen weten, is het college het recht voorbehouden om de hoogte van de vergoeding met terugwerkende kracht te wijzigen.

  • 3. Het bedoelde in lid 1 en 2 geldt enkel voor situaties waar in de voorgaande twee jaar reeds een tegemoetkoming op basis van SMI is uitgekeerd.

Artikel 14. Hardheidsclausule

Het college kan de bepalingen in deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van de ouder, het kind of beiden zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 15. Slotbepaling

  • 1. De verordening is uitsluitend van toepassing op aanvragen voor een tegemoetkoming in de kosten van SMI-kinderopvang op basis van een Sociaal Medische Indicatie die op of na de datum van inwerkingtreding zijn ingediend.

  • 2. De verordening treedt in werking de dag na bekendmaking.

  • 3. De verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang op basis van Sociaal Medische Indicatie (SMI) 2020’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Nijkerk d.d. 25-06-2020,

de griffier,

mevrouw A.G. VERHOEF-FRANKEN

de voorzitter,

de heer mr. drs. G.D. RENKEMA

Bijlage 1: Methodiek van de belastingdienst berekening kinderopvangtoeslag

  • 1.

    Maximaal uurtarief voor dagopvang bij een kindercentrum

    Jaar

    Maximumuurtarief

    2020

    € 8,17

    2019

    € 8,02

  • 2.

    Maximaal uurtarief voor buitenschoolse opvang bij een kindercentrum

    Jaar

    Maximumuurtarief

    2020

    € 7,02

    2019

    € 6,89

  • 3.

    Maximaal uurtarief voor dagopvang of buitenschoolse opvang bij een gastouder

    Jaar

    Maximumuurtarief

    2020

    € 6,27

    2019

    € 6,15

Tegemoetkoming naar inkomen:

