Nadere regels standplaatsen Nijmegen 2020

Geldend van 17-12-2021 t/m heden

Intitulé

Nadere regels standplaatsen Nijmegen 2020

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen;

Gelet op artikel 5.2.3. achtste lid van de Algemene Plaatselijke Verordening;

Besluit vast te stellen:

Nadere regels standplaatsen Nijmegen 2020

Hoofdstuk 1 Definities

Artikel 1 Definities

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvrager: degene die een vergunning aanvraagt;

  • b.

    APV: de geldende Algemene plaatselijke verordening gemeente Nijmegen;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen;

  • d.

    dag(en): de dag(en) waarop de standplaats wordt ingenomen;

  • e.

    vaste standplaats: een standplaats als bedoeld in artikel 5.2.3 lid 1 APV op een door het college aangewezen locatie, die gedurende het hele jaar één of meerdere dagen/dagdelen per week wordt ingenomen;

  • f.

    standplaats: het op of aan de weg of aan een openbaar water dan wel op een andere – al dan niet met enige beperking – voor publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats met een voertuig, een kraam, een tafel of enig ander middel een standplaats in te nemen of te hebben teneinde in de uitoefening van de handel goederen te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken, informatie te verstrekken vanuit een voertuig dan wel diensten aan te bieden, zoals bedoeld in artikel 5.2.3 lid 1 APV;

  • g.

    vergunning: de vergunning tot het innemen van een standplaats als bedoeld in artikel 5.2.3, eerste lid, van de APV;

  • h.

    vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend. In het geval van een vennootschap onder firma (VOF) zijn de vennoten in die VOF vergunninghouder. In het geval van een rechtspersoon (bijvoorbeeld een BV) is de rechtspersoon vergunninghouder, daarbij vertegenwoordigd door de vertegenwoordigingsbevoegden van die rechtspersoon (bijvoorbeeld de bestuurders);

  • i.

    markt: markt zoals aangewezen in de vigerende Marktverordening;

  • j.

    vrije standplaats: standplaats waarvoor geen standplaatsvergunning is verleend;

  • k.

    winterseizoen: standplaatsen als aangegeven in bijlage 2 in de periode van 15 november tot en met 7 januari;

  • l.

    Lentse Warande: standplaatsen als aangegeven in bijlage 2 in de periode van 1 april tot en met 30 september;

  • m.

    Koningsdag: 27 april. Indien Koningsdag op een zondag valt, dan wordt Koningsdag op 26 april gevierd;

  • n.

    bijzondere standplaatsen: standplaatsen op de Lentse Warande, het Stadionplein en de Muntweg en standplaatsen tijdens Koningsdag, de vierdaagseweek en het winterseizoen.

Hoofdstuk 2 Vaste standplaatsen

Artikel 2 Vaste standplaatsen

  • 1.

    Het college kan een vergunning zoals bedoeld in artikel 5.2.3, eerste lid van de APV verlenen voor het innemen van een standplaats gedurende een of meer dagen/dagdelen

  • 2.

    Ter bescherming van de openbare orde en openbare veiligheid en ter voorkoming van overlast is het aantal standplaatsen gelimiteerd. Een vergunning voor een vaste standplaats kan alleen worden verleend voor de locaties zoals aangegeven in bijlage 1 van deze nadere regels.

  • 3.

    Een vergunning voor een vaste standplaats kan worden verleend voor een periode van maximaal 12 jaar.

  • 4.

    Vaste standplaatsen kunnen niet worden ingenomen wanneer op de betreffende locatie werkzaamheden plaatsvinden.

  • 5.

    Op een aanvraag om een vaste standplaatsvergunning is de procedure opgenomen in hoofdstuk 4 van deze nadere regels van toepassing. Artikel 1.15, tweede lid, van de APV is niet van toepassing.

Hoofdstuk 3 Bijzondere standplaatsen

Artikel 3 Koningsdag

  • 1.

    Het college kan een vergunning zoals bedoeld in artikel 5.2.3. eerste lid, van de APV verlenen voor het innemen van een standplaats op Koningsdag.

  • 2.

    Ter bescherming van de openbare orde en openbare veiligheid is het aantal standplaatsen tijdens Koningsdag gelimiteerd. Een vergunning voor een standplaats tijdens Koningsdag kan alleen worden verleend voor de locaties zoals aangegeven in bijlage 2 van deze nadere regels.

  • 3.

    Ter bescherming van de volksgezondheid en ter stimulering van een gevarieerd aanbod, geldt tijdens Koningsdag een branchering. Een vergunning voor een standplaats kan alleen worden verleend voor de branches zoals aangegeven in bijlage 2. Per branche zijn vijf vergunningen beschikbaar. Indien na de indeling van de aanvragen in de diverse branches standplaatsen niet zijn vergund en het maximale aantal van 25 niet is bereikt, dan worden deze plaatsen verloot onder de resterende aanvragers.

  • 4.

    Op een aanvraag om een standplaatsvergunning tijdens Koningsdag is de procedure opgenomen in hoofdstuk 4 van deze nadere regels van toepassing. Artikel 1.15, tweede lid, van de APV is niet van toepassing.

  • 5.

