Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening op de heffing en de invordering van haven-, kade- en opslaggeld 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2016

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van haven-, kade- en opslaggeld 2016

De raad van de gemeente Nissewaard;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2015;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

gezien het advies van de commissie Bestuur van 24 november 2015;

besluit:

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van haven-, kade- en opslaggeld 2016.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    een vaartuig: ieder voorwerp dat tot vervoer te water van personen of goederen dient;

  • b.

    een ponton: een vaartuig dat naar zijn aard en bouw geschikt is om te dienen als aanlegplaats voor andere vaartuigen;

  • c.

    verplaatsing: de in kubieke meters uitgedrukte waterverplaatsing van een vaartuig tussen het vlak van de grootste toegelaten diepgang en het vlak van inzinking van het ledige vaartuig volgens een geldige meetbrief;

  • d.

    laden en lossen: het in- en ontschepen van passagiers of goederen, met uitzondering van winkelwaren bestemd voor het gebruik door de schipper en diens gezin en brandstoffen dienende voor de voortbeweging van het vaartuig.

Artikel 2 Belastbaar feit

Er worden rechten geheven onder de naam:

  • a.

    havengeld: voor het door middel van enig vaartuig bevaren van de haven;

  • b.

    kadegeld: voor het direct of indirect met enig vaartuig gebruik maken van gemeentelijke kaden, oevers, aanlegsteigers of meerpalen;

  • c.

    opslaggeld: voor het opslaan of hebben van goederen of voorwerpen op gemeentelijke kaden of oevers.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Het havengeld wordt geheven van degene die met een vaartuig de haven bevaart, dan wel degene op wiens last de haven bevaren wordt.

  • 2. Het kadegeld wordt geheven van degene die van de gemeentelijke kaden, oevers, aanlegsteigers of meerpalen gebruik maakt.

  • 3. Het opslaggeld wordt geheven van degene aan wie voor het opslaan of hebben van goederen of voorwerpen een vergunning is verleend, dan wel degene op wiens last de ter zake benodigde ruimte in gebruik is genomen.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1. Het haven- en kadegeld wordt geheven:

    • a.

      voor een vrachtschip of een passagiersschip naar het aantal kubieke meters waterverplaatsing;

    • b.

      voor een sleepboot naar het aantal vierkante meters oppervlakte van de sleepboot;

    • c.

      voor een ponton naar het aantal vierkante meters in beslag genomen oppervlakte.

  • 2. Het opslaggeld wordt geheven naar het aantal vierkante meters in beslag genomen grond.

Artikel 5 Belastingtarieven

  • 1. Het havengeld bedraagt voor:

    • a.

      vracht- en passagiersschepen, indien in de haven geladen of gelost wordt, per m³ waterverplaatsing:

      • i.

        voor 1 dag: € 0,14;

      • ii.

        voor 3 dagen: € 0,28;

      • iii.

        bij abonnement voor een kwartaal: € 3,56;

      • iv.

        bij abonnement voor een jaar: € 11,91;

    • b.

      vracht- en passagiersschepen, indien niet in de haven geladen of gelost wordt, per m³ waterverplaatsing:

      • i.

        voor 14 dagen: € 0,26;

      • ii.

        bij abonnement voor een kwartaal: € 1,72;

      • iii.

        bij abonnement voor een jaar: € 5,49;

    • c.

      sleepboten, per m² oppervlakte:

      • i.

        voor 14 dagen: € 0,19;

      • ii.

        bij abonnement voor een kwartaal: € 1,72;

      • iii.

        bij abonnement voor een jaar: € 5,49;

    • d.

      pontons, per m² oppervlakte:

      • i.

        voor 14 dagen: € 0,19;

      • ii.

        bij abonnement voor een kwartaal: € 1,72;

      • iii.

        bij abonnement voor een jaar: € 5,49.

  • 2. Het kadegeld bedraagt voor:

    • a.

      vracht- en passagiersschepen, indien in de haven geladen of gelost wordt, per m³ waterverplaatsing:

      • i.

        voor 1 dag: € 0,14;

      • ii.

        voor 3 dagen: € 0,28;

      • iii.

        bij abonnement voor een kwartaal: € 3,56;

      • iv.

        bij abonnement voor een jaar: € 11,91;

    • b.

      vracht- en passagiersschepen, indien niet in de haven geladen of gelost wordt, per m³ waterverplaatsing:

      • i.

        voor 14 dagen: € 0,14;

      • ii.

        bij abonnement voor een kwartaal: € 0,86;

      • iii.

        bij abonnement voor een jaar: € 2,76;

    • c.

      sleepboten, per m² oppervlakte:

      • i.

        voor 14 dagen: € 0,14;

      • ii.

        bij abonnement voor een kwartaal: € 0,86;

      • iii.

        bij abonnement voor een jaar: € 2,76;

    • d.

      pontons, per m² oppervlakte:

      • i

        voor 14 dagen: € 0,14;

      • ii.

        bij abonnement voor een kwartaal: € 0,86;

      • iii.

        bij abonnement voor een jaar: € 2,76.