Toetsingsinkomen (gezamenlijk) vanaf

Toetsingsinkomen (gezamenlijk) tot en met

Percentage kinderopvangtoeslag 1e kind

Percentage kinderopvangtoeslag 2e en volgend kind

lager dan

€ 19.890

96,0%

96,0%

€ 19.891

€ 21.215

96,0%

96,0%

€ 21.216

€ 22.537

96,0%

96,0%

€ 22.538

€ 23.863

96,0%

96,0%

€ 23.864

€ 25.188

96,0%

96,0%

€ 25.189

€ 26.512

95,6%

95,7%

€ 26.513

€ 27.836

94,5%

95,5%

€ 27.837

€ 29.156

93,5%

95,3%

€ 29.157

€ 30.581

92,6%

95,1%

€ 30.582

€ 32.004

92,0%

95,0%

€ 32.005

€ 33.430

91,0%

94,8%

€ 33.431

€ 34.853

90,5%

94,6%

€ 34.854

€ 36.280

89,7%

94,6%

€ 36.281

€ 37.704

88,9%

94,6%

€ 37.705

€ 39.161

88,3%

94,6%

€ 39.162

€ 40.622

87,5%

94,6%

€ 40.623

€ 42.082

86,8%

94,6%

€ 42.083

€ 43.542

86,1%

94,6%

€ 42.543

€ 45.004

85,2%

94,6%

€ 45.005

€ 46.465

84,7%

94,6%

€ 46.466

€ 47.924

83,9%

94,6%

€ 47.925

€ 49.385

83,3%

94,6%

€ 49.386

€ 50.981

82,4%

94,6%

€ 50.982

€ 54.110

80.9%

94,6%

€ 54.111

€ 57.238

80,1%

94,2%

€ 57.239

€ 60.368

79,0%

93,6%

€ 60.369

€ 63.499

76,8%

93,2%

€ 63.500

€ 66.627

74,5%

92,9%

€ 66.628

€ 69.758

72,3%

92,2%

€ 69.759

€ 72.887

69,9%

91,7%

€ 72.888

€ 76.016

67,6%

91,2%

€ 76.017

€ 79.148

65,4%

90,5%

€ 79.149

€ 82.276

63,1%

90,0%

€ 82.277

€ 85.408

60.9%

89.6%

€ 85.409

€ 88.537

58,4%

89,3%

€ 88.538

€ 91.665

56,2%

88,6%

€ 91.666

€ 94.795

54,0%

88,2%

€ 94.796

€ 97.987

51,6%

87,7%

€ 97.988

€ 101.192

49,6%

87,0%

€ 101.193

€ 104.397

47,5%

86,5%

€ 104.398

€ 107.602

45,4%

86,1%

€ 107.603

€ 110.805

43,3%

85,8%

€ 110.806

€ 114.011

41,4%

85,1%

€ 114.012

€ 117.218

39,5%

84,5%

€ 117.219

€ 120.423

37,6%

84,1%

€ 120.424

€ 123.625

35,7%

83,5%

€ 123.626

€ 126.831

34,1%

83,2%

€ 126.832

€ 130.037

33,3%

82,5%

€ 130.038

€ 133.241

33,3%

81,9%

€ 133.242

€ 136.446

33,3%

80,9%

€ 136.447

€ 139.650

33,3%

80,6%

€ 139.651

€ 142.856

33,3%

79,8%

€ 142.857

€ 146.064

33,3%

78,9%

€ 146.065

€ 149.266

33,3%

78,3%

€ 149.267

€ 152.472

33,3%

77,4%

€ 152.473

€ 155.675

33,3%

76,9%

€ 155.676

€ 158.882

33,3%

76,2%

€ 158.883

€ 162.088

33,3%

75,5%

€ 162.089

€ 165.292

33,3%

74,8%

€ 165.293

€ 168.497

33,3%

73,8%

€ 168.498

€ 171.699

33,3%

73,3%

€ 171.700

€ 174.906

33,3%

72,6%

€ 174.907

€ 178.110

33,3%

71,8%

€ 178.111

€ 181.317

33,3%

71,1%

€ 181.318

€ 184.522

33,3%

70,5%

€ 184.523

€ 187.726

33,3%

69,8%

€ 187.727

€ 190.932

33,3%

69,0%

€ 190.933

€ 194.135

33,3%

68,5%

€ 194.136

en hoger

33,3%

67,6%

Toelichting algemeen

Aanleiding

Normaal gesproken kunnen ouders voor kinderopvang (dagopvang, BSO of gastouderopvang) gebruik maken van de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst. Er zijn gezinnen of alleenstaande ouders die geen of beperkt recht hebben op kinderopvangtoeslag. Bijvoorbeeld als één van de ouders werkt. Als de andere ouder om sociale of gezondheidsredenen tijdelijk niet in staat is om voor de kinderen te zorgen, kunnen ouders een aanvraag doen voor tegemoetkoming kinderopvang op basis van de Sociale Medische Indicatie (SMI). Voor deze en dergelijke gezinssituaties is deze ‘Verordening Tegemoetkoming kosten kinderopvang op basis van Sociaal Medische Indicatie (SMI) 2020’ opgesteld.

De tegemoetkoming fungeert als een vangnet. Als de informele kinderopvang (opvang door buurt, familie, mantelzorg) of andere voorliggende voorzieningen, zoals peuteropvang of voorschoolse educatie, buurtgezinnen, vrijwillige gezinsondersteuning of anders, uitkomst bieden, dan moet daarvan gebruik worden gemaakt. De ouder heeft dan geen recht op een tegemoetkoming op basis van Sociaal Medische Indicatie.

Doelgroep en Doel

Tot de doelgroep behoren gezinnen, waarvan de ouders (tijdelijk) geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, maar ouders zelf ook niet kunnen voorzien in opvang vanwege een sociale, psychische, zintuigelijke of medische (probleem)situatie. De kinderen in het gezin zijn tussen de 0 jaar en de leeftijd dat ze naar het voortgezet onderwijs gaan.