    De bekendmaking zoals bedoeld in artikel 9, eerste lid, zal elk jaar in de eerste week van januari worden gedaan voor de daaropvolgende Koningsdag.

Artikel 4 Vierdaagseweek

  • 1.

    Het college kan een vergunning zoals bedoeld in artikel 5.2.3. eerste lid, van de APV verlenen voor het innemen van een standplaats aan dan wel in de directe nabijheid van de route van de vierdaagsemarsen, buiten het vlekkenplan centrum, tijdens de vierdaagseweek.

  • 2.

    Het aantal standplaatsen tijdens de vierdaagseweek is niet beperkt. Mocht een aanvraag worden ingediend voor exact dezelfde locatie, dan wordt de vergunning verleend op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

  • 3.

    Op een aanvraag om een standplaatsvergunning tijdens de vierdaagseweek is de procedure opgenomen in hoofdstuk 4 van deze nadere regels niet van toepassing.

  • 4.

    Artikel 1.15, tweede lid, van de APV is niet van toepassing. Aanvragen kunnen jaarlijks worden ingediend tussen 1 januari en 1 maart voor de daaropvolgende vierdaagse.

Artikel 5 Winterseizoen

  • 1.

    Het college kan een vergunning zoals bedoeld in artikel 5.2.3. eerste lid, van de APV verlenen voor het innemen van een standplaats gedurende een of meer dagen gedurende maximaal 6 aaneengesloten weken tijdens het winterseizoen elk jaar in de periode vanaf 15 november tot en met 7 januari.

  • 2.

    Een vergunning voor een winterstandplaats wordt verleend voor de aangevraagde periode, met een maximumperiode van 12 jaar.

  • 3.

    Ter bescherming van de openbare orde en openbare veiligheid is het aantal standplaatsen voor het winterseizoen beperkt. Een vergunning voor een standplaats tijdens het winterseizoen kan alleen worden verleend voor locaties zoals aangegeven in bijlage 2.

  • 4.

    Op een aanvraag om een standplaatsvergunning tijdens het winterseizoen is de procedure opgenomen in hoofdstuk 4 van deze nadere regels van toepassing. Artikel 1.15, tweede lid, van de APV is niet van toepassing.

  • 5.

    De bekendmaking zoals bedoeld in artikel 9, eerste lid, zal elk jaar in augustus worden gedaan voor het daaropvolgende winterseizoen.

Artikel 6 Lentse Warande

  • 1.

    Het college kan een vergunning zoals bedoeld in artikel 5.2.3. eerste lid, van de APV verlenen voor het innemen van een standplaats op de Lentse Warande gedurende een of meer dagen in de periode tussen 1 april tot en met 30 september.

  • 2.

    Een vergunning voor een standplaats op de Lentse Warande wordt verleend voor de aangevraagde periode, met een maximumperiode van 12 jaar.

  • 3.

    Ter bescherming van de openbare orde en openbare veiligheid, alsmede ter bescherming van het milieu is het aantal standplaatsen op de Lentse Warande beperkt. Een vergunning voor een standplaats kan alleen worden verleend voor locaties zoals aangegeven in bijlage 2.

  • 4.

    Op een aanvraag om een standplaatsvergunning op de Lentse Warande is de procedure opgenomen in hoofdstuk 4 van deze nadere regels van toepassing. Artikel 1.15, tweede lid, van de APV is niet van toepassing.

  • 5.

    De bekendmaking zoals bedoeld in artikel 9 eerste lid, zal elk jaar in november worden gedaan voor het daaropvolgende seizoen.

Artikel 7 Stadionplein

  • 1.

    Het college kan een vergunning zoals bedoeld in artikel 5.2.3. eerste lid, van de APV verlenen voor het innemen van een standplaats op het Stadionplein gedurende K.N.V.B. competitiewedstrijden en play-offs van betaald voetbalorganisatie N.E.C., de K.N.V.B. Beker en Europese wedstrijden in het kader van de UEFA Cup, danwel Champions League.

  • 2.

    Een vergunning voor een standplaats op het Stadionplein wordt verleend voor de aangevraagde periode, met een maximumperiode van 12 jaar.

  • 3.

    Ter bescherming van de openbare orde en openbare veiligheid, alsmede ter bescherming van het milieu is het aantal standplaatsen op het Stadionplein beperkt. Een vergunning voor een standplaats kan alleen worden verleend voor locaties zoals aangegeven in bijlage 2.

  • 4.

    Op een aanvraag om een standplaatsvergunning op het Stadionplein is de procedure opgenomen in hoofdstuk 4 van deze nadere regels van toepassing. Artikel 1.15, tweede lid, van de APV is niet van toepassing.

Artikel 7a Muntweg

1. Het college kan een vergunning zoals bedoeld in artikel 5.2.3 eerste lid, van de APV verlenen voor het innemen van een standplaats aan de Muntweg gedurende een evenement bestaande uit een concert in het Goffertpark.

2. Ter bescherming van de openbare orde en openbare veiligheid is het aantal standplaatsen aan de Muntweg tijdens een evenement gelimiteerd. Een vergunning voor een standplaats aan de Muntweg kan alleen worden verleend voor de locaties zoals aangegeven in bijlage 2 van deze nadere regels.