  • 3. Voor het hebben van kranen, zandtrechters en dergelijke, die bij het laden en lossen van goederen worden of kunnen worden gebruikt wordt een recht geheven van per week of gedeelte daarvan per m² in gebruik genomen oppervlakte: € 3,03.

  • 4. Het opslaggeld bedraagt per m² ingenomen oppervlakte:

    • a.

      per dag € 0,34, met een minimum van € 2,54;

    • b.

      per kalenderweek € 0,71, met een minimum van € 6,57;

    • c.

      per kalendermaand € 1,32; met een minimum van € 12,55;

    • d.

      per kalenderhalfjaar € 6,41, met een minimum van € 64,95;

    • e.

      per kalenderjaar € 11,55, met een minimum van € 108,22.

  • 5. Gedeelten van kubieke, vierkante of strekkende meters worden voor de berekening van de rechten buiten beschouwing gelaten.

  • 6. Voor de bepaling van het aantal kubieke meters waterverplaatsing wordt uitgegaan van de meetbrief van het vaartuig. Bij gebreke van deze meetbrief of bij weigering om deze te tonen, wordt de waterverplaatsing geschat.

  • 7. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een periode als een volle periode aangemerkt.

  • 8. Over de in het eerste lid bedoelde tarieven wordt 21% omzetbelasting in rekening gebracht.

Artikel 6 Belastingjaar

Voor de tarieven die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Tijdstip van ontstaan van de belastingschuld

  • 1. Het per bezoek geheven haven- of kadegeld is verschuldigd zodra het gebruik van de haven of kade een aanvang neemt. Indien het bezoek voortduurt na afloop van de termijn worden deze rechten opnieuw geheven.

  • 2. De bij wijze van abonnement geheven rechten zijn verschuldigd, zodra het gebruik van de haven binnen het kalenderkwartaal of het kalenderjaar waarop het abonnement betrekking heeft, een aanvang neemt. Vindt het gebruik voortgang na het kalenderkwartaal of het kalenderjaar, dan worden op de eerste werkdag van het nieuwe kalenderjaar of het nieuwe kalenderkwartaal de rechten opnieuw geheven.

  • 3. Het opslaggeld is verschuldigd zodra het gebruik een aanvang neemt.

Artikel 8 Wijze van heffing

De rechten worden bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Termijn van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden voldaan binnen een maand na de dagtekening van de aanslag.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op het in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10 Vrijstellingen

Geen haven- en kadegeld wordt geheven voor:

  • a.

    vaartuigen in directe dienst van het Rijk of de provincie;

  • b.

    vaartuigen in directe dienst van de gemeente;

  • c.

    hospitaalschepen;

  • d.

    vaartuigen die als gevolg van ijsgang, invriezing, storm, mist, tegenwind, ondiepte of verstopping van het vaarwater of wegens buitengewone waterstand, gedwongen zijn een ligplaats te blijven innemen;

  • e.

    vaartuigen die tussen 16.00 uur van de dag, onmiddellijk voorafgaande aan een zondag, een algemeen erkende christelijke feestdag of de nieuwjaarsdag en 08.00 uur van de dag onmiddellijk volgende op een zondag, een algemeen erkende christelijke feestdag of de nieuwjaarsdag, de haven bezoeken zonder te laden of te lossen;

  • f.

    roeiboten behorende bij vaartuigen waarvoor de rechten geheven worden.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van het haven-, kade- en opslaggeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door burgemeester en wethouders

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het haven-, kade- en opslaggeld.

Artikel 13 Intrekking oude verordening

De Verordening haven-, kade- en opslaggeld 2015, volgens het besluit van de raad van de gemeente Spijkenisse van 16 december 2014 (Gemeenteblad, 2015, 67964), wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 16 genoemde datum van ingang van de heffing.

Artikel 14 Overgangsrecht

De Verordening haven-, kade- en opslaggeld 2015, volgens het besluit van de raad van de gemeente Spijkenisse van 16 december 2014 (Gemeenteblad, 2015, 67964), blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich vóór de in artikel 16 genoemde datum van ingang van de heffing hebben voorgedaan.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

Artikel 16 Datum van ingang van de heffing

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening haven-, kade- en opslaggeld 2016.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Nissewaard van 15 december 2015.

de griffier

S.J.M. Mackaij

de voorzitter

M. Salet