Het doel van de regeling is de ondersteuning van gezinnen, waarbij kinderen als gevolg van de thuissituatie een ontwikkelingsachterstand dreigen op te lopen. Als ouders door sociaal-medische tijdelijke omstandigheden geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, biedt de SMI regeling een financiële tegemoetkoming om een tijdelijke oplossing voor kinderopvang mogelijk te maken en toe te kunnen werken naar een structurele oplossing voor de gezinssituatie.

Het streven is dat het gezin zo snel mogelijk weer in de positie is om op een andere manier kinderopvang te realiseren, waardoor de SMI-regeling overbodig wordt. De ouder wordt geacht hier aan mee te werken en bij te dragen (zie artikelen: 7, 2de lid en 8, 5e lid).

Duur

De aard van de SMI-regeling is tijdelijk. Bij langdurig benodigde opvang moet er gekeken worden naar voorliggende regelingen die de voorkeur hebben. Desalniettemin zijn er situaties denkbaar waarin de tegemoetkoming voor langere tijd wenselijk is. Een treffend voorbeeld is een ouder die voor een lange periode wekelijks een dagdeel therapie volgt. In deze en vergelijkbare situaties is het moeilijk te voorspellen hoelang deze situatie voortduurt. Voor dergelijke situaties, is het mogelijk gemaakt om de indicatie onbeperkt te verlengen, telkens met drie maanden. Normaal gesproken vindt er na elke termijn een evaluatie plaats. Mocht er een lange(re) periode zijn waarin verlenging wenselijk is, dan mag de betrokken gebiedsteammedewerker er bij ongewijzigde omstandigheden voor kiezen om de evaluatie te laten vervallen (zie artikel 8 lid 4). Deze keuze mag de gebiedsteammedewerker maken ná de eerste verlengtermijn, omdat het van belang wordt geacht de situatie te evalueren na een eerste termijn.

Omvang

Afhankelijk van de situatie waar de SMI-indicatie voor wordt afgegeven, kan de omvang van de kinderopvang – en daarmee de hoogte van de vergoeding – worden bepaald. De tijdsomvang van de kinderopvang heeft geen restricties. Hiervoor is gekozen zodat de kinderopvang op de juiste momenten helpend is voor de ouder.

Vergoeding

Er is gekozen om voor het bepalen van de hoogte van de vergoeding, aan te sluiten bij de berekeningswijze van de kinderopvangtoeslag van de belastingdienst. De hoogte van de vergoeding wordt berekend conform de belastingtabel kinderopvangtoeslag. Met deze tabel wordt de eigen bijdrage, die ouder verschuldigd is aan de kinderopvangorganisatie, berekend aan de hand van het inkomen van ouders. Het college heeft de ruimte om tot vier weken na het eindigen van de beschikking, de hoogte van de vergoeding definitief vast te leggen. Tevens kan het college binnen twee jaar na het beëindigen van de beschikking de gegevens opvragen op grond waarvan de tegemoetkoming op basis van SMI is verstrekt. Mocht uit deze gegevens blijken dat ouder(s) ten tijde van de aanvraag onjuiste gegevens doorgegeven hebben, dan kan het college binnen de termijn van twee jaar de hoogte van de vergoeding met terugwerkende kracht bijstellen.

Regelingen

Op deze verordening zijn de Wet Kinderopvang (Wko), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Algemene subsidieverordening 2014 van toepassing.

Toelichting artikelen

Artikel 1: Begripsomschrijving

  • a.

    Behoeft geen nadere uitleg

  • b.

    Behoeft geen nadere uitleg

  • c.

    Behoeft geen nadere uitleg

  • d.

    Behoeft geen nadere uitleg

  • e.

    De begrippen ‘gastouderbureau’ en ‘kindercentrum’ worden toegelicht in artikel 1.1. van de Wko.

  • f.

    Behoeft geen nadere uitleg

  • g.

    Behoeft geen nadere uitleg

  • h.