3. Op een aanvraag voor een standplaatsvergunning aan de Muntweg is de procedure opgenomen in hoofdstuk 4 van deze nadere regels van toepassing. Artikel 1.15, tweede lid, van de APV is niet van toepassing.

4. De bekendmaking zoals bedoeld in artikel 9, eerste lid zal steeds tijdig worden gedaan voordat een concert gaat plaatsvinden.

Hoofdstuk 4 Procedure

Artikel 8 Vergunningsaanvraag

  • 1.

    De aanvraag om een standplaatsvergunning bevat in elk geval de volgende gegevens en documenten:

  • a.

    naam, adres, woonplaats, telefoonnummer en emailadres aanvrager;

  • b.

    een bewijs van inschrijving in het Handelsregister van de Kamers van Koophandel, niet ouder dan zes maanden;

  • c.

    gewenste locatie;

  • d.

    gewenste dag/dagen en tijden waarop de standplaats wordt ingenomen;

  • e.

    een opsomming van de aan te bieden, te verkopen of te verstrekken verkoopwaren, diensten of het doel waarvoor de standplaats wordt ingenomen;

  • f.

    vermelding of gebruik van stroomvoorziening en hoeveel ampère;

  • g.

    vermelding of gebruik van watervoorziening;

  • h.

    een foto van de verkoopinrichting;

  • i.

    een opgave van de afmetingen van de verkoopinrichting;

Artikel 9 Procedure

  • 1.

    De bekendmaking van een vrijgekomen standplaats geschiedt door openbare kennisgeving in het digitale gemeenteblad van de gemeente Nijmegen. Hierin wordt in ieder geval aangegeven:

  • a.

    binnen welk tijdvak geïnteresseerden een aanvraag kunnen indienen;

  • b.

    op welke wijze, met gebruikmaking van een digitaal aanvraagformulier, een aanvraag kan worden ingediend;

  • c.

    welke gegevens bij de aanvraag moeten worden gevoegd om als volledig te worden aangemerkt;

  • d.

    op welke wijze de selectie plaats zal vinden;

  • e.

    een omschrijving van de vrijgekomen standplaats naar locatie, dag/dagdelen, tijdstippen en branche. Hierbij wordt een kaartje van de locatie bijgevoegd met daarop aangegeven de maximale afmeting van de vrijgekomen standplaats;

  • f.

    plaats en tijdstip van de loting.

  • 2.

    Alleen binnen het tijdvak kan een volledige aanvraag worden ingediend of kan een onvolledige aanvraag worden aangevuld tot een volledige aanvraag. Na sluiting van het tijdvak kan een ingediende aanvraag niet meer worden aangevuld of gewijzigd en kan ook geen nieuwe vergunningaanvraag meer worden ingediend.

  • 3.

    Onvolledige aanvragen die zijn ingediend minimaal één week voor afloop van het tijdvak, worden hiervan in kennis gesteld en krijgen de gelegenheid om de aanvraag aan te vullen voor afloop van het tijdvak.

  • 4.

    Een vergunning kan worden aangevraagd door een natuurlijke persoon of een rechtspersoon. Wanneer een natuurlijke persoon ook onderdeel uitmaakt, in welke hoedanigheid dan ook, van een rechtspersoon welke een aanvraag heeft ingediend, dan doet alleen de aanvraag van de rechtspersoon mee aan de loting.

  • 5.

    In bepaalde omstandigheden vindt selectie van de aanvraag plaats door middel van loting. Alleen aanvragen die volledig zijn en waar geen weigeringsgrond zoals bedoeld in artikel 11 aanwezig is, zullen meedoen aan de loting.

  • 6.

    Voor vaste standplaatsen alsmede standplaatsen tijdens het winterseizoen, op de Lentse warande, op de Muntweg en op het Stadionplein geldt dat aanvragen die voor dezelfde locatie zijn ingediend en elkaar in tijd overlappen, allemaal meedoen aan dezelfde loting.

  • 7.

    Voor standplaatsen tijdens Koningsdag geldt dat aanvragen voor dezelfde branche, meedoen aan dezelfde loting.

  • 8.

    De loting gaat als volgt:

  • a.

    De loting verloopt door middel van een online lotingssysteem;

  • b.

    Een medewerker van de gemeente voert alle namen van de aanvragers in en het zaaknummer waaronder die aanvraag is geregistreerd in het systeem en trekt een lot;

  • c.

    De aanvrager van wie het lot wordt getrokken, komt in aanmerking voor een vergunning;

  • d.

    De aanvragers mogen bij de loting aanwezig zijn;

  • e.

    We houden geen wachtlijst bij.

  • 9.

    De standplaatsvergunning wordt verleend met inachtneming van de volgorde van trekking. De overige aanvragen worden geweigerd.

Artikel 10 Vrije standplaatsen

  • 1.

    Wanneer conform de in artikel 9 van deze regels bepaalde procedure geen aanvraag wordt ingediend dan wel na het volgen van deze procedure geen standplaatsvergunning wordt verstrekt voor een vaste standplaats of een standplaats op het Stadionplein, dan wordt deze standplaats aangemerkt als vrije standplaats. Op de website van de gemeente Nijmegen wordt een overzicht gepubliceerd van de vrije standplaatsen.

  • 2.

    Een aanvraag voor een vrije standplaats kan op elk moment van het jaar worden ingediend. Deze aanvragen worden verleend op volgorde van binnenkomst.

Artikel 11 Weigeringsgronden standplaatsvergunning

  • 1. Een vergunning voor een vaste, bijzondere of vrije standplaats wordt in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      een vergunning wordt aangevraagd voor een andere locatie, een andere dag/dagdeel of tijd of een andere branche, dan aangegeven in de bekendmaking zoals bedoeld in artikel 9 eerste lid;

    • b.

      de afmetingen van de verkoopinrichting groter zijn dan de afmetingen van de vrijgekomen standplaats;

    • c.

      de aanvraag is uitgeloot;

    • d.

      een weigeringsgrond zoals opgenomen in artikel 1:15 of artikel 5.2.3., lid 6 en lid 8 onder a, van de Algemene Plaatselijke Verordening van toepassing is;

    • e.

      een aanvraag buiten het tijdvak is ingediend;

    • f.

      niet alle gegevens bij de aanvraag zijn gevoegd waardoor de aanvraag niet volledig is, of

    • g.

      meerdere aanvragen zijn ingediend door of in relatie tot dezelfde natuurlijke persoon.

Artikel 12 Intrekken van een vergunning

  • 1.

    Het college kan de vergunning intrekken in gevallen zoals bedoeld in artikel 1.11 en artikel 5.2.3, lid 10, van de Algemene Plaatselijke Verordening.

Hoofdstuk 5 Overige bepalingen

Artikel 13 Vervanging

  • 1.

    1.Het college kan op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder maximaal één persoon als vervanger van de vergunninghouder op de standplaatsvergunning vermelden. De vervanger mag voor maximaal zes maanden de vergunninghouder vervangen. Voor vermelding als vervanger op de vergunning komen uitsluitend in aanmerking:

    a. de echtgenoot of echtgenote van de vergunninghouder;

    b. de geregistreerde partner van de vergunninghouder;

    c. een meerderjarig kind van de vergunninghouder;

    d. een meerderjarige medewerker van de vergunninghouder, mits een arbeidsovereenkomst kan worden overlegd.

  • 2.

    Bij het in het vorige lid bedoelde verzoek wordt ten aanzien van elke vervanger een door de vervanger ondertekende verklaring overlegd, waarin hij of zij verklaart voor de vergunninghouder als vervanger werkzaam te zijn en verklaart in te stemmen met vermelding als vervanger op de standplaatsvergunning.

Artikel 13a Innemen standplaats

1. De standplaats moet door de vergunninghouder worden ingenomen en mag niet aan een ander worden afgestaan of in gebruik gegeven.

2. In het geval de standplaats is vergund aan een rechtspersoon, dan mogen de vertegenwoordigingsbevoegden van die rechtspersoon (bijvoorbeeld de bestuurders) de standplaats innemen.

3. In het geval de standplaats is vergund aan een VOF, dan mogen de vennoten van die VOF ieder voor zich de standplaats innemen.

Artikel 14 Overgangsrecht

  • 1.

    Vergunningen die zijn verleend vóór inwerkingtreding van deze nadere regels, blijven gelden.

  • 2.

    De vergunningen als bedoeld in het eerste lid kunnen worden gewijzigd door nieuwe voorschriften toe te voegen en/of de situering van de standplaats te wijzigen, voor zover dit nodig is om aan deze nadere regels te kunnen voldoen.

  • 3.

    Vergunningen die zijn verleend voor de wijkmarkt winkelcentrum Leuvensbroek, wijkmarkt Danielsplein, de wijkmarkt Frankrijkstraat en wijkmarkt winkelcentrum Meijhorst én standplaatsvergunningen die zijn verleend voor onbepaalde tijd, worden gewijzigd in een vergunning voor bepaalde tijd.

  • 4.

    Vervallen.

  • 5.

    Aanvragen waarop nog niet is beslist of besluiten die nog niet onherroepelijk zijn, worden afgehandeld volgens het oude recht, met uitzondering van de termijn waarvoor de vergunning wordt verleend.

  • 6.

    Bijzondere standplaatsen waarvoor het tijdvak al is verstreken voordat deze nadere regels in werking treden, worden afgehandeld volgens het oude recht, met uitzondering van de termijn waarvoor de vergunning wordt verleend.

  • 7.

    Vergunningen die voor de eerste maal zijn verleend voor bepaalde tijd voor de maximale periode van 5 jaar of 10 jaar in geval van een wijkmarkt (en die voor die periode een vergunning hadden voor onbepaalde tijd) worden ambtshalve gewijzigd. Deze vergunningen krijgen in afwijking van deze nadere regels éénmalig een vergunning voor een periode van 15 jaar.

Artikel 15 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze nadere regels treden in werking op de eerste dag na bekendmaking.

  • 2.

    Deze nadere regels worden aangehaald als Nadere regels standplaatsen Nijmegen 2020.

  • 3.

    De Beleidsregels standplaatsen, vastgesteld op 7 november 2017, worden ingetrokken.