    Behoeft geen nadere uitleg

Artikel 2: Doelgroep SMI

De genoemde voorwaarden in dit artikel zijn cumulatief. Iemand heeft recht op een tegemoetkoming op grond van SMI als aan al deze voorwaarden is voldaan.

Artikel 3: Weigeringsgronden

In dit artikel wordt uiteengezet wanneer het college een aanvraag tot SMI vergoeding kan weigeren. Het college is niet bevoegd een aanvraag te weigeren op een grond die buiten deze verordening treedt. Immers, dan zou er sprake kunnen zijn van willekeur.

  • a.

    Behoeft geen nadere uitleg

  • b.

    Behoeft geen nadere uitleg

  • c.

    Behoeft geen nadere uitleg

  • d.

    Bij twijfel over de kwaliteit van de kinderopvang, wordt dit getoetst aan de landelijk vastgestelde kwaliteitseisen voor kinderopvang van de Rijksoverheid en hetgeen is gesteld in artikel 1.50 lid 1 Wko.

  • e.

    Onder adequate voorliggende voorziening wordt in ieder geval – maar niet uitsluitend - verstaan:

    • Het recht op kinderopvangtoeslag op rond van de Wet Kinderopvang

    • Een subsidie voor peuteropvang

    • Voor- en vroegschoolse educatie (VVE)

  • f.

    De norm ‘in de hoofdzaak ongewijzigd’ is een open norm die ingevuld kan worden aan de hand van de inschatting van het gebiedsteam, in uitvoering voor het college. Indien er een ingrijpende wijziging plaatsvindt in de medische, sociale, psychische of zintuigelijk situatie, welke zichtbaar is in één of meer leefgebieden van de aanvrager, zal het college, uit te voeren door het gebiedsteam, de aanvraag heroverwegen.

Artikel 4: Aanvraag tegemoetkoming kosten kinderopvang op basis van SMI

  • 1.

    Dit artikellid behoeft geen nadere uitleg.

  • 2.

    Dit artikellid behoeft geen nadere uitleg.

Artikel 5: Ingangsdatum

  • 1.

    Dit artikellid behoeft geen nadere uitleg.

  • 2.

    Het college kan er in bijzondere omstandigheden voor kiezen om de tegemoetkoming SMI met terugwerkende kracht te laten ingaan. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als kinderopvang met spoed geregeld moet worden, en de verwerking van de aanvraag niet op tijd rond kan zijn.

Artikel 6: Noodzaak tegemoetkoming kinderopvang

De term ‘noodzaak’ is een objectieve maatstaf, waarbij aan de regels gesteld in deze verordening moet worden voldaan. Noodzaak is dus aanwezig indien ouder en kind voldoen aan de vereisten van de doelgroep van SMI, er geen weigeringsgronden van toepassing zijn en ouders de aanvraag compleet hebben ingevuld. Toetsing van de noodzaak gebeurt door de gebiedsteam consulent.

Artikel 7: Tijdsomvang van de tegemoetkoming

  • 1.

    Er is geen algemeen minimaal of maximaal aantal uren per week voor de kinderopvang in het kader van SMI vastgesteld. Per situatie zal maatwerk worden geleverd en bekeken worden hoeveel uur opvang nodig is om het gezin te ondersteunen.

  • 2.

    De ouder is verplicht om er alles aan te doen de omvang van de kinderopvang zo beperkt mogelijk te laten zijn. Dat betekent dat ouders de uren waar dit mogelijk is opvang door een voorliggende voorziening moeten regelen.

Artikel 8: Periode tegemoetkoming

  • 1.

    Kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie is met nadruk een tijdelijke oplossing. Verlenging is mogelijk met tweemaal 3 maanden. Werken aan een oplossing op langere termijn is belangrijk.

  • 2.

    Dit artikellid behoeft geen nadere uitleg.

  • 3.

    Een evaluatie bevat in ieder geval een waardeoordeel van (één van de) ouder(s) over de aflopende periode en een waardeoordeel van de kinderopvang organisatie over de aflopende periode. Indien van toepassing bevat een evaluatie indien nodig ook een herijking van de benodigde tijd en periode van de kinderopvang voor de verlenging van de SMI-indicatie.