Ondertekening

Het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen,

mr. drs. A.H. Van Hout

gemeentesecretaris

drs. H.M.F. Bruls

burgemeester

Bijlage 1 Vaste standplaatsen

Vaste standplaatsen zoals bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de nadere regels

Locatie

Aantal

Standplaats toegestaan op de dagen:

MA

DI

WO

DO

VR

ZA

ZO

Molenstraat

1

X

X

X

X

X

Waalkade

2

X

X

X

X

X

X

X

Grote Markt- tussen de bomenrij tegenover de Hema

2

X

X

X

X

X

Stadspark de Goffert

2

X

X

X

X

X

X

X

Daniëlsplein

2

X

X

X

X

X

X

Frankrijkstraat

2

X

X

X

X

X

X

Van ’t Santstraat/Dommer van Poldersveldtweg

1

X

X

X

Jonagoldstraat

1

X

X

X

X

X

X

X

Jonagoldstraat

1

X

X

X

Lentse Plas

1

X

X

X

X

X

X

X

Steenbokstraat

1

X

X

X

X

X

X

X

Winkelcentrum Hatert

2

X

X

X

X

X

X

Winkelcentrum Leuvensbroek

2

X

X

X

X

X

X

Winkelcentrum Malvert

1

X

X

X

X

X

X

X

Wijkmarkt winkelcentrum Leuvensbroek (Lindenholt)

8.30 – 14.00

7

X

Wijkmarkt Danielsplein (Heseveld)

9.00 – 13.00

7

X

Wijkmarkt bij winkelcentrum Meijhorst

9.00 – 13.00

7

X

Wijkmarkt aan de Frankrijkstraat

8.00 – 13.00

7

X

Bijlage 2 Bijzondere standplaatsen

Koningsdag

Standplaatsen en branches tijdens Koningsdag zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de nadere regels.

Locatie

Aantal

Branche

Steinweglaan

25

Van elke branche als hieronder opgenomen maximaal 5

Branches Koningsdag:

Snacks

Friet, broodjes etc.

Snacks buitenlands

Loempia’s, pizza’s, etc.

Zoet

Ijs, pannenkoeken, poffertjes, etc.

Vis

Vis en visproducten

Overig

Non-food en food die niet in een van de hierboven genoemde branches past.

Vierdaagseweek

Standplaatsen tijdens de vierdaagseweek zoals bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de nadere regels.

Locatie

Aantal

Beschikbaar op

Langs dan wel in de directe nabijheid van de route van de Vierdaagsemarsen tijdens de Vierdaagseweek

Niet van toepassing

De dagen van de Vierdaagsemarsen (maximaal 4 dagen)

Winterseizoen

Standplaatsen en branches tijdens het winterseizoen zoals bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de nadere regels.

Locatie

Aantal

Beschikbaar op de dagen

MA

DI

WO

DO

VR

ZA

ZO

Daalseweg (hoek Badhuis)

1

X

X

X

X

X

X

X

Danielsplein

2

X

X

X

X

X

X

X

Frankrijkstraat

1

X

X

X

X

X

X

X

Jonagoldstraat

1

X

X

X

X

X

X

X

Winkelcentrum Hatert

1

X

X

X

X

X

X

X

Winkelcentrum Leuvensbroek

1

X

X

X

X

X

X

X

Winkelcentrum Meijhorst

1

X

X

X

X

X

X

X

Vierdaagseplein

2

X

X

X

X

X

X

X

Plein 1944

1

X

X

X

X

X

X

X

Lentse Warande

Standplaatsen op de Lentse Warande zoals bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de nadere regels.

Locatie

Aantal

Beschikbaar van

Lentse Warande – deel van de Nevengeul gelegen tussen de verlengde Waalbrug en Spoorbrug

3

1 april tot en met 30 september

Stadionplein

Standplaatsen op het Stadionplein zoals bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de nadere regels.

Locatie

Aantal

Beschikbaar van

Stadionplein

2

Tijdens K.N.V.B. competitiewedstrijden en play-offs van betaald voetbalorganisatie N.E.C., de K.N.V.B. Beker en Europese wedstrijden in het kader van de UEFA Cup, danwel Champions League.

Muntweg

Standplaatsen aan de Muntweg zoals bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de nadere regels.

Locatie

Aantal

Beschikbaar op

Muntweg

6

Tijdens het betreffende concert waarvoor de standplaats is vergund

Toelichting bij de Nadere regels standplaatsen Nijmegen 2020

Standplaatsen in Nijmegen

De viskraam bij het winkelcentrum, de loempiawagen in de binnenstad, de ijscokar en de oliebollenkraam zijn allemaal voorbeelden van standplaatsen. Ze staan verspreid door de stad, bij winkelcentra en in de binnenstad. Standplaatsen horen bij het Nijmeegse straatbeeld. Ze zorgen voor extra levendigheid, verrijken het voorzieningenaanbod en zorgen voor extra werkgelegenheid. We willen deze standplaatsen graag blijven faciliteren maar ook zorgen dat ze op de juiste plek in onze stad staan. Zo kunnen ze een goede bijdrage leveren aan de Nijmeegse economie en het woon- en leefklimaat in de stad.