  • 4.

    De gebiedsteamconsulent heeft de bevoegdheid om de keuze te maken tussen wél of geen evaluatie bij een tweede verlengtermijn, mits de situatie ongewijzigd is ten opzichte van eerdere termijnen. Het is voorstelbaar dat evaluatie alsnog gewenst is door ouders of de kinderopvangorganisatie. In dat geval kan de gebiedsteammedewerker er ook voor kiezen om de situatie wél opnieuw te evalueren.

Artikel 9: Hoogte tegemoetkoming

  • 1.

    Voor vaststelling van de hoogte van de tegemoetkoming is aansluiting gezocht bij de berekeningssystematiek van de Belastingdienst. Deze bedragen worden door de Belastingdienst elk jaar opnieuw bekeken en vastgesteld. Deze tarieven houdt de gemeente Nijkerk aan. Zie Bijlage 1 voor de berekeningstabel.

  • 2.

    Dit artikellid behoeft geen nadere uitleg.

  • 3.

    Dit artikellid behoeft geen nadere uitleg.

Artikel 10: Verplichtingen

  • 1.

    Als er iets wijzigt in de situatie van ouder, of in de situatie van de opvang, is de ouder verplicht om dit te melden bij de gemeente.

  • 2.

    Dit artikellid vult lid 1 aan. Daar waar het gaat om inlichtingen en gegevens die de vergoeding verlagen, zoals bijvoorbeeld een tariefswijziging bij de kinderopvang, moet hier aan de gemeente mededeling van worden gedaan.

  • 3.

    Dit artikellid vult lid 1 en 2 aan. Daar waar het gaat gegevens en inlichtingen met betrekking tot ouder(s), is er ook een meldplicht aan de gemeente.

  • 4.

    Ouders moeten meewerken om de periode waarin noodzakelijke kinderopvang wordt afgenomen zo kort mogelijk te laten zijn. Dit betekent o.a. dat ouders moeten meewerken aan hun eigen herstel.

  • 5.

    De kinderopvangorganisatie moet de facturering van de kinderopvang aan het college overleggen. Zo krijgt het college de kans om – indien nodig - de betaling te herzien.

Artikel 11: Betaling en terugvordering

  • 1.

    Om ouders niet extra te belasten met administratieve lasten, betaalt de gemeente de tegemoetkoming aan de kinderopvangorganisatie. Het eventueel resterende deel moeten ouders als eigen bijdrage zelf aan de kinderopvangorganisatie betalen.

  • 2.

    Op grond van de redenen in dit artikel mag het college ervoor kiezen om het teveel betaalde terug te vorderen. De opgesomde redenen zijn niet exhaustief, als er andere redenen zijn tot onterechte uitkering kan het college ook kiezen voor terugvordering van de tegemoetkoming.

Artikel 12: Beperking duur tegemoetkoming

Dit artikel behoeft geen nadere uitleg.

Artikel 13: Verantwoording na beëindiging SMI-kinderopvang

  • 1.

    Dit artikel behoeft geen nadere uitleg.

  • 2.

    Indien ouders onjuiste gegevens hebben doorgegeven, en zij hadden hiervan op de hoogte kunnen zijn, heeft het college het recht om de situatie tot twee jaar na het beëindigen van de beschikking recht te zetten. Het college kan in dit geval met terugwerkende kracht de vergoeding opnieuw berekenen en eventuele gelden terugvorderen of toevoegen aan de vergoeding.

  • 3.

    Het genoemde in lid 2 creëert geen extra ruimte om met terugwerkende kracht vergoeding aan te vragen. Het geldt enkel voor situaties waar al een SMI – vergoeding van kracht was.

Artikel 14: Hardheidsclausule

Dit artikel behoeft geen nadere uitleg.

Artikel 15: Slotbepalingen

Dit artikel behoeft geen nadere uitleg.