Aanleiding

De afgelopen jaren zijn rechterlijke uitspraken gedaan over de interpretatie van de Dienstenrichtlijn. Een standplaatsvergunning is een zogenaamde schaarse vergunning. Dat is een vergunning waarvan er maar één of een beperkt aantal kan worden verleend terwijl er meer potentiële gegadigden zijn. Op grond van de Dienstenrichtlijn moeten we bij het verlenen van een schaarse vergunning voldoen aan het gelijkheidsbeginsel. Dit betekent dat we een transparante procedure voor vergunningverlening moeten hebben, waarbij iedere potentiële geïnteresseerde gelijke kansen heeft. De criteria voor vergunningverlening moeten objectief en noodzakelijk zijn. In deze nadere regels leggen wij deze werkwijze vast.

De Dienstenrichtlijn bepaalt niet hoe de vergunningprocedure moet verlopen. Er zijn verschillende manieren om te bepalen welke aanvraag vergund wordt. We hebben ervoor gekozen om te loten. Iedere vergunbare aanvraag heeft hierdoor een gelijke kans.

Reikwijdte verbod

De Algemene plaatselijke verordening regelt dat het verboden is om op of aan de weg of aan een openbaar water dan wel op een andere - al dan niet met enige beperking - voor publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats met een voertuig, een kraam, een tafel of enig ander middel een standplaats in te nemen of te hebben teneinde in de uitoefening van de handel goederen te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken, informatie te verstrekken vanuit een voertuig dan wel diensten aan te bieden. Het verbod geldt niet als het burgemeester en wethouders een vergunning hebben verleend. Een zogenaamde standplaatsvergunning.

Het verbod geldt niet altijd. Zo geldt het verbod niet in de volgende situaties:

-op een markt (artikel 5.2.3, vierde lid APV). De markten die hieronder vallen zijn: de maandag en zaterdag Centrummarkt (inclusief de Luizenmarkt op maandag) in de Augustijnenstraat, Grote Markt, Burchtstraat en Kelfkensbos en de wijkmarkt op woensdag in Hatert (Couwenbergstraat).

-tijdens een evenement.

-in gevallen dat de Wet milieubeheer, de Woningwet, het Rijkswegenreglement of de Gelderse wegenverordening van toepassing is.

-voor venten. Venten is het aanbieden van goeden of diensten van huis tot huis of op straat, zonder vaste plaats. Een venter mag niet langer dan 10 minuten op een plaats stil staan, niet binnen twee uur eenzelfde plaats innemen en de volgende locatie dient minimaal 100 meter verderop te liggen (met uitzondering van venten van huis tot huis). Zie ook artikel 5.2.3, lid 9, van de APV.

Een standplaatsvergunning is in bovenstaande situaties dus niet nodig. Het verbod geldt wel voor (voormalige) wijkmarkten. Voor de voormalige wijkmarkten kan een standplaatsvergunning worden afgegeven.

Toetsingsgronden

De APV kent een aantal weigeringsgronden. Deze zijn opgenomen in artikel 1:15 van de APV. Deze weigeringsgronden zijn:

- openbare orde;

- openbare veiligheid;

- volksgezondheid;

- bescherming van het milieu;

Daarnaast zijn weigeringsgronden opgenomen in artikel 5.2.3. Deze weigeringsgronden zijn:

- het bestemmingsplan;

- een beheersverordening;

- een exploitatieplan;

- een voorbereidingsbesluit;

- redelijke eisen van welstand;

- kwantitatieve of territoriale beperkingen, die als gevolg van bijzondere omstandigheden noodzakelijk zijn in verband met een dwingende reden van algemeen belang.

Deze laatste weigeringsgrond vormt de grondslag voor het vaststellen van deze nadere regels. De onderbouwing voor het hanteren van kwantitatieve of territoriale beperkingen is hieronder opgenomen.

Deze nadere regels zijn niet van toepassing op standplaatsen waarvoor geen kwantitatieve of territoriale beperkingen gelden. Met andere woorden, standplaatsen die niet schaars zijn. Dat zijn standplaatsen op particuliere grond. Deze standplaatsen zijn niet schaars. Hiervoor kan een vergunning verleend worden wanneer geen weigeringsgrond aanwezig is zoals opgenomen in de APV.

Soorten standplaatsen

Een vergunning is schaars als het aantal aanvragers het aantal beschikbare vergunningen kan overstijgen. Het aantal vergunningen mag om kwantitatieve of territoriale redenen alleen worden beperkt als daar dwingende redenen van algemeen belang voor zijn. Dwingende redenen van algemeen belang kunnen volgens de rechtspraak onder andere zijn: openbare orde, openbare veiligheid, volksgezondheid, bescherming van het milieu en het stedelijk milieu met inbegrip van stedelijke en rurale ruimtelijke ordening en behoud van het nationaal historisch en artistiek erfgoed.

In de stad is maar beperkt ruimte aanwezig om een standplaats in te nemen. Met name in de binnenstad, waar ruimte schaars is en de openbare ruimte intensief wordt gebruikt, leiden standplaatsen soms tot ongewenste situaties. Ze staan een goede doorstroom (van winkelend publiek)en een veilige overzichtelijke (verkeers)situatie in de weg. Of belemmeren het zicht op historische panden of bijzondere gevels. Het (stedelijk) milieu is niet gebaat met een onbeperkt aantal standplaatsen, zodat ook gelet op dit belang het aantal standplaatsen worden beperkt. Daarnaast mag de openbare orde en openbare veiligheid niet onder druk komen te staan. Gelet hierop wijzen wij de locaties aan waar we standplaatsen willen toestaan. Een standplaatsvergunning is een zogenaamde schaarse vergunning.

Wanneer sprake is van een schaarse vergunning moeten bepaalde waarborgen in acht worden genomen. Gegadigden voor een standplaatsvergunning moeten gelijke kansen krijgen. De procedure moet transparant en openbaar zijn. Duidelijk moet zijn hoe en wanneer een vergunning aangevraagd kan worden. En op welke wijze de vergunningen worden verdeeld over de gegadigden. De duur van de vergunning mag niet onbepaald zijn. Tevens mag deze niet buitensporig lang zijn zodat de vergunninghouder niet onevenredig wordt bevoordeeld ten opzichte van andere gegadigden.

Vaste standplaatsen

Vaste standplaatsen zijn de standplaatsen die gedurende het hele jaar één of meerdere dagen/dagdelen per week worden ingenomen. Vergunningen worden verleend voor een periode van maximaal 12 jaar.

Omdat sprake is van een schaars recht mogen vergunningen niet voor onbepaalde tijd worden verleend. Ook andere ondernemers moeten de kans krijgen. Vergunningen worden daarom verleend voor een periode van maximaal 12 jaar. Ondernemers kunnen binnen deze termijn investeringen terug verdienen.

Vergunningen voor onbepaalde tijd die zijn omgezet naar een vergunning voor bepaalde tijd voor de maximale periode van 5 jaar (of 10 jaar in geval van een wijkmarkt), krijgen eenmaal een vergunning voor een periode van 15 jaar. Voor een nadere onderbouwing van deze termijn verwijzen we naar de toelichting bij het Besluit tot wijziging van de Nadere regels standplaatsen Nijmegen 2020.

Bijzondere standplaatsen

Voor een aantal, zogenaamde bijzondere, standplaatsen is een apart regime vastgesteld.

Voor Koningsdag en het Winterseizoen is vastgesteld op welk moment van het jaar een tijdvak wordt vrijgegeven voor het aanvragen van vergunningen in het daarop volgend jaar of de daaropvolgende periode. Voor deze bijzondere standplaatsen worden geen meerjarige vergunningen verleend.

Koningsdag

Koningsdag wordt elk jaar gevierd in park De Goffert met een kleedjesmarkt. Hierbij wordt tevens een aantal standplaatsen toegestaan. Hiervoor is elk jaar veel interesse. Gelet op de locatie is de ruimte echter beperkt. Maximaal 25 standplaatsen kunnen worden toegestaan.

De dienstenrichtlijn staat branchering toe mits er geen strijd ontstaat met het discriminatieverbod en indien branchering noodzakelijk en evenredig is.

Om een eenzijdig aanbod te voorkomen en ter stimulering van gezondere alternatieven, wordt branchering toegepast. Van elke branche (snacks, snacks buitenland, zoet en vis) worden maximaal 5 standplaatsvergunningen uitgegeven. Ook is een categorie overig opgenomen om branches op voorhand niet uit te sluiten. Voor de categorie ‘overige’ is ook non-food toegestaan. Hiervan wordt in de praktijk echter weinig gebruik gemaakt.

De verdeling gaat als volgt. De aanvragen die volledig zijn en waar geen weigeringsgrond aan de orde is, worden verdeeld per branche. Indien per branche meer dan 5 aanvragen zijn ontvangen, wordt geloot. Indien er minder dan 5 aanvragen zijn ontvangen, worden de resterende plaatsen verloot onder de overblijvers van de andere branches.

Vierdaagseweek

Tijdens de vierdaagseweek wordt in de regel een groot aantal standplaatsen aangevraagd langs dan wel f in de directe nabijheid van de route van de vierdaagsemarsen tijdens de Vierdaagseweek. Ook in het centrum zijn standplaatsen aanwezig. Deze maken onderdeel uit van de evenementenvergunning die wordt verleend voor de Vierdaagsefeesten. De evenementenvergunning ziet op het centrumgebied, het zogenaamde vlekkenplan. In theorie kan dit vlekkenplan jaarlijks afwijken. In 2019 omvatte het vlekkenplan het volgende gebied:

1. Het gebied omgrenst door de Canisiussingel, Oranjesingel, Van Schaeck Mathonsingel, de spoorlijn, de Oosterhoutsedijk, de Lentse Warande en de Waalbrug;

2. De gebieden voor de ABN AMRO en Rabobank aan het Keizer Karelplein;

3. Het terrein tussen de oostelijke Waalkade en de voetgangersbrug over Het Meertje;

4. Stadseiland Veur-Lent.

Het vlekkenplan is exclusief de hierboven aangegeven singels, wegen en verkeerspleinen, met uitzondering van de Van Schaeck Mathonsingel, het Stationsplein en de Lentse Warande. De Oversteek en de Snelbinder vallen buiten het vlekkenplan.

Het streven is om alle standplaatsen, die buiten deze evenementenvergunning ofwel buiten het vlekkenplan vallen en dus langs dan wel in de directe nabijheid van de routes van de vierdaagsemarsen zijn gelegen, zo veel mogelijk te honoreren.

Winterseizoen

In de kerstperiode wordt traditiegetrouw oliebollen en kerstbomen verkocht, vaak ook vanuit standplaatsen. Hiervoor willen wij ruimte bieden. Wij staan deze verkoop niet onbeperkt toe vanwege de belasting voor de leefomgeving. Daarom mogen deze standplaatsen maximaal gedurende zes weken worden ingenomen en alleen op de door ons aangewezen locaties. Er geldt geen beperking ten aanzien van de branche.

Lentse Warande

Voor de Lentse Warande geldt een apart regime. Het is een plek met unieke natuurbeleving en rust met tegelijk recreatiemogelijkheden met stedelijke allure. Een bijzonder milieugebied waar we willen dat de standplaatsen een meerwaarde bieden aan de levendigheid en beleving van de omgeving. Echter met respect voor de natuur.

Het aantal standplaatsen dat we op de Lentse Warande toestaan is daarom beperkt in aantal en in periode. Er worden maximaal 3 standplaatsen toegestaan in de zomerperiode tussen 1 april en 1 oktober. Deze vergunningen worden verleend voor een maximale periode van 12 jaar. Voor een nadere onderbouwing van deze termijn verwijzen we naar de toelichting.

Stadionplein

De standplaatsen op het Stadionplein zijn een zeer gewenste aanvulling voor menig supporter. Gelet op de locatie en omvangrijke loopstromen van bezoekers is er beperkte ruimte voor standplaatsen. Er is plek voor 2 standplaatsen. Deze hebben een apart regime omdat deze standplaatsen alleen mogen worden ingenomen tijdens K.N.V.B. competitiewedstrijden en play-offs van betaald voetbalorganisatie N.E.C., de K.N.V.B. Beker en Europese wedstrijden in het kader van de UEFA Cup, danwel Champions League. Deze vergunningen worden verleend voor een maximale termijn van 5 jaar.

Procedure

Alle geïnteresseerden, zowel natuurlijke personen als rechtspersonen, kunnen in aanmerking komen voor een standplaatsvergunning. Een aanvraag kan niet meer gedurende het hele jaar worden ingediend. Per categorie standplaats worden tijdvakken opengesteld. Het tijdvak wordt vooraf bekend gemaakt. Bekendmakingen worden in ieder geval in het digitale gemeenteblad gepubliceerd. Het is mogelijk om een abonnement op bekendmakingen te nemen.

Aanvragen moeten digitaal worden ingediend. Bij de bekendmaking zal een link of verwijzing naar dit aanvraagformulier worden opgenomen. Bij de aanvraag zullen in ieder geval de gegevens zoals opgenomen in artikel 8 moeten worden aangeleverd. Deze gegevens zijn nodig om een aanvraag goed te kunnen beoordelen. Indien niet alle gegevens zijn aangeleverd, is een aanvraag niet volledig. Om alle aanvragers een gelijke kans te geven, moet binnen het tijdvak een aanvraag volledig zijn. Dat betekent dat een aanvraag ofwel direct volledig wordt ingediend. Ofwel op ons verzoek of op eigen initiatief binnen het tijdvak is aangevuld. Indien een aanvraag meer dan een week voor het einde van het tijdvak is ingediend én onvolledig is, dan worden aanvragers hierop gewezen. Zij kunnen de aanvraag aanvullen voor het einde van het tijdvak. Aanvragen die later worden ingediend, worden niet op onvolledigheid gewezen. Aanvragers wordt geadviseerd hiermee rekening te houden en aanvragen tijdig in te dienen. Na sluiting van het tijdvak ingediende wijzigingen of aanvullingen, worden niet meegenomen. Een aanvraag die niet volledig is, doet niet mee met de loting.

Indien meerdere aanvragen vergund kunnen worden, wordt er onderling geloot. De procedure van deze loting is in de nadere regels vastgelegd.

Indien geen aanvraag wordt ingediend, is deze standplaats beschikbaar. We noemen dit ‘vrije standplaatsen’. Een overzicht van de vrije standplaatsen wordt opgenomen op onze website. Gedurende het gehele jaar kunnen aanvragen voor een vrije standplaats worden ingediend. Deze worden verleend op volgorde van binnenkomst.

Standplaatsen kunnen niet in gebruik worden genomen wanneer gewerkt wordt in de openbare ruimte. Denk bijvoorbeeld aan het opnieuw bestraten of het aan- of verleggen van kabels en leidingen.

Intrekking

Een vergunning kan worden ingetrokken in de gevallen zoals genoemd in artikel 1.11 en artikel 5.2.3, lid 10 van de APV. Op grond van artikel 1.10 van de APV zijn vergunningen persoonsgebonden. Vergunningen zijn niet overdraagbaar. Wanneer van een vergunning geen gebruik (meer) wordt gemaakt, dan trekken wij deze in. Dan komt deze locatie beschikbaar voor andere gegadigden die daar een vergunningaanvraag voor kunnen indienen.